Skip to main content

Full text of "Acta der provinciale en particuliere synoden: gehouden in de noordelijke Nederlanden gedurende ..."

See other formats


Google 



This is a digital copy of a book that was prcscrvod for gcncrations on library shclvcs bcforc it was carcfully scannod by Google as part of a project 

to make the world's books discoverablc onlinc. 

It has survived long enough for the copyright to cxpirc and the book to enter the public domain. A public domain book is one that was never subject 

to copyright or whose legal copyright term has expired. Whether a book is in the public domain may vary country to country. Public domain books 

are our gateways to the past, representing a wealth of history, culture and knowledge that's often difficult to discover. 

Marks, notations and other marginalia present in the original volume will appear in this file - a reminder of this book's long journey from the 

publisher to a library and fmally to you. 

Usage guidelines 

Google is proud to partner with libraries to digitize public domain materials and make them widely accessible. Public domain books belong to the 
public and we are merely their custodians. Nevertheless, this work is expensive, so in order to keep providing this resource, we have taken steps to 
prevent abuse by commercial parties, including placing lechnical restrictions on automated querying. 
We also ask that you: 

+ Make non-commercial use of the files We designed Google Book Search for use by individuals, and we request that you use these files for 
personal, non-commercial purposes. 

+ Refrainfivm automated querying Do nol send aulomated queries of any sort to Google's system: If you are conducting research on machine 
translation, optical character recognition or other areas where access to a laige amount of text is helpful, please contact us. We encourage the 
use of public domain materials for these purposes and may be able to help. 

+ Maintain attributionTht GoogXt "watermark" you see on each file is essential for informingpeopleabout this project and helping them find 
additional materials through Google Book Search. Please do not remove it. 

+ Keep it legal Whatever your use, remember that you are responsible for ensuring that what you are doing is legal. Do not assume that just 
because we believe a book is in the public domain for users in the United States, that the work is also in the public domain for users in other 
countiies. Whether a book is still in copyright varies from country to country, and we can'l offer guidance on whether any specific use of 
any specific book is allowed. Please do not assume that a book's appearance in Google Book Search means it can be used in any manner 
anywhere in the world. Copyright infringement liabili^ can be quite severe. 

About Google Book Search 

Google's mission is to organize the world's information and to make it universally accessible and useful. Google Book Search helps readers 
discover the world's books while helping authors and publishers reach new audiences. You can search through the full icxi of this book on the web 

at |http: //books. google .com/l 



Google 



Dit is ccn digitale kopie van een boek dat al generaties lang op bibliothcckpl anken heeft gestaan, maar nu zorgvuldig is gescand door Google. Dat 

doen we omdat we alle boeken ter wereld online beschikbaar willen maken. 

Dit boek is na oud dat het auteursrecht erop is verlopen, zodat het boek nu deel uitmaakt van het publieke domein. Een boek dat tot het publieke 

domein behoort, is een boek dat nooit onder het auteursrecht is gevallen, of waarvan de wettelijke auteursrecht termijn is verlopen. Het kan per land 

verschillen of een boek tot het publieke domein behoort. Boeken in het publieke domein zijn een stem uit het verleden. Ze vormen een bron van 

geschiedenis, cultuur en kennis die anders moeilijk te verkrijgen zou zijn. 

Aantekeningen, opmerkingen en andere kanttekeningen die in het origineel stonden, worden weergegeven in dit bestand, als herinnering aan de 

lange reis die het boek heeft gemaakt van uitgever naar bibliotheek, en uiteindelijk naar u. 

Richtlijnen voor gebruik 

Google werkt samen met bibliotheken om materiaal uit het publieke domein te digitaliseren, zodat het voor iedereen beschikbaar wordt. Boeken 
uit het publieke domein behoren toe aan het publiek; wij bewaren ze alleen. Dit is echter een kostbaar proces. Om deze dienst te kunnen blijven 
leveren, hebben we maatregelen genomen om misbruik door commerciële partijen te voorkomen, zoals het plaatsen van technische beperkingen op 
automaüsch zoeken. 
Verder vragen we u het volgende: 

+ Gebruik de bestanden alleen voor niet-commerciële doeleinden We hebben Zoeken naar boeken met Google ontworpen voor gebruik door 
individuen. We vragen u deze bestanden alleen te gebruiken voor persoonlijke en niet -commerciële doeleinden. 

+ Voer geen geautomatiseerde zoekopdrachten uit Stuur geen geautomatiseerde zoekopdrachten naar het systeem van Google. Als u onderzoek 
doet naar computervertalingen, optische tekenherkenning of andere wetenschapsgebieden waarbij u toegang nodig heeft tot grote hoeveelhe- 
den tekst, kunt u contact met ons opnemen. We raden u aan hiervoor materiaal uit het publieke domein te gebruiken, en kunnen u misschien 
hiermee van dienst zijn. 

+ Laat de eigendomsverklaring staan Het "watermerk" van Google dat u onder aan elk bestand ziet, dient om mensen informatie over het 
project te geven, en ze te helpen extra materiaal te vinden met Zoeken naar boeken met Google. Verwijder dit watermerk niet. 

+ Houd u aan de wet Wat u ook doet, houd er rekening mee dat u er zelf verantwoordelijk voor bent dat alles wat u doet legaal is. U kunt er 
niet van uitgaan dat wanneer een werk beschikbaar lijkt te zijn voor het publieke domein in de Verenigde Staten, het ook publiek domein is 
voor gebniikers in andere landen. Of er nog auteursrecht op een boek mst, verschilt per land. We kunnen u niet vertellen wat u in uw geval 
met een bepaald boek mag doen. Neem niet zomaar aan dat u een boek overal ter wereld op allerlei manieren kunt gebruiken, wanneer het 
eenmaal in Zoeken naar boeken met Google staat. De wettelijke aansprakelijkheid voor auteursrechten is behoorlijk streng. 

Informatie over Zoeken naar boeken met Google 

Het doel van Google is om alle informaüe wereldwijd toegankelijk en bruikbaar te maken. Zoeken naar boeken met Google helpt lezers boeken uit 
allerlei landen te ontdekken, en helpt auteurs en ui tgevers om een nieuw leespubliek te bereiken. U kunt de volledige tekst van dit boek doorzoeken 

op het web via |http: //books .google .coml 









v-7 tesj 

ANDOVER-HAEVARD THEOLOGICAL 
LlBRARy 

CAMBRIDGE, MASSACHUSETTS 





A G 1 A 



DER 



PROVINCIALE EN PARTIOllLIERK SYNODEN 



ACTA 



DKK 



D 




iciAii II pumiUii 




) 



GEHOUDEN IN DE NOORDELIJKE NEDERLANDEN 



GEDURENDE DE JAREN 1572-1620, 



VKKZAMEI.O KN UITGKGKVKN UOOll 



W\ J. REITSM EN f. S. D. m VEKN. 



/.FA'ENr»K I)KKI.: 

(IRONIJifigfJ I59r,-|f;20. 



TE GRONINGKN BIJ .1. B. WOLTKRS, 1808. 



8TOOMDRUKKERIJ VAN J. B. WOLTER8 






ANDOVER-HARVARD 



"S 



VOORBERICHT. 



In het noorden van ons vaderland is Groningen het langst voor den 
koning van Spanje bewaard gebleven. Wel waren gedurende de jaren , die 
er verliepen tusschen den afval van graaf Rennenberg en het beleg in 
den zomer van 1594, de Ommelanden het tooneel van een reeks krijgs- 
bewegingen, ondervonden vooral de aan Friesland grenzende streken al 
de ellenden van den kleinen oorlog, zijn er ook enkele pogingen gedaan 
om de stad te vermeesteren, maar de beschikbare legermacht van prins 
Maurits werd te zeer in andere oorden bezig gehouden, dan dat een 
ernstige en doortastende aanval op dit laatste, allengs geheel geïsoleerde 
bolwerk van de Spaansche heerschappij kon worden ondernomen. Omdat 
dit niettemin een op den duur onafwendbare noodzakelijkheid was , werd het 
plan met des te nauwkeuriger berekening overwogen en voorbereid. Ein- 
delijk kwam deze dag, en moest de stad zich overgeven na de ver- 
maarde belegering, waaraan prins Maurits en zijn niet minder bekwame 
neef, de Friesche stadhouder, al hun krijgsbeleid en zorg hadden besteed. 

Toen Stad en Lande alzoo opgenomen waren onder do gewesten der 
Unie, werd de reductie, zooals men dat noemde, onmiddellijk gevolgd 
door de vestiging der hervorming als heerschende kerk. Onder zulke 
lang voorziene omstandigheden was het te verwachten, dat zij in deze 
provincie al dadelijk een zeer bepaald karakter zou aannemen , wat betreft 
haar inrichting en haar positie. Graaf Willem Lodewijk was een wijs 
en zeer ervaren landbestuurder, die oprecht belang in kerkelijke zaken 
stelde en te dezen aanzien zijn gevestigde raeening had, zoodat hij de 



VI 

voorkeur gaf aan een systeem, waarby aan de kerk en haar dienaren 
gegund werd, wat haar toekwam zonder verkorting of verdrukking van 
de met haar roeping bestaanbare bevoegdheid, doch waarbij voorts aan 
de politieke macht en de van oudsher rechthebbenden een betamelijke 
invloed op de kerk werd gelaten. Die belangstelling toonde, dat voorne- 
men openbaarde liij, toen hij den 11 Mei 1596 o. s. persoonlijk de tweede 
synodale vergadering te Groningen opende met een korte toespraak, die 
daarna door Doede van Amsweer werd voortgezet. Hij bekrachtigde zelf 
met zijn onderteekening de handelingen van deze vergadering, waarin 
ook de door hem en de Staten reeds ten vorigen jare gepubliceerde kerk- 
orde synodaliter werd aangenomen. Bij de regeling van de kerkelijke 
aangelegenheden van stad en gewest had hij zich bediend van de hulp 
en voorlichting van den Emder kerkleeraar Menso Alting en van de Fra- 
neker professoren Lydius en Lubbertus, die beiden deze Groninger synode 
ook hebben bijgewoond, terwql Lydius haar zelfs gepresideerd heeft. 

Toen enkele jaren later de Hervormde kerk van Drente tot gevestigde 
positie moest worden gebracht, bestond by de toongevende machten het 
plan om dat gewest kerkelijk met Groningen te vereenigen. Het „land- 
schap" zou op de wijze van een classis bij de provinciale synode Gro- 
ningen gevoegd worden. In den jare 1602 verschenen nevens de beide 
afgevaardigden van de Zuid- en Noordhollandsche synode ook twee pre- 
dikanten uit Drente op de synode in Groningen, dus ongeveer in quali- 
teit van synodale correspondenten , zie pag. 41. De proef werd voortgezet 
in 1603, en die van het volgende jaar noemde zich zelfs „synodus pro- 
vincialis der stadt Groningen, Omlanden unde Drenthe". Maar dit is 
slechts eenmaal geschied , want in 1606 werd besloten om den stadhouder 
te verzoeken, dat Drente een kerkelijk ressort binnen zijn eigen grenzen 
mocht uitmaken , zie pag. 57, 82, 101 en 109. Dit verzoek , door de depu- 
taten overgebracht, is ingewilligd. 

Volgens art. 23 der provinciale kerkorde van 1595 moesten de synoden 
per vices in de hoofdplaatsen der classes gehouden worden. De eerste drie 
vergaderingen waren in Groningen belegd , doch toen beproefde men den 
voorgeschreven regel te volgen , en zyn er synoden gehouden te Appinge- 



VII 

dam, Loppersum, Middelstum en Eenrum, echter dadelijk onder protest 
van den raad der hoofdstad, „dewile de stadt van Grönningen jummer 
vor de halve provincie gerespeetirett moeth werden," pag. 21. Toen zou 
naar volgorde de synode te Zuidhom moeten vergaderen. Doch daaraan 
is het niet toegekomen. Reeds sinds onheugelijke t^den had de stad zoo- 
zeer den voorrang in het gansche gewest bekleed, dat z^ in dit opzicht 
haar gezag wilde laten gelden. Bovendien was zij de plaats, waar de 
.,domini fratres ock am levesten weren ," pag. 55. En zoo is het gescliied , 
dat van 1602 af de synoden met de grootste regelmatigheid in de Mei- 
maand beurtelings te Gtoningen en Appingedam bijeengeroepen werden. 
Een blijk van de geregelde orde , die hier ingevoerd werd , kunnen wij 
ook opmerken in het bewaard blijven van de volledige reeks der synodale 
handelingen. Er ontbreekt geen enkele acte, want al zijn die van 1590 
misschien slechts een uittreksel, zij maken in blijkbaar verkorten vorm 
toch een geheel uit. Wij hebben echter de origineele handelingen der 
oudste synoden van dit gewest niet kunnen opsporen en stellen het 
daarom op prigs , dat wij een zoo bruikbaren tekst ter beschikking hadden. 
Onze codices dragen de sporen van een prijzenswaardig streven naar 
nauwkeurigheid , zoodat zelfs vele karakteristieke eigenaardigheden in spel- 
ling, stijl en woordkeuze zijn bewaard gebleven. In de aanteekening op 
pag. 30 berichtten de deputaten, dat er b|j het nemen van copie zorg 
werd gedragen om zooveel mogelijk „ipsa verba et ipsum idioma , diestijts 
gebrujjckiyck" te behouden. Verder is het ons bij vergelijking der hand- 
schriften opgevallen, dat er in de acta tot 1613 zoo weinig varianten van 
eenige beteekenis voorkomen. Dit brengt op het vermoeden, dat zij alle 
vervaardigd kunnen zijn naar hetzelfde exemplaar, doch het is niet moge- 
l^k uit te maken, of de schrijvers de origineele acta voor zich gehad 
hebben of reeds afschriften. 

Wij hebben bij de uitgave van dit doel gebruik gemaakt van de drie 
navolgende manuscripten. 

XX. Een folioboek , waarvan de hoornen band losgeraakt en een weinig 
gehavend is, zonder opschrift of rugtitel, behoorende tot het archief van 



VIII 

het provinciaal kerkbestuur van Groningen , op den Catal. Janssen vermeld 
p. 156 sub I. Dit boek, het eerste deel eener doorloopende serie synodale 
acten in negen banden, bevat copie der handelingen van 1595 tot 1(>22. 
Tot en met het jaar 1612 zijn deze acta van dezelfde hand afkomstig. 
Met uitzondering alleen van een gedeelte der acta van 1599: de grootste 
helft van art. 6 al. tot aan het slot is door een ander op drie vermoedelijk in 
blanco gelatene bladzijden en dus later bijgeschreven. De daarop betrekke- 
lijke aanteekening , zie pag. 30, is in dezen codex gewaarmerkt door de 
eigenhandige onderteekening van drie deputaten. Dezelfde aanteekening komt 
eveneens woordelqk voor in de beide andere handschriften , doch geheel als 
copie. Dit is voldoende om te constateeren , dat onze codex de oudste is en 
lang voor 1640 vervaardigd. De beide anderen zijn dus van lateren datum. 

Daarna hebben verschillende schrijvers hun aandeel tot dezen codex 
geleverd. De afschrijver van de acta der synoden van 1613 en 1614 is 
minder nauwkeurig, zoodat hier meer tekstvergelijking moest plaats heb- 
ben. Vooral die van 1615 liad veel verbetering noodig, waarvan de aan- 
dachtige lezer in een groot getal aanteekeningen de bewijzen zal vinden. 
De daarop volgende acta, telkens door een ander afgeschreven, waren 
echter weer met grooter zorg behandeld. Al deze bijzonderheden gaven 
ons derhalve genoegzaam recht om de keuze van een grondtekst voor de 
uitgave op dezen synodalen codex te vestigen. 

Bij dit handschrift bevonden zich eenigc losse papieren, blijkbaar tot 
een andere verzameling kerkelijke stukken in hetzelfde archief behoorende 
en misschien toevallig daarbij gevoegd. De inhoud daarvan had echter 
juist betrekking op punten, die door de synode te Groningen in 16 17 en 
te Appingedam in Mei 1618 aan de orde waren gesteld en aan de depu- 
taten ter uitvoering opgedragen. Wij meenden ze daarom in onze editie 
als bijlage tusschen den synodalen tekst te mogen opnemen onder letter 
XX*. Het zijn authentieke, door de deputaten gestelde en onderteekende 
requosten, remonstranties met officieele apostillen der Staten, rapporten, 
alsmede ook het concept eener missive aan de synode van Friesland. Het 
archief van het provinciaal bestuur heeft bovendien, doch in afzonderlijke 
pakketten, nog een belangrijke verzameling van repertoria , registers , enz. 



IX 

over synodale en kerkelijke zaken van deze provincie ook uit de eerste 
helft der zeventiende eeuw , waarop wij latere onderzoekers bij dozen op- 
merkzaam maken. 

Daarover zijn wijj echter een mededeeling verschuldigd, die wij hier 
bij de beschrijving van onzen tekstcodex plaatsen. De catal. Janssen ver- 
meldt op p. 157 sub nO. 11 een pakket „bevattende de notulen van de 
synode van Stad en Lande van de jaren 1604—1613, 1614, 1617, 1G21." 
Hieruit zou men opmaken, dat dit synodale acta waren, doch het bleek 
slechts te bestaan uit een verzameling van synodale besluiten en verzoeken 
met de apostillen der Staten, in c^pie, en van het verhandelde in de 
vergaderingen der deputaten tot het jaar 1623. Van meer belang is, wat 
in denzelfden catal. p. 156 sub nO 2 aangeduid wordt met het woord 
„duplicaten", dat aan copien van minder waarde doet denken. Doch onder- 
zoek bracht aan het licht, dat het integendeel deugdelijke acta zijn. De 
handelingen der synode van 1616 dragen aan het slot de eigenhandige 
onderteekening der deputaten Uchtman en Nicasius, die 6 Juli het origi- 
neel hadden gecollationeerd. Eveneens die van 1617 dezelfde verklaring, 
18 Juni afgelegd door de deputaten Hillenius, Agricola, Homerus en 
Schonenborch. De acta van 1618 (vergad. van 7 tot 11 Sept.) zijn niet op 
die wijze gewaarmerkt, maar blijkbaar een gelijktijdig afschrift. Wij had- 
den deze drie acta dus voor onze uitgave moeten gebruiken , maar ze z^n 
te laat in onze handen gekomen, nl. toen de tekst op die jaren reeds 
afgedrukt was. Nauwkeurige vergelijking deed ons echter zien, dat ze 
nagenoeg geheel gelijkluidend zijn met den codex, dien wij uitgeven. 
Het verschil in spelling is niet noemenswaard. Toch ontdekten wij enkele 
betere lezingen , die wij onder de corrigenda zullen opnemen , omdat deze 
acta, althans die van 1616 en 1617 naar de origineele genomen zijn, zoo- 
dat daarmede de geringe schade wordt hersteld. 

YT. Een folioboek in hoornen band, goed geconserveerd, behoorende 
tot het oud-archief der algemeene synode van de Ned. Hervormde kerk, 
op den catal. Janssen p. 68 aangeduid sub n^. 63, I. Het heeft den rug- 
titel: ,^cta Synodalia Groning. annorum 1595 — 1628 vol. primum", het 



eerste deel eener volledige reeks Groninger synodalia in tien banden. Dit 
boek is tot aan de laatste bladzijde dicht beschreven met dezelfde duide- 
lijke hand. Een nauwkeurig afschrift, waarin ook alle eigendomraelijk- 
heden van spelling en taal bewaard zijn, en dat ons bij de vergelijking 
diensten heeft bewezen, die vooral na de acta van 1612 noodig waren. 
Wij kimnen deze copie brengen tot het midden van de zeventiende eeuw , 
na 1G40, blijkens de reeds vermelde aanteekening bij de acta van 1599. 

ZZ. Een volumen in folio in hoornen band, behoorende tot het oud- 
archief van de classis Groningen, zooals ook buitenop vermeld staat. 
Opschrift: „Acta der synoden gehouden in de provincie van Stadt Gron. 
endc Oml." Van die serie synodalia hebben wij twee deelen gebruikt. 
Het eerste deel heeft van binnen op een schutblad den titel : „Acta syno- 
dorum provincialium der stadt Groningen ende Omlanden , beginnende met 
den jare 1595 ende voorts van jaer tot jaer continuerende", en bevat de 
acta van 1595 tot 1614, wijd uiteen met dezelfde hand geschreven. Het 
tweede deel heeft hetzelfde opschrift. De titel voorin luidt : „In dit tweede 
volumen zqn vervat de synodale acten doser provincie van den jare 10 15 
tot den jare 1629 incluis." Maar dit tweede boek ziet er naar zijn inlioud 
heel anders uit. De afschrijver, die het eerste deel leverde, heeft zijn 
taak op dezelfde wijze voortgezet tot de synode van 1619. Hij moet het- 
zelfde scriptum voor zich gehad hebben als de schrijver van XX. Het is 
zelfs mogelijk, dat hij dezen codex heeft nageschi*even , want bijna altijd 
heeft hq dezelfde tekstafwijkingen , waarin hy zich eveneens onderscheidt 
van den codex YY , maar hij is achteloozer in zijn werk dan de schrijver 
van onzen tekst, ook ten aanzien van het karakteristieke in de spelling. 

Daarop volgen de acta van 1620. Deze zijn echter geschreven met een 
hand, die duidelijk de pen voert volgens de schrijfmethode in het laatst 
der achttiende eeuw. Ook zijn vóór de acta van deze synode eenige bladen 
uit het boek weggesneden. Maar de handelingen, die dan volgen, zijn 
afkomstig van schrijvers uit de zeventiende eeuw. Het zijn bovendien 
gelijktijdige en zelfs ofBcieele afschriften, want die van 1621, 1622, 1623, 
1625, 1626 en 1628 zyn aan het slot met eigenhandige collatie en onder- 



XI 

teekening der deputaten van die synoden gewaarmerkt. En de laatste acte 
van de synode in den jare 1629 te Groningen is zelfs een origineel , want 
zij is na afloop der zitting eigenhandig door alle leden der vergadering 
bekrachtigd. Bovendien is het papier, waarop al die latere handelingen 
geschreven staan, van verschillend formaat en soort, zoodat hieruit ge- 
noegzaam blijkt, dat deze documenten als afzonderl^ke stukken vervaar- 
digd, in dien toestand lang bewaard en daarna tot óén deel bij elkander 
ingebonden zijn. Doch deze acten vallen buiten het bestek van de door 
ons ondemomene editie. 

Deze codices hebben ons in staat gesteld een voldoende uitgave te be- 
zorgen van de handelingen der oudste Groninger synoden. Maar nu nist 
op ons de verplichting om terug te komen op een in het voorbericht van 
het zesde deel gedane belofte, nl. dat wij in dit deel ook de acta van 
Drente zouden geven. Immers, wij hebben onder dezen arbeid alweer de 
ervaring opgedaan, hoe moeiel^k het is om den omvang van drukwerk 
naar documenten, met velerlei handen en op zoo verschillende wijze ge- 
schreven, vooraf reeds te begroeten. Ook kan nooit met juistheid bepaald 
worden, hoeveel plaats de aanteekeningen betrekkelijk de varianten zullen 
innemen. Nu heeft het manuscript, dat do origineele acta der Drentsche 
kerkvergaderingen bevat, voor ons doel 198 klein-folio bladen, meestal 
aan beide zqden beschreven. Wij kunnen dus wel zoo ongeveer bereke- 
nen , dat dit niet zoovele bladzijden dniks zal vullen als een van de vorige 
deelen. Maar omdat er dan ook nog voorbericht en drie registers l>ijko- 
raen, moesten wij eindelqk wel besluiten om ons nu te bepalen tot Gro- 
ningen, tot een deel van meer gewonen omvang. Met Drente er bij zou 
de gepaste maat zeer ver worden overschreden. Daarom zullen w\j wel 
een achtste deel tot l>esluit aan onzen arbeid moeten toevoegen, doch wij 
hopen ook dat laatste met bekwamen spoed te kimnen aanbieden. 

Nog een andere mededeeling zijn wij verschuldigd. Inzonderheid aiin 
hen, die de moeite hebben genomen om in onze voorberichten de optel- 
ling en beschrijving der in de archieven aanwezige synodale documenten 
na te lezen. Het is ons nl. eerst onlangs gebleken, dat wijlen prof. 



xn 

Acqiioy in zgn bibliotheek een belangrijke verzameling bezat van Zeeuw- 
8che synodale codices, meestal copien uit de zeventiende eeuw en zeer 
goed bewaard. Uit een daarbg zich bevindende opgave is duidelijk geble- 
ken, dat dit de acta en kerkelijke stukken zqn, die weleer in eigendom 
behoorden aan mr. Lenshoek, burgemeester van Wolfaartsdgk , en waar- 
mede wijlen de heer van der Baan ook bekend was, zie onze Acta V, 
voorbericht p. VI en XI. Op een auctie in den Haag omstreeks 1884 
werden al deze handschriften aangekocht door den Lieidschen hoogleeraar , 
die echter tot ons leedwezen verzuimd heeft ons daarmede in kennis te 
stellen , zoodat wg het bestaan daarvan eerst ontdekten uit den catalogus 
der verkooping van zgn nagelatene boeken en manuscripten in het vorige 
najaar. Hieraan kunnen wijj voor hen, die nog verder Zeeuwsche kerk- 
zaken zullen bestudeeren, het bericht toevoegen, dat deze handschriften 
thans voorgoed het einde van hun zwerftocht bereikt hebben : zij bevinden 
zich nu in het r^ksarchief te Düddelburg. 



Groningen, | j^^. ^^^^ J. Reit«ma 

Utrecht, ) S. D. van Veen 



iu.. 



Actaprimae synodi, qude post explosas pontificiorum 
superstitiones propitio Nuniine XIV Julij anno MDXCV 
coepta Gröningae et XVII mensis praedicti Widem 
finita est. 

1. Invocato juxta pietatis normara nomine divino , coramunibns fratrnm 
siiffragiis praeses electus et designatus est dominus Frtoericus Feito, urbis 
Oroninghanae pastor, scriba D. Hijeroj^imtjs Attena, verbi divini minister 
in Baffloe. 

2. Vocati sunt et comparuenint in hac synodo primura Gronningensis 
ecclesiae ministri, uti: 

Dominus Fridericus Feito, 
Dominus Joachimus Warxerüs, 
Dominus Arnoldus üthttsius, 

D. EgBERTUS iËRARIUS, 

D. Antonius Thomae. 

Deinde ruri passim habitantes, ut: 

Dominus Joannes Clant, in Beem pastor, 

D. RoDOLPHUs Artopaetjs in den Dam, 

D. Leo Abeli, pastor in Loppersum, 

D. SmoN Philaeus, p. thoth Helm, 

D. JoANNEs NiCASius iu Middclstum , 

D. NicoLAUS Clant in üthusen, 

D. WiBRANDUS Georgu iu WarfPum, 

D. HiERONYMus Attena iii Baffloe, 

D. Andreas Allerdi in Enerum, 

D. Thomas Stalmannus in Gamwert, 

D. Berxhardus THEODORia in Usqwart, 

D. Wesselus Rhode in Oldensiel, 

D. Theodorüs CLmcTCHAArERUs in Thiamsuer, 

D. Regnertjs Adolphi in Westerwijtwart, 

D. JoANNES Sprengerus in Husingha , 

D. Hadrianus in Godelinse, 

D. SiBRAisT)X7s Adriani in Loesdorp, 

D. HiNRicus Bokelmannits in Sawert, 
Acta gyn, provinc. VIL 1 



D. pATROCLrs BoKELMANNus in Visclifleth, 

D. HERMANmjs Christophori in Awert, 

D. JoANNEs TER MuLEN in Tinallingha , 

D. Lucas Westerwoldensis in Eppenhnsen , 

D. Gerabdus Wilhelmi in de Soltkamp, 

D. N. WuLFGANGus in Delffsiel, 

D. JoANXEs Meyer in Noordijck, 

D. JoAiNTNES Clettingius in Gerraerwolde , 

D. JoANNES Christophori in Uldenim, 

D. JoANNEs N. in Woltersum, 

D. Henricüs Petri in Haren, 

D. DoMiNicüs TiALLUfGius in Vierhiisen , 

D. Gerardus Weemhoff in Winschot. 

3. Aderat et Joannes Conradi in Westernielandt et Joannes Artop.veus , 
quorum neuter in ministerio confirmatus fuit. 

4. Praeter hos etiam accersiti sunt, qui antehac in papatn ecelesiis 
praefuerunt, de quibus Dammonae et in Loppersum di verso tempore et 
loco ceptum examen sed non continuatum fuit, ut: 

D. Gerardus Alberti in Serijp, 

D. Joannes Laxten in Siddeburen, 

D. Joannes Christophori in Jociiuert, 

D. Egbertus Mengfjunck in Uthwierda, 

D. Hermannus Mullerus in Farmsum, 

D. Fhederic^s de Woi^ten in Leermisse, 

D. RuDOLPHUs Hemse in Spijck, 

D. CoRNELius Rheneman iu Krewerth, 

D. Joannes Merwijck de Grafia in Holwierda, 

D. Gfj^hardus HiDDiNGn in Stitzwerth, 

D. LuDOLPHus Corenpokrt, pastor in Meden. 

5. Tandem huie synodo interfuerunt ex dominis ordinum urbis Gro- 
ninghanae et agrorum deputatis nobiliss. et amplissimi viri, dominus Dodo 
Hamsaver, dominus Petrus Cornelh, plena inclijti collegii potestate instructi 
ad diligenter praecavendum , ne quid alienum a re ecclesiastica vel etiam 
inordinate in ipsa synodo tractaretur, et ut de singulis possent referre ad 
collegium. 

6. Post publicam horum nominum recitationem quaestiones moventur 
de quibusdam in ministerio versantibus. 

Martinus in Hochkerck et Nijekerck, ut ineptus muneri eex;lesiastico et 
alioquin homo nefarius, quique se nesciis dominis deputatis et caeteris 



3 

pastoribus ecclesiae insinuavit, ab officie rejicitur antoritate synodi etordinnm 
potestate. 

WicHERUs quidam Defoldiaxus, fiirti aliorumque crirainum reus, ad 
eandem poenam trahitur. 

JoANXEs Artopaeus in Winsum fratriim judicio ab officie suspenditur, 
quoad examini satisfecerit. 

JoHANNES CoNRADi vocatiir ad examen, in Bafflo quam proxime habondiim. 

Querela de Hadriano et Sibr.\ni)0, parente scilicet et filio in Godlinse 
et Loesdorp separatim pastoribus, adfertur, ad quam penitius cognoscendani 
et e medio (si fieri possit) tollendam ablegantur synodi et ordinum autho- 
ritate fratres vicini, videlicet dominus Leo Abeu, past. in Loppersum, 
D. RüDOLPHus Artopaeus in den Dam et D. Theodoküs Klinckhameuus, 
p. in Tiamsweer. 

7. Proposuenmt domini deputati ordinem ecclesiasticum , cui ut subscri- 
berent sollicitabantur ministri. Sed cum nemo non hac in eaussa <iuam 
maxime gravaretur, decretum est communi consilio respondenduni dominia 
deputatis vel scripto vel coram, re bene deliberata, ad proxiumm claasicalem 
conventum. 

8. Porro singulis mensibus bis classes niri celebrandas omnium suf- 
fragiis est statutum. 

Classium loca eligendi libertas fratribus relinquitur. Quum tarnen Dam- 
mona, Loppersum, Middelstum et Baffloe commodissima majoribus visa 
sint et etiamnum maxime pkcejmt, retinebuntur. 

De sumptibus ad classicos conventus requisitis D. deputati videbunt, 
quos alioquin tenuis ministronim fortuna dissipabit. 

9. 15 Juli/. — Examen de praedictis quondam sacrificis coeptmu, qui 
se reformatis ecclesiis associari cupivenmt, D. praeses pertexuit. Quo 
finito, ordine fratrum de singidis rogatae sunt sententiae. Variantibus hic 
primam suffragiis, tandem concluditur admittendos et confirmandos quidein 
6886 in ministerio, hac tamen conditione ut testimonium legitimae vooa- 
tionis de novo quisque habeat vel ab ista ecclesia , ubi hactenus ministrum 
egit, vel ab alia, promittatque et in vitae moribus pietatem et in doctrina 
synceritatem et fidelitatem. 

Ëxaminis de se habiti testimonium singidis comniunicavit synodus. Cujus 
argumentum f uit , etc. i) 



1) Na deze twee regel» ih hot gohw^lo foliohlnd opm^olaten. YY laat op ,,t'l('." 
volgen: ,,Copia tcHitimoniorum ilosidoratur, ot crat hio siilialma in libro symxlali." 

1* 



16 Julij. 

10. Variae sunt allatae querelae de rebus variis, prout se (|uisque 
quam phirimum in suo ministerio gravari sensit. In genere: 

de niinosis et inhabitabilibus passim aediflciis pastoralibus , 

de praebendis et vicariatibus, ad profanos usus translatis, 

de gliscente indies Anabaptistarum fece, 

de blasphemiis sacrificiüonim , 

de custodibus nonnullis, papatui addictis, 

de ludimagistris qiiibusdam prorsus ineptis, 

de nefanda corporum cominixtura et dira sacri conjiigii profanatione , 
quae ex interitu matrimonialis quibusdam in locis eemitiir, 

de quorundam aedituonim fraude, qui bona ecclesiastica dilapidant, 

de eodice, in quo reditus templorum annui signantur, singulis singulorum 
locorum ministris restituendo. 

His et aliis gravaminibus, ut in tempore et quidera ex officio medelam adhi- 
beant D. deputati, ne ecclesiae structura impediatur, in synodo decretum est. 

11. Movetur quaestio de praesenti quodani ludimagistro , HEitMANNo 
DujEö in Freewolt, anne diebus dominicis lectio publica evangelii et 
epistolae in templo ipsi concedenda sit, donec minister aliquis ecclesiae 
haberi possit. Respondent fratres in universum ad ejusmodi labores non 
admittendum esse propter gravissima poricula, tantum ut functione scho- 
lastica contentus sit mandant. 

12. Duo pastores ex Oldeamptio ostensis testimoniis confirmationem in 
ministerio petunt, idque cum applausu senatus urbani. Consentiunt fratres 
ea lege, ut se examini censuraeque ecclesiasticae submittant, id quod 
libenter facturos spondent. 

13. Postulat dominus Patuwlus Bockelm/VNxüs, mendacissimis cujusdam 
pessimi nebulonis aspersus calumniis, vitae, moruin ac doctrinae testimo- 
nium ad se (ut aequum est) purgandum, id quod synodus ipsi communi- 
candum censuit. 

14. Tandem omnibus his legitime peractis ad gloriam Dei et ecclesiae 
aedificationem , decenter et placide huic synodo finis imponitur. Post vero 
gratias Numini supremo actas, de loco et tempore proximae synodi suffragia 
coUiguntur. Placet fratribus, ut locum domini deputati designent absque 
tarnen ullius classis praejudicio. Tempus vero in ordine ecclesiastico prae- 
finitum ratum habetur. 

Actum Groningae 16 Julij anno ultimae patientiae Domini 1595. 

Dominus FiiiDEracTJS Feito, praeses etc. 
D. HiERONYMüs Attena, scriba etc. 



o 



Acta secundue synodi provincialis, 

1. Anno 1596 den 11 Maij is thot Grönningen uth befehl des wolge- 
bamen hernn, h. Wilhelm Ludewig, grave tho Nassaw etc, stödtholder 
ende capitein generael van Freisslandt, Stadt ende Omlanden van Gro- 
ningen onde Drenthe etc, und der hern Gedeputerden Staten van Stadt 
ende Ommelanden vörbeschrevenn ein synodus uthgeschreven ende ge- 
holden. 

Tho demsulvigen sint uth befehl der vorgem. hemn alle predigem ijn 
Stadt ende Ommelanden van Groningen genödiget, wo ock Majitinus 
LvDros ende Sljbrandus Lubberti, beide professores der hillige schrifFt 
tliot Franeker, um gemelten synodum helpen tho dirigeren etc 

2. In den ahnfanek deses synodi, welcher ijs geschehen 11 Maij tho 
9 uhren vörmiddage, hefft S. Gn. de propositie gedahn, ende helft die 
predigem tho einicheit, godtselicheit onde naersticheit vörmjihnet etc 

H. Darnha hefft de edle ehrnf. Dodo vann Amsweer, mede Gedepu- 
terde State van Stadt end Ommelanden vorsch., die propositie bij S. Gn. 
gedahn gecontinuert , ende uth rade van sinen coUegen Martinum Lljditjm 
thot einen praesidem gekoren. Egbertus averst und Arnoldus, beijde 
deneren tho Grönningen, hebben des scribae ampth tho vorscheidenenn 
tiden vörtredenn etc 

[4.]!) Darnha hebben alle dieneren des wordes ijn die Ommelanden 
voorschr. die kerckenordening , anno 95 van S. Genad. ende den Gede- 
puterden Staten van Stadt end Ommelandenn vorsch. gepublicert, mith 
ehre handen undergesehreven ende belaveth ijn gemeltem synodo den 
eedt gn der ordening begrepen tho donde , ende dat met dessem bedinge. 

[5.] Thom ersten, dat de denere den eedt ahn S. Gn. end denn h. 
Gedeput. Staten, edder ijn S. Gena. absentie den hern Gedeputerden Staten 
alleine dohn sollen, ende ock desulvige h. ijn desulvige qualiteit alse 
vorhen de gemelte ordening ter executie stellen solden. 

[6.] Dewile ock ijm eede staet, dat nemandt sine kercke, daran he 
sich vörbindet, vörlathen sall, is verklaret, dat dar alleine alle vörlating 
edder desertie, die indebite sonder offt tegen de wille siner kercken 
ende classis geschieth, vörsthan wordt. 

[7.] Sovele ock ijn densulvigen eedt van de underholding der statuten 
ende gesethen deser landtschap geschreven ijs, sall verstanden worden 
van denen, de nit tegen dat uthgedruckede wordt Gades sinl. 



1) De nummering van 4 — 13 ontbn'<*kt in onzen cxkIox, is overgenomen uit YY. 



G 

[s.] 2do. Dewile die dieneren tho erkennen gegexen hebben , dat noch 
nit mögelich ijs de orgelpipen afiP tho schaffen, ofTte die diaconatiim und 
praesbiteratiim ijn allen dörperen ahn tho stellen , is ijn gemeltem synodo 
resolvirt, dat ein jeder dener sin utherste beste dohn sall, dat ijdt ge- 
schehn moge, ende so ijdt ijmmer nith mögelick ijs in ein jeder dorp 
solches tho vorrichten, dat se dan ijn twe, dree, 4 oder viff dorpern 
einen diaconatum ende praesbiteratum , sobalde ijdt geschehn kan, ahn- 
stellen willen, beth solange de gudige Godt bether gnade vörlehnet , ende 
dat se ock dat avendtmael ijn den voreenigeden dorpen per vices holden 
mogen. 

[9.] Femers, dewile ock vorgegeven is, dat idt volck landtwerts wa- 
nende nit thor kercken kahine, ende danim niet sovele predigen ijn 
den dorpen konen geholden werden, alss ijn der ordening bedungen ijs, 
so ijs beschloten, dat ein jeder denner sin beste dohn sall dartho te 
kahmen, als ijn der ordning beschreven ijs. Ende wen ijdt ijmmer nit 
geschehn kahn, sall ydt den deneren nit tho laste gelecht worden. 

[10.] Dewile sick de deneren ock beswaren alle weken ehre classicos 
conventus to holden, is geresolvirt, dat ijdt gudt wehre desulvige alle 
weken to holden, ende dat ijdt ock behördo to geschien. Jedt)ch so se 
dorch vorheffliche örsaken nit so vaken to hope kahmen konden, mogen 
die classes darin vorsehen, wol verstande dat se iipt minste alle 14 dagen 
bieinkahmen moeten. Und soferne jemandt dorch kranckheit offte andere 
noedtdringende oersaken nit kahmen konde, sall deselvige (sine orsake 
dem classi to erkennen gegeven hebbende) unschuldig wesen. 

[11.] Entlich, dewile alle dieneren (Godt bethere ijdt) nit so erfahren 
sint, dat se den disputationibus praesideren konen, ijs vor gudt angesienn, 
dat de classes nit per ordinem promiscue, sondern de aUergelehrdestenn 
ende geschickesten tho praesides disputationum erwehlen , ende ijn anderen 
saken andere praesides mith meisten stemmen stellen solden. 

[12.] Nha gedahner subscription ijs aver alle dienarenn van Stadt 
ende Landen censura morum geholden. 

[18.] In dersulvigen censura hebben alle dieneren des landes, de 
unstralflich befunden sint, den geboerlichen eedt gedahn. Mith den andern 
a verst ijs up dese wise gehandelt. 

14. Thom ersten is Petrus Mijlitts um veler missdaden willen van den 
dienst geheel vörstoth. Marten Kuper ijs uperlecht, dat he sich des dienstes 
entholden sall, ende hebben ehm de h. Gedeputerde Staten 20 dall. 
belavet, dat he darmede sin kuperampt wederum dohn moge. 

15. JoANNES Artopaeüs ijs belast, dat he sich van nijen examiniren 
laihcn sall, ende so he ijn dera examine vitae et doctrinae wol besteith, 



mogen de dieneren des classis ehne tholathen. Wo niet, mogen se ehne 
mith vorwilliging der hemn mith een schoeldienst vörsien. 

IG. JoHANNES Arnoldi end Johannes Bartholomaei solen sich des 
deinstes entholden, ende updat se ijn ehreni grawen older neen gebreck 
liden mogen, ijs ehnen sub specie eleemosijnae vörgunnet, dat se tho 
ehrer liffstund ehre lehnen beholden mogen, mitz dat se den eedt van 
getniwicheit dohn ende sick still, fredesaem und fraraelick holden soDen, 
ende dat idt ock nit in consequentie sall getagen worden, wolvorstahnde 
dat ijdt tho der heren discretie sthan sall , offt se desulvigen mith andern 
underholt vorsien ende deneren ahn hore plaetsen stellen willen. 

17. Gerhardus HiDDiNGnrs und Hixricus Suitlarensis solen van nijen 
van ehrem classe geexaminert werden, ende so se in examine doctrinae 
wol besthaen, mogen de denere se continueren. Wo nit, mogen se dohn, 
als ydt ehr dunckt ahm stichtelichsten te wesen. 

IS. EvERARDUS BoMMELiüs ct JoANNEs Clettingius siut tho 2 macutcn 
van ehren deinst, ende tho ein maent van ehrer gagie gesuspendirt. 

19. JoHANNES CoNRADi ijs vor ciuc macut van sinen deinst ende gagie 
suspendirt. 

20. Henricus Bokelmaw ijs vor twe maenden van sinen deinst, ende 
vor eine maent van sine gagie suspendirt, ende wordt die executie van 
der suspensie van der gagie den classibus ijn de handt gestellet thot 
profit der armen. 

21. So dese suspensi durende de tidt ehrer suspensie sich stichtelich 
end wol dragen, solen se van ehren classibus van nijen (utgenhamen 
EvERARDO BoMMELio ct JoANNE Clettingio) cxamincrt werden. Ende so 
se ijn examine vitae et doctrinae wol besthaen, mogen se continuert 
worden. Wo nit, mogen de classes darin vorsien nha behoren ende nha 
luidt der kerckenordening. 

22. JoANNES Christophori end Hermannus Curistophori sollen ock 
up gelike wise van nijen geexaminert werden , ende darnha entweder ijn 
ehren dienst gecontinuert edder suspendirt werden , gelick van den vorigen 
suspensis geschreven ijs. 

23. Patroclus Bokelmannus sal van Nicasio ende M. Joachimo worden 
geexaminert, ende sullen desulvige examinatores vörraahnet sin dat 
examen tho scherpen nha ehren besten vermogen, updat de junge man 
tho ein unstrafflich levend t end flith ijn studierende gedwungen werde. 

24. De nu van desen suspensis ende donuo examinandis , nomlich van 

GlUSUARDO HiDDIWGlO, HeNRICO SuITLARENSI , JoANNE CllRlSTOPnOKI , UeK- 



8 

MANNo Chkistophori et Patroclo Bokelmanno ijn dem examine geapprobirt 
worden, sollen ijn ehren classibus de ordening underteickenen, und van 
den classibus, darvan se geexaminert sin, literas approbationis ahn S. 
Gn. ende de h. Gedeputerden bringen. Ende wen se denn oiok van 
gemelte herren geapprobiret worden, sollen se den vorbenom. hemn den 
eedt dohn, denwelchen andere dienaren gn dem synodo gedahn hebben. 

25. Verners sullen de suspens! et denuo examinandi bavenbenömet S. 
graeffliche Gn. ende den h. Gedeputerd. ijn bijwesende aller deneren des 
sijnodi belaven, dat se sich femer vor drunkenschop ende andere feilen, 
darvan sie vörmahnet sint, wachten willen , ende dese nhafolgende formnl 
mith ehrer handt underteickenen: 

26. lek N. N. belave S. graffliche Gn. ende den E. E. Gedeputerden 
Staten der Stadt ende Ommelanden van Groningen, dat yck mi van 
drunckenschop ende andere feilen , darvan qck ijn desem synodo vörmahnet, 
wachten und mij nummermehr darmede beschmithenn will, ende soferne 
ijck dese mine beloffte nit holde, sondern wethelicken avertuget werden 
kahn, dat ijck mi ijn dissen wederum vergrepen hebbe, so wil ijck 
dateliken van minem dienste afftreden, ofFte bun thofreden, dat ijck date- 
licken van den classibus removirt werde, ende belave als ein man van 
ehren, dat ijck S. Gn. ende den h. Gedeput. om ijn miner beroping 
gecontinuert tho worden nit wil lastich wesen, welches ijck mith miner 
handt hirunder gesethet belove end betuige etc. 

ünder dem principale van desen, so ijn dem collegio bij den h. Gedep. 
Staten van Stadt end Ommelanden van Groningen ijs benistende, stunden 
dese nhavolgende namen mith verscheidenen handen geteickent. 

Suspensi: Geuhardüs HinorNGius, E^'ERAIU)us Bommeliüs, Johannes Clet- 

TINGIUS, JOHA^S'NES CoNRADI, HeNRICUS BoKELMANXIJS , HeXRICÜS SuITLAREXSIS , 

JoHANNES Christophori , Hermannijs CflRiSTOPHom, Patroclüs Bokelmannus. 

27. Dewile ock grothe dachten gehöret worden van Hermajnno, dener 
tho Ulderum, so sal de classis, darunder he staeth, scharpe inquisitie 
hirvan end censuras institueren, und so he befunden wurde evenso schul- 
dich to wesen alss de vifF suspensi ab officie, so sal sie hem evengelick alse 
desulve suspenderen ende van een monat gagie privern , etc. Mart. Lydius. i) 

28. Idt ijs ock ijn desem synodo beschlaten , dat de classes denjenigen , 
de um ehr quade levendt so removirt werden, nit alleine geene tuchenisse 
geven sondern ock densulvigen ijn andere lande nhaschriven sullen. Ende 
sullen die classes hirin getruwelick handelen. 



1) „Mart. Lydius" outbreekt in YY. 



29. Dewile ock dat examen van etzlichen, die thovören presteren ge- 
wesenn sint, niet so emstlich geholden ijs, alss ijdt wol behörde, ende 
se ook nit so woU geantwordet hebben, als ydt wol behörlicken was, is 
beschlaten, dat Johannes Tjaxten, Hermannus Mullerus, Johannes Meer- 
wicK ende Egbertüs Menoerinck ijn ehren elassibus van nijen geexami- 
neret werden sullen , ende so se yn examine doctrinae et vitae wol besthün , 
mogen se oontinuert worden. Wo nit, moth mith ehnen alss mith den 
vorigen suspensis gehandelt werden, wolvörstande dat wen se ijn dem 
examine vara classe approbert worden , de kerekenordening underteiekenen 
ende literas approbationis a elassibus ahn S. Gn. end den h. Oedeputerden 
bringen ende densulvigen hem den gemelten eedt döhn sullen. 

30. Idt sall ock ein jeder van denen, de thovören presteren gewesen 
sint, ende nit die formulam revocationis, de Antonhis tho Groningen aff- 
gelesen hefft, apentlicken ijn ehre kercken gedahn hebben, desulvige noch 
ijn ehren elassibus ijnn bijwesent twijer edder drijer carspelluiden vor 
allen predigeren des classis afflesen etc. 

31. Ahnghaende die deneren des Oldenampts, die noch nit togelathen 
sint, alss Ludovicus Lohuis, Henricüs Swarte, Hermannus Borchiel, 
Henricüs Deteri ende Jouannes Joh^innis , desulvige mogen van deneren deser 
stadt vor disse reise geexaminert worden, so sie dat stichtich fin den. 
Ende die van ehnen in examine doctrinae et vitae besthaen konen, solen 
de underschriving end den eedt dohn, alse vor vörhalet, ende mogen 
alssdan thot den dienst thogelathen werden. Die averst nit wel besthaen 
konen, solen nit thot den dienst thogelathenn werden. 

32. Und dewile Ludovicus Lohuis ein prester gewesen ijs, sall he nha 
gedahne tholatinge de formulam revocationis bovenvorm. öpentlich van den 
predigstoel afflesen, welches van gelicken alle presteren, de henforder 
thogelathen werden, sonder j enige exceptie dohn sollen. 

33. Idt solen ock die anderen deneren ernstlich vörmahnet sin , dat sie 
de examina nit perfunctorie , segniter aut negligenter, sondernn ernstlich, 
flitich end truwlich dohn, ende gedencken willen, dat ydt bether sij 
einen man propter defectum doctrinae et morum up tho holden alse eine 
gantze geraeinte tho bedröven etc. 

WiLHEiJtf Ludewig , graff zu Nassaw etc. Martinus Lydius , praeses synodi. 
JoHAN T. \\ü Starckenborch. ArnoldüsUthusius, ccclesiae Gi'onin- 

gens. minister. 
Egbertüs Sigkens , minister veibi Dei 
in Groninga, scriba. 
Ter ordonnantie van S. Gna. ende die h. Gedep. Staeten vorschn. 

S. GocKiN(jA etc. 



10 

Veneris 14 Maij anno 1596. 
34. Nha gedahner censnra ijs van S. graffl. Gn. und den h, Gedeput. 
Staten van Stadt und Ommelanden van Groningen geresolvert: 

1. Ten ersten, dat S. Gn. und de h. Gedeputerden thot erster gelegen- 
heit van alle vörfallende sacken eine richtige ordening willen stellen. 

2. Desulven belaven ook uppet allerepodigste eine giide ordening tho 
stellen umme tho verrichten , dat de kinderen ter dope gebracht worden , 
und de bijeenkurapsten der Wedderdöperen mochten verhindert werden. 

3. Ende updat drunckendrinckent , venstemeringe , openbare arbeidenn 
alss plögen \md dergelicken, welche under der predigt geschehn, mogen 
verhindert worden, solen uth de name van S. Gn. und hem Gedeput. 
mandaten vörfordert werden, in conformite der 64 artickel der kercken- 
ordeninge. 

4. Dewile ock de kerckhoven behoren ehrlick geholden tho werden, 
unde nu vele unordening up densulven gescheht, solen de deneren mith 
öpentlicke mandaten geauthorisert worden umme alle unordeninge up die- 
sulve tho vörhindern. 

5. Die kerckvogeden sollen dorch S. Gn. und die hern Gedeputerd. 
belastet worden die vörfallene und thobrackene pastorienn unnd kercken- 
huisen uppet allerspodigeste wedder tho buwenn unde tho verbeteren. 

6. Die boken unde registern vann kerckenguderen sullen den dieneren 
tho handert gestellet werden, und sullen die dienaren met den kerckvogeden 
die kerckenguderen mede administreren. Idt sullen ock die reckeningen 
ijn ein jeder dorp ijn bijwesen des pastens geschehnn etc. 

7. Sovele den preesteren, de ijn dem lande wahnen, ahnghaet, is ge- 
resolvirt, dat alle preesteren sonder jemandt uth tho nehiuen dor dat 
gantze landt sullen ontboden worden umme den eedt van getruwicheith 
tho dohn, ijn welchem sie sich verplichten solen, dat se sich still und 
rouwsam holden willen unde nichts noch directe noch indirecte te atten- 
teren, dat den kerckendienst vörhinderen mochte, ock niet met quade 
exempelen ofiPte aifmaninge des volcks , offte nit met einige gebruick vann 
papistissche ceremoniën etwas tho dohn, dat de Reformorde relligie ent- 
jegen wiesen mochte, ende so se befunden worden solches gedahn te 
hebben, dat sie datelick uth dem lande gebannet worden. 

8. Die sendinge van den dienaren en sall niet van den herenn Gedepu- 
terden sonder vörwieten des classis, mar nha den 13 end 14 artickel der 
kerckenordening gescheden. 

9. Die unkosten der classicorum conventuum sullen uth die calenden, 
indien desulven dar tho bekahmen, genhamen werden etc. 

10. Sovele de underholding der dieneren ahnghaet, sall die 56 articul 
der kerckenordening achtervolget werden etc. 



11 

11. Dat anniis gratdae wort den wedewen der dienaren vörgunnet, 
mitz dat de classis, darin de dienar gewesenn ijs, den dienst der karcken 
vor dat jShr verrichten sall , offte sall ten minsten de 60 artic. der kercken- 
ordning achtervolgt worden. 

12. Dar ijn ein dorp mehr lehnen sin alss ein , die mith cura animarum 
beswaret sint, sullen desulvigen nit geabalieneret noch ad profanos usus 
getagen, sondem ad pios usus, dar sie tho gegeven sint, bestedigt werden. 

13. Idt ijs ock billich und behöriich, dat van den kerckenguderen , de 
niet tho den dienste der kerckon gebruicket werden, enige studenten ad 
studium theologiae underholden worden, unde dat framer praedicanten 
kinder dese woldadt mede genieten mogen. 

14. Die scholen sullen gereformirt werden nha luidt des 57 und 59 
articuls der kerckenordeninge. Und solen die schoelmeisteren denn eedt, 
ijn dem 70 artic. begrepen, vor hare classe bij provisie doen. 

15. So dar noch enige altaren ijn enige kercken deser provinciën be- 
fimden worden, desulvige solen datelick dorch het befehl van S. Gn. und 
den h. (Jedeputerden affgeschaffet worden. 

16. Und dar die deneren ehre besolding nit wol bekahmen konen, 
belaven sine Gn. und hem Gedeput. Staten hoer up foechlichste wise und 
manere tho helpen, dat sie ahn hare besolding kahmen mogen. Wo se 
ock van gelicken belaven den denaren gude audientz tho gunnen und haer 
die getruwe handt tho beden ijn allen dingen, die thot befordering der 
waren religie deinstlich sin mogen. 

17. Entlich belaven ock die hem Gedeput. Staten sul vest ock die 
kerckenordening und resolutie up desem synodo gemacket sovele mögelich 
tho achtervolgen und handt tho havenn etc. 

Wn.KELM LuDFVviü, graif zu Nassaw. 

JOHAN VAN StERCKENBORCH CtC. 



Acta tertiae synodi provincialis. 

1. Anno 1597 den 4 Aprilis stijlo veteri sindt die vullmachten , dienerenn 
und olderlingen aller dassen deser provincie , den synodum tho celebrircn 
gedeputiert nha inholdt der kerckenordeninge und uthschriving siner Gn. 
stadtholder unde der E. E. h. Staten, alhir binnen Groningen noch up 
dithmael erschenen, uth örsaken dat het vör disse tidt ijn den Dam, ge- 
lick ijn den laest vorgangenen synodo bescldaten was , van wegen periculen 
nha gudtduncken S. G. und der h. Gedeputerd. Staten nit kondc geholden 
werden etc. 



12 

2. Sint darbenevenst ock mede iip dem synodo erschenen die E. E. 
Philipfüs Meckem^v, State, unde die E. E. Dodo van Hamswer, alse ge- 
commithert van wegen S. G. und die E. E. h. Gedepiiterden Staten umme 
dem synodo bij tho wahnen und tho helpen dirigern etc. 

3. Volgens hefft der E. E. Philippüs Meckema vorgeschreven die pro- 
position gedahn mith vörklaringe der orsaken deser synodalissche vörgade- 
ringe und geboer eines jeden viülmachten up demsulvige. 

4. Daniha hefft D. Arnoldus, diener deser stadt, uth begerte- der 
vulmachten dat gebed! gedahn umme einen praesidem und scribam tho 
erwehlen. Sulckes gedaen wesende sick gesethet umme die suffragia to 
colligeren, is bij den meisten stemmen D. Joannes Bogermannus, alse 
pastor ijn den Dam, tho ein praeses synodi, und D. Hieron. Attena, pastor 
tho BafFelt, tho ein scriba, und D. Joajjtnes Nicasius, pastor thot Middel- 
stum, thom praesidis assessor eligirt. 

5. Vörts hefft praeses vorgeschr. dat gebedt gedahn vör de gantze 
sake des synodi, und darnha affgeeisschet den vuUmachten des synodi 
ehre credentzbrefen. 

6. Worden befunden de namen der vullmaehten alss desse: 

ex classe Groninghensi : D. Fridericus Ruardi, D. Arnoldus Martini 
ÜTHusnis; olderlingenn die E. E. Ludovicüs Hoerenkens, die E. Eilardus 
Almha; 

ex classe Dammonensi : D. Johannes Bogermannus , D. Rudolphus Arto- 
PAEüs, D. SiMON Philaetjs; olderlingh Jaoob Romberts ijn DelfFzihD; 

ex classe Loppersumana : D. Leo Abeu, D. Wulfgangus Agiuck)la, 
D. SiBRANDüs Adriani; olderlingh Nicolafs Reuthfeldt; 

ex classe Aliddelstumana : D. Joannes Nicasius, D. Regnerus Adolphi, 

D. WiBRANDus Georgii; olderlingen die E. E. Nicolaus Schafeer, die 

E. E. TiVKO Brörssma; 

ex classe Enerumana: D. Hier. Attena, D. Andreas Aluart, D. Tomas 
Siel^iannuö, D. Joannes Molanus, D. Hermannüs a Besten; 

ex classe Oldenampt: D. .Ioannes Sprengerus, D. Joannes Mensing; 
olderlingh Luwerth Sebens. 

7. Deser dassen credentzbrefen sintgetönet, gelesen und angehnamen. 
Is hirmedo de erste session geschlaten. Und heift die E. E. Philippüs 
Meckema desulve credentzbreve mith sich genhamen umme den h. Gede- 
puterd. in collegio tho tonen. 

Sessie 2 antemeridiana 5 Aprilis. 

8. Erstlich ijs ahn platz des E. E. hern State Philippi Meckema van 



13 

dem oollegio der h. Staten gecommitheret und iip dein synodo erschenen 
die E. E. Joiian Rengers nefens dem E. E. Dodo Amsweer iimme dem 
synodo vordahn bij tho wanen iind helpen dirigeren. 

9. Sint damha die acta des vorgangenen synodi gelesen. Und overmitz 
swarieheit movert worde bij die sambtliche dieneren deser provinciën up 
etzliehe puncten der kerkenordening und des laestvörleden synodi umme 
gn allen stucken desulve strictelicken tho underholden, is geresolvirt, 
dat sovele mogelich imde stichtelick, ook Oades wordt und die kercken- 
ordening der ünierden Provinciën gelickformich desulve solen underliolden 
worden etc. Und dewile sich die deneren beklagen, dat die decreta des 
vorgangenen synodi nha luidt S. Gn. unde der h. Staten belöfften noch 
nit geeffectuirt, wort begeret, dat solches alssnoch moge geschehn etc. 

Sessio 3 pomeridiana. 

10. Damha up dat anderde gravamen belangende den doep der kin- 
deren und copulation der eheluden is beschlaten, dat gehne kindere 
gedöpet und ghene eheluden sullen gecopulirt worden, dan alleine nha 
gedahner predigt opentlichen yn der kercken. 

11. Und wat ahngaeth dat klockenluiden des morgens, middages und 
des avendes up den dorpem, sall ein jeder denner soliches affschalfen 
soveel mogelich. 

12. Belangende die ceremoniën bij de begraffnissen der doden, alse 
den process um den kerckhöven, dat sethen der doden ijn der kercken, 
sall ein ider diener datsulve tho behinderen sin beste dohn. 

13. Ahngaende den lickpredigten sal sich ein ider hebben te reguliren 
nha inholt des articuls der kerckenordening darvan meldende etc. 

Sessio 4 antemeridiana 6 April. 

14. Quaestio gemoveret van den gesanck der kercken vör und nha 
der predigte, is geresolvert, dat men in genere sich sal reguleren nha 
den artickel der kerckenordening, und wat ahn einem idern platz ahm 
stichtelikesten sin mach. 

15. Belangende de beroping und sendinge der dienaren wert geresol- 
virt, dat hirinne sal gehandelt worden nha luidt des 13, II, 53 articuls 
der kerckenordeninge und des lasten synodi genhamene resolution, wol- 
thovörstaende dat die beropinge und sending der dieneren van den E. E. 
h. Staten und collatom geschehe nit anders dan met adviss der gemeinten 
und des classis. 

16. Bij die inconvenienten und missbruck der matrimonialsaken und 



14 

prövestijen ijs besloten, dat bij S. Gn. und de h. Staten solches aflf tho 
schaffen sall vörsocht worden. 

17. Dat ook sekere judices uth ecclesiasticis und politicis viris in 
matrimonialibus caussis mogen gestellet werden. 

18. Wat ock ahnghaet den missbniick der praebenden und ecclesias- 
ticale guderen, sall bij S. G. und die h. Staten umme ijngeliken darinne 
tho remedieren nha luit des 55 und 58 articuls der kerckenordening 
vörsocht worden. 

19. Up dat ijngebrachte gra vamen des 51 articuls der kerckenordeninge, 
belangende den censuram der predigeren, sall desulvige alleine geholden 
worden mith den membris ecclesiae, oifte dar gehne membra ecclesiae 
sint, mith den gudtgunneren und lieifhebberen der Reformerden relligie, 
und nit mit den calumnianten und verachters dersulvigen etc. 

Sessie 5 pomeridiana. 

20. Wat dat gravamen van de secte der Wedderdöperen ahngaeth, is 
geresolvert, dat ehnen beide öpentliche und heimlicke vorgaderinge und 
exercitien ehrer religie van der hogen avericheit sal vorhindert worden, 
nha luit dat tractat van Stadt unde Ommelanden dessen ahnghaende. 

21. Imgelicken ijs besloten, dat alle wedderspenstighe papen, schoel- 
mcistem und kosteren, de den loep des h. evangelii verhinderen, und 
also tegen ehren gedahnen eedt handelen, van S. G. und den h. Staten 
mogen vann ehren diensten unde profiten geprivert und uthgesethet worden. 

22. Up dat negende gravamen belangende den dieneren, die ijra paust- 
dome gestanden hebben und nijelick gereformirt sint, ijs geresolvirt, dat 
die, welcke ijn ehre plaetsen stichtelick befimden worden, sullen mogen 
darsulvest continueren, doch nit mehr alss ein platz bedienen. Und so 
hiertegens van jemant möchte peccert worden , sal diesul ve der h. Staten 
\md des classis straffe underworpen sin etc. 

23. Dewile ock ijm latestgeleden synode etliche gereformirde pries- 
teren wedderum thom examen geremithert sint, solen de classes desulven 
mith dem spodigesten examineren, und de unduchtigen de facto removiren. 

24. Vorder ijs geresolvirt, dat bij den h. Staten sall angeholden wor- 
den, dat frome kerckvogeden und lieffhebbers der relligion mogen ijn 
allen dörpem erwehlet worden, unde dat giene kerckvogeden ahne des 
pastens vorwieten und believen mith den kerckenguderen sollen mogen 
handelen , nha vormöge der resolution des 6 artickels des kestgeholdenen 
synodi. 



15 

25. Belangende dat gravaraen van die vf5rhnringe der pastorienlanden 
wert einem jeden prediger sine lande to vorhnren frijegelathen nha vör- 
möge des landtrechtes etc. 

26. Dewile schwaricheit vörgefallen, alse wohr men hernhamals die 
classes solde holden . so ijs beslaten , dat solches ahn die ordere , da vor- 
gangen jahr die byeinkumsten gewest sint, behörde geschehn nha luidt 
des 7 articnls der kerckenordeninghe , doch dat die broderen van die 
kosten und behuisinge mogen dispensiren nha gelegenheit. 

27. Belangende den punct van die vacirende lehnen sal bi sine ön. 
und den h. Staten vörsocht werden, dat midlerwile gelichwol die up- 
komsten thom kerckendienste ahngewendet werden. 

Sessio 6 antemeridiana 7 Aprilis. 

28. üp dat gravamen der schoelmeisteren is geresolvirt, dat ein ider 
dorp mith ein frame und stichtelike schoelmeister sal vorsehen worden, 
dat ock bij den h. Staten sall ahngeholden worden umb bij die landt- 
schappe tho vorsöken, dat ock ijn den lande mede etzliche gude scholen 
upgerichtet unde middelen dartho mochten gefunden worden desulve 
tho underholden, und dat ehn de behusinge moge upgerumet worden, 
mitz ock dat herentijegen alle unduchtige, Wedderdopersche, Papistische 
und wedderspenstige mogen removirt worden, updat der jögent dat vor- 
gifift nit geinstillert ofFte ehre sinne dorch unordentlich levendt vorkehret 
werden. 

29. Dat gehne eheluden van enige dieneren gecopulirt worden, idt 
sq dan dat se bevörn gude attestatie bringen, also dat sie wethelick 
sonder vörhindering proclamiret sint up de plaetsenn, dSr solckes tho 
geschehn behoerlick ijs, nha luidt des 65 unde 66 artickels der kercken- 
ordeninghe etc. 

30. Dat nichtes, welches der Reformerden religiën entijegon, offte 
enige famose schrifften, ock gehne andere unstichtelicke , lasterlicke 
dingen gedrucket ofFte vörkofft mogen werden, oifte wör sodanige boken 
offte schrifften gefunden worden, dat desulven van den h. öedeputerd. 
Staten geconfiscert worden, und alles nha inholdt des 71 articuls der 
kerckenordeninge. 

31. Dat ock armenordeninge ijn ein ider dorp nha uthschrivinge dero 
h. Staten ijngestellet, unde umme middelen sodaniges tho effectuiren up 
den landessdach moge vörsocht worden. 

32. Dat gehne dieneren solen enijge bedelaren testimonia passiren, 
darmith se imimelopen unde andere luiden nnd kercken beswaren, idt 
8^ denne, dat de hoge noidt in.classe erwagen solches eijscliet. 



16 

33. Dat die missbruik der Sondagen , bedel und vasteldage mith arbeiden , 
plögen, vensteraeringe , gasterijen, vastelaventsbieren , supen und f reten, 
spelen und dantzen, ook die profanation der kercken und kerekhoven, 
alse ook gansetrecken , haneschmiten unde andere unstichtlicheiden mogen 
vörhödet unde gewehret werden. 

34. Dat ook de Wedderdoperen mochten geholden werden tho contri- 
bueren thot underholding der gemeinen armen. 

35. In saken Arnoldi REMBACHn, collegae pastoris tho Bedum, ijs 
beschieten, dat twe pastores und olderlinghe uth dem synodo ahn sine 
Gn. sollen gesunden werden vor Arnoldo tho intercéderen, dat he van 
die importuniteit der collatoren moge befriet werden und ehme sine 
underholt gepassieret. 

36. Darbenevenst ock mede tho vorsöcken, dat die dieneren ten platten 
lande van die extraordinarij schwaricheit alse ock van die contributie 
der salveguardi mogen gefrijet werden, datwelckes also in continenti 
van desulvigen gecommitherden personen geschehn ijs. Und wedderura 
ijngebracht, dat S. Gn. belovet des synodi vörsöck mith allem flithe tho 
efFectuem. Und fort des synodi gecoramitterden ahn die G«deputierde 
Staten geschicket , updat desulve ock hirinne ehr ampt mochten verrichten. 
Hefft ock vorts S. Gn. alle andere decreta synodi ijnt werck tlio stellen 
sich erbaden. 

Sessie 7 pomeridiana. 

37. Petro Scepeutio ijs up sin vörsöck audientz vorgimnet, unde 
nha vörhoer siner verklaringe und sekere getugen van dien is bij dem 
synodo geresolvirt, dat he den tidt van 3 monaten van sinen dienst sall 
gesuspendirt sin van wegen verscheidene enormia vitia, darvan he be- 
schuldiget. Solen midlerwile van dem Middelstumana und Baffloana classe 
etlicke pastoren dartho gecommitteret die sake grundtlich vornehmen und 
ventileren, und forts darinne dohn nha behörenn. 

Sessie 8 antemeridiana 8 April. 

38. Is van den sambtlichen bröderen vorgegeven, also dat sie nodich 
wehren bij ehren kercken wegen des ahnsthaenden Sondages dienst, dat- 
welches by den E. E. hem Gedeputerden Staten und dem synodo ijs 
gudtgef unden , und up kumstigenn Mandach den 11 Apriüs wedderum tho 
erschinen geschloten umme folgens die synodalische saken tho endigen. 

39. Wat ahngaet die verteerde kosten, bij AMELiNoroM geschehn ijn 
sekere twist tusschen Isubrandum BiLAin)T unde etlichen bröderen des 
classis Enerum , wert van dem synodo upgelecht allen dien , de dat erste 



17 

testimonium, hem gegeven, hebben willen infirmeren und sick ehm 
entgegen gesettet, sollen geholden wesen, desulve kosten gelicklich tho 
dragen und desulven penningen mith den ersten in handen van Andrea 
Alhart over tho leferen , van diewelcke Amelingius sodahne sine kostenn 
sall mogen ijnmahnen. 

40. Dewile Hermannus Chistophori, gewesener diener ijn Adwert, 
beschuldigt und avertuiget ijs van sekere schware sunden alss horerije 
und vechten, unde daraver van den h. Staten nha entfangener instructie 
van sinem dienste gentzlich geremoviret, so approbiret die synodus die 
sententie der h. Staten nha luidt des 50 artickels der kerckenordeninge 
und des 27 articuls des laestgeholdenen synodi , van Hermanno als andern 
mehr mith eigener handt underteickent, und belastet dem classi Middel- 
stumanae umme reden mith Hermanno tho handelen nha vfimi^ge der 
disciplin unde kerckenordeninghe etc. 

Sessio 9 poraeridiana 11 Aprilis. 

41. HefFt einer mith namen Sebastianus Heltt, diener des wordes 
uth dem Sticht Uthrecht, alhir sinen dienst gepraesentirt. Is ehm uperlecht 
in synodo tho proponiren. Datwelch geschijet sinde, is ehrae vam synodo 
geantwordet, dat men sin name solde ahnteickenen und tho gelegener 
tidt gedencken. 

42. Up die klage des schoelmeisters van Garnewertt, a ver sine kerck- 
vogeden gedahn, alse dat sie ehm kosterienlande afftrecken, wert dem 
classi uperlecht bij den h. Staten vor ehme tho intercéderen umme ge- 
holpen tho worden nha luidt de genhamene resolution des 14 gravaminis. 

43. JoHANNES CLETTiNoros wort nha luidt des Middelstumanae classis 
gegevene sententie van dem ministerie ijn den Ommelanden gantz gere- 
moviert. 

44. JoHANNES CoNRADi, beschuldiget sinde van druncken schop , wert 
geremittert ad classem umme darsulvest sich tho purgeren. 

45. Alexander Tilekingius sall gantzlichen vam ministorio geremovirt 
bliven, dewile dat classis ehne vorhen nit hefft thom examen admitteret, 
und he gelichwol ijn den dienst contumaciter tegen des classis beleven 
vortgefahren , doch dat he van dem classe yrgents thom schoeldienst 
mochte verholpen werden umme also tho vörnehmen, ofPte he thora 
kercken dienst mochte bequem worden. 

4G. Dewile sick eine persone tho Oldenkercke thom dienste hefft ijn- 
gedningen, sall by den h. Staten vörsocht worden, dat he mach uthge- 
wesen worden. 

Ada tyn. provinc. VIL 2 



18 

Sessio 10 antemeridiana 12 April. 

47. ÜARTEir EuPEBS sake sall bij de resolutie ijm latstgeholdenen 
synode genhamen vorbliven. 

48. Patrocu Bokelmawiq examen wert van dem synodo ijn sinen 
werden gelathen , vor sodahne alss ijdt ijs , nha mithbeleven der h. Staten , 
alss ook de underschrivinge des artickels belangende den censur des 
laesten synodi van Patroclo geholden. Dith alles umme reden, wowol 
Patroclus Bokelmannus sich beklaget, dat he nit wider hebbe under- 
schreven, alse sin examen belanget 

49. Hefft ock Patroclus Bokelman sine schüldt bekennet wegen dat 
schrivent aver dominum Feitonem gedaen, und ehm um vörgiffnisse 
gebeden, gelick gescheet. 

Sessio 11 pomeridiana. 

50. Is geproponiret die frage, offt ock ein mann siner vörstorvenenn 
hüssfruwen süster ter ehe nehmen mag, und genhamen hebbende, offt ock 
ein diener sodahne luiden sall mogen copuliren etc. Wert van dem synodo 
geantwordet : gantzliken neen , unde dat uth krafft des godtlicken wordes 
und der gepublicerden eheordeninge der benaberdenn provinciën. 

Sessio 12 antemeridiana 13 Aprilis. 

51. üp vergeven und schrivent des Antonh Nicolai, alse dat he van 
dem classe Middelstumana thom predigerdenste sole thogelathen sin, 
hefft dat classis geantwordet solches falsch tho wesen und erdichtet. 
Ordelt darum synodus ehne geheel unbequam, \md dat he nit sall tho- 
gelathen werden umme reden, den synodum dartho moverende. 

52. CoimADüs Dux sall sine sake in classe vorstellen und darsulvest 
affhandelen lathen etc. 

53. Dewile dat classis tho Enerum sick vorklaret, dat Joannes Berger, 
pastor tho Vischfleth, gevoceret umme tho compariren sich geweijert 
hefft, wert ehme upgelecht van dem synodo sick vordahn mith dem 
negesten classe tho voreinigen und die vorgaderinghen bi tho wahnen 
nha luidt dess 8 artickels der kerckenordeninghe. Bij faute van dien sal 
dat classis tegens ehm kercklick procederen. 

Sessio 18 pomeridiana. 

54. Is beschlaten , dat de monnicken und beginen , diewelcke jahrlicke 
pension hebben, nit solen mogen bij den andem bliven, sondem uth ehre 
kloster und contuberniis van einander scheiden worden unune sekere reden. 

55. Wat anlanget dat gra vamen des nationalis synodi, is geresolvirt, 
dat 80 enige wider vorschrivinge van die kercke thot Amsterdam mochte 



19 

kahmen, sollen alssdan die vüllmachtenn der dassen convocirt worden 
umme van die gravaminibus communi consilio tho deliberern , tho schluten 
und aver tho schriven, alsö sie sullen befinden nutz und nodig tho sin. 

56. Belangende die dre platzen, alse dat Westerquartier , Grönningen 
und dat Oldeampt mith Wedde, dar bethhero ghene ordinariae classes 
geholden sin, is beschieten, dat die dieneren under diesulvige sortirende 
nu vordahn ordentliche vorgaderinge solen holden, alse andere nha vör- 
möge der kerckenordeninghe. 

57. Ock mede bij sin Gn. tho vörsoeken, dat de landtschoppen Drente 
mith reformierde predigem vörsehen, und die papistissche dienst und 
priestem affgeschaffet unde geremovirt worden. 

58. Sovele den platz des kunflftigen synodi belanget, is beschlaten mith 
gemeinen stemmen, dat desulvige sall ijn den Dam geholden worden anno 
98, up bestemder tidt nha luidt dero kerckenordeninghe. 

59. Sint ock uth allen classibus deputati synodi erwehlet. £x classe 
Gronningana: dominus Joachimus Warnekus, D. Aknoldus Martini Uthusius ; 
ex classe Dammonensi: dominus Johannes Bogermaxnus, D. Theodorus 
Clinghamerus ; ex classe Loppersumana: dominus Leo Abeli, dominus 
WiTLFGAXGXJS Agricola ; cx classo Middelstumana: dominus Johannes Nicasius, 
dominus Reoxerus Adolphi; ex classe Enerumana: dominus Hieronvmus 
Attena , dominus Hermaxnts a Besten ; ex classe Suethomiana : D. Thom.vs 
Stelmannüs, D. Michael ToxitesI); ex 01damptia2) et Weddensi: D. 
Joa>'ne8 Sprengfjius, dominus Joannes Mensln(j. Tho dem ende dat sie 
alle vörfallende saken, die yn classibus nit konen affgehandelt worden 
van dem classe, alwar die schwaricheit vörfallet, thosamen geropen wor- 
den umb diesul ve nha kerckenordeninghe tho vörslichten, und dat vor 
den tidt van dith lopende jahr beth up den nahestkamenden synodum. 

60. Lestlich sint ock veer vulmachten gedeputieret , alse D. Joannes 

BOGERMANNÜS, D. JoANNES NiCASroS, D. LeO AbELI, D. ArNOLDUS MAltTINI 

ÜTuusius, umme mith requesten bij S. Gn. und die h. Staten tho vörsöken, 
dat die decreta synodi mogen geeffectuirt worden. 

Aldus gedahn is die synodus ijn frede mith dancksegginge geendiget 
up hüeden den 14 Aprilis anno 1597. 

J. BoGERMAN, pastor Dammon., praeses synodi. 

JoHANNEs NicAsrcs, assossor. 

H. Attena, pastor in Bafflo, synodi scriba. 



1) „Toxit€8" YY heoft „Taxites." 

2) „ex Oldaniptia" YY heeft „ex clasw Ohlaiiibtina.'' 



*>* 



20 



Acta quartae synodi promncialis , binnen Appinga- 
dam up den 25 doch Aprilis anno 1598 vörgelopen^ 
gedecidirt end affgeJiandelt ^ als folget. 

Erstlich , dewile up den andern Maendach nha Passchen nha die ordening 
van der kercken ende resolutie, up laestgeholdenem synodo genhamen, 
die synodua thosamen gekahmen , sin etzliche laet , etliche alss het Wester- 
qwartier eflfte classis nit gekahmen. Is die sessie des dages iipgeschoven , 
umdat nemant van enig praejudicio tho beschuldigen hedde. 

Sessio 1 antemeridiana 25 Aprilis. 

Nha gedahnem gebede van D. Bogermanno , des vörflatenen jahres prae- 
side, heflft der edler ehrenf. juncker Johaj^jn Rengers ten Post, welche 
mith den E. E. hem Dodo van Amschweer wegen der provinciën gecom- 
mitteret, propositie gedahn und dat christliche gebruick umme synodum 
tho holden und tho continueren alss nödich end seer profitlich tho erbu- 
wing der gemeinte Christi und ahm meisten thot vordering des namens 
Gottes gepresen, ock die ahnwesenden broderen vörmahnet umme alle 
unordening , die ijn lehre unde levendt mochten ijnrithen , afF tho schaffen 
end tho verhinderen. Darup van D. Bogermanno uth name van allen danck- 
segging gedahn sinde, is ördentlicher wise in electionem praesidis et 
scribae getreden, imd dorch gemeine stenmien end suffragien D. Joan. 
NiCAsnjH, praedicant der gemeinte thot Middelstum, in praesidem, ende 
D. Leonem Abeli, deener des wordes thot Loppersum, ijn ein scribam ge- 
constitüert, welche sich up ehre platsen gesettet. Und hefft D. Nicasius 
praeses van een ijglich classe die credentzbrefen aifgeeisschet, welche nha 
einander dorch den vorgess. scribam ordentlich vorgelesen, und darnha 
sin die classes, die eine vör de ander nha, upgestanden und censuram 
vorwachtet. Is up ghene credentzbrefen noch personen, sowol predicanten 
alss olderlingen, enige upsage offte vörhindering gefallen. 

Die gecommitterden uth ein jeglichen classe sin dese, wo folget: 



uth Grönninger: 
D. Arnoldus Martini, 1 diener des ƒ Groningen, 

D. SmoN Joh. Phileus, ƒ wordes tho [ Harenn, 

die edler ehrf. raetsheer Lambertus Hörenkens, senior; 

uth Damster: 



D. JoANNES BoGERMANNus, | diener des 
D. TuEODORXTs Elingkhamerüs , ( wordes in 
JoHAN Olghers, olderling; 



Dam, 
Tiamschweer , 



21 



diener tho 



} 



dienere in 



uth Loppersumer : 
D. Albebtus Lomeyertjs, 
D. Henricüs HoBmoius, 
D. Leo Abeli, 

uth Middelstumer: 

D. JOAXSES NiCASIUS, 

D. Albertüs Güilielmi, 
Ghale Peterss, olderlinghe; 

uth Baffelder classe: 
D. Hermannub a Besten, 
D. Heeroxymts Attena, 
D. Andreas Strateman, 

uth Oldeambster: 
D. Sebastianus Hermanni, 

D. WlOBOLDÜS H03tfERI, 

die erbare üpeke Herens, olderlinghe. 



Stedum , 
Sandt, 
Loppersum ; 

ƒ ffiddelstumb, 

\ Meden der Uthhüser, 



dener ijn 



} 



diener tho 



I 



WerfThusen , 
Baffloe , 
Saxenhusen ; 

Meden n , 
Midwolde , 



1. Himha ijs erstlich geresolvirt up den 9 artickel des laestgeholdenen 
synodi, die dar meldet, dat bij S. Gn. und den h. Staten vörsocht sall 
worden umme alle gude ordeningen end resolutien ijn effect tho stellen, 
namelich dat bij de h. Staten sall ahngeholden worden, dat dith punct 
inede in propositionibus up den landtssdaeh niöge «'Weergegeven werden. 
Damha ock dat up den ersten ahnsthaenden landtsdaeh persönlich veer 
personen, ein prediger uth Groningen, te wetlien D. M. Joachimus Wer- 
NERUS, ein olderiing D. rector übbrts und D. Joannes Nicasiijs end Leo 
Abeli, in synode dartho gecommitteret, sullen erschinen und niundtlich 
stuekeswise alle gude ordeningen, so rede gemacket und noch gemaket 
mochten werden, vorstellen, darup handthaving, promotion und executie 
versöcken , dat desulvige ijn effect mochten gestellet worden , wente sonst 
sOlen alle gude ordeningen nichtes, vorgeves und idel sinn. 

Sessio 2 pomeridiana. 

2. Is thom andem van einem der affgesanten hern van Groningen, tho 
wethen van dem E. E. radtshern Lambekt Hörentiens, geproponirt worden 
last und befehl van dem erbam radt tho hebbende dem synode nit bij 
tho wanende, idt sij den dat synodus ynwillige up ahnstanden synode 
aver ein jahr nit ijm lande sondem tho Grönningen bijeinkmnpst tho 
holden , end also volgents alle twe jahren , dewile de stadt van Grönningen 
jummer vor de halve provincie gerespectirett moeth werden. Is geresolvirt, 
dat nachdem vorhen van den stenden deser provinciën sekere ordening 
der kercken gestellet und ijn deser saken uthdrückliche dispositie geschehn , 



22 

die van allen dieneren ook nieth dem eede hebben molen ahngenhamen 
werden, van soleher ordening nit konde affgetreden worden, beth dat 
bij den provinciën anders darin vörsien mochte werden. 

3. Up den 16 und 17 articul ijs geresolvirt, dat ijn desem synodo 
Bekere reformatie der prövestijen sall gemacket worden etc. 

4. Up den 18 artickel van dem missbrüick der praebenden imd eccle- 
siasticke guderen ijs nochmals beschlaten van den gecommitterden des 
synodi up den nhaesten landtdach solches tho remonstrem. Also werden 
ock gelaten de 20 und 21 artickelen etc. 

5. üp den 22 artickel wert einem jedern classi vam synodo uperlecht 
densulvigen ijnt werck tho stellen und ehr beste tho döhn. 

6. Up den 24 articul des lastgeholden synodi mith noch den 5 end G 
articul des synodi anno 9G is geresolvirt , dat desulvige bij den E. E. hem 
moge vorsocht werden umb in effect gestellet tho worden , gelich ock dat 
die kercken van Wittewijrum, ten Buer, Clösterburen , Adewert, diewelcke 
karspelkercken sin, mogen reparirt und upgemaket worden, idt sij van 
den rentemeistern dorch generale ordinantzie , offte dat sekere landen thot 
der kercken underholt gedisponirt worden, dar korckvogeden aver ge- 
stellet worden. 

7. Den 27 artickel belangende is geresolvirt, dat bij S. Gn. ende den 
h. Staten Gedeput. alssock up den landesdach vorsocht mochte worden, 
dat die vacirende pastorien, vicarien, praebenden mogen versien worden 
\md vam dienst der kercken, so dartho gehören, nit affgetagen worden. 

Sessio 3 antemerid. 2G Aprilis. 

8. Nha gedahnem gebede hebben die affgesanten van deme Westerschen 
classe van Adewert, die um reden nit ehe hebben konen erschinen, ehre 
vuUmacht vortönet, darin genominert: uth Adewerder classe D. Thomas 
Stalmannus, diener tho Garnewert, D. Robertus Wifpingius, [diener tho] 
Adewertt, de E. E. Jacx)b de Froma, olderlingh. Welcher vulmacht gelesen. 
is geresolvirt, dat vorgeschr. personen genoehsam lieff und werdt alss 
ledemathen desös synodi ahngenhamen sin. Damha umb absentie dessul vigen 
classis sin de acta des vörigen dages vorgelesen. Und alse tho dem 2 
articul gekahmen , hefft de E. E. ratsheer nochmals vorsocht bij der vorigen 
resolutie gestellet tho werden, dat die gecommitterden mede bij den h. 
Staten anholden umb ijn den propositionibus for dem landtssdage dith 
stuck, dat de synodus upt komstige jahr ijn Groningen mochte geholden 
worden, mede vorsocht. Darüp eindrachtelick geresolvirt, dat ijdt noch bij 
die vorige resolutie moste bliven. Die E. E. Joiia^ Renoers und Dodo 



23 

Amswer averst, repraesenterende dat collegium, hebben güdtwillich ahn- 
genhamen ehren medecollegen tho remonstriren und tho vorschafTen, dat 
dith punckt in propositionibus mede avergegeven worden. 

9. Die 28 artic. van schoeien end 30 artickell wordt in esse gelathen. 

10. Up den 31 articul. ijs geresolvirt, dat uth einem jedem classe in 
synodo genominert einer, met gude deliberatie des classis und der gemeinte 
erst versien , omme sich damha thosamen vorfögen umme met malckandem 
eine gude ordeninge der armen tho mlk^ken, um desülvige den h. Staten 
imd vam lande tho remonstriren, dat die int landt (gelick airede ijn der 
stadt end Oldenampte ahngefangen) mochte ijngeforet werden. Dartho sin 
gecommitteret : uth Groninger classe D. Simon Philaeus, uth Damster 
D. JoAN. BoGERMAJfNUS , uth Loppcrsumcr dominus Leo Abeli, uth Middel- 
stumer classe dominus Joannes Nicasius, uth Saffloer class. D. Hieron. 
Attena, uth Adwerder classe D. Robertüs Wippingiüs, uth Oldenampt 
D. JoAN Sprenger etc. 

11. Die 33, 34, 54 und 57 articulen worden mede geremitterett ahn 
die gecommitterden des synodi, umb up dem landessdage mede tho 
vörsöcken. 

12. Yan ungelickheit der ceremoniën ijs vele gedisputert und entlich 
gesloten, dat ein jeder nha der gelickheit sall trachten und vor allen 
soecken, wat stichtelick und der kerckenordening conform ijs. 

Sessio 4 pomeridiana. 

13. Theodoricus Falconius ijs ijn synodo erschenen ende vörsocht 
ministerium oflfte dienst der kercken alhir, offte so nit ein ehrlich viaticum, 
und darbij ein getücheniss Henrici Antonidis ijngeforet, welckes propria 
confessione (nhadem de broderen daran getwivelt) neen avTÓypxCpov^ 
sondem copia gewest. Darüp geresolvirt, dat he um veelfoldige reden 
thot dem dienste der kercken nit konde thogelathen werden yn dese 
lande. Sine getruwe dienste belangende, so he vorgifft ijn die 25 jahren 
deser pronncien bewesen tho hebben, is gerevoijert thot die provinciën, 
dat die solckes behoren tho belohnen , ende darop vermahnet tho werden. 
Sine kosten, so alhir van ehme gedahn, sint vam synodo ahngenhamen 
tho betalen, und ehme mith einem geringen viatico nha eines jeden 
beleven tho begifTtigen belavet. 

14. HERMAimus Christophori , gewesener diener ijn Adewert, im 
vorgangenen synodo umb wichtige reden van sinem deinste afgesettet, und 
van dem Middelstumana classe wedder ahngenhamen nha sekere tuche- 
nissen dessulvigen classis, nha dem 40 articül des vorigen synodi, vörsocht 



24 

hebbende ijn sin beröp dorch consent der hochwis. h. burgemeister und 
raedt der stadt Groningen und ock der E. E. h. Gedeput. gesien tho con- 
tinueren, is nha veler und langer communicatie geresolvirt, nachdem he 
vor dem gantzem synodo mith trahnen sinen vall betuiget unde öpenliche 
bekentnisse gedahn, dat he ijn sinem beropenenn denste tho Westerlehe 
und Osterlehe thogelathen werde ende darin geconfirmeret thot revocatie, 
80 he sich als ein fraem diener ijn lehre und levende uprichtig mochte 
dragen (gelich he mith handttastinge belovet), dartho he emstlich vör- 
mahnet unde sinem classi die upsicht aver hem neerstelick bevohlen. 

15. JoHAWiQ Elingio, vau Bredermoer verdreven, is nha intercessie 
des synodi belovet van den E. E. h. Gedeput. tho dem ersten platze, so 
vörfallen mochte, te verhelpen etc. 

Sessie 5 antemeridiana 27 Aprili«. 

16. Na gedahnem gebede ijs collectio viatici des vörgeschr. Falconii 
geschehn, und heflft ein jeder uth frijem willen sine gave bijgelecht, 
thosamen gemaket de summa van 3 embd. g. , welche thom deele hem, 
thom deele siner hüissfruwen thogestelt. 

17. Nachdem nha die ordeninge der kercken aUe 14 dagen ten minsten 
classes mothen geholden werden umb alle kerckensaeken aff tho handeln 
und die exercitien ijn predigen und disputiren tho continueren , und solches 
nit sonder kosten geschehn kahn, die armodt averst sommiger prediger 
wegen veelfoldiger exactien und dese dure tiden solch nit dragen kan, 
is geresolvirt, dat die gecommitterden up dem landtdag solen vörsöcken, 
dat darin dispositie gemacket werde tsulve uth der kercken efFte , so dar 
gewisse calenden sin , uth densulven mochte genahmen werden effte sunsten. 

18. Is noch besloten, dat de heidenschen leeberen offte loofFbieren 
mogen van der hogen overicheit nha dem 29 articul der kerckenordening 
affgeschaflfet werden, und solches dorch de committerden mede tho vor- 
soecken. 

19. Dessgelichen ock beschieten dorch desulven gecommitterden up 
dem landtsdage tho remonstriren van den mordenaren und dodtslagem, 
denen so lichte straffe ijm landtrechte tegen Gotts wordt van oldes 
uperlecht und ock lichtferdig geleide gegeven wert, dat daraver umme 
die straffe und thorne Gades van deser provincie aff tho wenden andere 
statuten (dem worde Gottes conform) mochten gemaket werden. 

20. Is noch geresolvirt umb tho vörsöcken bij der provincie, dat die 
denere, prediger, scholmeister und kösteren, so sekere pensie van der 
landtschop hebben mogen, nit uth handen van rentemeistern sondem 
van meijeren desulve gagie entfangen mogen, etc. 



25 

21. Hermannus Reneman wert thot den classem Loppersiimanam ge- 
re vojert um mith hem nha die ordening der kercken tho procediren. 

22. JoHANNES Bartholomei , ehrtits pastor tho Underwijrum, ijs gewesen 
thot den E. E. h. Gedeput. ineth dese intercessie, dat den E. E. h. wolle 
gelieven dem olden manne ba ven sine geringe gagie dre oder 4 koijen 
tho hoij end grass tho sin underholding van Thessinger lande begnadigen. 

23. Van Alexandro Tilekingio up sin vörsöck umb thom predigampt 
thogelathen tho worden is geresolvirt , dat he noch for dithmael ijn sinem 
schoeldeinst tho Closterburen sall continueren, und vam synodo by den 
E. E. h. Gedeput. an to holden sij, dat he mith einem ehrlichen under- 
holdt mochte vörsehen worden, und bij gebreke van deme, dat he mith 
einem andern schoeldienst mochte vorsien worden. 

24. Up dat overgeven sekere puncten der provestien belangende, van 
dem E. E. junckher Rodolff de Mepsche um tho emenderen vorgestellet , 
is geresolvirt, dat men vorerst Godt Allmechtig wol hedde tho dancken, 
damha ock sine E. E. vor solchenn christlichen vörsoeck, dat ock airede 
eenige articülen van der provestien tho üsquart geconcipijrt , welche denn 
stenden deser provinciën up den landessdach vorgestellett sullen worden. 

Sessio 6 pomeridiana. 

25. üp dat vorsoeck Johan Eijlers van wegen der gemeinte van 
Fermsum , dat sie einen getmwen gelerden diener Christi ijn der gemeine 
tho Farmsum mochten hebben , und den se ijtzo hebben umme veelfoldige 
reden mochte up einen andern platz vörholpen werden, damp geresolvirt, 
dat nabenomede personen alss D. Bogermanitüs , D. H. Attena, D. Leo 
Abeli van wegen des synodi sich ahn den E. E. junckhem Joachtm 
Ripperda sullen vörfögen unde fnmdtlicher wise vörsöken, dat mith 
sinem believen ein güdt prediger mochte heropen worden, und de ge- 
meinte Christi helpen buwen sovele mögelich etc. 

26. Nhadem Joannes Bogermannus, diener Christi van den Dam, 
dem synodo vorgestellet, wodat he umb veelfoldige reden sinen dienst 
der gemeinte ijn den Dam alse ock dem classi upgesecht, und darnp die 
vocatie van Hasselt, dorch einen borgemeister und olderling dersnlven 
gemeinte geofferirt, ahngenhamen, sovele ahn ehm wehre, und so ijdt 
van siner gemeinte, classe und synodo thogelathen worde, und darup 
ahngesocht bij den synodum , dat hirin gedisponirt mochte werden und 
he mith gunst dimittirt, und so nit dat dat noidtwendige underholt, so 
gespeciflcert und dan verdragen, ijnt gewiss up sekern dach und tidt 
tho betalen vörsehen mochte werden, sonderlich dewile de raedt und 



26 

geraeine van Hasselt ehren secretarium D. Sibrandum Sickema j. utr. 
(loctoreni afPgesant, de nu present und emstlich van dem synodo nha 
vertoning siner commissie vorsöcht, dat die dimissie raochte geschehn und 
die beröp confirmert worden etc. Damp nha langer deliberatie geschlathen , 
dat beide parthien via amicabili mith einander tho vorsönen, und erstlich 
den raedt van Dam , olderlingen , kerckvogeden , diaconen imd gemeinte tho 
vörmahnen , dat se ehren diener behoren tho beholden umb ehrer gemeinte , 
des classis und gantzen landtschops willen und demsulvigen sine nodtt- 
roftig, ehrlich underholt tho rechter tidt tliokahmen lathen, ock nicht 
up ein geringes holden tho vörbetheren, dewile he alleine grothen dienst, 
möije und arbeidt hedde, damha ock D. Bogermanno vör tho holden, dat 
he umb lichtferdige oersaken sine gemeinte nit behöret tho vorlathen noch 
sinen classem und vaderlandtt, welches alles einem nha den andem up 
verscheiden tiden ijs vorgestellet. Dewile den beide parthien nit hebben 
konen vorgelichet werden, so ys de sake beth morgen upgeschörtet etc. 

Sessio 7 antemerid. 28 Aprilis. 

27. Nha gedahnem gebede ijs ijn vorgeschr. saken geresolvirt, dat de 
gemeinte ten Dam mith ehren diener D. Bogerman sich behoren tho vor- 
gelichen. Der synodus kan nit anders vörsthaen, alssdat (so mögelich) he 
behore tho bliven, doch dewile dese sake der gemeinte end classi vor- 
nemlich und ahm ersten belangen ijs, so ijs desulvige dahen geschoven 
und solches beiden parthen vorgestellet darin tho dohnde, alss kercklich, 
christlich und thor ehren Gades stichtlich sin mag. 

28. Die h. secretarius van Hasselt up sin vörsöck ijs gewesen ahn de 
gemeinte und consistorium then Dam , ock ahn den classem tho vörsoecken , 
offt vse mith gudem willen und accort sich vörgelichen konden, dan ofPte 
se gedachten Booermanistdi tho dimittiren und getucheniss tho vorlehnen. 

*J9. Nha D. SiMONis Philei vertoning eniger tuchenissen sommiger lidt- 
mathen van Schlochtern unde benaberder predigem van Sidburen und 
Schlochter , ock bekentenisse siner schwackheit , so ijn sinem proces mede 
undergelopen , gedahn und vorgiffniss, darin gepeccert mochte sin, vorsöcht, 
is beslathen, dat D. Simoni van dem classe Dammonensi sin testimonium 
mochte gegeven werden. 

3Ó. Up der fruwen Wibbe Jacops vörsoeck , dat se van dree oder veer 
verscheidenen richtern, wegen dat sie vorlangest Wuert Engelss urn redenen 
vorlathen, vor und nha geexactioneert , is geresolvirt, dat solches van ehr 
ahn der hogen avericheit remonstrirt möste werden. 1) 



Ij Art. 30 ontbi-eekt geheel in YY, 



27 

31. Die personen , so dith lopende jahr tho deputatos synodi genom inert 
sint alss volget: 1. uth Groninger classe D. Arnold. Uthusius; 2. uth 
Damster D. Theodorüs Klinckhamerus ; 3. uth Loppersumer D. Albertüs 
LoMEUERUs; 4. uth Middelstumer D. Albertus Medanus; 5. uth BafPelder 
D. Andreas Stratemannus ; 6. uth Adwerder D. Robertus Wippingius ; uth 
Oldearabster D. Sebastianus Hermanni. 

32. De post. Is noch geresolvirt, dat bij den E. E. herenn mede vör- 
socht sall worden, dat den ungelövigen, deefachtigen heiden dat inkahmen 
effte umlopen ijn desem lande ende steden vorbaden mach worden. 

33. Item noch geresolvirt, dat kosteren, organisten und kerckendieners 
nene krögers konen offte behoren tho sin. 

34. Noch geresolvirt, dat up ahnstaenden synodo alle dage van 6 tho 
7 uhren uth dem middel der gecommitterden des synodi , so gehne wichtige 
reden hebben te weigern, publice solen predigen etc. 

35. Also yn Gottes namen nha gedahner dancksegginge deser synodus 
ijn güdem frede geendiget den 28 Aprilis anno 1598. 

Subscripserunt omnes. 
JoHANNES NiCAsius, prcdigcr in Middelstum, praeses synodi. 
Leo Abeu ab Equart, diener des wordes Christi tho Lop- 
persum , pro tempore synodi scriba , attestor ut supra etc. 



Acta quintae synodi provincialis in oppidulo Liyp- 
persumano anno 1599 mense Aprili celebratae. 

1. Nha gebrüick und inholdt der kerckenordening sint die vullmachten 
und deputati van den classibus Dam , Loppersuma , Middelstum , Enerum , 
Overdiep gecompariret umme alle vörfallende dingen und gravamina aif 
tho handelen. Und averst die h. bröders van Groningen und Oldeampt 
nit praesent sinde , so sint die 5 classes vörgeschr. beth ijn den anderden 
dach vörharret. Und beth tho die namiddag des andem dages nichtes 
utgerichtet sinde, hebben die viff classes entlich nit gantz den anderden 
dach, wesende den 17 hujus Aprilis, geachtet ledig tho tho bringen be- 
hörlich tho sin, also dat het synodus, dho ter tidt praesent wesende, hebben 
erwehlet suflfragiis fratrum thot praesidem D. Theodorum Clinghamejjum , 
pastom thot Tijamschwerüm, und in scribam Regnerum Empenium, pastoreni 
yn Westerwitwert 

2. ELirmith hefft D. praeses synodum alssbald cum invoctitiono nominis 
divini ahngefongen. 



2ft 

3. Vorts hebhen die brodere desen namiddage samptlich hare credentz 
eflfte vullraachtsbrefen geexhibert und vörtönet, alss Dam, Loppersum, 
Middelstum, Enenim, Adewert, welche credentzbrefen alle geacceptirt iind 
vör gudt ahngenahmen sintt. 

4. Nomina deputatonim classium. Sijnt erschenen: 

uth den Dam: D. Theodorus Cunghamerus, die E. Joch. Bilefeldt senior ; 

uth dem classe Loppersum: D. Theodorus Ekel, D. Sibrandus Adriani, 
de E. E. Reint Alberda, senior; 

uth Middelstumb: D. Johajtnes Ausonius, D. Regnerüs Adolphi, D. Ger- 
HARDus WiLHEun, loco senioris; 

uth Eneruin: D. Dominicüs Tiallinoi, D. Joachimus Strateman; 

uth Adewert: D. Hermanntjs Theophiltts, D. Mich. Taxites. 

Yan dissen bröderen allen ijs nha oldem gebmiek censura monim ge- 
holden, und sint alle van de brodere hujus synodi geacceptiret, up und 
ahngenhamen. 

5. Den huessluden van Westererabden thot andtwort gegeven is in 
synodo geresolvert, dat men van mine edele herren Staten sall begehren, 
dewile se principale coUatoren tot Westerembden sint, dat se doch ereter 
gelegenheit einen guden bequamen prediger daselvest senden , ofte den se 
begeren oder begeret hebben confirmeren wollen. 

6. Up ansoecke des rectoris to Damme mit nahme Joachimus Sasfe 
Pomeranus ist geresolvirt, dat het synodus wert mit den allerereten den- 
selvigen den h. Staten commenderen, dat de h. Staten voorges. rector 
alibi wollen promoviren. 

7. Item is geresolvirt, dat nafolgende articulen, de all noch nicht 
geeffectuirt sint, tandem efPectuirt mogen werden, als vorerst de 6 articul 
vom voorledem synodo, dat f rome kerckvooghden und liefhebbere der 
religie in alle dorperen erwehlet werden, und dat gene kerckvoghden 
ahne des pastori s verweten t mit der kerckengudem sullen na er egen wille 
handelen. 

8. Item geresolviret , dat de kerspelkercken als Wittewijrum , Klooster- 
buren, Obergum, Vierhnsen, Bur ende andere kerepelkercken meer met 
den eereten moogen gerepareert werden. 

9. Belangende de vicarien ende vacirende leenen ist geresol veert , dat 
sij van den kerckendenst nicht afgetagen behoren to werden. 

10. Item dat de heidensche, unnutte leedbieren moogen mit den aller- 
eeraten afgedaen werden. 



29 

11. Dat de articulen ofte reformatien der prawestien mogen angestiftet 
werden. 

12. Dat 3 «ijt den synodo tot den edlen eerenvesten junckherrn Rippekda 
to Farmsum hovelinck gaen, als dn. Lfo, dn. Theod. KLiycKiLVM., dn. Si- 
BRA5DÜS Adriani om sijjn edelh. to vermanen, dat he doch einen anderen 
bequaemen prediger, weil ith ein seer groote gemeinte is, te beroepen 
mit den allereersten sich beflijtigen und jegenwoordigen mit ein ander 
platz vorsien woUe. 

13. Item geresol veert , dat nae luit het tractaet van Stadt und Omlanden , 
de secte der Wederdooper beide opentlijcke unde heimelijcke exercitie unde 
vergaederinge in tempore magh verhindert worden. 

14. Noch geresolveert , dat ein gude ordnung belangend de armen dorch 
vorgangen jahrs deputatis magh gestellet worden nae in holt des lU artickels 
van voorleden jaer, unde henforder in de classibus hiervan widers Xe 
deliberiren und consultiren. 

15. Dat de Sondage nicht mit knechtlichen arbeide niugen misbruijcket 
werden. 

16. Resolviret to vorsoken bij de edl. h., dat de rechtdagen nicht in 
herbergen geholden werden , damit arme luiden so jammerlijck nicht utge- 
schattet und ihre gudt unnuttelijck alldaer verteeret werde. 

17. Dat de dienaren, die nicht von ihrem lehne leven konnen, uth de 
vacirende lehnen, daer sowoll animanim cura up fallet alss op de pastorien, 
moogen verbetert werden. 

18. Dat de 51 art nae der kerckenordnung in singulis classibus ernstlich 
achterfolget werde. 

19. Dat die predigers in ider dorp eine gemeinte nae haer vermoegent 
sollen vergaderen, und da solches versumet wurde, sall classis daerin 
ernstlich procediren und vortfahren. 

20. Achtet dat synodus seer goet, dat twee predigers mit einem older- 
lingk nae Woltersum gesonden to werden um van den pastoor eene proeve- 
predige te hoeren. 

21. Dat de vaceerende pastoorien mit pastooren mogen becleedt und 
vorsehen werden. 

22. Umme desse dinge op den landdagh aver te geven sint deputiert: 
uth Dam Joh. Laxtenius, uth Loppersum Sibrajsdus Adwajst, uth Middel- 
stum OcBHARDUB WiLHELMi , uth Encrum JoAcniM Strateman , uth Adewert 

MiCH. TOXITES. 



30 

Deputati per futunim annum erunt: Theodorits Ekel Wirdumanns, 
ex Dam Joh. Laxtenius , ex Middelstum Joh. Aüsonius , ex Enerum Doiu- 
Nicüs Tjallingi, ex Adewert Hermannus Theophil. 

Hiermit hebben de broders deses synodi dessen synodum geconcludeert 
und sindt cum gratiarum actione in pace von einander gescheiden, und 
tot meerder sekerheit sindt desse acten von alle vollmachten des synodi 
bestedigt und bevestiget mit de undertekung erer handen. 

Onderstondt: vera copia ex principaH sive originali extracta testor ego 

Regj!«:rus Adolphi, scriba synodi, m. propria. i) 



Acta sextae synodi provincialis in vico MiddeUtuma 
die 23 Junii anno 1600 communibm fratrum suffragiis 
collecta , praesentibus nohiliss. D. commissariis , domino 
Philippo k Meckama et domino üodone ab Amswer, 
praeside vero synodi D. Johanne Nicasio et I). An- 
drea Stratemanno, scriba. 

Sessio prima pomeridiana. 

1. Is ijn den ersten nha anroping des namens Gotts des h. geeligert 
in praesidem D. Joas^. Nicasius und ijn scribam D. Andheas Strateman. 

2. Is gelesen die commissie der E. E. h. Staten , quae mirifice placuit. 

3. Sint die credentzbriefen van den classibus dar |)raesent sinde, als 
het Oldeampt, Loppersum, Dam, Middelstumb, Baffelt, Adewert und 
Groningen gelesen und sin vör güdt erkandt. Sijndt erschenen uth dese 
respective classen then ersten: 

e Gronningana classe: D. Joachjmus Wernertjs, D. Bernhardus Theotx)rici; 

e Dammonensi classe: Joaknes Sprexgerus, D. Albertus Hammonius, 
nob. D. Co2(radus a Rensen, senior; 

Loppersumana : D. Egbertus Stael, Eilardus Ludowici; 

Middelstumana : D. Johannes Nicasius, Wesselus Rhoden, Wibrandus 
Georgd ; 



1) Op dit slot volgt in beide codices: „N.B. Dewijie dat begin deser acte alleen 
ailhier ingeschreven was, hebben de deputati synodi 1G40 eene gehcele copia daervan 
gevonden in classe Suythormmana ende uijt deselve de reste hierbij to lx)ecke ge- 
teickent , houdende soveel mooglijck ipsa verba et ipsuni idioma , diestijts gebruijck- 
lijck. Ende is dese overteikeninge bij ons ondergeschr. met de copia cl. Su^'thorrumana 
gecollationeert ende bevonden met deselve te accordeeren. Johannes Martinus, p. t. 
syn. deputatus, Guaiterus Picardus, p. t. syn. dep., Henr. k Freden, dep. syn. p. t." 



31 

BafPoltana: D. Hermannüs k Besten, Andreab Stoateman, Troo Daxtet.ir 
Cnipensib; 

Adwerdana: D. Robertus Wippmoius, Henricus Alphonstos; 
Oldamptt: D. Sebastiaiojs Hermaxni, Johannes Egberti. 

4. Is met gemeine stemmen geresolvirt, dat D. Joachimüs Werneri und 
D. Bernhardfs THEODORia dem synodo sollen end ock wollen bijwahnen, 
hare vota definitiva tho hebben tho gemeinem wolstande der kercklicken 
saken, unangesehn dat sie van harem classe gehn credentzbrielf gehat, 
alse behörett hedde, doch dörch enige reden vörhindert, die het synodus 
genöch tho sin geachtet hefft vor dith mael. 

5. Is gudtgefunden , dat die 3 artickel van die probstie des synodi 
Dammonensis um geeffectuirt tho worden sal noch bq S. Genade und den 
h. Staten eflPte anderswör versocht werden, welverstaende dat nha die 
articulen, in Dammonensi synodo gemaket, die probst sijn dienst sall 
bedienen und vollbringen. 

6. Is beschieten, dat ein jegelick classis sall twe amandieren ahn die 
praepositos nomine synodi, dat se willen haer ampt gebruicken und be- 
dienen in conformiteit der Gereformirden relligie, alse hunluiden dat van 
dem synodo articülswise sall vorgestellett worden. 

7. Die 18 articüll des Dammonensis synodi, die ecclesiasticken guderen 
belangende, sall bij die E. h. Staten angeholdenn worden umb ijnt effect 
tho stellen nha die resolutie, bij de E. E. h. Staten genhamen ijn dato 
den 5 Junii ijnt collegio, nha achterfolge des artickels van die kercken- 
gnderen, gestellet in synodo tho Groningen den 14 Maij anno 96 gecon- 
dpieret und van sjjne G. und den hem Staten underschreven. 

8. üp het 20 gravamen des synodi ijn den Dam belangende die Wed- 
derdopersche secte ijs beschieten , dat men noch bij S. Gn. und die E. E. 
h. Staten sall anholden, ock hen thogemöthe foren, dat den Wedderdoperen 
moge geweret worden nit enige öpentliche effte heimliche harer secten 
exercitie te gebruicken, angesien noch wij noch avericheit unse ampt vör 
Godt anders sullen recht konen bedienenn unnd reckenschüp darvan geven. 

9. Noch wert gedolirt nha alss vör, dat die olde papen tegens hare 
belofPten den loep des h. evangelii beletten, und ys besloten, datt ein 
jegelick classis under hoer den heren sall ahndienen, dat men vürsöke, 
dat hirinne moge geremediert worden. 

10. Op het 22 artickel des Dammonensis synodi ijs beschloten, dat 
gene oombinatie sall mogen geschieden sine cognitione classis, ecclesiae 
et ooUatorum consensu idque approbantibus d. ordinibus. 



32 

Sessio secunda antemeridiana 24 Jun|j. 

11. Nha gedahnem gebede ijs geresolvirt up die questie, hoe ein diener 
sinen platz sall mogen ordentlich muteren, nhamlick dat dar gefordert 
worde consensus ecclesiae et coUatorum, cognitie classis und approbatie 
dominonim ordinum, wolverstaende dat des classis und der gemeinte 
stemmen, so het vörtreck stridich mochte gefunden worden, alletidt 
praevalieren und vörgan sullen. 

12. Is geresolvirt up den 24, 25 etc. thot den 36 artickel tho des 
Dammonensis synodi, dat alssnoch sall angeholden worden bij die E. E. 
h. Staten umme geeffectuirt te worden, hirinne begrepen sinde die 54 
und 55, und wat sonsten in generalibus beschlaten ijs. 

13. Is beschieten, dat ein iglich classis sall geholden sin haer clasvsicael 
boeck in synodis mede tho bringen, wolvcFstaende dat niet curiose alle 
dingen sullen rimeret und sciiitiert worden , sondern darup principael gelettet 
sall worden , offt ock alle dingen ordentlich in classibus gehandelt worden , 
censurae morum geholden, classicales conventus celebrirt, und ock unanimiter 
contluieren umme alle dingen stichtüch afFgehandelt tho worden, etc. 

14. Up die questie offte dassen mogen tüchenisse geven einem diener 
sijner lehre, diewelcke sines unordentlichen levendes halven van sinem 
dienste ijs aifgesettet, is bij dem synodo geresolvirt, dat die dassen niet 
mogen alleine testimonium doctrinae geven einem diener omissa vitae 
ratione, sondern desulve sall anrören. 

Sessio tertia pomeridiana 24 Junij. 

15. Up het gravamen, so die diener thot Farmesum vorgestelt helft, 
alssoffte he ijn sinem classe achter rügge vorklaget wehre , is geresolvirt , 
dat uth den synodale broderen sullen twe effte drie verordinet worden 
umme nha Farmsum te schicken , die plenariam potestatem hebben aff tho 
handelen die sake bij der gemeinte, dem jiinckheren etc. bester wise und 
forma alse mögelich ijs, hetsy tho bliven und reconcilieren offte aff te 
doen, so genochsame reden dar sijn, doch dat ijn dem valle van remotiön 
sal het referiret worden tho de deputaten des synodi. Sint a verst hirtho 
gedeputirt D. Egbertus Stael, D. HiNRirus Alphonsus und D. Joannes 

NlCASIUS. 

16. Up den breeff, so uth Hollandt des Gravenhagen van D. Johanne 
WTH DEN BoEMGART ad synodum ijs gesunden, is geresolvirt, dat men be- 
höret hoerlüden tho dancken for haren guden iver tho uperbuwing des 
rikes J. Christi ende hen frundtlich antworden , mitz verklarende dat uns 
for dithmael umme sekere reden nit mögelich, nochdans henluiden frij- 
staende, dat sie thot uns tho haer believen kamen mogen, etc. 



k. 



17. Ahngaende de twede punct van die bibel , so die her van S. Adel- 
GONDE ahngefangen uth het ebreisch aver tho setten, und sekere personen 
in Holland t dartho gedesignirt om het underlathen werck te vnllenbringen , 
so ijs geresolvirt, dat die benömede predigeren thot Delfft uns unbekant 
sin , und so sie van henlüiden dar ^ifficiant tho geachtet worden , kan het 
synodus wol liden. Ock geresolvirt , dat die E. E. hern Staten deser pro- 
vincie benevens die broderen des synodi wol solden wunschen, dat die 
Heidelbergische Catechismus und westersohe psalmboken up die ostersche 
sprake aversettet wehren, ahngesien die westersche sprake hier nit ge- 
brüicklich, ock met gehne stichtinge ijn die unseren kercken alhir kan 
gebruicket werden. 

18. üp die questie offte ein prediger ein schattbörer sin moge, is ge- 
resolvirt: geenssins, ahngesien het ministerium den gehelen minsche eisschet. 

19. Is van dem synode beschieten , dat men by S. Genade sal anholden , 
dat yn die klösteren Werffum, Wittewiert und Drapel mogen predigers 
gestellet worden. 

20. Thom latesten sint gedeputeret uth einem jegelichenn classe ein 
vuUmacht umme vörfallende swaricheiden aff to handelen, und ijs also 
met dancksegging des Heren namen ijn gudem frede und einicheit die 
synodus den 24 Junij geendiget. 

ünde sint gedeputiert uth jederem classe nhabeschrevene personen: 

e Gröningana classe D. Joachimus Wernekus, e Middelstumana I). Wy- 

BRAJNDUS Georou, Lopporsumaua D. EfiBEKTus Stael, Dammonensi D. 

JoHANNEB Spkexgerüs, uth het Oldeampt D. Sebasttanus Hfj<manni, ex 

Baffolthana D. Andreas Stratemannus , ex Adwerdana dominus Henrkus 

ALPHONSrüB. 

Sequitur subscriptio fratrum. 
Johannes Nicasius, prediger ijn Middelstum, praeses synodi. 
Ajtdreas Stratemannus, synodi scriba. 

E(}BERTUS Stael, ecclesiae Stedumanae minister, propria manu subscripsit. 
JoHAXNEs Sprenuerüs, dccner des godtlichen wordes ijn Appingadam. 
Sebastiaïtüs Hermajjott, minister verbi d. up die Meden ijm Oldenampt, 
WiBRANDüs Georgd, ecclcsiae minister in Werffüm. 

ROBERTÜS WiPPINGrüS. 

Wesselüs Rhode, minister ecclesiae in Oldensyel. 
Troo Danielis Cnipensis, ecclesiastes in Bafloe. 
Albertüs Hammo, apud Zidburanos minister. 
JoHANNES Egberti, ecclesiac Ostwoldanae pastor. 
Henricus Alfhonbius, verbi d. m. in Vischtleeth. 
EiLARDüs LuDOvicus, vcrbi d. m. in Gamierwolda. Finis. 



Acta fyn. provinc, VIL 



32 

Sessio secunda antemeridiana 24 Junij. 

11. Nha gedahnem gebede ijs geresolvirt up die questie, hoe ein diener 
sinen platz sall mogen ordentlich muteren, nhamlick dat dar gefordert 
worde consensus ecclesiae et collatorum, cognitio classis und approbatio 
dominonim ordinum, wolverstaende dat des classis und der gemeinte 
stemmen, so het vörtreck stridich mochte gefunden worden, alletidt 
praevalieren und vörgSn sullen. 

12. Is geresolvirt up den 24, 25 etc. thot den 36 artickel tho des 
Dammonensis synodi, dat alssnoch sall angeholden worden bij die E. E. 
h. Staten umme geeffectuirt te worden, hirinne begrepen sinde die 54 
und 55, und wat sonsten in generalibus beschlaten ijs. 

13. Is beschieten, dat ein iglich classis sall geholden sin haer classicfiel 
boeck in synodis mede tho bringen, wolverstaende dat niet curiose allo 
dingen sullen rimeret und scriitiert worden, sondern darup principael gelettet 
sall worden , offt ock alle dingen ordentlich in classibus gehandelt worden , 
censurae monim geholden, classicales conventus celebrirt, und ock unaniniiter 
confluieren umme alle dingen stichtlich affgehandelt tho worden, etc. 

14. Up die questie offte dassen mogen tüchenisse geven einem diener 
sijner lehre, diewelcke sines unordentlichen levendes halven van sinein 
dienste ijs aifgesettet, is bij dem synodo geresolvirt, dat die dassen niet 
mogen alleine testimonium doctrinae geven einem diener omissa vitao 
ratione, sondern desulve sall anrören. 

Sessio tertia pomeridiana 24 Junij. 

15. Up het gravamen, so die diener thot Farmesum vorgestelt hefft, 
alssoffte he ijn sinem classe achter nigge vorklaget wehre, is geresolvirt , 
dat uth den synodale broderen sullen twe effte drie verordinet wordon 
umme nha Farmsum te schicken, die plenariam potestatem hebben aff tho 
handelen die sake bij der gemeinte, dem junckheren etc. bester wise und 
forma alse mögelich ijs, hetsy tho bliven und reconcilieren olTte alT to 
doen, so genochsame reden dar sijn, doch dat ijn dem valle van remotiön 
sal het referiret worden tho de deputaten des synodi. Sint averst hirtho 
gedeputirt D. Eobertus Stael, D. Hinricus Alphoxsus und D. Joannk-s 

NiCASIUS. 

16. Up den breeff, so uth Hollandt des Gravenhagen van D. Joilvnnk 
WTH DEN BoEMOART ad synoduui ijs gesunden, is geresolvirt, dat mon bo- 
höret hoerlüden tho dancken for haren guden iver tho uperbuwing des 
rikes J. Christi ende hen frundtlich antworden , mitz verklarende dat uns 
for dithmael umme sekere reden nit mögelich, nochdans henluiden frij- 
staende, dat sie thot uns tho haer believen kamen mogen, etc. 



35 

üp den synodum tho trecken thot Enerilm ijn die Mama vörschreven, 
sehen die heren van een erbar raet vör güet ahn , dewilen nha der kercken- 
ordenantzie die gravamina, darop tho deliberieren staet, een maent be- 
vorens (der gebör nha) niett overgesonden , ende die synodi wol behorden 
in der stadt und landen altemis vicibus ofFte bij boerten gecelebrirt und 
geholden te werden etc, waervan der stadt prediger hierbevörens up 
synodis ijn den lande vorclaring gedahn, dat daromme die h. predigern 
in der stadt wo ijnssgeliken ijn dem Oldenampte sich des voerss. synodi 
vör dithmael sullen hebben t' onthelden. 

Auth. sent. J. Julsing 4. 20. 1601. 

Hirup sint die acta synodi praecedentis anni gelesenn wurden neven st 
de resolutie van sijne Gn. und die heren Gedeputeerden Staten. 

1. ünd dewilen erstlich ijn die resolutie melding gedaen, warum ijn 
den synodis nha inholt der kerekenordening gene olderlinge medegenhamen , 
so hefft darüp die synodus sich vorclaret, dat enige dassen personen ge- 
nömet hadden, dewelcke sich mith eenander geexcusert und also tho 
erschinen sich beswaret befunden, andere die ijn die platze van die older- 
linge einen dener medegenhamen , hebben vor reden vorclaret gehne older- 
ling te hebben, die sie vör dese tidt wegen sekere reden bequam dartho 
gebrüicken konden, vermodende gepatzeret te können werden, overmitz 
het also geschiet. 

2. Folgentz ijs van dem synodo vör behörlich geachtet, na begerent S. 
Gn. und der h. Staten, die articulen, so uth den verscheidenen synodis 
bij re«j[uesten den h. Staten sijn ahngemeldet worden, offte vorgestellet 
mogen worden, datsul vige nit alleine bij numero, dan mit korte vormeldinge 
des inholts behöret tho geschehn. 

3. Belangende den praeposituren wert van dem synodo vör gudt ahn- 
gesien, dat by den E. E. hem Staten mochte angeholden werden, dat 
alsolche praeposituren ad aedificationem ecclesiae ijnt werck gesteliet und 
die vaderenden ock bekleidet mogen werden. 

4. Anlangend der h. Staten schrivendt ahn die seraptiichen dassen 
hujus provinciae wegen der kerckengudere , vicarien und praebenden daer- 
van informatie und richtige reckening te dohn, effte se ock recht angewendet 
und gebrüicket werden edder nicht, hefft die synodus vor guet ahngesien, 
dat die classes ahn die heren versöken sullen, dat sie dorch sekere per- 
sonen alss commissarien datsul vige willen lathen beschehn ten minsten 
hadtl) vör die predigers. 



1) „hadt." YY heeft „haedt." 



u 



Ada septimae synodi provincialis , so bijnnen Enerüm 
up den 21, 22 umul 23 Aprilis anno 1601 vorgefallen^ 
decidert und affgehandelt worden sintt. 

Nhadem vörmöge der iipgerichter kerckenordening denn anderen Maen- 
dage nha Passchen den synodum provincialem to celebriren constitiiert und 
verordenet ijs, so sin dersulvigen ordening nha die edelen iind ehrenfesten 
h. Gerdt Hörenkens, Gedeputirder State, und Dodo van Amsgits^tier aJss 
geoommitterde hujus provinciae, sampt den gedeputierdenn etzlicher dassen 
binnen Enerüra ahngekahmen omme alsulchchem synodo bij tho wanen, 
densulven nha christlichem gebniick tho holden und tho continueren. 

ünd offt wol der stadt Grönningen, Damme und Oldenampt dassen 
gehne gecommitterden compariret und erschenen sijn, so ijs dennoch juxta 
ordinationem ecclesiasticam van den ahnwesenden darinne geprocidirt und 
f ortgefahren , und folgendes dages denn einundtwintigsten hujus nha 
gedahnem gebede ad electionem praesidis et scribae getreden, und sint 
communibus sufFragiis und stemmen Wolfoangus Agricola , praedicant der 
gemeinte Christi tho Garsshusen, pro praeside und HERiLVNNus Theopiiilus, 
diener des wordes tho Hoich imd Leechkercken , pro scriba constitüert und 
erwehlet wordenn. 

Darüp beroerter praeses van jeder dassen afFgeeisschet credentzbriefe , 
desulven per scribam nha einander vorgelesen worden, und sint die ahn- 
wesenden der dassen nha einander upgestanden und ijs censura daraver 
geholden. ünd gene vörhindemisse darinne vörgefallen, sint sie geadmit- 
teret und thogelathen worden. 

Die gecommitterden der dassen sintt alss folget: 

ex classe Loppersumana : Wulffgangus Agri(X)la, Tueodorus Ekel, 
Daniël Thomae; 

ex classe Middelstümana : Albertus Gthuielmi, Lucas Westerwoldensis, 
Gerhardus HEDDmcaus; 

ex Enerümana: Dominicüs Tialingi, Johannes Molants, Bernhardus 
Danieus ; 

ex Süithormiana : Thomas Stalmannus, Hermannus Theopiiilus, Herman 
Valcke senior. 

Die deputati der dassen Groningensis , Dammonensis unde Oldeampt 
sint nit praesent gewesen. Die entschiildiging der diener der dassen van 
der stadt und Oldeampt ijs van einem erbaren rade van Groningen ge- 
schehen mit nhafolgenden worden: 

Maend. 20 April. 1601. üpt andienenn wegen der vrunden vani consistorie, 
alse dat unse predigeren diflBculterden sunder consente van een erbar raet 



37 

sodaniges moge affgedahn und gentzlich affgeschaffet werden, besonderlich 
dat liggen und herumghaen op den kerckhaven under der predicatie. 

15. Belangend die 16 resolutie ijs oick vam synodo nödich geachtet 
omme bq die heren ahn tho holden, dat die predigers mochten geautorisert 
worden umme bequame personen bij vörkesinge tho kerckvogeden to deno- 
mineren und ehnen tho remonstriren , vor wat overicheit sie haren eedt 
und juramentum behoren te dohn. 

16. Up die armenordening ijs geresolvirt, dat deputati hujus synodi 
bij S. Gn. und die heren Staten anholden , dat desiilve ordening ynt werck 
moge dirigert und die unbeschaemde frembde offte inlandissche bedelerie 
gestueret und gewehret worden. 

17. Imgelichen dat ock den E. E. heren beleven w^olde die prediger tho 
autoriseren umme duchtige dispensatores der annengilder tho denomineren 
und requireren. 

18. Und sin also hirmith aUe resolutien bij sine Grn. und die heren 
Qedeputerden Staten van anno 1600 synodaliter geapprobiret und afFgedaen. 

Sessio antemeridiana 22 Aprilis. 

19. Ist dem hem Dodo vann Amsweer hoichlich vam svnodo bedancket 
worden wegen sin veelfoldig und trüwhertich arbeitt und flith in vör- 
scheidene intercessorial schrivent ahn S. Excellentz und h. Generaell Staten , 
belangende die bedrucktheit und swaricheit des rainisterii und kercken 
hujus provinciae ahngewendet. 

20. Folgentz ijs die frage des praesidis gewesen, wat up D. Johannis 
üTH DEN BooART schrivent, dem h. Amswer thogeschickt, belangend dat 
request des ministerii hujus provinciae, tho antworden sij. 

21. Ist geresolvirt, dat het synodus begeret van h. Am8>^t=:ro, dat he 
nomine totius synodi ahn D. Johannem uth den Bogart schriven wille , dat 
solch sin schrivent dem synodo gelesen, ehme danckende und folgentz bij 
ehme anholden, dat he hare saken beforderen w^ille, mits dat synodus 
sulvest ahn densulven Uth den Bogart tho schriven , to betugen solches van 
h. Amswero begeret tho hebben. 

Gravamina. 

22. A classe Middelstumana pro gravamine proponieret worden, dat 
jegen die kerckenordening sij, dat dies festi geholden, dat ock lijke ijn die 
kercken gesettet und daraver gesungen werde, hirup resolutionem be- 
gerende. Is vam synodo vör giidt ahngesien, dat alle classes ehre beste 
fürwenden sollen omme datsulve aff tho schaffen , gelick ock ijn vörgaenden 



lil 



38 

synodis ordinirt ijs worden. In fall averst ein diener datsulve nit erholden 
konde, sall be die kercken mogen thoschluten etc. 

23. De festis bacchanalibus et floralibus alsse vastelavents und me^- 
aventsspeelen to gebruicken ijs im synodo geresolvirt, dat darum die h. 
Staten tho ersoecken sin solliches diireh mandaten afF tho schaffende, etc. 

24. Daraha ijs der edelen und veeldögentricken wedewen Emerentianae 
VAN Senoij 1) anders Manninga missive , belangende eine combinatie van twe 
kercken ahn den synodum gesonden, gelesen worden, warop die synodus 
sich erkleret, dat die aiticul des vorgangenen synodi alse oick die reso- 
lutie der heren Staten van die combinatien ahngeseen und achterfolget 
solen werden. 

Sessio pomeridiana 22 April. 

25. üp des predigers van Winsum ersoeck omme eine interoession ahn 
die h. hövetmannen sine sake in judicio an to seen und to gudem affscheide 
to verhelpen hefft synodus angenhamen solches tho wilferdigen. 

2G. De religionis hostibus, offte diesulven pastorijen effte kerckenlanden 
bewanenn konnen, is geresolviret , dat ein ider deener vor sine persene 
darnha sij, dat solches raöge vörhödet werden und nitt geschehen. 

27. Dewilen oick ijm ersten (vel rectius) secunda synodo tho Grönningen 
van sijn Gn. und denn h. Staten geordinert ijs, dat die calenden landen 
thot die classicalen kosten angewendet werden , so hefft het synodus dith 
ijn acht tho nehmende imd bij die h. Staten datsulvige geeffectuirt to werden 
beforderen for güedt ahngesien. 

28. Is ock gef raget worden , offt ein prediger ock ungedöpede personen 
copuliren moge. Resolutum, «|uod minime fieri debeat, etc. 

29. Folgendts oft wol ijn vörigen synodis van ehesaken und kindöpe 
tractieret worden, so hefft die synodus vör dithmael for gudt angesien 
ahn die h. Staten to versoeken , dat sie dorch mandaten die versehing doen 
wollen, dat die, so unechtlick tosamcn leven, thom ehestandt compellirt 
werden, dat ock die kindere, so lange tidt ungedöpet vörbleven, dorch die 
dope der geraeinte Christi ijngelivet werden. 

30. Item bij den h. Staten ahn tho holden, dat die heren believen 
wolle dorch mandaten den schattbörers tho inhiberen , dat sie gene schatting 
\ör noch under die predicatie entfangen sollen, dat ock gene executie 
offte gemeine reckeninge ijn berörter tidt mogen geholden worden. 

31. Aiso ock enige personen uth den Dam und tho Baffelt gecopuliret 



1; „Senoij", YY heeft „Sevoij." 



39 

sin sollen, die ijn andern platzen nit hebben konen thogelaten worden, 
hefft synodus decerniret , dat die naeste classis bij den Dam alse Lopper- 
sum den diener der platze wol scheri)lichen nomine synodi sin excess 
underwisen solle, wie ijmgelichon tho beschehen van de dasse van Mid- 
delstumb ahn die classe van Ënerum. 

32. Belangende des ministerii jjns Gravenhagen schrivendt, warinne sie 
nha vermelding des h. Ams^t^ri begeren synodaliter veradvertiret to werden 
van unse raeininge tho ehre synodes te kahmen, hefft ock synodus vor 
dithmael demsulven ministerie frijgestellet nha belevent tho uns to kahmen. 
Alse averst die h. Staten resolutelick for gfidt angesien , dat ock iith dese 
onse provincie enige tho ehre syno&os gesunden sollen werden, stellet 
synodus datsulve alss to discretie wolgemelter heren. 

33. Belangende dat versoeck des dieners to Yeerhusen wegen der inter- 
ceasie an die heren te doen, dat ehre Edelheith wolle beleven dorch 
mandaten die kerckvoigten aldaer belastenn umme die noidtwendige reparatie 
van die pastorienhusinge vör tho nehmen und vulfören, item die kerck- 
vogeden to autoriseren umme die kerckenrenten und upcomsten te entfangen 
unde to solche noidtwendige reparatie an to wenden, item den kercken- 
meijers befehlen die kerckenhuire ijn niemandts anders handen to bringen 
den ijn des kerckvogedes , oick dem hövelinge aldar Sicke Pantjkr to 
befehlen datt kerckenboick ijn den handen des predigers tho leeferen , nha 
inholt des 36 articuls des s>Tiodi Gronninganae geholden anno 1596, hefft 
ock dat synodus for güdt angesien datsulve vann die E. E. hem Staten 
tho vörsöcken, dat oick solches ijnn andern plaetsen, dar gelick gebreck 
ijs, geremediert mochte werden. 

Sessie antemeri diana 23 April. 

34. Mith dem synode up wat tidt desulve ahm beqwaemsten tho holden 
sij , hefft synodus for dithmael vör guedt angeseen to ordineren , dat die- 
sülve vordahn up beleven van die h. Staten den nahesten Maendach nha 
Pingsten solle geholden imd celebriret worden. 

35. Die plaetze averst belangende umme den synodum to holden, hefft 
deser tidt synodus for gudt angesien to achterfolgen den 2 articul synodi 
Dammonensis, nömlich die kerckenordening offte andere dispositie der 
provinciën anseende. 

36. Vermitz dat ock Groningana classis dolert, dat haer niet gravamina 
sin thogesondenn worden , hefft die synodus vor guet angesien die classes 
to vormahnen, dat se tho tiden ehre gravamina die eine dem andern 
thoschicken vörmöge der kerckenordening, datwelcke classi Groninganae 
geinsinueret solle werden, dat se ock sulvest behoren te döhnde. 



40 

37. Belangend dat uthebliven der dassen Dam unde Oldeampt hefft 
synodus for behörlich angesien , dat sie haer quota der synodalen uncosten 
mede dragen sollen unde den E. E. hern Staten hare reden wegen ehres 
utheblivens verclaren sullen, gemercket dat sie nevenst anderen classen 
der kerckenordening mith gelicker ahnlöffte underworpen sijn. 

38. Femer vörclaret sich die synodus oick up datt uthebliven der diener 
van der stadt, dat sie datsulve niet approbieren, idt wehre dan dat sie be- 
tuigen konden, dat sie höre magistraet getruwlich und flitich informeret 
hadden nitt alleine de vero fine synodorum , dan oick van ehrer eigene appro- 
batie der kerckenordnung, anno etc. 1596 in synodo tho Groningen gescheen. 

39. Naest desem allen ijs censura morum geholden, unnd sijn pro depu- 
tatis sijnodi gedenominiret worden: ex classe Loppersumana Wolffoangus 
Agricola, ex Middelstumana Albertus Guilielmi, ex Enerumana Dominicüs 
TiALLLNGi, ex Suithormiana Thomas Stallmannus. 

40. Schlütelick unde endtlich sint van dem synodo twe diener er- 
wehlet, alse dominus WuLiOANous Agricola imde D. Thomas Stalmanïtus , 
diewelche datjenige, darvan die h. Staten to ersöken in synodo vor guet 
ahngesien, expediëren unde vörrichten sollen. 

Unde ys also deser synodus ijn Gades des Heren name ijn guder einicheit 
unde frede finijrt unde geendiget worden etc. 

Also nha schluting van desem synodo ein kerckvaget van Veerhusen 
ijn die vuile vergadering des synodi clagten vörgestellet , dat die hoeve- 
lingk aldaer Sicke Pantzer sich understhae die reparatie der kercken tho 
besteden buten wetenschop und beleven des edelen unnd ehrentfesten 
Ec'bart Lewen alss medecol latoren , wie ock des pastoris unde kerck\ ogeden 
derer platzen, so hefft synodus datsulve geconsiderert unde for güdt an- 
gCvsien, dat datsulve den h. Staten angedenet werde, mith bidde dat die 
E. E. heren darinne anders vorseen wollen etc. 

Actum in plena synodo den 23 anno otc. 1601. 

Sequitur subscriptio fratrum. 
WiTLFFGANGüs Agrkxjla , pastor in Garshusen, praeses. 
Hermannxis Theophilus, scriba. 
Ai.BERTus GuiLHELMi, m. V. iu Mcdis. 
Thomas Stalmannus, minist. in Gamewert. 
Theodorus Ekel, p. Wiridumanus. 
Dajstfx Thomae, m. in Zerijp. 
Lucas Westerwold, m. in Eppingenhüson. 
JoHANNEs MoLANTJS, p. Tinaldiugcnsis. 
Bernharüus Danieus, p. in Wetzing. 
Gerhardus Hiddinoius, p. in Stitzwert. 
Dominicüs Tialtngi, p. in Vijrhusen etc. 



41 

Acta octavae synodi provincialis in urbe Groninga 
dedibusque provincide post reductionem nove comparatis 
anno a partu virginis 1602 in gloriam Dei patriaeque 
utilitatem celebratae. 

Sessio prima pomeridiana pridie Calendarum Junii. 
Also tho befordering der kerckenordening die E. E. heren Gedeputerden 
der stadt Groningen und Omlandenn dorch ein mandaet hebben döhn 
convociren und uthschriven einen allgemeinen provinciaal sijnodum för dese 
tidt thoe holden yn der stadt Grunningen, so sint die predigers samtlich 
dem mandaet gehörsara gewest nha die kerckenordninge ende uth ein 
jeder classe drie gecompariret, alse twe predigers ende ein olderlingk, 
off te ahn platze des olderlinges ein prediger. ünde van wegen der E. E. 
hem Gedeputerden sint die E. E. Gerdt Börenkens ende Dodo van Amswewi 
urn dem synodo bij tho wanen , densul ven tho dirigeren und einen guden 
ende to bringen gecommitteret praesent gewesenn. 

Ten ersten ijs des Heren name angeropen , ende damha uth het middel 
van allen dorch suffragia geeligeret dominus Johannes Acronius, minister 
ecclesiae Gronning., in praesidem end Antonius Stromberoius , pastor Rottu- 
manus, in scribam synodi. 

Then anderen sint gelesen die credentzbriefen der dassen, alse tho 
weten Gronningen, Dam, Loppersura, Middelstum, Enenim, Adüwert, 
derwelcker credentz gudtbefunden. Die namen der gedeputerden thot desem 
synodo sint alss volgen: 

uth Groninger classe : nobil. Lambertus Hörenkens , D. Joann1':8 Acronius , 
D. Wilhelmus Joannis; 

Oldeampt: D. Wigboldus Homeri, D. Johannes Joannis, D. Johannes 
Mentzengius ; 

Damm: Joannes Sprengerus, D. Tkeodor. KlinctvHamerus, Johannes 
Bilevelt ; 

Loppersüm: D. Leo Abeli, D. HENRicnjs Hobingius, nobil. Reint Alberiu; 

uth Middelstümb: Joannes Nicasius, D. Antonius Strömbergiüs , Cornelius 

EVERHARDI ; 

Enerumb: Tido Danielis, D. Hermannus a Besten, Andreas Alhart; 

Adüwert: Iesreei. Vinckeijus, D. Sicco Abeli, Hindrick Lemexs, senior. 

üth Hollandt : D. Bernardus la Fai je ex Haga , deputatus SuithoUandiae , 
D. Joannes Walesius vann Karspel deputat. Nörtholl. ; 

Drenthe: D. Henrictts Assweri, pastor Emmensis, .Joachemus Zoor, pastor 
in Anlöe. 

Dese alle sint erschenen in synodo mith behörlicke credentzbrieifen. 



42 

Damp censura monim over vorgeschrevene personen alle geholden , ende 
sint vör duchtig ende gudt omme desem christlichen synodo bij tho wanen 
ende session tho hebben erkandt. Insonderheit ijs deliberiret, efft die pre- 
diger nth Hollant suffragia ijn desem synodo sullen hebben, ende ys 
verclaret, dat höre suffragia up desem synodo alleine deliberativa non 
deliiiitiva sin sollen nha haer eigen begeren. 

Hirnha ijs gelesen des wolgebornen grafFen und heren h. Wilhelm von 
Nassaw missive ijn saken Simonis Philei, omme diesel ven vor die handt 
tho nehmen ende nha ripen rade ijn der saken decretiren, decideren und 
ahn S. G. te refereren, wat darinne gehandelt. 

Damha ijs disquirert , of ft ock die ahnwesenden f remden mit güde erbare 
hospitiis versien, und sint die hospitia, darinnen sich die gedeputerden 
begeven, güdt befunden. 

Sessio secunda antemeridiana 1 Junij. 

Fusis ad Deum precibus lecta sunt acta synodalia Enerumana, welcher 
synodus anno etc. praeterlapso 1601 geholden. 

Die erste artic. synodi Enerumanae , tho weten van olderlinge mede ijn 
synodum to bringen, is vörklaret, dat behörlick sij. Soferne averst ijn die 
gehele classe geen qualificeerde olderlinck to linden, vörclaret synodus, 
datt ein prediger sall mogen ahn platze eines olderlinges erschinen und 
dat allewege sollen nije gedeputerde in synodum kahmen, wolverstaende 
dat doch ein van den olden, so des vorigen jahres synodo bygewanet, 
sall mothen mede erschinen umme gehne ignorantie to hebben vant vor- 
leden jahr ijn tho wenden. 

Articulus secundus est approbatus. 

Articulus B ys voi*claret, dat die praeposituren sollenn blivenn mogen, 
soals ijn vörgaendem synodo decretiret, mitz datter güde ordening ge- 
stellet werde, darnha sie sick hebben to regiiliren. 

Articulus quartus wort uthgestellet , thotdat die gravamina geexaminert 
worden. 

Articulus quintus, G, 7, 8, 9, 10 sunt approbati etc. 

Articulus 11 is geapprobeert , nömelich dat classicael böken ijn synodo 
sollen vörtönet worden. 

Articulus offt ein prediger ock mach schattbörder sijnn, is gantz niet 
for gudt erkandt, dewile het tegen landtrecht ijs ende mith den vorigen 
resolutionibus synodorum stridich. 

Articulus 16 angaende die arinenordeninge is geapprobiret ende wordt 
vörclaret, dat die vortsettinge der executien over dese und andere arti- 
culen, ui> dem Jandtzdage beschieten, sall bij den hem Staten durch 
sekere deputatos synodi versocht worden. 



43 

Articulus 17 is geapprobiret ende wort wider vörclaret, dat die predigers 
nit alleine dan mit thodönde eniger dartho erwehlet uth der gemeinte 
sullen curatores der armen stellen. 

Ende ijs hirnha geinquirert, offt ook die gereformierde lehre pur und 
rein yn unsere kercken vorblive. Darup verdaren die broderen saraptlick, 
dat sie van gehne nye secten noch vörfalschingen weten. 

Sessio tertia pomeridiana. 
Post invocationem noininis divini venit ad synodum M. Hermannus 
Rennecheküs petens subsidium aliquod a synodo , die hem dan eine recom- 
mendatie ahn die (Jedeputierden te geven belovet ende gedaen hebben. 

Damha ijs gelesen eine missive der E. E. hem Gedeputerd. der landt- 
schop Drenthe, darinne sie vorclaren, dat enige predigeren uth Drentia 
solen erschinen umme hoere saken tegens Sy^monem Piuleüm ijn synodo 
uth tho foren. 

Warup femer erfolget ys lectio ommium gravaminum, so ijn eine schrifft 
dorch sekere deputatos gebracht sinde ijm synodo alTgedaen sullen werden 
etc, under welchen articulen der erste ijs, offt nit sekere gedieputierde a 
synodo sullen gestellet worden, die bij den E. E. hern Gedeput. omme 
datelick to executiren sekere puncten solen anholden. Vörclaret synodus, 
dat uth desem synodo sullen sekere gedeputeret, denwelcken ock alle 
noidtwendige puncten omme to effectuiren in collegio sullen proponirt 
worden. 

Articulus secundus gravaminum, inholdende offt men söle mogen bij 
dem magistrat anholden, dat desülve mochte ein edictum ijn den Om- 
landen tegen die exercitia Anabaptistarum publiceren, darüp vörclaret 
synodus, dat bij dem collegio sole angeholden werden, dat het collegium 
des 8 articul. resolutionem over die articulen des synodi ijn I^liddelstumb, 
anno 1600 den 25 Junij geschehen, wolden effectuiren. 

Articulus gravaminum tertius, offt ock kinderen sullen mogen extra 
ordinarium et publicum con ven turn gedöpet werden. Resolvirt synodus, 
dat die kinderdöp behöret to geschehen in dem ordentlicken kerckendienste, 
welverstaende wen se anders sülde geschehen, dat alssdan die olderen 
erstüch van alle superstitien affgemanet ende van die rechten gebniick der 
dope underwiset sinde, sall die dope ijn eine vergaderinge framer ehrlicher 
luiden conformlich der kerckenordeninge bedienet werden. 

Articul. 4 belangende die begreffnisse der doden wordt verclaret, dat 
by den begreffenissen alle missbniicken , oick dat die doden ijn die kercken 
gebracht werden omme vor der begrefnisse ein gebedt ende predicatie 
daraver te doende, sullen affgeschaffet werden. 

Articul. 5 gravam. offt nit güdt, dat die Heidelbergissche Catechismus 



44 

overall ijn deser provincie gelehret werde, ende dat ock geschehe ijn deser 
unser tale , darinne sie nu tho Grönningen gedrücket sall worden. Resolv. 
synodus seer güdt tho sin, dat die Catechismus volgeschreven ijn deser 
unser sprUcke overall gelehret werde , ende dat unbehörlich sij , dat schoel- 
meisteren ende kosteren krögers ofFte schattbörders sin, ende sall hirinne 
van denn E. E. heren executie versocht worden. 

Articulus 6 gravaminum , ofFt ock vörbede vor de doden geschehn soUe. 
Resolvirt synodus solches unchristlich ende unbehörlick te sin, ende sal 
hirinne aver die vörigen resolutiones executie versocht worden. 

ArticuL 7 van misbrüick der sonn, f est ende bedeldagen wert vorclaret, 
dat die afFschaffing dessen saD effectueret worden bij dem magistrat. 

Artic. 8 ofFt nit geradenn , dat in gene van dese provinciën Davd) Joris 
boecken gedruckt end mehr verkoft werden. Wort vorklaret, dat van dem 
magistrat söle versocht worden, dat sie wolle güde upsicht dragen, dat 
ijn deser provincie gehne gadeslasterlicke vorvonssche boken gedrücket 
effte verköfTt sullen werden. 

Articul. 9 van abusen ende discorder der predigers deser provincie ijs 
questie movirt, ofFt die deputati classium solen die vitia ministrorum höres 
classis sovele haer bewust dem synodo entdecken, diewile sie doch in 
classe gecensurirt worden. Resolvirt ende verclaret synodus , dat sie sulches 
to doende schuldig, ja noch darenboven geholden sin sullen dem synodo 
tho nomineren, welcke predigers under harem classe sortirendo einen 
imordentlichen , unstichtlichen wandell geföret hebben ende noch foren, 
ende sich niet nha velen vörmaningen gebeteret hebben etc. 

Sessio 4 et quinta 2 Junij. 
Kecitatis precibus hefFt synodus uth befehl van S. graffl. G. die saeke 
SiMONis JoANxis Philei cndc alles dai-tho dcnende inquirert und undersocht, 
ock pro et contra van clegem, Simone Joannis Philei vorg. ende beclagten 
predigem des cl?issis to Beilen in Drente laten disputeren, up alle ende 
jedere puncten der clagen und antworden wol emstliek lettende, wo solches 
alles withlöpich uth dem principael ligger tho Grönningen ijs tho sehende. 

Sessio 6 antemeridiana 3 Junij. 

Initio facto a precibus lecta sunt acta praecedentia, et in caussa Simonis 
Philei votis fratnim collectis pronunciata est se<]uens sententia synodi: 

Ahngaende die qwestie, gesthaen tusschen Simonem Phileum ter einer 
ende den predigers van Drente ter ander sij den , die synodus folgend hare 
laste, so sie van S. Gn. hefftt entfangen, alle die stucken overgelecht 
hebbende, die bij partien ahn beiden siden sin ingebracht ende darbi noch 
de novo hare verbalen gehörett , sampt noch andere stucken gesehen , heift 
entlich ijn die frese des Heren nha ripe deliberatie ijn bijwesende der 



45 

gedeputerden van den synodis in Süet ende Nordthollandtt vörklarett nnnde 
uithgesprackenn , verklaren ende sprecken uth mith desen: 

Ten ersten wat ahngaet Simonim Jo^vnnis, dat he niet geheel schinet 
unschüldig to wesen van enige heiftige worden gespraken te hebben tegens 
sine ahnklagers offte predigers van Drente vorgeschr., angesien hie hem 
niet en hefft konen entholden ijn dese ehristliche vergadering sonder 
noet den name des Heren uppet högeste an tho ropenn ende met un- 
ehristliche worden die vörbenomede gedeputerden vam classe to Beilen 
gesehabbiert enden entehret, waraver he Ijs ijn dese ehristliche vergadering 
gestraffet ende censureert gewest Nochtans bekent synodus, dat hie woU 
imd mit rechtferdige orsaken geappelleret ende heropen van vörgemelte 
sententie. 

Ten andem belangende die vörgemelte sententie vorclaren die broderen 
in dieselve die kerckenordening nit gefolget te sin, noch ock up enige 
faste fundamenten ende bewissreden tho stoenen , mith welcke men dieselve 
mochte vörantworden , angesien nit en bliket van enige vorgaende treppen 
vann censura, die man ijn desem nae dem worde Oottes schuldig ijs tho 
holden, gelick die strengicheit van dieselve sententz genöchsam bewiset, 
dat die prediger nit gantz frij van alle affecten sin gewesen, ende dat 
gheen kerckenpersonenn tho en kumpt jemande mulctam pecuniariam up 
tho leggen , veel te min tho arbitrale correctie to condemniren , ende hadden 
behoren meer gedaen to hebben in fa voer Simonis ehres medebröders, alss 
sie mehr befunden worden up de sijde van sine beschuldigers gewest to 
syn , vorbggaende die ehrlicken attestatien Simonls , hem van siner gemeente 
medegedeelet , darijegen ahnnehmende tanquam probata, tgene die twelff 
mannen van Meppel simplick mochten hebben geklaget offt ock schrifftlich 
averg^;even sonder enige documenten. 

Derohalven verklaren die broderen, dat die vörgemelte sententie van 
null ende van imwerden ijs toe holden, ende stellen bij deser harer sententie 
uth krafft van authoriteit, haer verlehnet the desen bovengementionert, 
SiMONEM voorg. in sin geheel omme overall, dar die Here liem sall be- 
lieven te heropen, hetsq buthen effte binnen die Drente to mogen den 
predigstoel te betreden, nha luidt der christlichen ordening der kercken 
van desenn lande, nochtans datt ten ansien, dat die van Meppel nu tegen- 
wordich mith einen erbaren, f ramen, godtsaligen man versien sint, ende he 
SniON nu toe Delmuden bekleidet den dienst, nit weder en sall mogen 
kehren thot Meppel. 

Ordelen wider die broderen , dat die sententie , ijnt protocoll thot Beilen 
registreret, gecancelliret ende vornichtiget sall worden. End umme reden 
desen synodum moverende wort vor gudtt angesien , dat die predigers 
sollen aff holden van classicaele vörgaderinge , tliotdat S. Gn. unse here stadt- 



46 

houder van desen vorwittiget sall sin ende breder door sine lettem sall 
hebben disponeret, etc. 

Ende willen die broderen deser vörgaderinge Simonem woU hebben ge- 
beden ende wall emstlich vermahnet, ten ansien hie ein bedaget man ijs 
end ein olden [kerekendienaer] l), acht tho nehmen op sin selffs ende sines 
dienstes, ende hem vortahn te wachten vor alle frembde bemoijinge, sinen 
kop wat matigen , ende niemandt gene occasion toe geven van uproer effte 
moijete ijn kercken ende policyen. Ordineren vorder die broderen die par- 
tijen hinc inde onderlinge te versönen ende umme Christi willen alles ijnt 
vüer der liefFde tho lathen vortehren. Actum to Gronniiigen op den 4 Junij 
anno etc. 1602. 

Die gedeputerde dieneren ende olderlingen aller classen der stadt Grön- 
ningen end Umnielanden synodaliter vörgadert sinde, onss praesent ende 
uth name des synodi Johannes Acronius , praeses synodi , Antonius Strom- 
BERG, scriba. 

Dese sententia ijs partijen vorgelesen , darvan sie up dithmael niet hebben 
protesteret, dan begeren schlichtlick copie, die haer ys geaccordiret ende 
gegeven. 

Ock ijs S. Gn. unser gnediger here stadtholder van desen dingen allen 
ende wat darto gehöret nha der lenge dorch twe missiven nha het begeren 
van S. Gn. vorg. berichtet ende vorwittiget worden, wo ydt nth dem 
ligger toe Groningen toe sehende. 

Den edelen heren Gedeputerden Staten van Drente ys ock up hare 
missive ad synodum geantwordet ende bericht gedaen van der sake Simonis 
Philei ende der predigers van Drenthe. 

Widers ijs Udo van Doessberch erschenen ijn desem synodo klagende 
up ende tegens het classis ijnt Oldeampt, dat se ehm in classe nit wolden 
acceptiren unde tho einen prediger ijn die Berta ahnnehraen etc. Darup dese 
christliche synodus nha verhör der partijen beijdersits up alle ende jedere 
stücken flitich lettende, hefft volgents decretum passieret ende uthge- 
spraken. 

Belangende Udonis Doessborchs sake, dewile dem synodo kundtbaer ende 
ock uth sinen eigenen tüchenissen blicket, datt he noch for weinich tidt 
der ubiquitistischen lehre hefftig angchangen, und alleine vam classe in 
Drente angenhamen, die nha resolution deses synodi solcke ahnnehrainge 
niet genochsam hebben bewehret, item dewile Udo nijelick nha siner 
ahnnehminge is befimden mith dnmckenschop ende vechten sich vergrepen 
to hebben, ende darvan ijn synodo sich ock niet hefft konen genochsam 



1) „[kerekendienaer]" verbeterd naar YY. In onzen cod. staat „kerckender.*' 



47 

purgieren, is nit allein sine beröping ijn der Beerta van nüll und gener 
weerden, sondem ock hie thom ministerio nha vörmöge der kerckenordening 
inhabil erkandt, solange anders kan van hem erwiset werden. 

Und ijs hierenbaven der synodus van einem erbaren rade der stadt 
Ghröningen dorch den secretarium Julsdtck geaviseert , dat van wolgemeltem 
erbaren rade upgedachter üdo ijn den kerckendienst hörer jurisdiction 
omme reden nit köne geduldett werden. Welches glichsfals van einem 
anderen, genömet Nioolaus van Stelungweri-t , item up de Meden be- 
röpen , dorch upgemelten h. secretarium uth befehl van einem erbaren rade 
ahngedenet ijs, damha sick sowol die gemeinte ijn der Beerta und up 
die Meeden alse ock die classis ijnt Oldeampt hefft tho richten. Act. in 
synodo Groning. 3 Junij. 

Van deser sententie hebben die gedeputerden des classis int Oldeampt 
copie begeret, diewelcke ehnen geaccordiret ende gegeven ijs. 

Sessio 7 pomeridiana 3 Junij. 
Invocato nomine divino venit in synodum Nioolaus Johannis, minister 
verbi qn Grijphskercken , conquerens sibi deesse stipendium unde vivat 
ibidem. Warop synodus resolvirt, dat die deputati synodi dem collegio 
NicoLAi saken solen ahndenen umb underholt tho erlangen, ende hie ijn 
Ghijpskercke gecontinueret moge werden. 

Nha desem is ijn synodo erschenen Wibrandus, pastor in Werffenburen, 
begerende synodus wolde hem assistentie dohn, dat hem wedderum etzliche 
achterstellige costen refundiret mochten werden, hetghene he wegen die 
verteerde kosten im namen van alle dassen bij Ameling Jansen erst hebbe 
mothen betalen. Ende hebben solckes die classes ahnwesende te doende 
ahngenhamen, sovele hare quota belangende. 

Hiemha sint ijn desem synodo erschenen die edelen ehrentfesten junck- 
heren Johan Rengers ten Poste , Albert Gaijkoma ende Alhardus Jensema 
onder anderen medecollatores van der pastorie thot Oldenhave ter einer, 
ende Theodorictus Petri, pastor darsulvest, geassociert sinde mith dem 
edelen ehrentfesten her Broersma ock niedecollatore onder anderen van 
die pastorien vorgeschr. ter ander sijden. Und hebben die vorgesch. jünck- 
heren alss clegers vörsocht van desem synodo , dat hie Tueodoricus bij des 
synodi authoriteit mochte geremoviert werden van dem dienst der pastorien , 
die Theodoricüs tegenwordich bedienet tho Oldenhave. Ock reden vorge- 
wendet, dat Theodoricüs solde alleine up i) bij provisie ahngenhamen sin 
ende sie nu befunden, dat darenbaven die vorgm. pastor mith siner schuldt 
gn moijjete ende swaricheit hebbe gestanden enige jahren lanck toe CoUum, 



1) „up" hierna volgt eenige opene ruinite, in YY 



48 

also dat die sake hefiPt ein tidtlanck |jnt hoff van Friesslandt gehangen, 
dat ook die procuroer generael des vorgs. höves tegen den pasteer ge- 
procedieret ende ock sententie thot nadeel van die pastor geobtineret. 
Seggende forder, dat die pasteer ock ter platze siner tegen wordigen wahning 
solde moijete ende uproer ahngerichtet hebben. Hijrtegen helft die pastor 
mith sine geassocierde medecollator vortönet sekere acten van sententien 
des hofes vorgm., nehmende nha het verclaren van drie eflFte vier advocaten , 
dat sie nit en ijs thot sinen nhadeel denende, alss hie oick hefFt vertönet 
verscheiden getuichenissen sines lehrens ende levendes van dem classe 
ende dieneren tho Doccüm, mitzgaders oick getuicheniss van twen personen 
uth dem classe Doccüm, hier ijn synode erschenen, alse ock de gemeinte 
höre luiden hir gehatt, dat sie mith dem pastor wel thofreden ende thot 
hem geneigt sint , ock betuiget wordt , dat het gehoer thot Oldenhave sehr 
groet ijs, ende tho freesen staet, dat so die pasteer alduss geremovirt 
würde, perickel wehre van grothe schöringe. 

Sententia : die synodus dese bedrovede sake ijn den vreese des Heren wol 
overleggende vörclaret vör hare sententie, dat die pastor nit rechtlicken 
kan van haer geordelt • worden inliabel te sinn offte unbequaem thot den 
kerckendienste, noch ock sehuldich for dithmael van Oldenhave to trecken, 
mar also sie raercket, dat he mith freden aldar nit en sall konen bliven, 
ende mit bewilligen der edelfesten junckeren niet kan vorkregen worden 
provisionale continuatie, so ijs het synodus van advijs, dat die prediger 
aldar vör so langen tidt sall werden continueret, alse hie eine andere 
beropinge sulde mogen bekahmen. Actum Groning. 3 Juni] anno 1602. 
Die gedeputerde der dassen synodaliter vergadert sinde. 

Van deser sententie hebben parthen beide copiam begeret, dewelcke 
hoer is geaccordiret end gegeven. 

Sessie octava antemeridiana 4 Junij. 
Precibus ad Deum fusis sint geexamineret etzliche lasterschrifften Simonis 
PHn.Fj ende sommiger prediger van Drente, so sie onderlinge op malc- 
kander gedahn, ende desem synode avergegeven ende sick onderworpen 
darin to sententieren ende te dohn nha advijs des synodi , sofeme de sake 
also vördragen ende hengelecht kende werden, dat partijen beidersitz bij 
hebbende ehre mochten bliven dese faerarörige i) schrifften tho annulleren. 
Sint sufTragia coUigeret ende ijs güdtbefunden partijen tho vörmahnen 
ernstlich to reconciliatie. Vermanet sijnde hebben eine den anderen um 
vörgiffniss gebeden, alles vörgeven ende onderlinge mett handttastinge 
angelavet te holden. 



1} ,^aeiurörige", YY heeft „faeniroovige." 



49 

Volgens np klage des kosters toe Beilen contra Henrictim Petri, sinen pasto- 
ren aldaer, ter einer ende HzNRia vorgem. , sinejegenvörantwerdinge ter ander 
siden, beide ijm synodo praesent zinde, is decretum ergangen ad articulum 
gravam. 10, dat geen pastor sall mogen die upkumsten van kosterigenn ende 
schoelmeisterien boren effte to sich trecken, noch all veleminder schoel- 
meisteren offte kostern up ende aifsetten, dan sal dese macht staen b^ 
dem pastor ende gemeinte samptlich, ijn genöchsamen reden fundirt sinde. 

Nha desen ijs D. praeses mith advijs des synodi weder thot die gravamina 
getreden, ende reserverende articulum praecedentem de censura morum 
hefft geproponeret: 

Artie, 10 grava, — Articulum decimum , offt pastoren ock mogen koste- 
rqen tho sich trecken ende vor einen seker lohn ahn andere overdragen 
ende die rest vor haer genethen etc. Resolvert synodus, dat solches 
unbehörlich ende ock nit sall mogen geschehen. 

Artic. 11 grava. — Articul 1 1 , dat die predigers , so van der provincie 
gesolariseert ende uth handen der rentemeistem betalet werden, mogen 
up genochsame meijem overgewiset werden. Darup vörklaret synodus, 
dat de deputati synodi solen mede by de E. E. hem Gedeput. der stadt 
Or5ningenn end Ummelanden anholden umme höre resolution, darvan airede 
gedaen over die decreta synodi Middelstumanae, tho achtervolgen und ijn 
effect te stellen. 

12. — Articul. 12 gravaminum, offt nit die predigers mogen van die 
extraordinarie lasten deser provinciën ontladen ende f rij worden. Vorclaret 
synodus, dat tho dem ende ein request ahn die E. heren Staten Generaell 
solle gestellet end gesonden worden, ende bi hand D. Bernhardi la Fau.lie 
doer JoANNEH van den Boegart ahn die vörgemelten heren övergeliefert werden. 

13. — Artic. 13, offt niet guet, dat alle vacierende cloesteren met 
predigem versehen werden. Yerclaret synodus , dat die classes solen erkun- 
digen, offt ock die predigers ^n den cloesteren frucht schaffen, ende darvan 
ahn die edlen h. Gedeputierden relatieren. 

14. — Artic. 14 de abusu juris patronatus, offt deselvige abeuss niet 
moge affgeschaffet werden. Referert synodus ad generalem synodum. 

15. — Articulus 15, offt kerckvogeden , kosteren end schoelmeisteren 
sollen membra ecclesiae sijn. "Vorclaret synodus, dattet behörlich ijs, ende 
begeren die edele h. Gedeputierden willen hirinne höre resolutie achter- 
folgen, der kerckenordening gemethe sinde. 

Himha |js gelesen eine missive des pastoris van Hollwijerda, welches 
sake dese synodus ahn die E. E. heren Gedeputerden refereret. 

Sessio nona pomeridiana 4 Junij. 

Oratione ad Deum habita is mith den predigem vann Drente wider ge- 
Ada gtfn, protinc. VIL 4 



handelt, Offt sie solden nha vörmöge höre credentz session in synodo 
hebben. Die synodus sie gecensurirt hebbende, helft umme reden Henricx) 
BocKEL^LVifNO ende Hexiucx) Assweri ende Joachimo Zoer diesulve togestaen. 
Und ijs nha desenn D. praeses wedder thot die gravamina gekahmen, alse 
folget. 

16. — Articul. 16, offt men oick mag kercken combineren. Vörklaret 
synodus, dat solches niet mag geschehn, soferne die kercken vor sick 
konen elck einen eigenen pastoren nnderholden nha luidt der kercken- 
ordening articulo quinquagesimo sexto , ende soferne beider kercken gemeinte 
so with van einander gelegen, dat sie nit en konen tho ein kercke tho- 
samende kahmen. 

17. — Articulus 17 van rechters ijn ehesaken, dat darine besonder 
gestellet worden, offt thot ein provest cum assessoribus sullen mogen 
gebracht worden. Referert synodus thot dem articulo de praepositura. 

IS. — Articul. 18 , dat geen copulation geschehe sonder drie vorghaende 
proclamatien ende tüchenissen der plaetze, gelick rede geresolvirt ijs etc. 
Vörclaret synodus, dat deputati synodi sullen bij dem collegio anholden, 
dat die kerckenordening hirinne achterfolget werde. 

19. — Articul. 19 , dat die unördening van brüeden ter kercken ghaen , 
alss blakeren, scheten, schencken, lueden, heidensche warschoppen aff- 
geschaffet mogen worden. Vörklaret darup synodus alss up den vorigen. 

20. — Articulus 20, offt olde misspapen mogen redgers sinn. Wordt 
vörklaret, dat solches niet behörlich, ehe und bevör sie gereformiret sijn 
ende den eidt van getruwicheit gediihn hebben, ende dat alle redgerss, 
80 ehrtidts misspapen gewest ende noch fiende der lehre sin , sollen mogen 
up den landsdach resigneret worden dorch vormahnen der h. Gedeputerdenn. 

21. — Articul. 21 , offt niet solde guet sin einen liberum coetum binnen 
Groningen ahn to stifften end tho holden. Hefft synodus gudtgef unden , 
ende sall in effect gestellet worden. 

22. — Articul. 22, belangende het protest des classis van Suethorm 
omme den synodum daer te holden etc. Resol. Wort tho kentnisz van S. G. 
gestellet. 

23. — Art. 23, offt niet geraden sy synodum ijn der stadt Groningen 
te holden oft ten minsten alternatim in stadt ende Omlanden. Resol. dat 
sall mogen vortahn propter loei commoditatem synodus alternatim ijn stadt 
end Omlanden geholden worden, datter nha ock ahn S. G. end den h. 
Gedeput. sal gerefereret worden thot haror discretie. 

End ijs ock decretiret, dat synodus ten respect van andere provinciën 
in deser provincie vorthan sal up den ersten Maendach nha Meijdach nha 
den olden st^jl geholden werdenn, etc. 



51 

Sessio 10 antemeridiana 5 Junij. 

Finitis precibus hebben die prediger van Drenthe horen entliken affscheidt 
by desen synodo genhamenn. 

Damha hefft dominus Wallesiüb, depiitatus NorthoUandiae, desem synodo 
to bedencken gegeven, offt niet geraden waer ein gemein synodael boeck 
te holden in deser provincie gelich ijn Hollandt. Danip synodus resolviret, 
dat het gudt sij, ende sole uth gemeinen kosten ein sijnodael boeck be- 
reidet, und die vorige synodael acta darin pure geschreven worden. 

Ten tweden efft nit gudt, dat die classis, daer synodus geholden wordt, 
ordinere den deputatis classium bequame herbergen , also dat twe dassen 
mith eine herberge versehen werden. Vörklaret synodus gudt tho sin, dat 
dese ordinantie vördahn geholden werde. 

Ten derden efft nit güdt den synodum met eine predige tho beginnen 
ende to endigen, wörvan sijnodus gelicke vorclaringe gedahn, dat het 
vördahn sole geobserveret worden. 

Then veerden offt nit güdt, dat twe prediger uth jederen classe geordineret 
worden tho visiteren die anderen, ijn harem classe sorterende, ende van 
horen und der gemeinten thostandt und progressu in classe ende synodo 
te relateren. Is hirup resolutie genhamen bij dem synodo juxta articulum 
51 der kerckenordening, mitz dat j^hrlichs nije personen in synodo solen 
genomineret worden. 

Und sint dith jahr genomineret: 

in Groninger classe : dominus Joannes Acronius , D. Bernhardus TnEODoraa 
und nobil. Tiahbertüs Horenkens; 

in Damster classe : D. Joannes Sprexgerus , D. Theodorus Klinckhamerus , 

JOHAJETNES BiLEVELDT; 

in Loppersumer classe: Dominus Leo Abeli, D. Henricüs Hobingius, 
nobil. Rsmr Alberda; 

uth Middelstumer classe: D. Johanxes Nicasius, D. Wibrandus Georgh, 
nobiL Taco Broersha; 

uth Enerumer classe: D. Andreas Aliiart, D. Tido Danielis, D. Her- 
MANNUS a Besten; 

uth Aduwerder classe: D. Robertus Wippingius, D. Jesreel Vinckelixjs , 
Hiin)RiGK Lewertt; 

uth Oldeambster classe: D. Wigboldus Homerus, D. Joannes Joannis, 
D. JoAimEs Meittzinqiüs. 

Sessio undecima 14 Junij. 

Recitatis precibus is censura morum geholden aver etzliche geciterde 

prediger, darmith dese sessio ijs geendiget, mitz dat synodus decretiret, 

dat alle classes solen geholden sin, fiitiger dan vörhen geschehn, alle 

censuren unde acten tho teickenen. 

4* 



52 

Sessio duodecima 15 Junij. 
Nhadat des H. name was ahngeropen mith ein devotiges gebedt, is 
gedecretiret , dat die predigers, so ijn desem synodo der censur mogen 
undergestellet worden, sick solen dem ordeel des synodi oder des classis 
gehörsamlick , bescheidentlick ende fredesamlick underwerpen, und dess- 
halven gene private personen, insonderheit der classium deputatos, ijn 
generley wise mith worden noch mitli wercken sullen besch weren, sub 
poena suspensionis aut si necesse remotionis. 

Nha desem sint die gravamina wedder for de handt genahmen, wonnne 
folget: 

24, — Articul. 24, offt niet nödich ordening te raUcken, wen pastoren 
versterven binnenjahres , die der pastorien gebniicket hebben, wannehr 
dat nhajahr behoret ahn te ghaen. Resolv. synodus, dat sie het lathen 
vörbliven bij der resolutie synodi Groningensis anno etc. 96 articul. 11, van 
sine graffl. Gnade selffs underteickenet. 

25, — Dat alle predigere end schoelmeisteren met behörlike under- 
holding mogen vorsehen werden , darmede alle bequame dieneren erholden 
ende den unbequamen gewehret moge werden. Is geresolviret , dat die 
dagenden solen bij hoeren classem vorsoecken umme recommendatie und 
remonstrantie tho döhn nha behoren, etc. 

26\ — Artic. 26 , offt behörlich , dat van Mennisten offte anderen einige 
husinge up pastorien ende schoelmeisterslanden sonder weder aff tho 
breeken gebuwet mogen worden, ende so gebuwet nit behoren affgebroken 
tho worden, updat die vorigen landen nit wurden bekörtet. Resolviret 
synodus, dat sie het laten sthaen by die resolutie des synodi tho Enerum 
articulo 26, stellende die executie van dien ahn die magistraet ter causa 
van der Wedderdoper lasteren ende importuniteit der predigers. 

Sessio 13 etc. 15 Junij. 
Post preces is dominus praeses vortgefahren in gravaminibus , alse folget: 

27, — Articulus 27, dat die ordeninge, die pröfstien belangende, ijn den 
Dam uth den olden gecorrigeret , moge revideret, approberet und in effect 
gestellet worden etc. Resolvirt synodus , dat die deputati deses synodi die 
olde ende ijm Dambster synodo geemendeerde articulen, die provestien 
belangende, examineren ende verbeteren, end also nha bestem vermogen 
gude ordening aver de pröestien toe verfaten ende den heren Gedepu- 
terden toe executiren. 

28, — Articul. 28, diewile so grothe ergemisse ende lasteren wegen 
der clösterguderen gehörett, dat denen niet betamet vaecken stipendia 
gegeven, rechte armen geweigert, anderss darin bij de provincie versien 
moge werden, stellet synodus ahn die E. E. heren Gedeputerden van 



53 

wegen die velen gesehreijen so ijn stadt iind landen tho remedieren nha 
vermogen. 

29. — Artic. 29 , dat die vicarien ende praebenden recht gebrüket ende 
imploijret mogen worden etc. Is gedecreteret, dat dar wider sall up ange- 
liolden werden by den E. E. hem Gedeputeerden. 

30, — Articul. 30, dat die praebendarii binnenlandes studerende alle 
jahren van die pastoren ter piatze ofiFte ter classe geexamineret raögen 
worden. Is geresolvirt, dat deputati synodi sullen anholden ijra collegio 
urame darinne tho ordineren , dat solches pastor loei effte die classis effec- 
tueren moge. 

3L — Articul. 31, offt behöret uth ein ander classe ein diener einen 
ledigen dienst eines andem classis, de van diesul ve bedienet köne worden, 
bedienen mogen etc. Is geresolviret, dat die deputati synodi sullen den 
E. E. h. Gedeputerden ahndienen, dat sie dem cloester Draepel einen 
eigenen prediger, ende die beiden klösteren Wytwart ende WarflPum ock 
einen eigenen prediger stellen, omme dereulvigen hare superstition gantz- 
lich uth tho dohn und soleke prediger tho horende ernstlich ahnbefehlen 
wolden. Wo glichsfals dem commenduer tho Osterwerum worde uperlecht, 
dat hie des pastoris behusing gelick ock die kercke gebörlick upbuwen, 
end dem pastor die thogeordenten 50 daler ahne moijte solle thokahmcn 
lathen , etc. Desgelicken dat die E. E. heren Gedeput. wolden vorschafTen , 
dat die beginen tho Tesinga mochten van einander und darmith also uth 
haer superstitie gebracht worden. 

32. — Articul. 32, offt wol recht gedahn sij, dat einige personen un- 
gedöpet ijn frembde plaetsen gecopuliret werden , dar hoer soleke copulatie 
van hoer praedicant was geweyert, gelick einer gedaen, Akxoldus Aettts 
genömet etc. Is geresolviret , dat ungedöpede niet sullen gecopuliret worden , 
WO ock neen pastoren frembde luide solen copuliren , die gehne getüiche- 
nisse van ehre proclamatie und dope hebben. End sall Arnoldus Aetitjs 
darum ernstlich gestraffet werden, dat hie twe ungedöpede ende unge- 
proclamirde hefftt gecopuliret. 

33. — Articulus 33, offt ock armengelden, bij testament gegeven, 
behoren ahn handen der Mennisten tho kahmen, omme buten diaconatschop 
der Gereformerdenn kercken van den Mennisten te administreret ende 
iithgedeelet te worden, alse sie sich ahnmetigen. Vörklaret synodus, 
dat almissen bij testamente gegeven sollen van niemandts entfangen offte 
uthgedeleth werden alse dorch ordinarie predigers ende diaconen des 
ordts, etc. 

34. — Art. 34, dat die synodus bij S. Gn. unsem wolgebamen grafen 
und h. wolde anholden , dat van S. Gn. ahn den drosten van Wedda mochte 
geschreven werden umme die underdahnen van Westerwolde dahen tho 



54 

holden, dat sie dem classe, hore jurisdictie concemierende, ijn relligions- 
saken nba satz ende ordeninge der kercken in alles gehoersamen , ende van 
dem classe geropen compareeren mochten nullis obstantibus contradictionibus, 
addendo dat der vorgedachter herrligheit kerckendienaren hare geboerlicke 
synodale ende classicale unkosten uijt der kercken goederen darthoe ge- 
bruijcken. 

Sessio decimaquarta 16 Junij. 
Nha dem gebede hefft der edelfeste Lambert Hörenkens dem synode 
referiret, dat ein erbar raedt geaccordieret die costen, so verleden jahr 
gedaen tho Enerum , sullen uth den kercken des Oldenambster classis sine 
praejudicio genhamen werdenn nha hoer quota. 

35. Himha hefft dominus Leo Abeli, pastor qn Loppersumb, diesem 
synode proponiret, dat he eine persene, so lasterworden ende lögentale 
over hem uthgesprenget, hebbe rechtlick ijn die iser setten und schluten 
lathen, unde begeret des synodi ad vijs ende guden raedt, hoe hie mith 
dersulven personen offte höresgelicken solle wider mogen procidiren. 

Vörklaret synodus, dat dominus Leo genesweges die geapprehendierde 
offt ock die anderen höresgeliken ende belijden sal met slechter revocation 
doen dimitteren, dan sal die sake tho rechte emstlich dorchdriven ende 
het darhen bringen, dat ahn sodanigen lasterers ein apentlick exempel 
moge gestatuert wordenn, addendo dat sinodi deputati dar nodich D. Leoni 
sullen beforderlich sin ijn rechtmetigen saken. 

Sessio 15 etc. 16 Junij. 

Recitatis precibus examinata sunt acta synodalia, et constituti sunt 
deputati, qui referrent ad collegium, dominus Johannes Acronius, D. Joannes 
NicAsius, dominus Leo Abeli, D. Wioboldüs Homerus. 

Hirin ys geschlaten, dat die deputati bij dem collegio sullen anholden , 
dat die heren Oedeputerden wolden mandata passieren lathen in genere, 
dat gehne lickpredigten sullen geschehn, aleher die dode ter erden be- 
stedigt ijs. 

Deputati synodi sunt constituti : D. Jo.vnnes Acronius, D. Joannes Nicasius, 
D. Joannes Sprenoerus, D. Andreas Alhart, D. Jesreel Vinckelius, 
D. Leo Abeli, D. Wigboldus Homerus etc. 

Van den unkosten blifft bij dem olden gebruick. 

Sessio 16 etc. 17 Junij etc. 
Nha dem gebede ijs gedecreteret, dat niemandt van den predigem sich 
sall verfoideren enige dingen to elimineren, die sowol qn den synodis 
alse classibus belangende censuram morum, wc ock wat sonst nit behöret 



55 

geelimineret tho werden , vorhandelet worden , idque sub poena suspensionis 
ab officio etc. 

In saken Johanxis Wmicini, prediger ijn ToUbert, contra secretariura 
Ekexss clegem hefft synodus geresolviret, dat uth dem classe des Wester- 
qwartiers ein prediger, ende uth twen den nahesten classibns ock jeder 
einer sollen gedeputiret worden, de sick samptlich ijn Fredewolt sollen 
erkundigen ende gründtliche informatie deser saeken nehmen ende darvan 
ad classem relateren, die met desen gedeputerden sollen tosamen dohn 
nhae behoren. 

Hiemha hefft ein ehrbar raedt der stadt Grönningen desen synodum 
met 15 daler vorehret omrae darvan eine maeltidt tho holden. 

Deputati in Johanxis Wirichii sake sint D. Bernhardus Theod. , minister 
Gröning., dominus Hermannts Besten, D. Robertus Witpin'gius. 

Sessio 17 etc. 17 .lunij pomeridiana. 

Finitis precibus is ijn saeken D. Bernhardi Da>telis, pastoris in Wet- 
zinga, gedecretiret Diewile verscheiden questio ende missverstandt tusschen 
den e. e. junckheren Albert Starckexborch tho Wetzingen ende sine huiss- 
fruwe mitsampt weinigen der gemeinte ter einore , und den wordigen end 
wolgelerden Bernhardum Daniells, pastoren tho Wetzingen ter andem 
sidenn, is geresolviret, wowol synodus niet befindet vör dithmael erheff- 
liche orsaken, warummo he solde van sin dienst ende plaetz aldaer vörsettet 
worden , dennoch umme alle widere moijete ende unerbuwing der kercken 
tho vormiden, suhet ydt synodus vor gudt ahn, ja erbudt sich ock tho 
beflitigen, dat D. Bernhardus up ein anderen platz thot mehrder sticliting 
und der kercken Christi erbuwing erster gelegenheit heropen ende trans- 
feriret mach worden, mitz desen dat D. Bernuaroüs sall henforder als 
ein fraem diener J. Christi sich holden ende dragen ende die gelidtraathen, 
60 geoffendiret, mith sick versönen. Actum Gröning. 16 Junij anno 1602 
synodaliter. 

Is ock hirnha geresolviret , dat die decreta deses sj'nodi , so den classibus 
tho exequiren geboren , sollen ijn jedem classe getruwelick ende emstlich 
achterfolget werden , und so enige classis hirinne nhalatich befunden , sall 
in synodo proxima danimme angesien ende nha geboir gecensuriret werden. 

Wo ock femer synodus resolviret anghaende die platze dess kunfTtigen 
synodi, dat die ahnwesenden domini fratres samptlichen wol ahm be- 
qwamesten achten und ahm levesten wehren in der stadt Groningen, 
idoch stellen solches den E. E. hem Gedeputerden heim omme darin to 
disponiren, alss sie best achten etc. Die dach ijs wo vorg. die erste Maendach 
nha Meijdach etc. 

Die gedeputerden deses synodi nhafolgende gecensureret ende ^jn lehro 



56 

nnd levendt gadtbefonden sinde, hebben dese acta met höre eigen handen 
iindeiigeteickent 

Nobil. La3cbertus Horeneens. 

Dominns Joanxes Acroniüs, praeses synodi. 

Antoniüs Stroembekgiüs , p. in Rottum, scriba synodi. 

JoAXNTS NiCASirs, pastor in Middelstum. 

JoASKES Sprengerus, p. in Appingadam. 

Theodorus Klisckhamerüs , p. in Tjamsweer etc. 

JoHAN V. BuLEVELT, oldcrling qm Dam. 

Leo Abeu, pastor in Loppersüm. 

Henricus HoBmoiüs, p. in Sandis. 

Andreas Alhart, p. in Enerum. 

Hermanitus Besten, p. in Werflfhüsen. 

TiDO Danielis, p. in Baffloe. 

Sdctus Abeli, p. in Esing. 

Jesreel VmcxELiüs, p. ijn Grotegast 

JoHANNES JoHANNK, p. in Wagcnborch. 

JoHAiïNES Mentzingius, p. in ünstwedda. 

WiGBOLDXTS Homerus, p. in Midwolda. 

Wilhelmus Joanttis, p. in Wolda. 

Finis. 
Fer Jesu nobis indigentibus salutem etc. 



Acta nonae synodi provincialis urbis Groningae et 
Omlandiae, also die schrifftlich heropen ys hy die 
gedeputerden der E. E. hem Staten derselven provincie, 
angefangen ende geholden yn der stadt Groningen upt 
proviiicienhUis 2 May anno etc. 1603^ ten overstdn 
van haer E. E. gedeput. die E. h. Philippus Meckema 
und RoELEFF Battinga und die E. E. Dodo vann 
Amsweer etc. 

1. Nha voerghande anropinge des namen Ghottes synn verkahren com- 
munibus suffragiis tot ein praesidem dominus Joannes Sprengerus , tot ein 
assessorem dominus Joannes Acronius ende tot scribam D. Wigboldus 
Homerus. 

2. Die gecommitterden der respectieve dassen deses synodi hebben 
overgegeven ende vörtönet hare credentzbrieven, ende nhadat sie gelesen 



57 

sint, ijs censura daraver geholden und alle samptlick session vergunnet, 
naemlick : 

ex classe Groningensi: D. Joannes Acronius, D. Bernhardus TnEODORia, 
D. Egqericts Eggens, senior; 

ex classe Dammonensi: D. Joannes Sprejtgerus, D. Tiieodoricüs Kunck- 
HAMERUS, D. WiLKE Tiio Nansum, senior; 

ex classe Loppersumana : D. Henricüs Hobingits, D. Daniel Thom.ve, 
D. EiLARDus LuDOvia loco senioris; 

ex classe Middelsturaana : D. Albertus Wilhelmi, D. Arxoldus Aetius, 
D. Egbertüs Sickens loco senioris; 

ex classe Enerumana: D. Tydo Danteus, D. Andreas Stratemanntjs , 
D. DoMiNicus TiALLiNGius loco scnioris ; 

ex classe Adwerdiana: D. Jesreel VmcKEUus, D. Thomas Stalmannus, 
D. Popoo Helprich, senior; 

ex Yeteri Praefectura: D. Wigboldus Hojieri, D. Sebastiantjs Hermanni, 
D. Hermannüs Borgelius loco senioris. 

3. Sint erschenen ijn dese vorgaderinge D. Casparus Grevinchovtüs, 
diener tho Rotterdam, und D. Johajtnes Wallesius, diener tho Boven- 
caspell, mith credentz van die respective synoden ijn Süet end Nordt- 
hollandt thot nnderholding van die ahngefangene correspondentz , die sie 
uth die name alssvoren frundtlichen hebben vörsocht ahn dese vergade- 
ring te continuerende, twelck dese synodus angenamen, und hoer uth die 
name alssvoren sessie vergundt hefft. 

4. Vorder sint die deneren des godtlichen wordes der landtschop Drente 
erschenen ijn deser vergadering, ünd sint gewesen mith namen : D. Ever- 
hardus JoANNis, prediger binnen Meppel, D. Joachimus Zoer, p. tho Anloe, 
D. Hermannus Bredewech, prediger tho Schoenebeck, und hebben hare 
credentzbrefen, inholdende umme van wegen de kercken vorges. bij provisie 
und for eine tidt van twe jahren desem synode bij tho wanen sonder 
praejudicio van des vorsch. landts vrijeheit, vertönet volgende de resolutie, 
bij die landtschap genhamen. So ysset dat dese synodus diesel ve kercken 
und dieneren alss leden dessul ven synodi in forma alss vorg. erkent, 
entfengt und vorklaret, und ijs gudtgefunden und geresolviret aen E. E. 
heren regierders der landtschop Drenthe tho vörsöken ende tho bidden 
ock neffens den h. gedieputerden, van wegen der provincie van Gron- 
ningen und Omlanden yn den synode gecompariret unde medegepraesideret, 
einen gequalificerden und der christlichen gereformerden reb'gie professie 
doende persene uth het midden van ehr E. E. Gedeputerden jürlichs te 
committeren umme ijn gelicker forma und nefens den h. vorg. die ver- 
gadering deses synodi bi tho wahnen, dat ock dem classi van Drente 



58 

geloven sall, ist mogelicken, ten minsten twe dieneren bq provisie uth 
ijdtlicken classibus to senden und hirvan ijn ehren dassibus report döhn. 

Sessio secunda pomeridiana. 

5. Dewile vele verscheidene personen ijm sijnodo erschinen und sick 
mede ter maeltidt vörfögen, resolvirt die synodus, dat ein jeder classis 
nha desem mael sal dragen die kosten van die personen, so iinder sin 
classe sortiren. Die kosten der andem gemeinen personen sollen thot ge- 
meine lasten des synodi sthaen. 

Resumptie der articulen des vörigen synodi. 

6. Die ersto artiekel synodi Gröningensis vorgangen jahr geholden 
umme einen olderlinck up den synodo mede to bringen wort allnoch be- 
krefftiget, iind sint deputati classium vormanet, dat sie ijnkurapstig hirup 
güde regart willen nehraen. 

7. Die ander artic. umme die puncten ijnt korte tho vorfeten, so ahn 
die E. E. Gedeputerden sollen avergegeven worden, imd bi numero to 
stellen wort mede geapproberet. 

8. Artic. 3 angaende die praeposituren , darin rede bij S. Gn. und die 
h. Gedeputerden thom dele gedaen ijs, und up den landtdach noch enige 
swaricheit gemoviret, aviseret synodus van noden to sin alnoch up den landes- 
dach ahn to holden, unde dat um vele erheffliche orsaken, van grote abusen 
und missbniecken , so qn die pmeposituren gespöret imd gesehen werden. 

9. Die 8 articul synodi Enerumanae belangen die Wedderdoperen , hare 
conventiculen und ekercitien und specialiken mede die echtschoppen , so 
bij ehnen geschehn, alsock die echtscheding dersulven Wedderdoperen, 
also men seker ijs, dat bij S. Gnade und die heren Gedeputerden tho 
dele resolutie darup genamen qs, und ock up den landtsdach van de ge- 
comniitterden des synodi vörleden jahres ijs angeholden, und dan noch tot 
noch tho nichtes ijs erfolget, achtet die synodus hoch van noden, dat die 
predigers alle abusen und schandtliche missbrücken der Wedderdöperschen 
lehre flitich inquireren, umme up kunfftigen landtdach tho remonstreren 
und emstlichen anholdcn, dat darinne sovele mögelicken mag remediert 
worden. Dartho den folgende predigero uth desem synodo erwehlet sint, 
alse namptlicken: D. Johajïnes Sprengertjs , praeses , D. Joannes Agrontos, 
D. Hexricus Houbingius, D. Albertus Wilhelmi, Andreas Stratemanntjs , 
Sebastianus Hermanni, Jesreel Vinckelius. 

10. Articul. 7 praeteritae synodi, dat ghene predigers, kosters effte 
schoelmeisters schadtbörers behoren to sin, diewelcke dhomals besloten 
und van die E. E. hem Gedeputerden mit apenlickem edicto bestediget, 



59 

und dannooh vorsthaen wert enige vörbenömede personen tho sin, die 
datsul ve gebrücken, alss wort den classibus allnoch befahlen van synode 
tegenwordich umme darin güde npsicht te dragen ende sovele mögelich 
to remedieren, ünd bij faute van dien solen die classes, so hirin haren 
devoer nit döhn werden, in proxima synodo vori) angesien werden. Hirbij 
gefoget dat predigers gehn advocaten , procnroren , compromissarien umme 
geldt tho vordenende sin raogenn etc. 

11. Dewile dar klachten yn synodo vörgefallen, datter enige schöel- 
meisteren sin , die haer erste gelovesfundamenta niet en wethenn und seer 
unbequam sin tho dem schoeldienste , resolviret synodus, dat die classes 
die schoelmeistem mogen ende solen ijn die hövetstücken der christlichen 
religie flitich imdersoecken ende nha die kerckenordening laten under- 
teickenen. Unde so sie sick darinne unwillich dragen, sollen sie der 
avericheit angedienet und affgesettet werden. 

12. Imglichen wordt geklaget, dat up sommige plaetsen kosters und 
schoelmeisters sin sollen noch frembdt van die reine lehre , ja fianden der- 
sidven, die met grothe ergemisse ter plütsenn sthaen und dannoch van 
die profiten der kercken leven etc. Wordt derhalven den classibus uper- 
lecht up solche personen güde upsicht te dragen, und sovele mögelich 
desulven mit die kercken to verenigen, offte bij die E. E. heren Gedeputerd. 
an tho holden, dat sie haer diensten removiret worden. 

13. Die 8 articul., datter gehne lasterlicke böker gedrilcket werden 
ende die gedruckeden te supprimiren, wort alssnoch ratificert ende be- 
slaten, dat men ook bQ die magistr&t umme tselve nit te mogen geschien 
anholden sall. Und sinnen ock die ahnwesenden dieneren uth Hollandt 
versocht omme an to holdende, dat ^mgelicken in hare provincie mag 
geschehen, dewile men befindet, dat vele alsolcke lasterliche böker aldaer 
gedrucket und allenthalven uthgespreidet werden. 

14. Articulus 9 van die censura der dieneren up dem synodo yn to 
bringen, so vorgangen jahr beschieten, wordt alssnoch bekreftiget mith 
desem bescheide, dat het eigentlick van die censura der classium selver 
tho vorsthan sy, dar die classes haer officium nit doehn ynt censureren, 
visiteren ende anders. Unde so dar enige personen gefunden worden, 
darmede die classis nit tho rechte kahmen kan , solen desulven ad censurain 
synodi gefordert werden. Und sinnen volgents die classes alle nha einander 
gecensurert, hare prothocoUen visiteret ende van allen saken gude recken- 
schop gefordert. 



1) „vor", hier ontbreekt in onze codd. een woord, bijv. censurabel. 



60 

15. Articul. 10 van het missbniick der beroping der dieneren. Sinnen 
van desem synodo geeonstitueret D. Joanxes Acroxius , D. Herman Stech- 
MANNUs, D. Leo Abeu, und hefft belavet die E. E. Dodo van Amsweher 
haer met sine praesentie bij to wahnenn om me eine richtige ordeninge 
van den rechten gebrüick der beroping to concipiëren end te stellen , die- 
welcke den deputatis synodi ten handen gestellet sall worden umme van 
haer gevisiteret und nha behoren darmede gedahn to worden. Midlertidt 
ijs güdtgefunden by dem synodo, dat men iip dem landttdach bij reqneste 
sall versöcken , dat haer E. E. L. will beleven einige geqiialificerde personen , 
welcker der Reformirden relligie vorwandt sinnen, uth het middel van 
haer van Stadt end Landen hirtho mede deputieren. Welckes ock geschehen, 
doch ^s damp nichts erfolget. 

16. Articulus 11 gravam. is van die E. E. h. Gedeput. danip geresolviret, 
dat die dieneren , so van die provincie salariseret worden , haer contingent 
ijn redem gelde uth des rentemeisters handen sullen mogen entfangen. 
Und so darumme jemant tho klagen hedde, die sall dat bQ den Oedepu- 
terden ahndienenn, die alssden darin vorsehen willen. 

17. Die 15 articul. dat kerckvogeden , kosters ende schoelmeisters 
membra ecclesiae sin sollen effte ten minsten fautores, is van die E. E. heren 
ratificeret , und wordt derhalven allen classibus befahlen hirup gucdt regaert 
tho nehmen und de personen, so hirin gebrecklich sinnen, den deputatis 
synodi aver to geven imime also doer autoriteit der overicheit diesulven 
van haren dienst to removiren. 

18. Die 16 articul. van die combinatie der kercken ^n vörgaendem 
synodo vörbaden wert allsnoch, sovele jummer mögelich ^*s, tho effec- 
tueren besloten. Unde wordt krafft deses dem classi Dammonensi belastet 
de upkumsten des pastoris oft pastorien tho Medthusen tho underförschen, 
und so sie vörstaet, dat diesel ve genöchsam sij tho underholding eines 
dieners, sall die classis mith die gemeinte tho Medthusen vorsorgen, dat 
da ein diener mag verkoren worden. 

Die combinatie van Upwirda wordt ock nha dith tegenwordige jahr bq 
D. Klinckhamero affgesthaen und vörlathen , b^ sofeme het karspell einen 
diener underholden kan. Item die combinatie van Suetwolde end Wester- 
w^twart achtet die synodus ock tegen die vorige resolutie des synodi tho 
striden , unde wordt derhalven metzdesen verbaden. Belangend die andere 
combinatien wert uthgestellet, und sollen die deputati synodi die gemeinte 
Suitwolde vörmahnen umb hare beroping tho döhn nha die kerckenordening. 

19. Artic. 17, angliaende die ehelicke saken wordt vörwachtet, wat 
up desen landach darinne mach gadaen worden. 



61 

20. Artic. 18 dat men gehne personen iiith anderen earspeln, so sick 
willen qn den ehestandt begeven , Ball copiilieren , tensij dat sie getuche- 
nisse vertonen van haer ordentliehe proclamatie, wort allnoch bestedigt 
nnd den classibus befahlen, dat dieselvigen allen mogelicken flith willen 
ahnwenden, dat dese artickel mag achtervolget werden und also grote 
inconvenientie vorhindert 

21. Die 19 artic. van die unordening der warschoppen, item van blakeren 
und anders qs bij die E. E. Gedeputer. vörbodt geschehn, und sollen die 
classes alsolcke fauten end gebreken ahn die E. E. Oedeputerd. lathen 
gelangen umme darin gedaen te mogen worden nha behoren. 

22. Die 20 artic. van die redgem, so argerlich sinnen, dat die mogen 
affgesettet worden, sall up desen landtdach angeholden worden, dat der 
E. E. h. Gedep. resolutie darvan mag geeffectuiret worden. 

23. Articul. 30 synodi Groningensis van die praebendariis tho exami- 
niren etc. is by die h. Gedeput. vor gudt mede angesien , dat solckes sall 
geschehn nha luidt der vörigen resolutie, ünd wordt den classibus belastet 
tho erforschen, woer alsolcke studenten sin mogen, und desulven thom 
examen forderen und darvan gildt report dohn. 

Dewile bij deser handeling der praeses und 2 dassen up Maendach des 
wedder ahnghaenden synodi absent gewest, is geresolveret, dat der assessor 
ijnmiddelst praesideren, und men \jn der action fortfahren, und wat ge- 
schloten bundig wesen sall. 

Demnach alss HmKiccs Hoübingius, classis Loppersumanae deputatus, 
wegen livesswackheit hefft nha huis mothen reisen, is D. Leo Abeu ge- 
ropen, und dorch gemeine stemmen des synodi ahn HENRia plaetz vörordinet 
^n allen plene alss ein deputatus mede to handelen end to schluten. 

Nu folgen die gravamina deses tegenwordigen synodi. 

1. Umme güde ordening to stellen ijn die beropinge der dieneren, beide 
ijn kercken und scholen, sinnen dartho sekere personen genömet hiebevoren 
ijn den 15 artickel. 

2. Umme eine richtige ordening te mllcken, wSmha men alle jahren 
de visitation der kercken sall vörrichten, so ijs thot den ende dese nha- 
folgende wise van desen synodo vorgestelt, approberet ende sovele moge- 
licken nha tho kahmende angenhamen. 

8. Dat alle jahren die visitatores van dem synodo mit die mehesten 
stemmen verkoren ende gestellet sullen worden , also dat allewegen einer 
van des vorigen jahres visitatoren sall continuiret worden, etc. 



G2 

Project van die maniere der kereklicken Tisitation, volgende 

den 40 artieul synodi nationalis Hagae unde der kerckcn- 

ordeninge etc. 

Die visitatores classium, alle jahre qn die synodale vergaderinge ver- 

karen end gestellet sinde mith den meisten stemmen, sullen ein jeglick 

gn sin classe die kercken des classis visiteren und besöken , in forma als 

volget: 

1. Ten ersten sullen sie sick lathen finden ijn den praedicatien der 
pastoren, mitz van thovören den pastoribus tho lathen weten, umme ehre 
predikinge idtsij des Sondages offt binnen der weken an to horen, iind 
uth diesel ve to nehmen orsake den pastoren ijn tghene , dat te vörbeteren 
is, to vermahnen, exhorteren und guden moet te geven. 

2. So averst die visitatores des Sondages des pastoris predigt nichten 
konden anhören, dartho se sich nochtans benerstigen sollen, sovele möge- 
licken wesen saU, solde men qn die classibus konen ordineren und holden 
die b^enkumpst der classen tho beginnen mith ein proposition uth den 
Catechismo, densul ven achterfolgende bij gebörten, nit langer dan den 
tidt van ein halff uhre , und dem pastori ahngewesen werde , wat bij ehne 
to vörbeteren wesen sall, umme also die visitationes ock gn der weke te 
mogen doen. 

3. Angehöret hebbende und geendiget sinde die praedicatie ende dienst 
des pastoris, so die gedahn wordt, sullen sie underfragen den pastom 
ijnt besunder und den kerckenraedt, olderlingen, diaconenijnt besonder, und 
dar geen presbij terium noch nit en ijs, enigen van den vömemesten, die 
thom gehoer des wordes kahmen, van denwelcken sie sich erkundigen 
solen umme ten wedersiden te imderfragen, wo ijdt mith den pastoren, 
dessgelicken mith dem presbiterio offte den vornemsten thohorderen, frome 
luiden und der relligie nit fiendt wesende, ^n saken der kercken gelegen 
sij, sonder den einen oift den anderen to soecken tho beschamen efft ijn 
sine authoriteit tho verkleineren , averst velemehr dat die visitatores ehren 
plicht volbringen, und nichtemin de jungere pastoren den olden ehre ge- 
borlicke ehre geven unde alse vaders ahnspreken ende vörmahnen. 

4. Die visitatores sullen ock selifs nit meinen, alssofft sie van der 
visitation mith ehren kercken den tidt ehrer visitatien geduirende solden 
f r^ wesen , sondem qdt sollen dieselve die eine den anderen vorgeselschapt 
mith einem olderlinck oift diener des classis reciproce sine kercken so- 
wol visiteren alsse alle die anderen und darvan \jn dem negstfolgenden 
synodo reckenschop geven. 

5. Den pastoren in loco sullen se vor ijdt erste alleine vör sick be- 
scheiden und ehme afdragen, wat authoren he lese und mith ehme van 
der lehre conferiren , item wat scandalen oifte ergernissen gn der gemeine 



63 

effte volcke nmghaen, wo sick die olderlingen und diaconen ijn ehre be- 
dieninge dragen, oift sie ock ehme qn der stifftinge der kercken behulps&m 
8in mith allem llith, und die bijeinkumsten des praesb^jterii waemehmen 
und up die gelidtmathen der gemeinte tniwe tosicht hebben , desulve mith 
ehme ehrem pastore sampt und besonder visiteren, und offt die diaconen 
ock güde YÖrsörge up den armen nehmen, und so die pastor ychteswat 
hefft, den olderlingen und diaconen vormahnen und underrichten. 

6. Damha sullen sie alleine die olderlingen end diakonen ock bij sich 
bescheiden und underfragen van ehren pastore , wo dat he sick drage ^n 
lehre und levende, und forder ijnt besöcken der lidtmathen der gemeine 
und der krancken, unde so ychteswat befunden wordt, dat vörmahnens 
werdich sij, dem pastori die olderlingen und diaconen ein qegelick mith 
sine te exhortiren und vormahnen etc. 

7. In plaetsen, dar gehne Gereformerde gemeine noch nit en ^s, sullen 
und konen die visitatores sich erkundigen bij frömesten der thohörem 
des wordes, und so sie ijchteswat finden effte horen, sick wol erkun- 
digen, efft ^dt ock also s\j, unde nicht lichtelick accusationes tegen den 
pastoren ahnnehmen, idtsq den dat redenen und orsaken darbij vorklaret 
worden und einen schin end ock ahnsehent der waerheit hebben, dat sie 
den pastoren darüp horen, und indien ychteswat beunden wordt, ehnen 
nha behoren censureren und tho betering vormahnen, und so ijdt nicht 
heipet effte eine schware saecke ijs, desulve mith den deputerden synodi 
oommimiceren und raetplegen, und entlich den pastoren imd ijdt volck 
emstlickeni) umme dat avendtmael des h. Ohristi tho holden, und eine 
formam van eine gemeine mith hulpe des classis, dartho enige depu- 
terende olderlingen und diakenen te vorkesen, ahnrichten. Und sali 
hirtho dienen und nutte wesen, dat die pastor sich sul vest tho deni 
avendttmahle des Heren ijn der negester gemeine begeve unde solckes 
ock nha der erster vörmaning primae^) suspensionis nit nha en lathe, 
und dat he begere ahn der negestgesethene Gereformerde gemeinte mith 
ehren pastore tho siner plaetse oft perioche^) to kahmen omme dat 
avendtmhael des Heren mith ehme tho holden, und enige qn sine perioche 3) 
dartho an tho leiden umme also tho hebben, uth denwelcken hie older- 
lingen und diakenen verkesen möghe mith raet und hillpe des classis. 

8. Die visitatores himha mith dem presb^terio vorsamlet wesende, 
sullen dem pastori sampt den olderlingen und diaconen affragen , offt ock 



1) „emstlicken.'' Hier is blijkbaar een woord overgeslagen in onze beide codices. 
In het origineel heeft vermoedelijk gestaan : ,,em8tlicken vormahnen'' of iets dergelijks. 

2) Vóór „priraae" is doorgeschrapt „und." YY heeft „und primae." 
8) „perioche." YY'^ heeft „parochie." 



64 

nha ehren besten beduncken die suivere lehre mit frucht unde sti£Ftinge 
der gemeine iind der thohörern gedreven werde, unde so ^chteswat 
qs bij einen der ledemathen efiFte thohorem werdig verbetert tho werden , 
solckes to kennen te geven umme diesnlven to vennahnen iind ahn tho 
sprecken offte to underriehten. Item offt sie ook het aventmael des Heren 
holden , und so nit tho arbeiden damha , dat qdt thom negesten geschehn 
móge und b^ der pastoren schuldt nit nhagelathen werde. Item offt sie 
oick onderlinge und ahn der gemeine die christliche disciplinam mith 
censureren und vörmahningen volgende Oades wordt und die kercken- 
ordening oefene. Item offt sie ook ein kerekenboeck hebben, presbiteria 
underholden imd ehre acta flitig upschriven und die boken die visitato- 
ribus sehen lathen. Item wat forma qn ceremoniën van prediken, doepe, 
aventmhael des Heren tho bedenen, disciplinam to exerceren und den 
eohtenstandt tho solenniseren bij ehnen geholden werde etc. Item offt 
sie ock den Catechismum Heidelbergensem lehren und driven, und 
entlich offt sie ock eine kerckenordening qn ehrem consistorie hebben 
umme sick damha qn ehren actiën te regulieren. Item offt sie oick stridt 
hebben mith Papisten, Wedderdoperen und anderen secten, und entlich 
WO sich ehre thohörer dragen, updat also alle ataxia und wat femer 
tho vörbeteren ijs, gebethert werde thot wechnehminge der overgeblevenen 
superstitien und roecklosicheit des levendes etc. 

9. Sie solen ock erfrosschen, wo ^dt mith den kerckvogeden sij, unde 
WO up wat wise die kerckenguderen geadministreret werden, alsemede 
tho undersoecken van den praebenden, vicarijen und anderen guderen, ad 
curam animarum gefundiret, item die richters und andere wesende in 
officiis ehres amptes int bisonder vormahnen und frundtlich anspreken, 
vormahnende einen jeglichen sines arapts umme die boesheit tho wehren 
und besonder de drunckenschop und dantzerien. 

10. Van den scholen suUen die visitatores ock undersoecken, wo sich die 
schoelmeisteren , inssgelicken die köstem holden ijn vörsingen, vörlesen 
und bedenstigkeit in der kercken, in lehrend und underwisen der junck- 
heid mith flith und neerstigheit, item offt sie ock gude und der christ- 
licker gereformerder relligie boeken alse ^dt Nie Testament, Catechismus, 
psalmenboecken und dergelicken der junckheit lehren lathen , offt sie ock 
lidtmathen der gemeinte sin, und so nicht sick erstesdages met dem 
pastore dartho begeven, und sie vermahnen ijn tgehne, wat forder hares 
ampts wesen sall , alssock die kerckenordening volgende desulve tho under- 
schriven, etc. 

11. Die visitatores sullen van alles flitich anteickenen, unde ydtghene 
ehnen deenlick ^s verbeteren, und wat sie nit betheren konen, sonder- 
linge wannehr ydt sin sware saecken, desülve thot den classem brengen 



;f> 



und mith den gedeput. des synodi raetsplegen und van alles ahn den 
classem und synodiun report doehn \ind censiirara underholden. 

12. Sollen ook die visitatores ehre actie mith dem gebede beginnen 
und mith der dancksegginge vullenenden. 

13. Entlick sall ydt wesen der visitatoren ampt tho vörhöden und 
vör tho kahmen bij den kerckvogeden und desulven vorraahnen ghene 
unkosten te döhn, den alleine einen thor nödttrofftt wat vörsetten und 
andern gehn qüaet exempel van een grothe maeltidt, ook lange tho sitten 
aver taffel te geven etc. 

14. Die visitatores sollen ock flitich inquireren und upteickenen umme 
erster gelegenheit ahn die deput. synodi aver to senden die unordentliche 
handel, so by den Wedderdopern im lande begangen, darmit die remon- 
strantie, so desshalven ahn de hoge övericheit sall gelanget worden, 
guden stoff moge gegeven worden etc. 

In achterfolge die vorige ordinantzie sinnen vör dissen jahre mith 
gemeine stemmen verkoren, umme die visitatien alssvören tho vönïchten, 
uth jeder classe, als folget: 

ex classe Groningensi : D. BERiraARDUs Theodorici , D. Arnoldus üthti- 
sros, nob. Lodovick Horenkens, senior; 

ex classe Dammonensi: D. Joannes Sprengerus, praeses, D. Hiddo 
Laüberti, JoHAir BiLEFELDT, oldcrlinck ; 

ex classe Loppersumana : D. Leo Abeli , D. Henricus Hobingiüs , nobil. 
Reint Alberda; 

ex classe Middelstumana : D. Joannes Nicasius , D. Wibrandüs Georgii , 

D. NicoLAUS Clantt; 

ex classe Enenlmana : D. Andreas Stratemanihjs , D. Dominicus Thial- 
LINGIU8, D. Andreas Allert; 

ex Adwerdiana: D. Robertüs Wippingius, D. Albertus Lomeuerus, 
Lubbert Jansz, olderlingk; 

ex Veten Praefectura: D. Sebastiantjs Hermanni, D. Gerhardtjs Wiem- 
HOFF, D. Heino Verlagius. 

3. Van die combinatie Middelstüm und Domewert resolviret dese 
synodus, dat die deputati synodi mith ock dem classe aldar sampt die 

E. E. Dodo van Amsweer sollen undersoecken , offt dat carspell Domi- 
wert kan ein prediger underholden, umme also mith die gemeinte aldar 
einen diener helpen tho heropen, und sall damp D. Nicastüs van die 
combinatie affsthan. 

In gelicker gestalten alsvören wort van desem synodo gestellet die 

combinatie tho Werffilm imd Breda mith dem classe und D. Amsweer 

tho doen, soals sie finden sollen tho behoren. 

Aekt «yn. provinc, VII, o 



66 

Item die combinatie van Baffelt nnd Nandell wort ock tho vörgesch. 
personen removert. 

ünde ijs forder int generael gudtbefunden , geresolvert und by den 
synodo dem gedeputerden des synodi mith hülpe nobiüs domini Amsweri 
und des classis upgelecht, dat se sullen undersöcken und uthfinden sovele 
mögelicken, dat de parochien, die middelen genöch hebben ijn redelicher 
mathe, selffs mith einen eigenen pastore vorsien und die combinatie, die 
nu bij provisie noch enigen thogelaten werden, aif tho dohn und allen 
frauden ijn den kerckenguderen tho verboden, ock den un willigen, die 
sodahnige kerckenguderen ijnnehebben, dorch S. Gn. unde Gedeputerden 
des landes te constringeren. 

4. Belangende hett gravamen van die beropinge, examinatie offte 
aifsettinge der dieneren thot den synodum tho lathen gelangen um dar- 
van gude wetenschap to dragen etc., resolvirt synodus, dat datsülve ver- 
bliven sall bq die ordeninge, die dar gestellet sall worden van die 
beropinge der dienaren. 

5. Het viflfte gravamen ijs, offt tho undersoeken, offt ock ijn alle 
dorpen het avendtmael des Heren uthgedelet wordt. Is vam synodo den 
visitatoribus belastet darinne to dohnde na hare instructie, hirvoren per 
capita gestellet. 

Idt wort ock den deputatis belastet gude acht tho nemen up die 
bedeninge der guderen tho BiUingewehr, item tho vörsoecken b^ die 
E. E. Gedeput., dat die jahrlicke karmissen tho Wittwert mogen affge- 
schafFet worden. 

6. ümme die gravamina , so up den synodis vörhandelt sullen worden , 
bij tides aver tho senden sullen die classes vörmahnett ende geholden 
wesen sös weken vör den synodis ein jeder ijn sin classe ehre gravamina 
ijn schrifften te stellen. 

7. De classes sullen vörmahnet \md geholden wesen vor den synodo 
ein jeder ijnt sine ehre gravamina ijn schriffte to steUen und die ijn 
tidts ahn den classem, die dartho genomineret sall worden, over te senden, 
updat diesul ve ijn ordere bij malckander gestellet und ahn den classem 
ten minsten drie weken vor dem synodo overgesunden mogen worden, 
updat die classes up dieselven gravamina mogen delibereren und adviseren 
imd ehren gedeputerden, die up den synodum ghaen sullen, darvan 
instructie nefens hare credentzie medegeven. SaU ock dieselve classis die 
thogesonden gravamina in scriptis bewahren, updat ijn dem synodo mag 
gesehen worden, uth welchem classe dith effte dat gravamen uthgeschreven 
sy. Sall ock midlertidt den dassen fr^sthan, indien ijet vor den synodo 



67 

mochte vörfallen, warinne sie des synodi raet und hiilpe van doehnde 
hedden, idtselfte up den synodo in forma van partic. questien vör tho 
stellen. 

8. Ingelicken ook sullen deputati versoken , dat die vicarie tho Nordt- 
wolde thot profit des pastoris mag angewendet werden etc. 

9. Belangende die kerckenreckeninge und die grote kosten , so daraver 
gedahn werden, sollen die, so daraver klagen, bq die E. E. Gedeput. 
anholden, dat nha die vorige resolutie darinne vörsehen mag werden. 

10. Wat die swaricheit der kercken tho Vqssflöth anghaet van ein 
seker persene, so sonsten ijnt levendt und wandell fraem und godtselich 
vam avendtmael des Heren aifgeholden wert, ummedat hie opsicht 
drage op die uthf arenden guderen, dem olderman van Grönningen con- 
cemerende, resolviret synodus, dat solcke affholdinge van den diener 
tho Vissfleeth unbehörlieh ijs ende tegens die regel van Gottes wordt, 
indien die persön anders unstrafilich ijs, gelick alhier ijn synodo verhaelt 
qs. ünd sall die kercke van Fischfleet hirvan vermahnet werden. 

11. Die deputati synodi sollen flitich letten ende undersöken up alle pas- 
torren, vicarien ende andere geistlichen guderen, die tot curam aniraarum 
gehören, dat die recht mogen imploijert worden und nit in alienos usus 
gebruket sonder consent der avericheit etc. Item up die executie van 
alle andere synodale resolutien, item omme te beletten die mandaten, 
executien van schattingen, horengelde und anders, so op Sondage und 
bededage geschehn, mochten nhagelaten worden etc, item umme de 
stereken bedelaren uth den lande te wehren sullen sie bij die E. E. heren 
anholden etc. 

Idt sall ock den deputatis synodi angedienet werden, waer vorfallene 
kerckenhüser oifte kercken sinnen, umme an tho holden b^ dem collegio, 
dat diesel ve erbuwet worden. Und ^nsondorheit sollen sie anholden umme 
die reparatie van die vorfallene kercke tho Veerhusen ende thot Otterdam. 

12. Van het nhajhaer der wede wen der predigem vorblift bij die 
kerckenordeninge artic. 60, und die resolutie synodi Groningens. art. 4. 
ünd sollen die gedeputerd. synodi bij de E. E. h. Gedep. anholden, dat 
solckes, dar het van noden ijs, mag geeifectuiret worden. 

13. Die 3 artickel synodi Gronningens. vorgangenes jahr , gestellet van 

die kinderdope to bedenen, wort alssnoch mitz desen bestediget, also 

dat gheen prediger sonder wichtige ende erhefiliche oersaken sal mogen 

dopen buthen dem ordentlicken kerckendienst , effte ten minsten ijn einen 

apentlicken platze mith vorghaende vormaninge geschehn sall. Ende wort 

5* 



68 

also dese artickel gestellet in conformiteit mith de resolutie, genamen in 
synodo generali in Hagis art. 50 etc. 

14. Idt solen ock die classes offt die speciale predigern in classibns 
den deputatis ahndenen die lasteren ende calumnien , darmede enige lede- 
mathe der gemeine, alse dat se mith gelde thom gebrüick des avendtraahles 
gekofft wehren, geschmehet worden, umme dor authoriteit der avericheit 
darinne vorsehen tho werden nha behoren. 

15. Men sall ock den deputatis synodi andenen alle ungelickheitt ^*n 
die ceremoniën der kerckendiensten umme sovele mögelick gelickformich 
darinne to stellen. Dat ock ein prediger gestellett worde tho Wetzinga, 
sollen deputati bq dem collegio versocken. 

16. Sovele anghaet die platze des synodi \jnkumpstich laten die broderen 
vorbliven b\j die vorige resolutie artic. 23 synodi Groningens. sup. ünd 
solen die deputerden synodi versorgen, dat die vorige resolutie van die 
gravaminibus in tides over to senden mag achterfolget werden. 

17. Die deputerden sollen bij dem collegio vörsöcken, dat die wir- 
seggersche up den Ham mag gebannet werden up poena bij haer E. E. 
to statueren, item to üithhusen, die die krancken mith worden wil ge- 
nesen, item die abbet tho Teesinga, de wijewater ummedeelet 

18. Ein synodale boeck sall bestellet worden und die acta darinne 
geteickenet up kosten der kercken, und tselve boeck bewaret worden bij 
den classe synodi, die tselve ock geholden sall sin up den synoduin te 
bringen. 

19. Is ock geresolveret, dat men up den landtdach sall anholden umme 
einen nationalem synodum und dartho gequalificerde personen tho senden 
mith behörliche credentzien ende instructien. 

20. Den legerdienst tho vörsorgen sin die classen vörmanet unde enige 
vörgeslagen, und ys geordineret Tobias Susmoius, diener tho Delffziel. 

21. Acta synodi sullen die van Süethollandt dorch deputerden, die 
nha Nördthollandt ghan , thogesonden worden mith den schrifften , domino 
AcRONio gelehnet. 

22. Dewile \jn summige classibus enige predigern lichtlich thogelaten 
worden thot den kerckendienst , is bQ dem synodo nhafolgende ordeninge 
vorgestellet umme den classibus tho remonstreren ende ijn kumstigen synodo 
darinne to resolviren. 



69 

Yan examinatie eines pastorie ad deliberationem classium 
gestellet etc. 

1. Ein pastor, die noch vorenhen ^n dem ministerio nit gewesen qs, 
sall geexamineret worden unde tho ijdt ministerium thogelaten worden, 
also dat die classes wol wat tides van te voren nha ehren gudtduncken 
alsolck einen mogen van enige hövetpuncten der religiën praeexamineren 
und uth ehme to vörsthaen ein specimen siner beqnemheit tho dem mi- 
nisterio unde ehme tholathen sick nicht alleine in propositionibus vor dem 
classe und presbiterio sondern ock publice coram populo tho öfenen, 
welverstaende dat ein prediger darby sij , und hie die bediening der sacra- 
menten sich nit underwinde, unde belove sich gantzlich dem ministerio 
te consecriren etc. 

2. Wanner nu solck ein ahnkahmende pastor eine beroping vörkriget, 
und nicht eher, so sall die classis ehme te kennen geven unde stellen 
einen sekeren tidt sines vullenkahmenen examinis. Und updat alle ogeluic- 
kinge, dissimulatie, gimste, affecten unde compacten, mith wien dat ijdt 
ock sin mochte, umme sick ijn tho dringen tho worden vörhödet worde, so 
sall die classis nemandt vörtan, ijdt sij ock wo gelehret und bequaem he 
mochte wesen, examineren dan ten överstSn van twen gedeputerden des 
synodi ^n die vörgadering des classis, und sollen die gedeputerd. vörsch. 
dör den classem 14 dagen van toevoren dartho beschreven worden. Des 
sullen diesulve gedeputerd. des synodi den examinandum mede mogen 
examineren nevens den examinator, van dem classe dartho erwehlet, wo 
ijdt den ock den andem pastoren des classis frystaedt dem examinando 
nu und den enige quaestiones vör tho stellen. 

3. Entlich alse ijdt examen gedurende ydtselfde nit boven einen vör 
und einen naraiddach offt weinich daraver gedaen ijs, sullen die gedeputerd. 
mith dem classe ordelen van die beiiuaemheit ofFte unbequaemheit exami- 
nati. Unde bequaem befunden sinde, sullen die gedeputerden des synodi 
mith dem classe ehme eine gude vörmaninge döhn und ehme van wegen 
des synodi oifte gemeinen kercken congratuleren und geluckwunschen 
und mith ydt geven de rechter handt ehme upnehmen , wolvörstaende dat 
die classis forder nha kerckenordoning den examinatum tho dem dienste 
proraovire und nha vorgaende praesentatie , approbatie, unde wat sonsten 
hiertho gerequireret wordt, doer einen pastoren uth namen des classis 
und praesbiterii, nhadat se 14 dagen der gemeinte sal vörgestellet sijn, 
mith upleggen der handen vör dem volcke confirmere. 

Wanner averst jemandt geexamineret imbeqüaem judicio deputatorum 
synodi oift des classis befunden wordt, sal diesulve upgeholden und ehme 
einen bequamen tidt gestellet und underwising gegeven worden uuimc sick 
wedderum examini vor die classe und denn gedeputierden te sisteren. Und 



70 

findet men ehm bequaem, so sall men ehm tholathen, alsz vorss. ^s, 
offte requireren ofFte noch upholden vor einen tidt, nha gelegenheit und 
ordeel des classis und gedeputerden. 

[IIIL] 1) Entlichen sollen die examinanden geholden wesen van 2) den classe 
imd gedeputerd. des synodi eine propositie tho döhn vör offte nha ijdt 
examen, so dem classi guetduncket, unde sall die classis dem examinando 
dartho ach te dagen tevoren einen text geven, denwelchen hie vörklaren sall. 

Dienaren, pastoren, die uth platzen, die in caussa religionis suspect sijn, 
kahmen sullen und den kercken deses synodi sullen versöcken te denen, 
en sullen b^ den classem nitt entfangen worden, all hebben sie schoen 
gude testimonia, idt en sij den, dat die gedieputerd. des synodi desulve 
erst gehöret und mith densulven de relligione confereret und ehnen breven 
ahn den classem gegeven hebben. Und sin ijdt alsolcke, die uth dat pawst- 
dohm offte uth den Ubiquitisten offte anderen secten kahmen, sall men 
diesel ve wall examineren und erst undersöken und beproven , ehe men sie 
tholathe. 

23. Updat die deputeerden synodi , so jahrlichs verkoren mogen worden , 
wethen, warnhae sie hare doendt behoren ende sullen ahnstellen , ijs nha- 
folgende ordening ijngestellet. 

Van den gedeputerden des synodi etc. 

[I.]3) Sullen alle jahren ijn den synodo verkoren worden gedeput 
dessul ven , twe uth der stadt und classe van Grönningenn cum annexis un J 
twe uth den Umblanden, insgelicken ock twe bij provisie und vor einen 
tidt ^n der Drenthe umme die saecken der kercken van wegen des synodi 
tho beforderen. Unde averst updat hierinne alle praeeminentzie und her- 
schinge des einen aver den anderen vörhodot werde, sullen dieselve 
gedeputerd. alle jahre ijn dem synodo vörandert worden und den halven 
deel affghaen, und andere bequame \md geqiialificerde pastoren ijn ehro 
platze deputeren, und höre bedeninge nit langer den twe jahren geduren. 

[II.] Die gedeputerden des synodi sullen gelastet sin inspectie te nehmen 
aver den dassen ehres synodi , unde sullen derhalven , die classes hebbende 
enige swaricheiden , desulve bij sick mogen beschriven ijn tidts, wo dan 
ock die gedeputerden sülvest, twe und tw^e jSrlicks ehren last doelende, 
eiiunael ijn den classibus sullen mogen vorscliinen umme inspectie tho 
nehmen van wegen des synodi, offt ock die classes doehn, tgene ehnen 
upgelecht ^s, und flitichlick die visitationes underholden, und watfemer 
mehr yn den classibus tho doen ^s, ock so wannehr sie vörhören van 



1) Het nummer van dit artikel is ontleend aan YY. 

2) „van", YY heeft „vor." 

^) De nummers van deze instructie zijn ontleend aan YY. 



71 

enige swaricheit qn einem classe, dat sie densul ven classem vonnahnen, 
und beduncket ijdt ehnen radtsara, bij dem classe erschinen alss voren 
und ^n tides die swaricheiden vorslichten und dempen. 

[in.] Sullen ook die gedeputerden des synodi wesen actores des synodi 
umme bij den hogen und underovericheiden die saeken, ehnen qn dem 
synodo uperlecht, und die ^n dem synodo sint opensthande bleven, be- 
vorderen und expediëren , sorge dragende dat die resolutiones synodi mochten 
geeffectuirett worden. Und sullen geholden sin jahrlicks so mundtlich als 
b^ geschrifFten van alles qn den negstkunfftigen synodo report tho dohn 
und ehre kesinge, binnen den jahr gedaen, in scriptis vorfathet aver- 
leferen umme by den synodo vörwaret te werden. 

[im.] Wannehr die gedeputerden des synodi yn der Drenthe den guden 
raedt der gedeputerden des synodi van Stadt end Omlanden van döhnde 
hebben , sullen sie mith ehnen mogen commimiceren , ock die gedeputerden 
vörsch. van Stadt und Omlanden mith die van die Drenthe, und einen offte twe 
respect! velickcn ijn fall des nodts bij sich beschriven thot ehrer hulpe etc. 

[V.] Die gedeputerden des synodi sullen die namen derjenenn, die 
geexaminert sin, ahnteickenen und tho dem synodo bringen, updat die- 
selven qn einem sekeren boke des synodi angeteickenet worden , wanneer, 
wör und tho wiens overstaen der gedeputerd. des synodi dieselve tho- 
gelathen sin. 

[VI.] Onkosten thot üthföringe der saecken der kercken dorch de 
gedeputerden jahrlicks tho mogen hebben sal men anholden bij S. G. offt 
den Gedeput. van den lande umme, wo dan geschiet ijn anderen provinciën, 
dem synodo jaerlicks eniges tho tho leggen ende ordineren, waervan die 
gedeput des synodi jaerlicks ijn proxima synodo reckening und reliqua 
döhn sollen, imd qdt overschott den classibus ex aequo distribueren. 

24. Idt sinnen oick communibus suffragiis qn desem synodo verkoren 
thot deputatos deses tegenwordigen jahres, als nömptlichen D. Joannes 
AcRONTüs, D. Leo Abeu, D. Sebastianus Hermanni. 

25. Thot den synodum ijn SuethoUandt vör dith jahr sinnen verkoren 
dominus Joachimus Wernerüs uude dominus Leo Abeu. 

26. Dewile ijdt christlicken ende thot stifftinge denende ijs, dat die 
synoden mith eine korte predigt beginnen und ijnsgelicken geendiget 
worden, findet die synodus guet, dat jaerlicks ijn die vergadering des 
synodi twe dassen bij geboorte thom ende vörgsch. hirto sullen genömet 
worden, ünd sullen die dassen elck qn sin classe mith die meisten stemmen 
einen diener vörkiesen, die de eine vor ende die ander nha ijn den synodo 
eine vörmaninge doen, sunder dat aver diesul ve vörmaning censura sall 



72 

geholden worden, mul dartho dan ein text nchmende, die thor sake 
dienlich qs. 

27. Dewile ock geklaget, dat die synoden korter mogen geholden werden 
nnd thot minder kosten, resolviret die synodus, dat die dassen solen 
vormahnet worden mith allerley gravaminibus, so hiher nit eigentüch 
geboren, ad synodum nit tho kehmen. 

[28.] Is ock eensura morum der deneren deses synodi geholden nha 
gedahner verhandeling, und ijs nemandt gefunden, darup tho seggen ge- 
fallen. 

Idt wert ock den deputatis synodi belastet iimme nefens die respective 
dassen gude upsicht tho dragen up den schöldensten , und wör mangel 
befimden mag worden, sovele mogelich tho emenderen. 

Belangende die eliminatie der censur des vörgangenen synodi van classe 
Middelstumana, alse gra vamen ijngegeven, vörklarct synodus, dat sulcke 
artic. impertinent befunden, und wen die classis dcssfals hedde up jemandt 
tho spreken gehadt , solde se densul ven specialiter nha Qottes wordt hebben 
ahngespraken. Und dewile ock gehn bewiss der saken vorgebracht, achtet 
synodus den gepungerden unschuldig und unbillig beschweret, derhalven 
de articul decreto synodi uth den gravaminibus geroijert. 

Henricus Meinardi ijs bij dem synodo erschenen qn den dienst der 
kercken tho N^evehne ijn der Drente unwettelicken ijngekahmen wesende, 
und vorsöcht geexamineret und ijn den kerckendienst alssnu befestiget 
toe worden. Und \js befunden , dat hie vele verschil s ^n Friesslandt mith 
dem classe \md synodo gehatt hebbe , worvan hie vormahnet sinde tselve 
imwerdelick genhamen und mith vele upstuvende worden und proposten 
ehm selfst gesocht hefft tho entschuldigen. Averst went befunden ijs nit 
alleine ijnt vörghaende, sondern ock dat hie bij dem synodo van West- 
friesslandt alss unwerdig und nit bestaende in examine van den kercken- 
dienst gedestitueret was, so ^sset dat ock dese synodus tho Groningen 
ehm destitueret van sinen dienst vörbsch., dat he dar van sall affsthaen 
und ehm selven mith dem synodo van Westfriesslandt vörsönen, wartho 
hem copie van dese acte sall gegeven worden um die tho vörtönen , mitz 
dat liie hem ijn alle stillicheit sall di*agen, end sin underholt beth up 
den synodum van Westfriesslandt genethen und bescheit van dem synodo 
ijnbringen. Und brengende getttchenisse van sine reconciliatie, sal mith 
ehm gehandelt worden nha Gades wordt ende ordere der kercken, wol- 
vöi-stande dat midleilidt die kercke thot Niowevehen mith einem andern 
diener ofFte pastore mag vorsien worden. Actum in dem synodo tho 



73 

Groning. 4 Maij anno 1603. Doch diewile vörsthan wordt, dat die synodus 
geholden was, ijs he geadresseret ahn die deputatos dessul ven synodi etc. 

Also JoHANNES Meranus, tegen wordigo kerckendiener tho Coldervhene, 
alhir avergegeven eine sekere acte van sin examen, ijn dem classe tho 
Meppel geschiet den 26 April deses jahres 1603, sonder nochtans enige 
getüchenisse sines levendes und wandels vörtönende , twelcke schinet nitt 
al tho prisslick tho sin ijn demodicheit, eerbarheit nha den eisch van dem 
worde öades , ende vöreocht , dat he sinen dienst raöge wedder ahnfangen , 
van welchem he gesuspendirt ijs gewest iimme sekere clagten, so van 
sine persone dem classi sin vörgekahmen, die broderen des synodi alles 
vörsthaen hebbende, wat in examine der kercken up Drente van die ge- 
committerden van S. G. gestellet, mitzgaders wat bij dem classe tho 
Meppel mith hem ijs gehandelt, hebben vor güdt ijngesehn ende beslaten, 
dat he bij provisie sall mogen wedder ahnfangen sin vörlathen dienst 
ende ijn lehre end levendt hem schicken nha die regel van Ghides wordt 
ende die ordinantzie der kercken deser landen, hem vörmanendo, dat he 
vordahn alle occasien end suspicien van upsprake sal miden, hem alss 
vor die ogen Gottes dragende sonder quaetspreken , honicheit ende andere 
berispelicke manieren tho dragen ijnt gemein und besonder tegen die 
dassen end die kercken , tegen die binnen ende buthen sin , sunder hem- 
sulven tho wreken mith gekifF, wrackgiricheit oifte ungunst tot sinen 
negesten ijn tgene, dar hem duncket van jemandt vörkortet tho wesen. 
Wall expresselick hirbij vegende, so wanner alss hie sall befunden worden 
ijn levende ofFte lehre sick tho vörlopen tegen die ordeninge der kercken 
gnt gemein ofFte particulier, wordt de classis vann Meppel uth krafft 
van desen geauthoriseret den Johannem Meranum vorbenömet tho cen- 
sureren nha befindiging van saeken hetsij mith suspensie effte destitutie. 
Averst ijn gefall hie Meranus volgens sine belöfften hem beflitiget ijn 
lehre end levendt, alss ein christlick lehrer behöret, und darinne conti- 
nueret, sal die continuatie ijn sin dienst worden gefordert thot afFdohn 
van die provisie ten ordeel des synodi. 

Van Daihele Thoma sint deputati classis Loppersumanae gefraget van 
haer commissie, ijn sine saken ehnenn gegeven etc. Unde vorklaret, dat 
sie nha die vörmaninge, Danieli ijn classe gedahn, hares wethens nicht had- 
den gehöret, dat he mith dninckenschop und anders sick wedden im solde 
vörlopen hebben. Seden ock forders, dat sie in visitatione flitich nha sine 
beschulding, jungst ijn synodo gedahn, sick erforscht hadden, averst nit 
anders konen befinden noch vörsthaen, denn dat het merae calumniao 
gewest sin, geUck hetsulve oick ijn hare classicael boeck ijs geregistreret. 
Und hefft derohalven dese synodus ijn achterfolg die vorklaringe der gede- 



74 

puterden des classis vörbenömpt van Daniele geinelt geresohïrt, dat he 
vör dithinael in synodo ad sessionem thogelaten mach worden, wolver- 
staende dat belangende sine beschuldigung van drunckenschop he sick 
darvan folgens scherpelick wachten sall, gelick die depiiterden vorklaret 
hebben, dat hie dith vorghaende jahr gedahn hadde, ofFte anders nha 
resolution, ijn vorigen synodo genhamen, mith hem geprocediret sall 
worden. Unde ahngaende die andere beschuldiginge , daran sick enige 
lidtmathen solden ergern, ijs classis belastet worden sovele mögelicken 
dieselve ergernisse wech tho nehmen. Is Daniel vorbesch. ock triiwelick 
vörmanet alle ergemisse fortahn [thoe] miden, twelck hie belövet und 
ahngenahmen helft. 

Zach^vrias Wtjlffius is gecompariret ijn desem synodo umme orsake, 
dat he hadde vorsthaen, dat dese vorgaderinge was aver sine persene 
doer brieven van S. Gn. unsem h. stadtholder geaviseret, und dat nu 
openbaer geworden was, gelick he ock tselve apenbaer heflFt bekennet, 
dat he vor dese tidt hadde gelevet up suspecte plaetsen, ende ock mede 
dat hie alhir was tho lande gekehmen sunder enige getüichenisse sines 
levendes ende sines gelovens, welckes van allen christen thot anderen 
kercken vörtreckende wert vereischt, veeltomin medebrengende brefe 
sines examinis ende ordentlicker tholating tho dem dfenste, twelcke van 
allen predigem deses landes erfordert wordt. Ende dat mehr ijs, heift he 
sick laten ijndringenn ijn die kerckendienst tho Emmen dör den jimcker 
JoHAx VAN Steei^wk'k, niettegcnsthacnde dat hem güde waerschouwinge 
hirvan sin gedahn. So ysset dat hem de praeses synodi sine grave fauten 
und excessen hefft vorgeholden, diewelcke hie bekendt hefFt hem leidt 
tho sin, vörsökende dat hem solckes moge vergeven werden, thomeer 
dat hie klagede yn desen handel van den juncker vorieidet ende bedrogen 
te sin. 

Synodus up alle saeken wol lettende ende ijn die frese des Heren 
overwegende die schrifFten van die persen, levendt, lehre und handeling 
WoLFu vorgesch., hefft gudtgefunden und geresolvirett , alss volget, nöm- 
lick dat Zacil^jiias Wulfius sall gantz nit thogelaten worden tho den dienste 
tho Emmen. Ende ijn gefalle he ergensins sick thot den kerckendienst 
wolde vorfögen , sall he sick mith güde getüchenissen sines levendes ende 
geloves vörsehen van dem classe Embden eflFte andere gereformirde plaetsen , 
ende also doer ein ordentlick examen thot den kerckendienst ijntreden. 
Is ock mede gudtgefimden tsulve over tho schriven ahn den E. E. juncker 
JoHAN van SiEEifwicK ummc sine praesentatie erstesdages tho dohnde nha 
kerckenordening. 

Also ijn saken Heniuci BoKEUfAioa laestleden ijn classe, geholden in 



75 

Drentia, besloten was, dat D. Everhardus Johannis , prodiger tho Meppel , 
iind D. MELauoR Arnueih, prediger tho Byjdensteen, solden inqiiireren 
bij die gemeinte tho Ruinen belangende Bokelmanni lehre und levendt 
aldaer und dar van ijn negesten synode Groningensi alssnu ehren wedder- 
fahren ijn tho biïngen umb aldan folgents mith dem classe Enenimana 
und dem synode offte ministerio vorsönet te mogen worden, und dan die 
upgemelte broderen desem synode gude getuichenisse van des vorgeschr. 
Bokelmanni lehre unde marckliche betering des levendes vörtönet end vor- 
klaret hebbenn, dat oick Bokelmannus van sine vorige missbruicken end 
excessen so ijnt gemein als ijnt besonder sine schüldt vor den heren van 
desem synode ehme van herten leidt tho sin bekent, und he uprechte 
beteringe vortan belavet, ehme sulven der censuren der kereken, classen 
und synoden underwerpende, so hebben die broderen des classis Eneini- 
manae alhir ijn synode tegen wordig wesende, die hirup gefraget sint, 
geantwordet, dat sie hem sine excessen, so hie aldar enigsins bij haer 
begangen, van herten tho gude holden und hem ver einen medebroder 
geme erkennen wolden. Also wart Henricus Bokelilvnnus bij desem synode 
van alle sine swaricheiden geabsolveret ende ijn sinen kerckendienst be- 
stediget , mitz dat hie vörmahnet sall sin sick volgents ijn sin levendt ock 
also tho holden end tho dragen, alss ein diener godtlichs wordes schuldig 
ys, glich he van herten tho dohnde belavet hefFt. 

Uppet vörsouck Arnoldi Aetd, predicant thot Usqüart, umme den 
kerckendienst tho Wijttwert tho bedienen, und dat van wegen sin sobere 
underholding end anders, so hie dem synode hefFt vorged ragen, aviseret 
die synodus und erkent Arnoldi vorgesz. sin versoeck qn groten reden 
tho besthaen, und wort derhalven bij provisie vor ein tidt ijn sin dienst 
tho Wijtwert gecontinueret, mitz nochtans dat liirmith gehn praejudicium 
den resolutien van die combinatien, bij die E. E. Gedeputerd. genhamen, 
geschehen sall etc. 

Gerhardus Hedingtüs, pastor tho Stitzwert, qs vann wegen sin dantzen, 
drunckendrinckent , und dat he mith unwaerheit die censur deses synodi 
entghan hefft willen, van sinem dienste gesuspendiret , thotdat hie ware 
tekenen der bote bewesen sall hebben, und also durch ein offte twe die- 
neren des classis de gegevene argemisse wechgenhamen worden. Und sall 
die classis van 14 dagen thot 14 dagen die kerckendiensten tho Stitzwart 
vorsorgen. 

Johannes Schroderus, heropen tho Beijlen qn Drente, ijs vor dese reise 
alhir binnen Grönningen geexaminert , diewile die classis aldar ijn Drente 
noch swack ijs, diewelcke nhamals van ehre gerechticheit , die synodus 



76 

vörsteith den classibus tho behoren, hirdoreh nit sall vörkortet wesen. Cnde 
sinnen vam synodo tho desem examen mede begeret ende gedeputeret 
D. JoACHDirs Werxerüs, D. Arnoldus Uthusius, D. Everhardus Joanats, 
D. JoACHiMüs Zoor. 

Nha gedahnem examine hebben upgemelte deputati dem synodo inge- 
bracht, dat D. SciniODERUs dem examini genoechgedaen hadde. Danip he 
vam synodo thogelaten und sin testimonium bekamen hefft etc. 

Dewile Nicolaus CiiRisroPHora , bokebinder binnen Grönningen , van dem 
classe Middelstumana geexamineret is, unde dem s^Tiodo vorgekahmen 
sint enige quade geruchten van hem in Hollandt geschehn , wert vorgesch. 
examen gesuspenderet ende upgeholden, ter tidt Nicolaus darvan sick 
sall hebben purgiret 

Lucas Westerwolpaxus , diener tho Eppingenhusen unde heropen van 
die gemeinte tho Cantes, ordelt de christliche synodus, diewile he noch 
stcith under die c^nsura des vorledenen synodi, dat die classis gene 
wichtige reden hebben sall sinen beröp tho approbieren, sondernn dat he 
um vornemüke orsaken bij sine vörbenömede gemeine vor dithmael bliven 
sall. 

Nhademniale die pastor up Delffziel sick der censurae classis et 
synodi nit wil understellen , uth orsaken dat he van die provincie van 
Westfriesslandt wort gesalariseret und also gehn membrum deser pro- 
vincie ijs, wordt den deputatis classis Dammonensis belastet den pastor 
vor sich tho bescheiden und van hem eintlicken to vörsthaen, wat he 
darinne gesinnet ijs tho dohn edder nit, ende damha den gedeputerden 
synodi van tselve tho advertii*en ummc dan forder darin bq die magistraet 
to dohn nha behoren. Idt siil de pastor coram deputatis sick vorantworden , 
viui tgene hie up den synodum van vorgangen [jalir] mach gespraken 
hebben. 

Adwerdianao classi wert van desem synodo befahlenn, dat sio gude 
upsicht dragen solen up enige predigem under harem classe, so mith 
(^uade geruchten van dnmckenschop bedacht werden. 

Die sake Jomannis Herwagu, pavStoris tho Termunten, wort tho den 
classom rjnt Oldeampt gewesen umme darinne tho dohnde nha uthwisent 
Gadcs wordt und die kerckenordeninge etc. 

Des pastoris sake thot Fermsumb ahnghaende die vörsöninge, wort aver- 
nuihls dem classi befahlen haren devoer darin tho dohnde sovele moge- 
licken, wo ock gude upsicht to dragen up die pastor tho Krewert und 
Wytwert, 80 van drunckenschop beruchtigett worden. 



^7 

Also dese synodus vörsthaen helTt, dat die pastorien und vorscheidene 
vicariengudere ijn den Dam, darvan die dieneren des g. w. behoren un- 
derholden tho worden, mith andere kercken offte politiqiie giideren 
vörmenget werden, findet synodus hoch van noden tho sin, dat die 
vorgesch. guderen mogen worden underscheiden ende thot haren eigent- 
liken ende geimploqeret. 

Deputati classis Middelstumanae solen gude informatie nehmen up den 
koster tho Uthhusermeden , wat he gedahn ende gesecht solde hebben tho 
Leenss ijn den kroech in praesentia des redgers, und folgens daiinne 
dohen, soalse sie befinden to behoren. 

Classis Groningensis deputati vorklaren van ein oldt prediger ijn harem 
classe, die inhabel sij thot dem kerckendienste und derhalven van haer 
affgesettet. Iss deselve persene dem classi vam synodo recommenderet , 
dat he mith middelen van underholdt vorsien mach worden nha lüdt der 
kerckenordeni ng , bij soferne die middelen van sekere grasen landes und 
ijdt hüs nit en sullen mogen folgen unde vörkregen worden, warvan die 
gedeput. vorsch. hebben te kennen geven etc. 

Is ock vörhalet van classe Groningensi van enige missbrüick ende un- 
ordeninge ijn die copulatie van eheluiden, so alhier sonder getuchenissen 
van proclamatien des ordes, dar sie sortiren ende wahnen, t€gens die 
kerckenordening worden copuliret, unde also mede ungedöpede personen 
thosamengegeven worden, darup de classis vorgesch. geantwordet hefft, 
dat dese sake alhier nit classicael sij , sondem willen solckes haere magistrat 
remonstriren , datter qn versehen mach worden. 

Sovele ahngaet die overgrote lasten und swaricheiden der dienaren deser 
landtschop, solen die gedeputerden thot den synodura ijn Süit und Nordt- 
hollandt mede averbringen ende anwisenn die geringen upkuiusten van 
enige pastorien ijn desen landen und daryegen die grothe lasten , die darvan 
ghaen mothen, umme also mith radt ende hulpe van den synodis vorbesch. 
dar femers ijn tho dohn, soalss best sal wesen. 

In die sake van Gerhardo Heddingio, pastor tho Stitzwert, ys bij dem 
synodo beslaten, dat hie van wegen sin dantzen, drinckent und mith 
unwUrheit die oensura synodi entghaen gesuspenderet sall worden in forma 
als folget: 

Werde und woUeve thohurders ijn den Heren. Die synodus der kercken- 
dieneren van Grönningen , Omlanden end Drente heflFt vörsthan van sekere 
vörlöp und gegeven ergernissen , gedaen bij Gerhakdtjm Hedlngium , pastor 
deser gemeinte, dor sine dantzerije und lichtferdicheit , dor den drunck, 



78 

end vorts gesocht sick sulvest te verschonen iind die behörlicke censur des 
synodi tho entgh^n, iind dat nochtans dese saecke der gegevenen ergernissen 
bij Gerhardum Heding. vorsch. nichtbar nit alleine, averst ock warachtig 
befunden gs, so en hefft die synodus vörbenömet nit kónen nhalathen den 
vOrbenömeden Gerhard. Heding., pastoren deser gemeinte, aver alsolcke 
sine gegevene ergernissen tho wechnehming dersulven iinde anderen thom 
exempel van sinen dienst vor wat tijdes te suspenderen effte up tho 
schorten, thor tidt und wilen he hem gebethert unde beröw van siner 
misshandelinge betönet sall hebben, dat ock den vömömeden pastor, also 
sine gegevene argemissen vor veelen geschiet end nichtbar geworden, 
nha vidending des tidts siner suspensie ter discretie der pastoren und 
dienaren, bij dem synodo hirtho gelastet, gestellet van diesel ve qnt anschin 
siner gemeinte sine openbare schultbekentnisse , und dat ydt ehm leidt sij , 
dragen und bekennen sall und ehme alssdan wederum van sine suspensie 
entschlahn. Actum Groning. in synodo, etc. 

Also der E. E. Phhip vax Meckema vorgestellet , dat D. Joannes Spren- 
GERus ijn sin dienst ijn den Dam gantz ahne vörsoeck der E. E. junckeren, 
80 dasulvest alse hoveling nha deses landes gebruick jus gladii hebben, 
soU ijngestellet sin, waerdorch upgemelte jimckhem enigermaten sick ijn 
ehrem rechte gepraejudicert tho sin vörmeinenn, und hirijegen dominus 
Sprengerus ijnbrachte nha het seggentt dier van den Dam, dat die van 
den Dam dem upgemelten jimckeren gehne gerechticheit ijn bestelling 
ehrer dienem gestaen sondem daraver aUnoch ijn stridt sinnen, also datt 
die van Dam ehme Sprengero vorbaden, alss he secht, gene der upge- 
melten junckeren belangende die inwillinge ofte approbatie sines beroping 
tho vorsöken, so vorsteith synodus, dat sie hirin nit konen ordelen, sondem 
befehlet die sake dem competente gerichte, dar dan ein jeder part sine 
gerechticheit mag thoerkandt werden , mitz dat ock hinnith offte mith itziger 
beroping D. Sprengeri enigem parte ijn sinem hebbenden rechte nit moge 
gepraejudicert werden. Vorstaet die synodus, dat die vörstanders der ge- 
meinte ijn den Dam den E. E. Meckei^la. alse hövelinck van olden tiden 
und medecollator, hebbende ydt jus gladii terselver platsen, umme alle rust 
ende frede willen behöret hedden tho erkennen , gelick nha alle kercklicke 
ordere die overicheit ijn die beroping der kerckendienaren erkandt wart, 
ende oversolckes ijs tho vörmahnen umme ijn thokamenden tiden sich 
hirinne tho quiten, idt wahre den dat die kercke van den Dam wichtige 
reden und orsaken hadden , warum sie gantzlichen hirinne nicht geholden 
was. Entschuldigen wol D. Sprengerum in siner inkahmenen beroping uth 
reden van ignorantia, und dat he nithemin sunder praejudicie van die eine 
offt die ander parthie behöret sonder vörbodt frijgelathen tho worden imd 



79 

sin fryheit tho beholden, ter tidt die quaestiose sake sall mogen gede- 
cidert sin. 

Belangend het bovengeschreven advys bedancket minheer Meckealv desen 
synodo. Dan ijn die dimission D. Sprengeri findet sich der E. E. Meckema 
beswarett und begeret, dat hem sine gerechticheit darinne unvörkortet 
mag bliven. 

In het undersoeken van die articul. der kercklicke visitatien, verleden 
jahr in synodo angestellet, is hett classis van Middelstura befunden haer 
ampt niet gedahn te hebben, vertonende ein extract uth haer classicael 
boeck van dem 1 Novembris vorledenen jahres, in welchem besloten ijs 
ob certas et gravissimas caussas eo anno visitationes non esse recipiendas 
etc. Reden sin dese : then ersten ummedat sie vörstunden , dat die visitatien 
alleine over die dienem und nit over die kercken ghan solden ; ten 2 dat 
ock die visitator sidvest nit wolde gevisiteret sin, menende dat dardorch 
die kercken solden geschouwet werden; tho mehr dat se ock seden, dat 
die visitatien nit conform sijn den andem Unierden Provinciën, alsock 
stridich tegen den 2^«° synodura Groningens. art. 3, so sie seggen. 

Synodus vorklaret, dat dese reden nit mogen besthaen und ungefunderet 
sin ende hore nalating der censura waerdich , ergerlick ende mali exempli 
bq enigen. Verklarende f order, dat classis sick vordahn sall reguliren nha 
dese ordening, vörgangen jahr gedecretiret ende tegenwordich noch be- 
festiget, belastende den deputerden synodi upsicht to dragen, dat die 
visitatien bq den classe van Middelstüm mag geeffectueret worden, ünd 
ijs thot desen ende eine sekere forma van visitatien by desen synodo ge- 
arresteret sup. art. 2 gravaminum. 

JoHANNEs WnucHius, iu synodo gecompariret , gs hem die sententia, 
tusschen hem ende sin partijen tho Tolbert van dem classe gegeven und 
van den deputerden synodi nha befestiget, vorgelesen, denwelcken he oick 
angenhamen hefPt tho achtervolgen , darup he den gelick van den kercken- 
dienst vör dithmael aflfgesettet und van sine gemeinte tho vörtrecken 
belastet, thor tidt dat men ware bete van hem siende hie nha Gades 
wordt und der kerckenordeninge thom kerckendienst weder mag thogelaten 
worden. Und wort dem classi befahlen , dat sie die gemeinte sullen tselve 
ahndienen und vörmahnen umb einen diener wedder tho heropen. Daren- 
tusschen nochtans sall die classis die gemeinte ahndenen , dat des pastori s 
koijen tho Pinxtem aldar solen mogen ijn die weijde vorbliven etc. 

Dewile die E. E. Allert Galickema und Allert Jensema, hovelingen 
etc., in vorgangenen jahres synodo hebben geklaget aver Theodorictim 
Petri, tho Oldenhove pastor, vörsokende dat he bij dem synodo van sin 



HJ» 



deenst mochte geremoveret worJen , und die srnodus dhomals opgemelten 
TuKóK, als noch nge inkomende und gn de?ein knde onbekant. nit helft 
kónen ordelen inhabel offie unbe^^uaem totten dienst offte ook schuldig rur 
datmael van Oldenhove tho vortreeken, §<*ndern alleine in anseh^it aner 
twist inith den iipgemelten junckeren ehme geraden up beqname tidt sick 
nmme ein ander dienst tho bewerven etc, und dan upgemelten junckeien 
aveniials ijn syn^xlo ijtzundes ersc-henen, vorbringende verscheidene nije 
klachten und beschuMingen aver Themkiricum als van dninekenschop , 
wrevel, lasterent, rechten und dergelicken, und hijerjegen Theooor. in 
siner vörantwordinge glickfals sick aver die junckeren van verscheidene 
unfrundtliche und bittere ahnmoding sick beklaget, so hefift die synodus, 
dese argerlicke und beswaerlicke saecke dorch flitige erkimdigung beidersitz 
innehmende und yn den fnichten Gades erwegende, nha ripe deliberatie 
hirin, alss kerckliken behóret, gudtgefunden end uthgesprakenn , alse 
folget : 

Erstlich hefFt synodus gehn gefallent daran gedragen, dat die uj^melte 
E. E. junckeren, up andere plaetsen wanende, dannoch mith gedachtem 
pastore tho Oldenhove so withlopigenn hader und stridt geövet, da doch 
enige andere collatoren jegen densulven sick fredelick holden, und der- 
lialven die E. E. junckeren christlick und bescheidenlick vormahnet, dat 
sie ehre jus collationis aver den prediger nicht tho widt trecken, sondem 
alss membra ecclesiae refonuatae nha luidt Gades wordt und die kercken- 
ordening andem collatoren thora guden exempel gebruicken wolden. 
Itzundes averst die s^-nodus hebbende vorstanden ende erfahren, dat 
TuKoi^narus Pctki dit negstvorlopende jahr over noch qn withlufftiger 
twist mith upgedachten junckeren geraden, und darenbaven qn sinem levende 
mith drunckenheit ende veelfoldige moijten mith vorscheidenen luiden der 
gemeine Christi fast grotlie ergernisse gegeven, so erkennet und vorklaret 
synodus ijn sine sake, dat nhadem he der kercken lüda nit stichtelick, 
ho TiiKoiH>K. dcHslialven van sin dienst to Oldenhove cum annexis datelicken 
affstha \uu\ octk wider ijnt gemein a ministerio gesuspenderet bliven sall 
lK3th ho ijn sinen gebreken beterschop bewiset, unde darup ordentlick tho 
einen anderen dienst weder thogelaten werde, idoch mith desen uthdnlck- 
licken vorl)eholdt, dat nhademe hie tho Oldenhove ahn diken, plogen und 
sonsten helTtt unkosten gedahn , so sal he darvan mith upgedachten 
jüncikern sick ijn frundtschop olTte nha discretie der E. E. hem Gedeput. 
(les(ïH landes erscheiden und ijnmiddels, solange solcke entscheiding nit 
g(5Hchchn, ijn sinen possess tho Oldenhove und sonsten (jedoch sonder 
kcn.'kendionst) vörbliven, vorsokende die synodus die E. E. h. Gedeput. 
dese synodale uthspracko handthaven und ratificeren wolden und den 
gomclten Theodoric. tho sinen rec;htmetigen competent van unkosten vor- 



Hl 

helpen, und wen den Theodoricus affgescheiden , sall tho Oldenhove ein 
ander pastor nha der kerckenordening wedder heropen worden. 

Is dese sententia partijen vorgelesen, und sint darup vörmahnet thot 
vorgifi&iisse hinc inde van alle vorlopene seheltworden nnd twisten, so 
tusschen beiden mochten verlopen wesen , datwelck sie dan ahngenhanien 
und belavet hebben. 

Die sake Adolphi van Besten und siner wederpai-tije is bij dem synode 
erwagen und genochsam vörsthaen, datt ter einer ende ter ander siden 
hinc inde affecten unde passien tusschen beiden gelopen sin , und kan die 
synodus nit befinden die orsaken, de bij de parthie Adolpui vorss. tus- 
schen ehme vörgewendet sin , sülcke te wesen , dat sie van wegenn desulve 
ArvoLPHUM ex jure solden hebben van sinen dienst tho deporteren , dat ijdt 
ock also gelegen ijs mith Adolpho ahn sine siden, dat die synodus ehne 
sonder eine gude censur to geven nit helft konen vorbrjghan lathen. Unde 
ijs derohalven güdtbefunden Adolpho tho raden , gemerck die synodus wel 
siet, dat hie ijn sin plaetz tho Heherhusenl) nit wol mit ruste ende stich- 
tinge sal konen vorbliven, dat hie darum selfs uthsehe nha ein ander 
platze, dar he mith mehrder ruste ende stifftinge moge dem Eieren und 
siner gemeinte denen, tusschen dessen und S. MichaeUs, mitz genetende 
die halve früchten van dith lopende jahr, belastende den gedeputerd. des 
synodi mith dem classe up hem thosicht tho nemende, updat hem vor 
dem classe ein ehrlick affscheidt und attestation medegegeven worde, 
gelick ock die synodus die manere van döhn der wederpartije Adolphi 
tegens hem, ehren diener, nit en konen prisen. Ende vörsöket het synodus 
van den E. E. Gedeput. van den landen dese resolution te ratificeren und 
approbiren, ofFte solcken ordere stellen, als haer gedeputerden andersins 
sullen befinden te behoren. Actum Groningen ijn dem synode desen 12 
Ma^ anno 1603. 

Desen semptlichen acten hujus synodi hebben wij semptlichen gecom- 
mitterden predigere ende olderlinge thot befestenisse mith eigen handen 
nnderteickent , als folget: 

JoHANNES Sprengerus, syuodi praeses. 

JoHANNEs AcRONius, assossor in synode. 

WioBOLDUs HoMEm, scriba synodi. 

Theodoricus Klincxhamerus , verbi divini minister in Tiamswehr. 

Daniel Thomae, v. d. minister in Zerijp. 

WnxacE THO Nansum, senior. 

Eilardus Lodowicüs, V. d. minister in Garmerwolde. 



1) „Heherhiwen." YY ht^^ft ,JIohrrhiiijs4'n." 

Aeta mfn, provinc. VIL 6 



82 

Albertüs Öwilhelmi, pastor in AEedis, deput. classis Middelst. 

Leo Abeli ab Equart, verbi filii Dei minister, in locum HoBmon vocatus 

subscripsi. 
Arnoldus Aetius, V. d. minister in Usqnart, deputatus classis Middel- 

stumanae. 
TiDO Danielis Cnipexsis, pastor in Bafflo, nomine classis Enerumanae. 
DoMiNicüs TiALUNGius, pastOF in Veerhusen, deputates classis Enerüm. 
Jesreel VmcKELros, diener ijn Groetgast, nomine classis in Adwert. 
Thomas Stalmannus, pastor in Garnüwert, nomine classis Adwerdianae. 
Sebastianus Hermanni, pastor ijn die Eexta. 

Hermannus Borgell, pastor in Süetbroick, nomine classis Veteris Temtorii. 
JoACHBïus Zoor, ecclesiastes in Anloe, nomine classis Roldensis. 
Hermannus Bredewech, prediger ijn Schönebeeck, nomine classis Emmensis. 

Finis etc. 



Acta decimae synodi provincialis der stadt Gro- 
ningen, Omlanden unde Brefife^ gelick die schrifft- 
lick ys heropen bij die Gedeputerden der E. E. hem 
Staten derselver provincie^ angefangen end geholden 
yn der stede Ajypingadam yn der pastorienhues den 
8 May anno 1604 ten overstaen der E. E. Gede- 
puterden RoLOFF (jRuiss ende Johan Clandtï. 

Sessio prima antemeridiana. 

1. Nha warachtige anropinge des namens Gottes sinnen communibus 
suflFragiis eligert in praesidem dominus Everardus Joantos, pastor tho 
Meppel, und tho einen assessorem dominus Johannes Sprengerus, thot 
einenn scribam D. Joannes Lölingius. 

2. Die gecommitterden der respective dassen hebben overgegeven 
ehre credentzbreven , imd nhadat sie gelesen sin, ijs censura daraver ge- 
holden und allen session gegunnet. 

üth dem classe Gröningensi: D. Bernhardus Theodorici, D. HENraous 
Creveliüs, D. 1) Takens, senior; 

Dammonensi : D. Joannes Sprengerüs , D. Johannes Laxtenius , Joran 
Aggens, senior; 



1) Tusschen D. en Takens is in beide codd. ruimte opengelaten voor den 
voornaam. 



83 

Loppersiiraana: D. Leo Abeli ab Equart, D. Wulffoan(}U8 A.gricola, 
Tammo Popkens, senior; 

Middelstümana : D. Joannes Nicasius, D. Albertüs Gwilhelmt, D. An- 
TONius Strombergius loco senioris ; 

Enerümana: D. Andre^vs Alhart, D. Joaxnes Molanus, D. Hermaxxus 
Bunicenus loco senioris; 

Adwerdiana : D. Robertus Wippinoiüs, D. Thomas Stalmannits, D. Her- 
M.vr^'us Theophilus loco senioris; 

Oldenampt: D. Gerhardus Weemhoff, D. Joannes LoLiNoros, Popko 
Uauf^s senior; 

Drentina classe Meppel: D. Everardus Joannis, D. Lucas Lanoius; 

ex classe Roldensi : D. Joannes ScirRODERUs , D. Joannes Wirichitts. 

Tertia classis Emmensis abfuit. 

3. Alss die credentzbrefen der respective dassen gelesen sin und ock 
van dem synodo geapprobiret , ijs van dem synodo vör gudt ijngesehen, 
dat die E. E. hem gecommiterdenn sall gelieven henfemers ock ehre 
credentzbriefen up den synodo vörtönen, welches ock ijn achtervolge de 
heren gecommitterden to dohn hebben angenhamen. 

Sinnen ock erschenen die gecommitterde predigers nth Sueth ende 
Nordthollandt ijn desem synodo, alss D. Caspartjs Grevinckhovius, minister 
in Rotterdam, D. Johannes Roggius, verbi minister in Horen. Und nhadem 
ehre credentzbreven vorgelesen, sinnen sie hochlich van dem synodo 
bedancket , dat sie sodahne lasten up sich genhamen , und ijs ehnen sessio 
vorgunnet. 

Resumptie der articulen des vörigen synodi. 

4. Belangende den articul van die praeposituren wert geresolviret , dat 
men damha sal vomehmen, wat darinne bij die E. E. hem Gedeputt. 
der stadt end Umlanden gedaen ijs und henf order gedahn noch sal worden , 
respecterende den 8 articul. des synodi tho Enerum. 

5. Anghaende die conventiculen der Wedderdöperen , dewile up den 
gemeinen landessdach die E. E. heren sinnen angesocht umme den Men- 
nisten ehre bijeinkumsten unde exercitien tho verbieden, und sie solckes 
dan tho dohnde belovet, doch biss hertho nit damp erfolget, resolvert 
synodus , dat die vörgenomde gecommitterden uth ein jeder classe sulckes 
weddemm bq die heren vorsoeken, dat den Wedderdöperen ehre exer- 
citien einsdeels vörbaden , anderdeels rigerose executie bij die ungehorsamen 
mochte geschien. Is ock vor güdt ijngesehn, dat die gecommitterden 
enige schrecklicke exempelen, so leider hier und daer bij die Döperen 

geschien, den E. hern sollen vorstellen, dardorch sie mochten gejudiciret 

6* 



84 

worden omme ehre ampt getruwlich te dohn, welches ock die E. E. h. 
gecommitterden belovett. 

6. Is geresolviret , dat men bij die E. E. hem Gedeputerd. der landt- 
schap Drente sall anhoiden umme jaeriicken einen uth hoer midden tho 
committeren nefens den gedeputerden predigern der dree dassen, diewelcke 
dera synodo mede bij wanende, sinde der kercken lidtmathe, umme hen- 
femer die gnde correspondentie und combinatie tho underholden. 

7. Resolviret synodns, dat ein prediger sal upsicht dragen, dat die 
schoehneistem mogen gude fimdamenta der reügion hebben, darmith 
die jögent niet moge gefrauderet werden und der wahren religiën 
scandael worde angedaen. 

Sessie 2 pomeridiana. 

8. Belangende het drucken van allerleij lasterliche und kettersche 
boken hebben die dienaren uth Hollandt report gedahn, dat sie bereet 
bij hoer allen mogelickenn flith hebben ahngewendet umme tho vörhoden , 
dat se nit gednicket, und die gedrucket supprimeret worden, beloven 
oick ijn dien ferner flith ahn tho wenden. Inglichen besloten , dat sodanige 
druckeryen sovele mogelick ijn desen provinciën solen vorhödet werden etc. 

9. Die classes gefraget sinde, offt ock enige dienaren in censura ock 
in visitatione gefunden sin, die dersulven rebelleren und sick nit willen 
submitteren, is sunderlick darvan nitt vorgebracht, dan alleine het classis 
Dammonensis geklagt over einen schoelmeister tho Weijwert, genömet 
Ai.BERTüs Matthei. Darup resolvirt het synodus, diewile he mith sin 
gemeinte qn twedracht levet, dat hie vor desen synodum sall worden 
citiret, umme nha ingenhamene saken darinne tho vorsien. 

10. Angaende het boeck, dorch D. J. Acronium uthgegeven, dewile 
enige worden vörgefallen , dat solckes tegen het decretum des vorgangenen 
geholden sjiiodi solde geschehn sin, resolvirt synodus, dat D. Acrontus 
ijn synodo moet compareren umme dessul vigen genochsame reden to geven. 
Alss he nu aldar erschenen, ijsset klagen van einem gewest, dat die 
collatoren ijn dem boke to hart gestralfet, darvan he reden tho geven 
sich hefft erbaden, den men hefft sie nit begeret tho horen. 

11. Belangende den diener tho Westerborck in Drente mith namen 
Gerhardüs Geokgu , so ijn dem synodo erschenen , begerende literas dimis- 
sionis, sick ock beklagende, dat he ijn sin underholt wort bekortet, 
resolviret synodus, dat men alm het classem, danmder he sortiret, sal 
schriven uuib hem testimonium doctrinae et vitae mith tho delen, ock 
bq de E. E. hern Gedeputerden dorch interc€Ssionael schriflFten an tho 



85 

holden, dat sie hem solange thot sin vortreck ock behiilplich sin ijn sin 
underholt, dat he nha behoor miige geneten, als he na tijt sijnes dienstes 
magh eisschen. Beloven ock die membra hujus synodi, sovele alss ahn 
hoer ijs, mögelicken flith ahn tho wenden, dat vorgem. Gerhakdus tnsschen 
dith und Miehaelis mochte up anderen platze voceret worden. 

12. Belangende den 17 articul. des verleden synodi, dat die kosteren 
end se hoelmei stern membra ecclesiae sin solen, und ock die kerckvoge- 
den, dar idt geschehn kan, ten minsten fautores. 

13. Dewile genochsame knndtschop vörgebracht nha luet dess 16 
articuls des vörledenen synodi ahngaende die combinatie der pastorien, 
dat de van Midthusen toe deser tidt gehnen diener hebbende einen egenen 
dienar konen underholden, resolvirt synodus, dat men güdtlick sall 
schriven ahn den E. E. jünckeren Johax RipreRDA, dat sin E. L. als ein 
collator dersulven kercken die vorsehing wolle doehn, dat binnenkort 
ein diener aldar mach worden heropen. 

14. Belangende de kercke üpwijrda ijn bedenen wei-t noch vor dith 
jahr ijn solcker forma van dem synodo geapproberet , alss begint ijs. 

15. Avermahls grote abusen werden gesporet ijn die echtschoppen 
nha ahnwising des 17 artic. des vorgiingen synodi, tho wethen dat enige 
lichtferdig sonder vörghaende truw^e bij einander und van einander lopen , 
etliche a verst ijn vorbadenen graden contraheren etc., dith tho vörhriden 
ijs ijn synodo resolviret, dat men bij die E. E. h. anholde, dat sekere 
personen mochten constitueret worden over Stadt end Omlanden, die up 
sodahne scandalen end missbruicken upsicht nehmen und die overtreders 
sonder conniventie strafen. 

16. Dat ock mith beleven t und ad vijs der E. E. heren mochte gestellet 
worden eine sekere eheordening und graden, hoeferne die conjugia 
mogen gecontrahert werden ende geschehn, waemha die commissarien 
van Stadt unde Omlanden sick ijn der straffe w^ethen to reguleren. 

Dewile 1) clagto in synodo ijs angebracht, dat hir solde tegen christliche 
ordeninge und decretura synodale ungedöpte i)er8onon copulert, den- 
welcken die copulatie van anderen predigern gewoyert ijs, sonder gosien 
hebbende die vörghaende proclamationgetüchenisse der platzen, dar sie 
wohnen, is decrotiret, dat sie 2) classis die saeke sall erforschen und 
darin döhn. 



1) „Dewile". Hierv(K)r plaatst YY het cijfer 17, waardoor in het vervolg de 
cijfers opschuiven. Veruioedelijk in het juist om bij „dewile" een nieuw art. te laten 
beginnen en den voorgaanden volzin bij art. 15 als tweede lid te voegen. 

2) „ide" YY heeft terecht „die". 



S6 

17. Angaende dat vele redgem sin, de vianden der waren relligion 
sint, is resolvirt, dat men b^ die provincie anholde omme darinne cor- 
rectie te dohnde und christlick remediere. 

IS. Die articul van den praebendarien tho examineren wert noch 
geapprobert und jedem classi injungeret. 

19. Angaende die formam van die visitation, yn den vorigenn synodo 
decretert, wert noch henfemer gudtgeachtet te continueren etc, 

Sessio 3 antemeridiana. 

20. Die visitatores angelanget sinde under ein jeder classis nmme 
relaes te dohn van ehre geholdene visitatie, erstlich die van Grfmningen 
und Loppersum gefraget sinde, hebben gehne beswaring vörgewendet, die 
sie sulvest bij hoer nitt hebben konen corrigeren. Imgelicken oick die 
visitatoren des classis Middelstum, Enerum und Adewertt 

21. Die visitatoren des classis Oldenampt hebben vorgebracht, dat 
noch ijn Westerwoldingerlande ijn die megesten kercken die altaren und 
ock sacramentshüsen sthaen, wardorch nit wenig superstition qn der 
simpelen luiden herten ijs blivende. Resolveret synodus, dat men solckes 
schrifftlick sall lathen gelangen ahn den E. E. Jacop Entens, drosten 
darsulvest , diesul ve will als ein submagistraet dessul ven ordes verschaffen , 
dat die altaren binnen korten eraderet und gentzlich removert werden. 

22. Die visitatoren dess classis Dammonensis hebben vorgebracht, dat 
die dener up den DelfPziel ehr in visitatione wreedt ende imbehoerlick 
beijegent, vormeinende dat hie den classibus deser provincie nit solde 
subject sijnn ijn enige visitation , sick oick eximerende van classicael cori- 
vcrsation. Resolv. synodus, dat obgemelter dioner, mith namen Tobias 
SusiNuius, in synodum sall worden vocirct umme van hem toe vörstaen 
reden , die hem dartho moveren , und benevens hom twe van die oldesten 
derselven kercken. So die dener averst nit praesent, solen doch die twe 
oldesten vor dem synodo compareren umme van ehr den thostandt ehres 
dieners toe in(iuireren. 

23. Ingeliken vorgebracht van den koster tho Weijwertt, welcker sick 
mith sine gemeintc unbehörlick drage , is geresolviret , dat he in synodum 
nefens sin pastor und hussluiden citeret werde, darvan ock in den 9 
artic. mentie geschiet. 

24. Anghaende die combinatie van Middelstum und Dornwert wert noch 
geapprobert ijn don grMt, alss bissher geholden, doch bij provisie biss so 
lange, alse die vann Domewert sulvest einen diener underholden konen. 



87 

25. Van die combinatie van WerfFum und Breda, diewile die vörge- 
nömeden committerde predigers geen knndtschop qngenhamen, wert 
gecontinneret tot nhafolgende visitatie. Ingelick wert ook uithgestellet 
bess lip atinkumstige visitation van Bafüoe und ander. 

26. Resolviret synodus, dat alle jahren twe uth denn deputatis synodi, 
80 die visitation gedaen, up den sijnodo sullen erschinen und mithbrengen 
schrifFtlicke acta, so up der visitation vörgefallen ijs etc. 

27. Angaende dat report, so die visitatoren classium hebben gedaen, 
ofTt ock dat nachtmael ijn allen plaetsen worde uthgedelet, dat einem 
jedem classi worde belastet umrae ijn ehren classe gude upsicht te 
dragen insonderheit durch die visitatoren, dat ijn alle plaetsen solckes 
mochte angefangen werden, insonderheit ock gelickheit qn die ceremoniën. 
Wort ock güdtgeachtet , dat die formula, so achter ijn dem Catechismo 
gesettet, vor und nha die bedening gelesen worde. 

28. Belangende die kerckmisse tho Wqttwert, so Pinxtermaendach 
geholden wert, ock einsdeels die predigen impediert, anderdeels dorch 
overflodige drunckenschop vele sunden geschehen, suhet synodus vor 
güdt bij die E. E. heren ahn to holden , dat sodahne karmissen gantzelick 
vörbaden und opentliek van den predigstoel gepubliceret , offt ten minsten 
up ein ander dach geholden worde. 

29. Angaende den articul van innehming der gravaminum vor den 
synodo uth ein jeder classe resolvirt synodus, dat men sick darin sall 
regulieren, tho weten nha den 6 und 7 artic. des vorgaenden synodi, 
adderende dat ijdt classis, dar die synodus laest ijs geholden, ses weken 
for dem synodo bij die andere classes sall anholden umme ehre gravaraina 
bij den classe tho senden. Dat classis die hebbende, sall sie qn gilde 
ordening vorfathen und den anderen copiam tosenden etc. 

30. Up den 11 articul des vorledenen synodi, tho wethen dat gene 
mandaten van executie up Sondagen, fest und bedeldagen solen gesche- 
hen, ock gehne pachterijen generalick to boren, is geresolvirt by den 
E. E. heren an to holden , dat se darinne wollen vörsehen. Die E. E. hern 
Gedeput. ock belavet sodahnes afF tho schaffen, dar sie mochten sin. 

Sessio 4 antemeridiana. 

31. Dewile ock enige (^üestie ijs vörgefallen van den tidt der nhajahr 
oflFt gratiaejahr, so der vörstorvenen prediger wedewen und weisen l) 
genethen, wennehr dat jahr horen anfanck und ende sall nehmen, resol- 



1) Op den rand voor dezen regel staat in beide codd. N.B. met geteekende band. 



88 

viret s^mKlus , nadem nha landtrechte die jahren haren anfang up Gregorii l) 
nehmen, da tüsschen Gregorii ein prediger stervet, desulve profiten tsij 
geldt oifte landtgebrfück den prediger und sijnen nhakömelingen ex debito 
thokahmen, wat ijn tselvige jahr mochte vorfallen. ünd folgens salt 
nhajahr moten beginnen van den lesten Gregorii vurstrecken beth up den 
ersten nhafolgende. Dese genhamene synodale resolution umme valideret 
te worden suhet men for giiet ahn, dat men die hoge overicheit im- 
plorire umme sodahne vOrklaring te confirmeren. 

32. Belangend den artic. van die dope der kinderen wert alsnoch van 
dem synodo approbiret volgende den Th) articul synodi Hagensis, so 
ludende: het vörbundt Gades sall an der christenkindern mith der dope, 
so haest alse men die bedeninge hebben kan, vorsegelt worden und dat 
ijn die apenbare vórsamlinge, aLse Gades wordt geprediget wort. Doch ter 
platze, dar nit sovele gepre<liget wordt, sall men einen sekeren dach 
ordineren umme den doep extraordinarie to bedienen, so nochtans dat 
ijdt niet sonder praedicatie geschehe. 

33. Angaende die kercklieke gesangen verklaret synodus , dat die oster- 
schen und nederlandisschen promiscue mogen continueret worden thot 
den toekamenden generalem synodum. So dan enich missvOrstandt ofFte 
unenichcit tho geschehen mochte befunden worden , sall darin remedieret 
werden nha behoren. 

34. Gelick ock ijs geresolviret van die predige up stillen Fryedach, 
dat die mag einem jedern frijsthaen thot up den thokamenden generalem 
synodum te continueren. Doch dar ein prediger sihet, dat dese dach bij 
sinen thohördern superstitiös ijs. sall he darinnc weten tho remedieren 
und desen dach up einen anderen tranferircn. Is ock resohiret, dat die 
gcbede vor ende nha der predigt nha der forma Catechismi sall geschehen. 

35. Üiewile die waerseggersche up den Ham noch mit waerseggen 
procediret, is rcsol viret, dat men allnoch bij die E. E. heren anhr)lde, 
dat se uth dem lande gebannet werde. 

3(3. Umme gude ordeningc toe conservircn for dese imde thokah mende 
tiden resolviret synodus, dat men ein synodale bocck offt protocol sall 
hebben, warinne alle acten der vorgaiigen synoden mogen upgeteickent 
worden. Und wort dem classi Dammonensi uperlecht tegen kumpstichen 
synodum sodanich prothocoll to vörferdigen und alle acten darinne tho 
vorteickenen , und dat up generale kosten der dassen. 



^) S. GregoriuB is 12 Maart. 



89 

37. Item die 10 artic. van einem generali synodo wordt geapprobiret, 
wolvörstande by die E. B. heren an tho holden umme in effect to stellen. 

38. Belangende den 20 articiil des vorledenen synodi einen prediger 
iith desen synodo to ordineren iimme het veltleger tho bedienen, wert 
uthgestellet , beth het weder requireret wordt, und dan die deputati 
synodi mith den classibiis toe consulteren. 

39. De 21 artic. wort approbiret umme femer tho continueren, nö- 
melick die acta synodalia uth Hollandt und dese provincie reciprocei) 
malcanderen over te senden. 

Sessio 5 antemeridiana. 

40. Die saken Tidonis Danieus, diener thot Bafflo, den synodum an- 
gesocht orame den diener tho Hoherhusen, mit namen Everhaiu)US Arnoldi, 
ijn sinen ahngefangen dienste aldar tho mogen continueren , hinip synodus 
vör8taende2) hebbende van beiden dassen tho Enerum und Middelstum 
deser saken unde ock des dieners standt und gelegenheit, kortelick resol- 
virt, dat vörgemelte diener, nhadem openbar, dat hie ein laicus nit gantz 
ijn den dienst sall thogelaten worden , sondem ter plaetz vorgescli. solange 
sall mogen ijn dienste persevereren, dat die deputati synodi, so dartho 
solen worden eligiret , sick ter platze unde dat erster gelegenheit vörfogen 
umme mith vörgemelten diener ijn bijwesen des classis Enerum coramit- 
terden van die vömemestcn puncten religionis, orsake nhemende uth 
die proposition, die hie doen sall, toe conferiren. Sülckes gedaen sinde, 
unde sine bequaemheit effte unbequaeniheit vömehmende, solen ijn der 
saken widers döhn , als christelick , stichtelick ende nutte sall sin , adderende 
80 gemelter diener enichsins mochte bequaem gefimden worden, sall ter 
platze toe minsten ein jaer to bliven mogen thogelaten worden. 

41. üppet versoeck der kerkvogeden toe Woldendorp umme bij die 
E. E. heren vör hoer to intercediren , dat se tho upbuwing ehrer kercken , 
ock underholt eines dieners mochten assistentie bekahmen, belavet synodus, 
dat die deputati deses synodi desshalven by den E. heren börgermeistem 
und radt ehr beste sullen döhn. 

42. Nachdem tüsschen enige deneren des classis Enerum questie olTte 
disput gefallen wegen eniger calendenlanden upkumsten , soals dat genomet 
wert, so sinnen van dem synodo deputeii; D. Leo Abeli, Wulfgangus 
Agriüola, Rübertüs Wippin(}ius, diewelcke vörgemelte dieneren hirinne 
solen entscheiden ende reconci lieren , twelcks dan ock geschiet ijs. 



1) „redproce" YY heeft „promiscue" en daarboven „reciproce'\ 

2) „vörstaende" YY heeft „vörsthaen". 



90 

Van examine der deneren. 
48. 1. Belangende die forma der examination der dieneren, diewile ijm 
vorgangen synodo den classibus vörgestellet enige ordening, effte ock 
emandt nuttelick achtede etwas tho vöranderen , adderen eifte imminueren 
van dien, so yn die kerckenordening hirvan gestellet ijs, hinip hebl)en 
die semj)tlichen classen sick referiret tho desiilve kerckenordeninge , guet- 
achtende sodahne forma achtervolget tho werden. 

44. 2. Adderende so ijemandt wehre, die sick \jn predigen begerde 
somwilen tho exerceren, sal diesulve ijn ein praeexamen undersocht 
sinde, imde soferne giide hupening van ehm gespörot, sall hem vergunt 
worden tho exerceren , beth he mochte heropen werden. Und sal sodahne 
plenarium examen niet werden ahngefangen mith densitlven, ehe und 
bevör he eine viülenkahmene beropinge hefft nha der kerckenordeninge. 

45. 3. Sall ock geen classis geholden sin einen to examineren offte 
behooren to examineren, die bij hoer gene beroping mach hebben, effte 
ock nit wethen hem platz to geven. 

46. 4. Die articul van die frombdelinge suspect sinde in die religie 
niet toe admitteren, eher dat sie van den deputatie synodi ahn den 
classem commendiret werden, approbatur. 

Sessie 6 pomeridiana. 
Van den deputatis synodi. 

47. 1. Belangende die deputerden der synoden blivet ijn solcker 
gestalt imd forma, alss ijn vorgangen synodo gestellet ijs. 

48. 2. Is ock güedtgefunden tho achterfolgen den articul des vör- 
ledenon synodi, van die imkosten ver die deputerdenn der synoden i). 

In sessione 7, 1 articul 2). 

1. 40. Nadem in synodo vorgebracht, dat koster und schoelmeister 
up Uthhuscrmeden geene membra ecclesiae sijn, darbenevenst die koster 
ock eines unrichtigen levendes wert beschuldiget , resolveret synodus 
dat, ofTtwol billick na luidt der kerckenordening sunder enich gehoer 
sie behörenn ab oflBcio gantzlich reraoviret worden, doch dorch milda- 
digcheit desulve in synodum citeren urn me van hoerlueden vörsthaende 
hebben daimha christlich darinne te döhn. 

2. 5(1. Die pastor ijn Oterdum in synodo erschenen, begerende eine 



1) Ter zijde staat onder dit art. 48: „Hic wxiiiitur sess. 7 pag. tertia ab hac'*, 
uindat bij liet afschrijven die bladzijden overgesl.igen waren. 

2) In mag. staat; ,,()innia liafv iisquc ad sess. 8 praeponeoda sunt illis, quae 
duab. paginis praee<'deutibuK extaut , et statini inserenda post sese. 6". Wij hebben 
in onze uitgave de goede volgorde Iw^rsteld. 



91 

intercessionschriift vör haer gemeinte ahn die E. hern Staten der provin- 
cie umme assistentie toe dohn, dat ehre kereke, de schier deradiret, 
wedderum to repariren, hetwelcke die synodiis toe doen belovett helTt. 

3. 51. Nhadem vele iind schware clagten vorgefallen van die senipt- 
licke predigern over die grote beswaernissen , darmit sic gelick andere 
huisslüden alss schattinge, imposten und dergelicken beswaret werden, 
sihet synodiis vor giiet ahn, dat die deputati, so kumpstiglich an den 
synodum Süithollandiae sollen worden affgeferdiget , darto praepariret 
worden, dat se ijn der reise und werck fort nha den Hage mogen 
trecken umme ehre beswaernisse bij die E. E. hern Generale Staten vör 
tho wenden, dat also van die hoge avericheit raitlidich und gudtdadich 
darin moge gedaen worden, darmit die predigern enige relevatie ehrer 
lasten mogen entfangen. 

Sessio 7 pomeridiana. 

52. Die gemeinten van Nijekercke, Floetdorp unde Uidrum, versocht 
hebbende umme ehre kercke mith einen getruwen diener toe versorgen , 
sick beklagende, dat se nu eine gerume tidt sunder diener gewest und 
also vorsümot worden, verklaret synodus, (Jat men ahn den E. E. jün- 
ckeren Johan Lea^'ens sall lathen gelangen umb binnenkort dieselve 
kercken alss Ulderum, Nijekerck und Flodtdorp alss ein collator mith 
twe prediger tho versorgen, overmitz sie darto genöchsame middelen 
hebben, imd ock die vorige diener wegen erhefïliche orsake gantzelick 
van dem synodo ab officie hirmit wert und ijs removiret. Ock van dem 
synode dem classi, wanmder vörgemelte kercken sortiren, injungeret, 
dat sie desshalven ehren flith mede bij dem vorgemelten coUatore und 
sonsten willen ahnwenden. In fall solckes ijn tidt nit worde geschehen, 
sall yn dem gedaehn worden nha behoren. 

53. Nhadem die synodus erforschet, vorsthaen hefFt und loefwerdig 
berichtet van het imordentlicke und hose levcndt Alberti Matthei, schoel- 
meister tho Weijwert, ja also gestelt, dat het ahn eine privatpersone nit 
alleine mith worden sonder ock mith der daedt tho straffen, geschwigen 
dat sie solden ahn ein schoelmeister , welcker der jögent mith gudem 
exempel solde vörghaen, imd kerckendiener gediildet worden etc, resol- 
viret synodus, dat obgemelter schoelmeister gantzelick van sin dienst 
hirmit sall removirt sin. Ock achtet güdt, dat men bij den E. E. jüncker 
JocHiM RipPEBDA sall anholdcu , dat sin E. L. wil vorschafFen , dat hie ock 
der platze alda mochte wijkenn om me vör toe kahmen und verhoeden 
alle inconvenientien und bösheit, so dorch sine residentie und vorblivent 
dar ter platz mochte entsthaen, wolverstaende dat vorg. Albertus sin 
guedt thot sin beste verdeel mach gebruicken. 



92 

Sessio 8 antemeridiana. 

54. 4. Is ock nödich geachtet, dat die deputati synodi bij die lioge 
avericheidt anholden, dat verleden synodi resolutiones ter executie ge- 
stellet worden, die classes oick vormahnet, dat sie in puncten, die qn 
hoer macht sthaen, haer devoer doehn. Wort ock den deputatis synodi 
last geven inspectie te doen folgende die leste acta. 

55. 5. Belangende den coetum toe Grröningen toe continuerende wert 
ijn vöriger qualiteit approberet, mitz dat die synodi deputati bij den 
heren Deputerden anholden, sie willen die kosten darto vergunnen. 

56. G. Angaende eines schoelmeistere tho Rottum salarium achtet 
synodus giiet, dat het classis nevenst den deputatis synodi bij den E. E. 
hem gecommitterden solckes vorsoecken. 

57. 7. Belangende die bedieninge mith predigen des closters Drai)el 
resolviret synodus, dat men sall schriven ahn den olden prior Joanxkm 
Emmen, dat he einen prediger aldar bestelle, olTte sulvest sich ad examen 
submittere imd den kerckendienst aldar ahnfange. ünde sall het classis 
Oldeampt iipsicht hebben , wat he darinne doet , und den deputatis synodi 
darvan doen adverteren. 

58. Deputati synodi sullen wol upsicht nehmen, dat die closteren, 
dar vele volckes wahnet, mogen mith kerckendiensto versorget werden. 

59. 8. Item dat deputerden des synodi willen anholden bij den E. 
hem , dat die unordeninge ijn werschoppen , blackeren , schencken , brüde- 
gams-slahen solde mogen vörboden worden bij poena. 

60. Dewile die van Wetzinga nu eine gerume tidt sunder diener ge- 
wesen, wardorch vele unheils entsthaen, alss datsulvige van alle godt- 
saligen lichtlich kan betrachtet worden, resolvert synodus, dat sie sullen 
advertiret worden umme 6 weken einen toe heropen, offt bij mangel 
van dien sal classis bij die E. E. heren anholden, dat sie einen beq[ua- 
men diener ijnstellon. Dar sie averst mochten canseren, dat sie gehn 
diener wusten to bekahmen, sall elmen ein diener van dem classe, dar- 
under sic sortiren, worden vorgestellctt. 

61. Dewile die schoelmeister tho Nordtwolde nha die kerckenordeninge 
geen lidtmathe ijs der gemeine, ock undttchtig toe dem officie, und also 
tegens der gemeintcn wille alda resideret, r[esol\irt] synodus, dat men 
bi die E. E. heren Deputerden sall anholden umme densullven vandaer 
toe schaffen. 

62. Dat die deputati synodi wider wegen hett misbruick der geist- 



93 

lichen güderen bij die E. E. heren Gedeputerden anholden , dat darinne 
worde vorsien. 

Sessio 9 pomeridiana. 

63. Nachdera die E. E. Eppo Heringha, jimcker und hovelinck toe 
Sfddtwolde, vor sick und enige andere collatoren alhir ijn aynodo ersche- 
nen, Rockende dat sie ehres pastoris Theodori Petri, die van hoerluiden 
nit wettelick beropen, dan van der övericheit ijngestellet, und alao weinig 
fnicht konde schaffen, mochten entleddiget werden, resolviret synodus, 
nhadem die synodus die missiven der E. E. h. Gredeputerd. vor wettelick 
achtet, und gehne genochsame reden ijngebracht sin, worumme he 
TnEODORicüs behöre van die plaetze affgestellet worden , dat vorgenömeder 
diener alssnoch ijm dienste continuere. Doch willen midlerwile die h. 
gecoramitterden ehren flith ahnwenden, dat he up einen andern plaetz 
toe bester gelegenheit moge beropen worden, dar hie mehrder stichting 
und vordeel moge doehn, alse liie felichte dar ter plaetze schaffen kahn, 
offte mith die collatoren und gemeinte versönet worde etc. 

64. De edele und ehrenf ester jnncker Re&[mer van Berum undc Eno 
EiJsiNOHA, wanachtig toe Holweerda, begerende des synodi adviss von 
enige guderen, so bij testamente den armen aldar gegeven, offt diosulve 
behoren ock die armen alldar tho geneten , und w^ol die dispensatie aldar 
thostaet. Aviseret synodus , dat sodahne guderen thot gehn ander gebruick 
alss tot die armen behoret ahngewendet tho wordenn , unde dorch nemandt 
anders alss die ordentlicke diaconen daer ter plaetze ijn Holwijerda sall 
distribüeret worden. 

Sessio 10 antemeridiana. 

65. Also desem synodo vörgekahmen ijs vant uthgeven des bokes domini 
JoAiVNis Acronii, ehme und an<ient diéneren dés godtlicken wordos up- 
gelecht, anghaende die beropinge der kerckendieneren , wodanich und 
durch wehne desulvige geschehn sall, und f order de jure patronatus tho 
stellen, und dat enige sick lieten vornehmen und meineden, alssoft bij D. 
AcRONiuM ijnt uthgeven dessul ven bokes der sake wat tho vele gcdaehn 
wehre, so hefft die synodus hirup D. Acronium gehoret imd uth ehme 
vorsthaen, dat he sine vorgen. bock wol nit egentlick achtervolgende die 
acta des vorganden synodi ijn alles, om reden die he den synodo vor- 
klaret hefft, en hadde uthgegeven dorch den druck, dat he dannoch 
desulven mith vorscheiden kerckendieneren, sowol sommige siner mede- 
gedeputeerden alss andern binnen und buthen deser provincie, ock per- 
sonen hoges standes gecommunic^ret , und diesel ve sinen arbeidt sich 
hadden laten gef allen, vörklarende darbi, dat solches genssinss thot 



94 

jemandes vörkleinering und veleminder thot achterdeel van frame und 
godtsalige collatoren, patronen, edel und unedel, bij hem gedahn was, 
den alleine in communi ecclesiarum caussa an to wisende jegens den 
qwaetwilligen ehr ungelick und missbruicken , ten ende bij S. Gnade 
und den E. E. h. Staten deser provincie ijn dieselve mochte ordere 
gestellet werden , dat he ock wol obiter und in genere van missbruicken , 
die aver ijdt examen unde tholating der predigem tho dem kercklicken 
ministerium wat gestelt und geschreven hedde, doch dat he darmede 
niemande, ydtsij classes ofFte kerckendeneren , binnen effte buiten desen 
provincie, int particulier dan alleine den schuldigen in genere gemeint 
hebbe umme die vorfallene missbruicken, die hirinne mochten ock igno- 
ranter, nochtans naemals thot unehre des ministerii und schade der kercken 
vorstreckende , te beteren, wSrinne ock dese synodus, sovele deser tidt 
doenlick gewes^ omme solckes to verboden vortan gestellet heflft; mathe i) 
und ordere bij den predigern und dassen te underholden, und dat dar- 
umme ock dominus Acronius wolgem[elt] de namen der gedeligerden 
predigem des synodi der stadt Groningen, Omlanden unde Drenthe 
gebruket hadde yn der vörrede an S. Gn. sampt den gedeputerd. des 
landes, averst also dat ydt eigentlick sin werck sinde, under sinen namen 
hetselifde hebben lathen uthghan in gude meininge und iver vor die 
gemeine sake der kercken. So ijsset dat dese synodus sick mith dese 
verklaring domini Acronu gecontenteret und vomöget holdet, wowol dat 
sie hier und dar ijn dem boke vomimpt sehr grothe vehementie (wortho 
dominus Acron. vorgen. sick leth beduncken doroh die velerhande und 
beth nochtho nit gebeterde abusen verörsaket tho sin), die se nit ge- 
bruket tho sin gewunschet hadden, und lathen derhalven dat bock alss 
ein eigen werck D. Acronu ungeordelt, also het ys, vorbliven in faster 
hopen, dat S. graffl. Gn. wedderum ijut land gekahmen sinde, mith die 
E. E. heren Staten und Gedeputerd. des landes ein güdt middel beramen 
unde güde ordening in alles tho befördering eines jegelicken yn sinen 
guden rechte, welck hie sall mogen befunden worden te hebben, und 
bevörns tho Gades ehre imd befördering der kercken stellen sall , wartho 
Godt almechtig sinen segen ende gnade vorlehne. Aldus gedaen ijn dem 
synodo, geholden thot Appingedam. 

Ein antwordt uppet schriven des synodi van Franckrick. 
Die predigem unde olderlingen des particuleren synodi van Grönnigen, 
Umblanden und Drenthe, geholden thot Appingadam, gesehen und wol 
overwegen hebbende ydt christlicke und wolgefunderde schrivenn der 



1) „mathe" ontbr. iu YY. 



95 

gemeine Gereformerden kercken yn Franckrick, gedaen ijn dersiilven 
nationale synodo, geholden tho Vapencij i) in Delfynaet, versökende 
thom ersten: 

1. dat die Nederlandisschen Gereformerden kercken nefens andem 
Gerefonnerten kercken ijn Duitslandtt, Schwitzerlandt , Engellandt unde 
Schottlandt die gelovesbekenteniss der Gereformerder kercken des ko- 
ninckrickes van Franckrick beleve tho iinderschriven , und ijndien sie 
\jchte8wat yn dersulven bekentenisse , ten ende vorgesch. ahn desen syno- 
dum gesonden iind dorch die predigem uth HoUandt gedirigeert, solden 
mogen ahnmerken, welckes vorbetering hen mocht« beduncken tho ver- 
eisschen , ijdtsulve ahn to teickenen unde schriiftelick ahn die kercke tho 
Rupellen 2) tho vörwittigen , alssock mede dat die kercken vorgesch. deser 
Nederlanden den kercken van Franckrick ock ehre confessionen gelieven 
wille over to senden umme inssgelicken dieselve doer to sehen, und also 
beidersitt gelovesbekentniss ten wedersiden tho underechriven, und eine 
christlicke ooncordiara ijn der lehre des gelofs tegen alle wedersprekerenn 
der waerheit up to richten und toe beforderen. 

Entlick dat ock die Reformorde kercken van Franckrick befunden 
hadden bij D. Piscatorem enige puncten der lehren und besonder ijn 
poinct der reehtferdigmakinge gedreven te worden, die see achten tho 
sin unsuijver, und vömemlick dat hie de gantze gehörsamheit Christi 
nha inholdent des gesettes, Gade sinen vader beth tho den dodt des 
criltzes vor dat minschliche geslecht bewesen, uth den artickel van unse 
rechtferdigmackinge alleine dorch den geloven was uthslutende, vör- 
sokende dat die kercken deser Nederlanden D. Piscatorem bröderlicken 
geleven wolle hirinne te vörmahnen und beflitigen, dat solckes ijn hem 
mochte gebethert worden, so ijsset dat dese synodus ripelick up dese 
saken lettende gudtgefunden und geresolviret hefftt: 

Erstlich also die kercken deses synodi nichtes en wethen noch befinden 
konen, dat ychteswat ijn den Gereformerden karcken van Franckrick 
geleret offte ijn dersulven gelo vensbeken teniss vörfathet und begrepen sy , 
het welckes tegen Gades wordt unde waerheit solde striden, unde sint 
derhalven die kercken deses synodi overbOdich und willich tho allen 
tiden tho imderschriven, imd nefens andem Gereformerden kercken deser 
und anderer köninckricken und landen te subscriberen, und mith 
den Gereformerden kercken in Franckrick ock anderer koninckricken imd 
landen eine christliche concordiam ijn saeken des gelofes und lehre der 
waerheit ahn to gaen und up te richten. Sijn ock die kercken deses 



*) „Vapencij" is Vapincum, t«'g<>nw. Gap in Dauphin^^. 
2) „Rupellen" Y Y heeft „Kuxellen" , d. i. la Roebelle. 



96 

synodi giidtwillich ende thofreden, dat die Bekentenisse des gelovens der 
Nedderlandisschen Gereformerde kercken , vörfatet ijn 37 articiilen (welcke 
artickels und bekentenisse die kercken deses synodi bekennen mede ehre 
bekentenisse te sin) ahn den kercken van Franckrick avergesonden werde 
um diesul ve doer to sien, iinde wat ehnen beduncket gebrecklick te 
wesen (welckes die kercken deses synodi nit en achten, dat ichteswat 
ijn (lieselve ehre bekentenisse gefonden sall worden) den Gereformerden 
kercken deser landen broderlick an to wisen umb tselvige to verbeteren, 
und dat die kercken van Franckrick folgende derselver versoeck und 
angeven verder gelieve tho uprichtinge der christliker concordien ijn den 
Gereformerden kercken deselve bekentenisse der Reformerden kercken 
deser landen i) mede tho underschriven unde , wat ferner tho güde cor- 
respondentie und einicheit sall nutte wesen, beforderen. 

Unde entlick belangende D. Piscatorem ijnt poinct van der justificatie 
des minschen, und wat siner mehr sal mogen concemeren, hefft dese 
synodus guetgef unden , dat D. Piscator vorgen. van wegen der gemeinen 
Gereformeerden kercken der Vöreinigeden Nederlanden bröderlich und 
fnmdtlick, alse christlich und recht ijs, vörmahnet werde bij sekerem 
sendebrieff dartho te stellen , unde ehme vörsöken nefens eine bijgefogede 
beciuame underrichting to dem ende, dat ehne gelieven wille thot stich- 
tinge und einicheit der lehre ijnn den Gereformerden kercken ijni chris- 
tenrick , und thot wechneming aller upsprake und calumnien der fienden 
der waerheit, ja thot vörhoding alles strides ijn der lehre ijn Gades 
kercke sick breder tho verklarende, und die n^e gevatede2) opinie, die 
noch bij den olden noch bij den nijen scribenten (bij weten deses synodi) 
jewerle'"^) gedreven ijs, te laten fallen unnde mith eine openbare schrifft 
dor den druck den uprechten orthodoxen gnmdt, alletidts ijn Gades kercke 
van die rechtferdichmakinge imd ock also ijn den Gereformerden kercken 
deser Nederlanden gedreven, mitz ijnschlutende die vuUenkamene gehör- 
samheitt Jesu Christi, ijn dieselven sick selven openbaer mScken und 
tho erkennen geven umme nicht tho schinen enigerhande frombde lehre 
ijn Gades kercke te '^^^llen ijnbringen, dienende alles to Gades ehre, 
vörtplantinge der godtlichen waerheit unde stichtinge der kercken unsers 
heren Jesu Christi, wartho Godt die Here sinen segen und geist gne- 
dichliken ehm und ims allen will vorlehnen. Aldus gedahn yn unsem 
synodo, geholden qn Appingadam desen 11 May anno 1604. 



1) ,,(l(»8«^lvc — landen" onlbr. in YY. 
-) „gt'vatcxle" YY hiHjft „genia<»cke(lf". 
3) „jewerle" zoo staat in beide cnxid. 



97 

65. 3. Angaende die confession uth Franckrick, dorch die gedeputerde 
predigere uth HollaDdt ahn desen synodum ijngegeven , is ijn dem gantzen 
synodo opentlick vorgelesen, und van dem synodo giietgefunden wider 
einem jedem classi deser provinciën aver to senden, umme dan nha ge- 
nr>chsame ponderatioen ehre resolutie te duhn. 

66. 4. ümme alnoch femers vör tho kahmen die abusen und frau- 
datie, so die gemeinten dorch dat jus patronatus överkahmen, resolvirt 
sijnodus, ein jcder classis sall tegens die wedderkumpst van S. Gr. die 
abusen dessulven, dar sie mochten sin, schrifftlick stellen imd den 
deputatis synodi toesenden omme ahn S. G. over te geven, sine G. 
wille darinne sovele raögelick ijs correctie doen. 

67. 5. Nachdem die koster und schoei meister up üthusermeden , 
gehne membra ecclesiae sinde, bavendat sick ock unordentlick dragen, 
und ijn synodo citeret sinde gelickergestalt contumaces befunden und 
niet erschenen, is geresolveret, dat die gedeput. des synodi bq den E. E. 
heren solen anholden , dat sie ab oflBcio werden removiret etc. Ock diewile 
vangelicken up mehr andem plaetzen befunden, dat vele gasthuis vogeden, 
ock kerck vogeden , gelick ock die sclioel meister tho Nordtwolde Papisten 
offte Mennisten sin, dat die deputati willen anholden bij die E. E. hern 
tho vorsien. Ock die synodus believe to schriven ahn die E. E. h. Staten 
up Drente, se wollen bi hoer ock sodahne unordening vörhöden und 
corrigeren. 

68. 6. Wordt ock belastet, dat deputati synodi by den E. heren 
anholden, dat die wedewen der praedicanten mochten gehand thavett 
worden, gelick ijn Westerlandt ende HoUandt geschiett. 

69. 7. Wort vor güdt ijngesehn, dat ijn ein jeder classe moge orde- 
ning gem^ket worden umme van ein jeder prediger jaerlicken ein pundt- 
grote up toe bringen, hetwelcke thot profit van die wedewen, die dar 
mochten kahmen dorch affstervent der predigern, mochte [ahngelecht 
worden , umme welcke ordeninge an to fangen die prediger uth Hollandt 
hebben belovet eine ordeninge alhir den classibus toe handen tho stellen. 

70. Angaende die olden predigern , die olderdoemshalven thom dienste 
unbequaem sindt, is geresolveret, dat die deputati bij den E. E. h. Staten 
solen anholden, dat sodanigen dieneren moge underholdt geschaffet werden. 

71. Is geresolviret , dat nemandt sine kercken lichtferdig sal vörlaten 
sonder wethen und wille der dassen. Und so ijemandt daraver wurde 
dohn, sall ab officie gesuspenderet worden etc. 

Actn gyn, prociiie, VIL 7 



98 

72. Dowile befunden wort, dat Exoelbertus, die olde pastor toe 
Rottiim, vele lasterworden up die Reformerde relligie is spreckende, 
blickende darvan gelöffwerdige getuichenisseD , is den deputatis belastet, 
se willen mith die getuchenisse bij den E. E. heren anholden, dat hie 
nha unser hem gudtfinden gestraffet werde. 

73. In gefalle die gemeinte tho Bedum elirem diener sin underholt 
nith thostellen, solen die deputati synodi derhalven bij die h. Staten 
vor hem intercediren. 

74. Resolveret synodus , dat gene idioten solen thom dienste thogelaten 
worden, tsq dat sie sonderlinge gaven hebben, offte ock die noet mochte 
forderen. 

75. Resolviret ock synodus, dat gehnen predigem sall angedrungen 
worden sick qn enige vörmunderschop der pupillen , so hem nit bewandt , 
\jn to stellen. 

76. Belangende die forma visitationis wert ijn die qualiteit approberet , 
alse ijn desen vörgangen synodo ijs gestellet anno 1603. 

77. Yolgents sint tho deputatos synodi coramunibus sufFragiis erwehlet 
nhafolgende predigere: D, Johaxnes Acuoxius, D. Leo Abeu, D. Wui.ff- 
GANOUS Agriooi^, D. Ai.bertus Lomeyerüs. 

78. Tho gedeputerden ad synodum Hollandieam tho vorreisen sint 
coramunibus fratnim sufFragiis erwehlett: D. »1oaciumus Werxerüs, D. 

JoiIANNES NiCASIÜS. 

79. Tho visitatores classium sinnen mith gemeine stemmen gestelt 
deselvige ordentlich toe vürricliten in forma alss bevarens geschehen: 

ex classe Grönningana: D. Arnoli >U8 Uthusiüs, D. nERM.vNNU8 Stech- 
MANNUs, Engelbertus From, soiiior; 

ex classe Appingadamcnsi : D. Joannes Sprencjer, D. Theodorus Klinck- 
iiAMERus, JoRAN Aggf:s, scnior ; 

ex classe Loppersumana : D. Henricus Hobingius, D. Wulfgangus 
AoRicoLA, Tammo Popkexs, senior; 

ex classe Middelstumana: D. Wibr.vm)us Georoii, D. Nicolaus Clax- 
Tixjs, D. Wesselus Rode, loco senioris^ 

ex Enenimana : D. Andreas Alhert , D. Arxoldüs Wdttzemiüs , D. Her- 
MANmrs Besten, loco senioris; 

ex Adwcrdiana classe: D. Robertüs Whtixgius, D. Thomas Stalmaxxts, 
D. Hermanxtjs Theophilus, loco senioris; 

ex classe Oldeampt: D. ÖERHAm)us Womhoff, D. Wtqboldus HoMEra, 
PoPKO Haeuess, senior. 



99 

80. üppet versoeck van D. Joanne Wirichh, prediger tho Süetlahren, 
umme ehm eine Yörschrifft ahn die E. E. h. Staten der landtschop Drenthe 
tho vörlehnen umme thot spödigeste expeditie hem nha gerechticheit 
vort to helpen yn die questiose sake wegen der vicarien dasulvest, is 
geapproberet. 

81. Darnha ijs censura morum geholden und ^s niett vorgef allen, 
warinne ijjemandt behöret beschuldigt worden. 

82. Is endtlick hoechnddich geachtet, dat deputati synodi bij die E. 
E. heren anholden , dat ein andere ordere up die synodale kosten mochten 
gestellet worden, unde ein jederem classi wordt frygestelt tho tehren, 
waer ijdt umme die minsten kosten geschien kan etc. 

Aldus gedahn hebben die ahnwesende predigeren und olderlingen deses 
christlichen synodi dese acta underteickent : 
EvERHAKDUS JoANxis Campius, synodi praeses. 
JoAN'NEs LouNGius, syuodi scriba. 
JoHANNEs SrRENüERUs , syuodi assessor. 

Bernhardus Tiieodorici Nordaxüs, ecclesiae Groninganae minister. 
JoHANNES NicAsius, miuistor verbi Dei in Middelstum. 
Leo Abeli ab Eqü^uit, verbi filii Dei minister in Loppersum. 
Tammo Popkens, senior ministerii in Loppersum. 
Albertüs Güilhklmüs, pastor in Medis. 
Airroxius STROMBERGros , prediger in Rottum. 
SüETT Takens, olderlinck. 

WüLFGAifGUs AoRicoLA, deputat. minister in Garshusen. 
Johan'nes Molanüs, t. p. 

JoHANNES Laxten, in Holwijerda verbi Dei minister. 
JoHANNES Aggens, oldcrlinck qn Holwierda etc. 
Henricus Cre\t.lïus, deputatus ex classe Groning. 
JoHANXEs ScHRODERUs, prcdigcr tho Beijlen. 

Gerhardus Weemuoff, prediger tho Wijnschote ijn den Oldenampte. 
Hermannus Bünicexus, tho Lehenss p. 

Lucas X Langen, diener Christi ijn dem evangelie tlio Dieveren etc. 
Johannes Wirichius, V. minister in Süetlahren. 

IIermannus Theoi'huxs, minister verbi in Hoech und Leechkercke etc. 

Finis. 



-* 



100 



Acta tindecimae synodi provincialis, so van den E, 
E, liochtvisen hem Gedeputerd. Staten van stadt Gro- 
ningen end JJmhlanden nthgeschreven tho hold^^n up 
den 6 Maij deses jahres 1605 binnen der stadt 
Grmingen^ ten overstaen tind bywesen der E, E. 
Iwchwis, lieren Egkick P^ggens ende Gerrijtt Krabbe, 
mede Gedepiderde Staten end van deni collegio daerto 
gecofmnitteret etc. 

Then erstenn is dese synodus van domino Arnoldo üthusio, ministro 
Groningensi, mith -dem gebede begunnen. Darnha ijs mith gemeinen 
stemmen thot praesidem gckoren dominiis Arnoldus, thot scribara dominus 
WuLFGANGUs Agrioola, prediger thott Loesdorff. 

Voerts hebben die predigers, so thot desen synodo erschenen sint, 
hoere credentzbrieven overgclefert alss folget: 

uth dem classe van Groningen: Arnoldus Utehusius, minister Gronin- 
gensis, die E. E. raetsheer Lambertt Hörenkeks, Hinricts Creveluüs, 
pastor in Middelbert; 

uth dem classe Oldamptt: JoH.\>fNEs Lolinüiüs, pastor toe Noertbröek, 
Henriccs Asswerus, p. in Beertha, Joannes Mexsingius, p. tho Onst wedde, 
loco senioris; 

uth dem classe Appingadam: Johaxnes Sprengertts, prediger aldaer, 
JoANXEs Laxten, pastoF in Holwijrda, Joannes Bulvelt, borger end 
olderlinck ton Dam; 

uth dem c. Loppersüm: Egrertus Stael, pastor tho Stcdum, Wulf- 
GANGus Agricx)la , p. tho Locsdorp , Jon annes Egberti , pastor tlio Leermis , 
loco senioris; 

uth dem classe Middelstüm: Johannes Nicasius, pastor toe Middelstumb, 
WiBRANDUS Georoiijs, p. tho WcrfFum, TnEonomcus Petri, p. in Süetwolda, 
loco senioris; 

uth den classe van Enerum : Hermanntjs van Besten , pastor toe Werff- 
husen, Joilannes Conradi, p. tho Sawert, absent, den E. E. Seirop 
Elama, senior; 

uth dem classe Suethorm: Hermannus Tueopiulus, pastor in Hochkerck, 
SiXTüs Abeli, pastor toe Esingha, Peter Johansen, olderlinge. 

Dese credentzbrefen sint gelcsen ende geapprobiret worden, avermitz 
nits befunden tegens die kerckenordeninge ende decreten vorgaendcr 
synodorum toe striden. 



101 

1. Naest desen hefft Borchardus Heuwagius, schoelrneistor too Nordt- 
woldo, gudo attestatie, underteickent van den collatoi-cn und carspolluiden , 
van sin deenst und levcndt dem synodo vörtönet. Is geapproberet iinde 
vorts for gudt angesien, dat he up die kosterije tho Middelbert gepro- 
moveret worde. 

2. Is by dem synodo guet und behorlick geachtet, dat henferner 
gene politike personen qn dem synodo session sullen hebben, diewelcke 
geene membra ecclesiae sinnen. 

3. Hefft synodus guetgeachtet , dat den classibus geordineret und 
uperleeht sall worden, dat ellick classis ahn den gedeput des synodi 
sullen toschriven, wat sie sunderlinges van unordenlichen doende der Wed- 
derdoperen vor seker hebben ende weten, um darvan ahn die heren der 
provincie relaet tho dohnde. 

Himha sint die acta synodi proxime praecedentis vorgenhamen unde 
gereviseret 

4. Belangende den 4 articul van praeposituren achtet synodus nodich , 
dat deputati synodi bij den heren der provincie willen anholden, dat 
einmael eine richtigkeit gestellet ende gemaket mochte worden. 

5. Anghaende die correspondentie van wegen der prediger der landt- 
schop Drente tho dem synodo deser provincie wert ahn sine grafïl. 
Onaden gestellet, ofFt se raith dem synodo dezer provincie vöreiniget 
sullen bliven efFte niett. 

6. Belangende den 13 articul prioris synodi, concemerende die kercke 
van Midthusen, leth synodus bliven bij die resolutie desselven synodia, als 
vor nödich achtende dat sie einen egenen diener mogen hebben. 

Sessio secunda 7 Maij vörnüddage. 

7. Angaende den 19 articul. belangende visitatioen classicael achtet 
synodus, dat desulve up ahnstaende volgende jahr tusschen desen und 
folgenden synodum um rede gemoveret naebliven sülle mengen, und nit 
praecise in allen geholden , vülbracht behoret tho worden , dan alleine dar 
classis befinden sall die noedt end stichting te ereischen. 

8. Angaende den 23 articul angaende den koster to Weijwert, dewile 
desulve van vorgaenden sj'nodo um merckliche reden van sinen dienst 
geremoviret, und thot nochtoe keine attestatie noch van classo noch van 
sinen carspelluiden van beterschop van ehm vorgekahmen ijs, leth het 
synodus alsnoch by ijdt advis des vürgangenen synodi vorbliven, ehm 
thott deinst unbe<|uaem und unwerdich achtende. 



102 

9. Anghaende den 28 artic. belangend die karmisse tho Wijttwert, 
achtet synodus alsnoch te behoren entweder affgesehaflFet oflFt up ein 
ander tidt gestellet te worden. 

10. Den 29 articul. angaende die vörforderinge ende recapitulatie 
gravaminum classium approbiret synodus alsnoch. 

11. Ingeliken den 30 articul van den mandaten der hövetl uiden ende 
andere, item pachterijen, deenst ende liandel up Sondagen nit behoren 
bedienet te worden, approbiret synodus. 

12. Achtet synodus, dat up die clagten der predigers vant Oldeampt , 
dat noch geen sekere ordeninge vant naeqahr der wedewen van vörstorven 
predigers gestellet sin, achtet synodus, dat die gedeputerd. synodi bij 
die magistraet der stadt anholden sullen umme darin vörsien te worden 

13. Synodus achtet vör behörich, dat historia passionis jahrlix yn 
den dorpen vörklaret worde. 

14. Angaende den 40 artickel belangend Everhardum Arnoldi, vör- 
meinten prediger to Homhusen , van den deputatis synodi end dem classe 
inhabel befunden und'affgesettet, end hie nochtans vortgefahren , resol- 
virt synodus, dat gemelter Everardus vam classe censuriret solle und 
behöi*et te worden wegen sine continuatie , ende so hie versoeken wert van 
nijen gehörett und underfraget te worden, dat hetsulve ijn siner kercke 
in praesentie twe offte drie des classis van Enerum und Middelstum, 
dartoe gecoramitteret, vorgunnet unde darhna qn der saeke gedahn sal 
worden , alss sick stichtelick end behörlick befinden sall , mitz dat die clas- 
ses van Middelstum und Enerüm reciproce vorkesen , die hem underfragen 
sullen , und dith alles upt versoeck des collatoris und karspelluiden aldar. 

15. Angaende den 48 prioris synodi, belangende die unkosten der 
synoden end gedeputerden des synodi, achtet synodus, dat deputati 
synodi sullen bij den hern Staten end gecomraitterden van die geistliche 
gnderen voersoeken etwes assistentie van den cloesterguderen toe den 
vörbenömeden costen. 

IG. Anghaende den 56 articul. prioris synodi wort den gedeputierden 
synodi belastet ahn die E. E. hem Staten to vörsoeken, dat dem sclioel- 
raeister tho Rottura bij den comraeldüir tho Werffmn enich underholt 
geprocuriret moge worden. 

17. Ahngaende die abusen by den kerckganck van brüdt ende brödegam 
als blaken, schencken, brudigam tho schlahcn, item dat blaken up Meij- 
avendt und andere tidt, item die heidensche vastelaventsspelen wertt 



103 

den gedeputerden synodi belastet up die hovetkamer tho vorsokcn man- 
daten ahn die redgers umme sölcke dingen aff tho schaffen. 

18. Anghaende den artieiil van gebreck unde armoedt der wedewen 
der vörstorvenen predigers, aehtet synodiis, dat deputati synodi umme 
alimentatie bij denn heren Staten anholden sollen, sonderlicken vor die 
wedewen der vörstorvenen prediger tho Farmsum, Usqwert, Sandtweer, 
Tinallinga, siendc up den 60 articul der kerckenordeninge. 

Sessie 3 pomeridiana 7 Maij etc. 
Gravamina. 

1. Classis van Groningen doleret, dat die dope minus reverentialiter 
bedienet wert Resolviret synodus, dat hirinne die kerckenordening achter- 
folget söle werden. 

2. Angaende die classicalo kosten approberct synodus alsnoch decretum 
praecedentium synodorum van vier dalers, uth den kercklicken middelen 
jarlix daruth geordineret. 

3. Classis vant Oldeampt hefft tho kennen gegeven, dat die droste 
tlio Wedda den predigers ijn die herlicheit tho Wedde wille besperen dat 
pachtkom offt, so he secht, datt misskom tho entfangen. Aehtet synodus 
sulckes dondt des drosten unbehörlich tho sin und ordelen , dat dieselvige 
predigers aldar dat kome wol mogen entfangen, besunderen diewile ydt 
ehre middelen van underholdt sin. 

Ten tweden dat die droste solde eischen investurgeldt vann den pre- 
digers te entfangen, welcke dönde synodus ock vor unbillick aehtet. 

Classis Dammonensis. 

1. Classis van den Dam doleret, dat het classis van Loppersum solde 
sick unrecht vörferdiget hebben die sijnodale kosten van Schermer to 
eisschen. Classis van Loppersum secht contrarie. Und refereren sich beide 
classes tho decisie der heren Gedeputerd., twelcke die gedeputerden 
synodi den hem vorstellen solen. 

2. Hefft classis gementioneret , alssdat Oldecloester mith unbehoer 
an Berum gecombineret solde worden. Leth dorhalven synodus noch vör 
dithmael bij provisie Oldeclöster bij Holwijerda gecombineret. 

3. Classis intercederet vor den prediger van Oterdum umme vörbede 
ahn den commendiler van Osterwerum, item vor einen schoelmeister tho 
Borckschweer ende omliggende plaetsen, dat gemelte commelduer beijde 
den prediger ettwas augmente stipendii wille tokahmen laten, item vor 
ein schoelmeister underholt ordineren wille, dewile he Osterwerum 
mede bedenet. 



104 

4. Voersocht ock, dat den prediger van Schermer sin stipendium 
vorbetert mochte worden dorch anfordering deputatonim synodi. 

Classis van Grote Adewertt klaget alssnoch, gelick alle andere classes 
dohn, dat geen eheordeninge gestellet wort. 

Loppersnmer classis. 

1. Is ijn questie gestellet, olfte ein schoelmeister dat zedelschriven 
van mölenpachten sall mogen bedenen. Resolvert synodus, dat die kosters, 
so vor sich themelick underholt hebben, tselve niet bedienen solen, be- 
sunders so die predigers ahn ehren schoelmeister niet voersthaen end 
approberen konen. 

2. Up die questie gemoviret, offt die coUatoren solen mogen enen 
diener up een caspelen senden ofFte stellen sonder enich vörgaende vör- 
standt offte underreding mith der gemeinten, besunders dar ledematen 
und olderlingen sint, rcsolviret synodus, dat ijn desen die kerckenorde- 
ninge also ock die landtrechten behöre achtervolget tho worden. 

i\. Uppet voersoeck des edlen ehrenf. hem Dodo van Aaischweer luidt 
sine overgege venen schrifft, vorklaret synodus, dat die gedeputerden des 
synodi die sake sal befahlen zin umnie mith den E. E. hem Staten tho 
vörhandelen etc. 

5. Also vor domino Kuxc^KHAMERo , prediger tho Tjamsweer , ijn synodo 
gespraken ijs, dat sin underholt klein solde sin, und dat he niet vorgeves 
veelfoldige clagten in classe gedahn , so tindet synodus güet , dat deputati 
synodi umme de vicarie bij den h. Staten vörsöken ende procureren willen. 

0. Imgelicken hefft D. Henricüs Crevelius, prediger thoe Middelbert, 
aver sin underholt geklaget. Hefft die E. E. Lambert Hörenkens, raetsheer 
und amptman vantt Geerecht, angcnhamen etwas verbetering te willen 
vorschafFen. 

7. Also ock vorgestellet, dat unbehörlick ein diener uth ene classe ijn 
ein ander classem kamen solde sonder des classis, darunder he sortieret, 
attestatie hefft, so achtet synodus alsnoch tselve nit te behoren to ge- 
schien end ordineren, dattet selve vörhödet soUe worden, end yn dienst 
niemandt treden sunder ad vijs des classis, dar hie bij kumpt. 

8. Diewile ock Petrus Scepelitzius , prediger tho Wedda, in synodo 
erschenen und tho vorsthan gegeven, dat classis die approbation siner 
beroping ahnt synodum gestellet hebbe, so hefft synodus die beroping 
bij provisie approbiret, mitz hem vormahnende sin ampt und levendt ijn 
gilde achting te nehmen, unde forts dem classi yn Oldemampte tho in- 
jungeren gude upsicht up hem tho willen holden. 



105 

9. Tho deputerden deses synodi sint vör dithmael men twe iimme 
reden mith gemeine stemmen gekaren omme die acten by die heren ^n 
effecten tho bearbeiden, alse mith namen: uth der stadt D. Beunuakdus 
THEODORia, prediger yn der stadt Gronningen, D. Johannes Sprengekus, 
prediger yn den Dam, wegen der Omlanden. 

10. Entlick ijs censura monim geholdeu aver die ahnwesende und 
bijwaners deses synodi, und (Godt loff) nicht vörgekahmen noch befunden, 
dat strafFbaer geordelt behöret to worden. 

Is also synodus geendigot mith underteicking van eicken prediger und 
oiderlinck, gelick himha folget. 

De post. 

Is noch dem synodo to kennen gegeven, dat die pastor tho Baiiloe 
dorch eine lanckwirige kranckheit van sestein weken ijn benautheit ge- 
raket Intercederet synodus vör hem, mits den gedeput. synodi belastende 
solcke intercessie bij den Gedeputerd. Staten end h. gecommitterden , dat 
hem enig subsidium uth den elosterguderen bestellet moge worden, die- 
wile he ein hüs vuil kleine kinder hefft. 

Aliud. 

Sint erschenen dorainus Johankes Acroniüs, BEiiNHARnrs ende Joannes 
Stechmannus, ministri Grönningenses , mith der wedewe van salige Ro- 
DOLPHi Stjtoris, pastorcu up die Meden, vorclarende den bedroveden tho- 
standt der gemelten wedewen und vörsokende , dat enige uth den middel 
genömet mochten werden, diewelcke bij den erbaren raedt deser stadt 
willen anholden, dat sie die vuile upkumpst van ein nhajaer, gelick ijn 
die Umblanden gebrücklich, genethen mochte. Hefft synodus dartho ge- 
nomineret und belastet tsulve te döhn D. Johannem Sprengekum, D. Jo- 

HAXÏfEM LOUNGITJM UUd D. WüLFGANGUM AgKICX)LAM. 

Aliud. 

Doliatio gevallen, dat classis ijm Oldenampte den olden Nicolaum 
Stelling WERFFiuM togelathen hebben up die pastorije up die Meden buten 
wetenschup des magistraets van Groningen, welck ijn vörigen tidcn ge- 
melten person niet hebben willen tolathen, so kent het synodus, dat 
deputati classis praedictae praepostere gedacn hebben, ende noch i-eden 
darum tho geven sullen behoren. 

Aliud. 

Van Hfjïmanxo Wokms, fiscael, vorsocht sinde vörstandt des synodi 
toe hebben mogen, offt men jus canonicum sall mógen toelathen ijn 
defensie van geestlicke guderen, antwordet s^niodus tselve to mogen 
sthaen, sofeme diesel vo leges daruth citeret offte allegeret niet striden 
tegens der kercken Christi stichtingo und fundament ott'te vöi-standt der 



106 

hilligen schrifft, noch ock tegens den behoerlicken gebmick dersiilven 
guderen, yn pios usus gedestineret. 

Aldus gedaen und christelicken geendiget hebbende alles, wat ijn desem 
synodo ijs vörgefallenn , so hebben die tegen wordige pastoren ende older- 
lingen dese vörgesehrevene aeten underteickent. 

Arnoldus Martini Uthtsius, minister ecclesiae Groning., praeses hiijus 

synodi. 

JoHANXES Nicvsms, prediger in Middelstum, assessor. 

Lambertüs Horenkens, senior. 

JoHAXNES Sprenger, ministCF ecclesiae Appingedamensis. 

Hexricüs Crevelius, p. tho Middelbortt. 

Wülföangus Agricola, p. tho Loesdorff, nomine classis Loppersumanae. 

Hexricüs Asswerüs, minister in Bertha. 

JoHANXEs LoiJXGiüs, m. in Nörtbroick. 

Hebmaxxts THEonuLi, p. in Höch end Leechkercken. 

JoHANXES Laxten, m. V. in Holwierda. 

Serep Elama, olderlinge. 

Peter Jaxsex, olderlinge. 

JoiiAxxES Egberti, pastoF Lerraensis. 

JoHAX VAX Bulevelt, oldcrling ijm Dam. 

Egbertüs Stael tho Stedem, Loppersumanae classis deputatus. 

Theodoricus Petri, pastor tho Suetwolde. 

WiBRAXDüs Georgii, pastoF to Werfum. 

Hermaxxus Bestex, p. toe Warfhüsen. 

Finis. 



Ada diiodecimae synodi provindalis , alsoe van 
den welgebarnen heren ende graven , graf en Wilhelm 
LuDEWiG stadthoMer^ mitsgaders van den E. E. ende 
seer discreten Gedeputerden h. Staten van die stadt 
Groningen ende Umhlanden vor dese reise ys utge- 
schreven worden umme densülven tip hüden den 6 
Maij deses lopenden jahres 1606 bynnen die tw- 
meerde stadt Grönningen tJio houden^ so ys desülve 
utligeschrevene synodus nu tegenwordich door des 
Heren gratie ynt werck gestellett warden, int over- 



107 

staen van die E. E. Roloff Batting ende Eknst 
IssELMUDEN ols commüterden vant collegio umme 
desen synodum mede dirigerende thot einen guden 
ende hringen. 

Sessio prima hora O antemeridiana. 

Is derhal ven dese tegenwordiger synodus van D. Aiinoldo ML\rtini, 
ministro ecclesiae Groninganae , y nt vorledene jahr ende synodo verkörne 
praeses gewest synde, mith dem christlicken gebede begunnen ende do 
name des H. tot gttde successie van desen löffliken synodo met oedtmo- 
digen herten ende iver angeropen etc. 

Na desen sint mith gemeinen siiffragien der broderen, desen synodo 
ynt beginsel bijwahnende, vercoren ende eligeret thot praesidem D. Joaxnes 
AcRONirs , ende thot assessorem verordineret D. Joiiannks Nioasius , diener 
des godtlicken wordes thot Middelstum, ende ten latsten tot scribam 
synodi verkoren Toblvs Seusingius, diener des godtlicken wordes binnen 
den forteresse Delphesiel. 

Neflfens desen sint iip desem synodo gecompareret ende erschenen desso 
nhafolgende classen ofFte gecommitterde uth densulven: 

I. classis Gröningana: D. Joiiannf» Acrontus, minister verbi divini, 
D. Arnoldus Martini, minister v. d. , Wiliifxm Barxda , raetsheer, senior; 

IL classis Dammonensis: D. Joannes Sprenger, pastor in Dam, D. 
ToBiAS Seusingius, p. in Delphsiel, D. Theodorus Klinckhamerus , p to 
Jamswehr, loco senioris; 

III. classis Loppersumana : D. Egbertus Stael, prediger to Stedum, 
D. WuLi-TOANGUs Agiucoi.a, p. toc Locsdörp, D. Joaxnes Schroderüs, p. thoe 
Westerembden , loco senioris; 

IV. classis Middelstmnana : D. Joiiannes Nioasius, prediger toe Mid- 
delstum, D. Albektus Wilhelmi, p. toe Uthhüsermeden , D. Wesselus 
Rhodius, p. in Cantes, loco senioris; 

V. classis Baffoldana: D. Axdreas Stilvetman, pastor in Saxcnhuscn, 
D. Hermanxus a Besten, p. in Werffhuisen , E. juncker Allert Gaijkema, 
loco senioris; 

YI. classis van Awertt: D. Robertus Wippikgius, prediger tho Süet- 
horm, D. Albertus Lomeijerüs, p. toe Groet Awert, D. Herm^vnnüs The- 
oPHiLus, p. ijn Hoech ende Leechkercke, loco senioris. 

Insgelicken ijs van desen classen allen die credentzbreven vörtönet, 
diewelcke alle vör güdt sin gekent ende gerespectirett worden, ende 
sunderling hen allen sessio gcgunnet. 

Damp ijs gecompariret uth NordthoUandt D. Petrus Coioeui, diener 



108 

des godtlicken wordes binnen Enckhiiisen, exhiberende sin behoerlick 
credentiebreven , warüp hem ock behoirliche sessie gegunnet worden 
thot vorsekeringe ende underholdinge van guder correspondentie. 

Eintlick sint mith gemeinen stemmen des synodi verordineret worden 
D. WuLFGANors Agricola, prediger vann Loosdorp, ende Hermannus 
Theophilus, prediger toe Hoch ende Leechkerck, uinme die gravamina 
elassicalia ijn ein corpus integrum te redigeren, darmede den tidt te 
gewinnen end ock thot andere salutaria te treden. 

Hirtip sint die acta synodalia praecedentis anni et synodi met gemeinen 
advis ende stemmen der samptlichen broderen resumendo vörgelesen 
worden, alss folget. 

1. Belangende den 2 articul des vorledenen synodi, toe weten offtter 
vortsahn politiqiie personen, wel tot desen ende andem sijnoden gecom- 
mitteret sinde, nochdans gene membra ecclesiae, ock geene credentzbriefe 
vörtoenende, sullen ijn den synodum tot sessie tögelaten worden, so 
approbiret synodus noch densulven ijn sodahno kracht te sthaen, also 
geresolviret , welvorsthaende dat vor dese rcise solcks noch stillschwigent 
sall vorbijgepasseret worden, ende nochtans darüp die deputati synodi 
sollen geholden sin, dat dese articul thokumstig vulkameliek mag under- 
holden werden. 

2. Van den 3 der sijnodalen acten anni 1605 angaende die Wedder- 
doperen is geresolviret uthstall to nehmen, thotdat die gravamina ge- 
colligeret, warinne dan behoerlick sall gedahn worden. 

3. Up den articull van den praeposituren wert beschieten , dat synodus 
so nae als vom ijn dith stücke sall klachtig bliven, met vorklaringe dat 
vortsan solckes iveriger bij het collegium ende op den landssdach gedreven 
worde van dien personen, iith denn dassen darthoe genomineret sinde, 
mit gelicker belastinge dat sie niet allenich die gravamina offte abuisen 
van praeposituren in harer classe met allen flithe ende neersticheit sullen 
colligeren , rnHr ock dieselve gecolligerdc abusen schrifftelick op toekomen- 
den landssdach te rcmonstriren. Belangende dan die kosten van dien sin 
dieselve synodael. Hiertoe sin uth elcken classe genomineret ende genoch- 
sam geauthoriseret met judicio ende siifFragiis deses christlichen synodi: 
D. JoA(miMUS Waiinerus, m. iith dem classe van Groningen, D. Johaxxes 
SpREXGFJtrs uth dem cl. van Dam, D. Wut.fgangüs Agiucoia uth dem c. 
Loppersum , D. Wesselfs Rjiodfcs uth dem class. Middelstum , D. Axdreas 
Stratem.v^' uih het c. Enerüm , D. Albertus Lomeyerüs uth idt clas. Oroet 
Awertt, D. WKiBOLDus Homerus uth den classe Oldeampt. 



109 

Sessio secunda pomeridiana hora secunda. 
Nae gedanen gebede ^s van desen nafolgenden articiilis des vürledcnen 
synodi getracteret worden. 

4. Angaende den 5 artic. van die correspondentie der prediger van 
der landtschop Drente , damp belastet synodus den deputatis synodi , dat 
sie hen sullen bij S. G. addresseren, oedtmodigen vörsokende dat S. G. 
geleve te schriven ahn die landtschop van Drenthe, dat hare predigers 
ende dassen mogen vöreiniget sinde end bliven, alss tevoren gewest. 

5. Belangende den 7 artikel van die visitatioen classicael, door die 
deputatos synodi geschehn, findet synodus vör raetsam, dat wol die 
visitationes classium ijn sin in esse bliven sullen , nochdans thot vörmidung 
grother kosten sullen dieselve jaerlicx niet praecise , maer nha gelegenheit 
van tidt ende saeke gedahn worden. 

6. Die 8 articull van de müdtwillige continuatie des schoelmeisters 
toe Weijwert, genömet Albertus Matthaei, noch ijn sin dienst tegen s 
classicale ende synodale resolution aldar thot leetwesen veler guder herten 
residerende, sin dese drie brodere, alss dominus Joannes Acronius, do- 
minus Albertus Wilhelmi ende dominus Robertus Wippinoius gecom- 
mitteret umme thot denn edelen jüncker Ripperda toe Farmsum, hoveling, 
sich toe verfögen, hem noch ter conclusie versoeckende , dat hie den 
koster van Weijwart niet langer wil handthaven, maer densul ven nha 
inholdt veler resolutien so classicael als synodael will affschaifen. 

7. Up den 9 articul van die karmisse van Wijttwert resolviret synodus, 
dat die gedeputerden des synodi sullen gehouden sin hen te addresseren 
bq den h. Gedeputerden Staten vant collegio, begerende dat hen gelieve 
solckes mede ijn een artikel te verfaten, ock ijn die propositie up den 
landach te insinueren, dat dese kannisse ten minsten up enen andem 
dach moge vorlecht worden. 

8. Die 11 articul alse doen die grote abusen, diewelcke dickwils so 
under hillegen, fest offte bededagen ijn drunckenschop , spelen ende 
andem lichtferdigen dingen bedreven worden, achtet synodus alsnoch 
vör raetsam, dat men sich referire up den articul van praeposituer. 

9. Van den 12 articul, belangende het nayahr der wedewen van de 
vörstorvene predigers, ys yn desem synodo gedecreteret , dat die predi- 
gem yn den Omblanden desen articul staen lathen', gelick alss hie ge- 
sehloten. Maer die predigers uth den Oldonampt mogen haer annum gratiao 
particulariter bq den magistraet van deser stadt Groningen versöken. 



110 

10. In den 14 artikel thoweten van Everhardo Arnoldi, predigem 
tho Hoorhusen, alse tot het predigampt inhabel sinde, is met einhelliger 
stem beschieten, dat die classis vann Bafïlo den vorgeschr. Everhardo 
sall andienen flitich te studieren ende hem tegens den sommer te prae- 
pariren ummo de novo geexamineret te worden, ende yndien hie Ever- 
HARDUS ijn densulven exaniine niet behörlick sal responderen, van sin 
officie te removeren. 

11. Die 25 articul van den pastor te Oterdum belangende die kercke 
aldaer , damp resolviret synodus , dat deputati synodi dese sake gerecom- 
mendiret holdende mede up den landach driven sullen. 

Sessie 3 septime Ma^ hora 7 antemeridiana. 
Sint die christlicken gebeden door D. Acronitjm praesidem gedaen , ook 
die nomina classium affgelesen, warop folgens dith gehandelt worden. 

Int erste hebben dominus Acronfcs, D. Albertus Wilhelmi ende D. 
RoBERTus WippmGiTJs, also gecommitterden ijn die saeke van den scheel- 
meister tho Wey wert, blikende bij den 6 articul deser vörhergaende synodale 
resolution, raportieret ende yngebracht hetgeene, wat sie nomine synodi 
bij den edelen jüncker Ripperda versöcht hebben, warup synodus aldus 
resolviret. 

Ten ersten, offtwol yn enigen vorledenen synoden dem carspel Medt- 
huisen, dessen nödich sijnde ock selven thot diverse tidenbegeret hebbende, 
ein eigene prediger thogeeigenet , vann den welcken sie mochten behoerlicken 
bedienet worden, so hefft nochtans dese christlike synodus op dithmael 
vör raetsam gefonden, dat Hiddo Lamberti, prediger toe Farmsum, die 
gemeinte van Meedthusen bij provisie sall bedienen van dith jahr, waer- 
inne synodus sonderling angesien hefft niet alleine die gude vörschrifften, 
so van liet carspel Farmsum alse ock ene vocationsbrieff van het carspel 
Medthüsen selven , frundelick begerende den voorschr. Hiddonem tot einen 
bediener des godtlicken wördes yn haren carspel te hebben, maer ock 
principalick thot dien fine geschehen, dat ter gilde frede ende einicheit 
ijn die kercke Christi underhouden worde, mitz dat die pastor van die 
pastorienlanden sovele sall lathen , dat darvan ein bequamer schoelmeistor 
kan underholden worden, darnha sie erstesdages sullen trachten. 

Ten tweden vorklaren die vorsch. gecommitterde fratres, dat hem die 
E. juncker Ripperda ynt stück van die affschaffinge des schoelmeisters 
van Weijwert seer discretelick ende bescheidentlick vörtönet , wel geneiget 
sinde die synodale resolutien over den vorgeschr. schoelmeistor in executie 
te stellen ende aff te setten, allene hefft die edele juncker vorklaret, 
dat die pastor toe Weijwart meer censurabel ende vörwerpellck, ock der 



lU 

gemeinte iinangenehmer soude sin alse die schoei molster, darüp die 
synodas behoerlick sall letten. 

Ten latesten overmitz ook die vorsch. drie broders den hovelinck Rip- 
FERDA ahngespraken ende nomine synodi seer frundelicken vörsocht hebben 
Tan wegen der unbehoerlicken ende unchristlicken bedeninge der diaconen 
oflfte armen te Farmsum, dariip vörklaren vorts die fratres, dat die vor- 
gesch. juncker Ripperda sick praesenteret christelick ende behörlick dar- 
inne te dohn willen ende nae sin auctoriteit te vorsien, alse dese jegen- 
wordige synodus sülckes sehrifftelick ahn hem begehren sall, waertoe 
synodus promitteret sin devoir te praesteren. 

Hirup sint die gecolligerde nije gravamina classium, so generalia als speei- 
alia, vor die handt genamen worden, warvan deze nhafolgende gehandelt 

Van den generalibus classium gravaminibus. 

1 Artic. — Wert vorgestellet eine gemeine klachte aller classium, dat 
tegens het accört der reductie der stadt allerhand secterien thot behin- 
deringe der stichtinge van die kercke Christi gepassieret ende ijn dese 
provincie noch togelaten worden. Darup resolviret synodus ende belastiget 
den gecommitterden deses synodi , diewelcke die sake van die praeposituer 
up den landtdach sullen handelen, darvan boven articulo 3, dat sie van 
hare sortirende broders einige puncten van abusen der Mennonijsterie endo 
anderen secterien gelick ock alle unordere ijn ehesaken, sabbathsentliil- 
ligingen ende anderen sullen schrifFtelick afforderen ende dan dieselven 
abuisen mede up den landtdach remonstreren , biddende dat up dith stuck 
gantz iverich ende neerstich gelettet, ock darinnen thot eintlicke affwe- 
ringe veler inconvenienten geremedieret worde. 

2 Art. yrav. — Datter noch vele vacirende plaetsen so ynt Wester- 
qwartier alse anders unbesettet bliven, sonderling Noorthorm, Oryps- 
kercke ende noch 5 kercken ijn Yreewolde, darop ijs van die samptlicko 
broders deses sijnodi geconcludiret , dat sick die delegati synodi sullen 
vorfögen thot die heren Gedeputcrden vant coUegic, bij dieselven vör- 
sokende die collatoren van Grijpskercke , Sebaldebttiren ende Oldekercko 
dor ein generale mandaet te vörschriven umme mith hen te verhandelen 
die begunnene sake van desen, ende damp nha befindinge dersulven 
voorts hetsy per modum inductionis offte sonsten te disponiren. Endo 
diewile die collatoren niet alle praesent zinde up die vorschr. plaetsen, 
sollen hare meijers geholden sin van dith stücke hare landtheren te ad- 
vertiren ende andienen. 

Belangende den Nordthorm so beloven die heren gecommitterden vant 
collegio, dat sie upt vorsoeck der deputaten synodi ynsgelicken door 
mandaten darinne vorsien wollen. 



112 

Noch sullen die (X)llatoren van die kercke van Esingen frundelick vör- 
socht worden nomine synodi, dat hem gelieve den tidt van 6 weken te 
heropen einen f ramen ende godtsaligen prediger, diewelcker die gemeinte 
van het carspel Esingen met aller getrouwicheit ende diligentie solde 
konen bedienen. Bq fauten van dien sall synodus darinne doehn nha 
behoren. 

Noch findet synodus vör raetsam, dat Ferwert ende Franzum provi- 
sionaliter sullen combineret worden, waervan die classis sall andienen 
den collatoren umme ijn diesel ve vaderende plaetze einen diener tho 
heropen. 

Insgelicken sullenn die delegati synodi noch forder bij den heren Staten 
anholden van wegen der vicarien to Loppersum umme dieselve ad pios 
usus te transferiren. 

Ock sullen die delegati synodi tegelick informatie nehmen van die 
vicarie van Spiecke. 

Ock mede geresolviret ijs, dat Nyelandt ende Oldensiel, in de classe 
Middelstum gelegen, sullen combineret bliven, als tevoren gewest ys. 

Sessio quarta pomeridiana ejusdem diei. 

Sint die behoerlicke preces geschien door den praesidem hujus synodi 
ende die nomina der dassen affgelesen, doch die deputati classis Baffol- 
tanae absentiren hen in hac sessione ex venia sijnodi. 

Damp in lectione gravaminum generalium pergeret worden. 

3 et 4 Art, — Tho wethen van die eheordeninge ende irregulariteten 
des gemeinen volckes up den Sondagen ende andem hilligendagen sall 
mede yn den articul der praeposituer uthgestellet worden. 

5 Artic. — Yan die provinciale stipendien vor die kinderen der pre- 
digeren dcser provincie befehlet synodus der tidt. 

(J Artic. — Van het najaer der wedewen der vörstorvenen predigern 
deser provincie ys hirbaven vörklaret. 

7 Artic, — Offt dn prediger sall mogen ungedöpede personen copuleren, 
darup ys des synodi wel sin express decretum , datter gehne ungedöpede 
personen mogen ende sullen kercklich copuleret worden. 

8 Artic, — Offt het behörliken sij , dat deputati synodi up haren eigen 
buidel sullen ende mogen yn haren commissien trecken ende teeren , darup 
ijs des synodi resolutie, datt ein jeder classis sine synodale kosten aff- 
gereckent hebbende, sall dan met den deputatis synodi ock affrekenen 
die kosten, diewelcke sic ijnt vorledene jahr gedaen hebben, ende ein 
jedor classis sin quota up hen nehmende bij die synodale kosten leggen. 



113 

9 Art, — Yan die heidensche irregulariteten, alse van den vastelavent, 
Me^enavent etc. sall mede ign den articul vann die praepositur boven- 
yerhalet sinde referiret worden. 

10 Art — Van die lickpredigten , so up papistissche wise aver die vör- 
störvenen, die gn die kercke gedragen werden, geschien, ys affgedaen, 
warumme nochtans die prediger van Leens Hermanntjs BumcENus , under 
den classem van Baillo sortierende, sal van dem classe censureret wor- 
den per poenam suspensionis , soferne hie nit darvan wil affsthaen. 

11 Artic, — OfFt ein prediger den kinderen van Wedderdoperen sal 
mogen weigeren die bedening der proclamatie ende copulatie, hirvan sal 
himha ein sonderlicher artickel gestellet worden. 

12 Art, — Van eine collecte, streckende ten besten vör nodttrofftige 
wedewen ende weseken der predigem , wert sölckes den classe f rijgestelt 
omme darinne te dohnde, alse hen mögelicken sin sall. 

Volgen die resolutien up die specialia gravamina. 
/ Art, — Belangende den 1 articel van den söne der wedewen tho 
Fermsum omme hen ijnt fraterhuis te vörforderen, hirüp vorklaret syno- 
dus, dat vör dese reise darinnen niet kan gedahn worden. 

2 Art, — Den 2 artickel ahngaende het augment des stipendii van 
Adolpho Retïneri, predigem to Beem, wert den deputatis synodi mits- 
desen belastiget hen nochmaels bij den h. Gedeputerden Staten vant collegie 
te addresseren end vörsöken, dat de vorgesch. Adolph. Reoneri ein 
ehrlich underholt uth den twen vicarien terselven platze bekamen moge. 

3 Artic, — Versocht Albertus Wilhelmi, prediger yn Uthhusermeden, 
van dera synodo assistentie, dat hie der vicarie aldaer moge mechtig 
werden die upkumston te genieten, dewile hie den dienst, so damp fait, 
vorrichtot. Darup ys dominus Arnoldus Martini ende Albertus Lomeyerus 
gecommitteret ahn den jüncker Johan Sickinoa, nu ter tidt ijn der stadt 
sinde, te gaen urn me hen^) te versoecken van wegen der vicarie, sonder- 
ling dat diesel ve moge den vorgesch. pastor Alberto thogesthaen worden , 
overmitz die pastor den dienst der kercken , die alternatim up die kercke 
fait, bedienet, ock enen soen van IS jahren ten studie mith groten kosten 
holdt. Sofeme de vörsch. pastor bij den vorgeschr. jünckeren niet kan 
gefordert worden , sall hie hem met den deputatis synodi an het collegio 
addresseren bij hen die sake ^verich te driven. 



1) „hen" YY heeft „hem". 
Aeta fttfn, provinc, VIL 



lU 

Sessio quinta antemeridiana 8 Maij hora 9 finita concione 
depntati HoUandici. 
Die christlicken gebeden sint gedahn, nha denwelcken foertsahn aldas 
gehandelt worden. 

4 Artit, — Hefft versöcht ^okxsses Feitoxis, prediger ten Bner, dat 
die irouwe, qnt provindehiiis aldaer nu ter tidt residerende, mochte 
daruth gestellet worden, overmits dieselve fniwe eine Yörsamlinge der 
Wedderdoperen ahnsteUet, waerdoer dat gehor des godtlichen wordes 
belettet wort. Hirop ijs bq den synodo vor giidt gefunden worden, dat 
hie by den heren gecommitterden van die elosteren dor den deputatis 
synodi wil anholden umme dieselve frouwe nth heth provinciehuis dön 
te vortrecken. 

.'7 Art. — Dar wert vörgesteDet, dat Theodorus Scheppebüs, prediger 
toe Hanum, nu een olde bedagede person sij, waerdoer hie met der tidt 
gantz unbequaem worden saU lenger dem hilligen predigeampt vör to 
sthaen. Is synodus door sonderlinge medelijden moveret worden yn des 
vorgesch. pastors saeke aldus te resolviren: 

Ten ersten in specie, dat die delegati synodi hen sullen begeven thot 
den Gedeputerden vant coUegie ende sie vörmögen umme den commen- 
duer van Wittwert te vörsoecken, dat hie den pastor Tueodorxjm met sin 
f ruwe yn het closter ende convent nehme, hen den tidt sines levendes 
te underholden van wegen siner gedaenten diensten ende swackheit sines 
lichaems. 

Ende ten tweden in genere, dat die heren Gedeputerden vant coDegie 
den vorgesch. predicanten mith sodanigen beneficio, alss genomineret, 
vörsiende hebben, dat carspel Ranum wedderum met einen anderen pre- 
diger vorsien willen. 

Vörts belangende die combinatie van Enerum ende Menskeweer laet 
synodus vör dese reise, doch bij provisie vor ein jahr lang noch yn 
sin esse. 

Noch ijs den deputatis synodi uperlecht, dat sie by den heren der 
provincie vörsoecken hen te geliven einsen die combinatien der pastenen 
deser provincie voor die handt te nehmen, omme fortsahn die verordi- 
neren, dat die plaetzen, welcke einen prediger underholden konen, be- 
hoirlicken met bedieners des godtlicken wordes vörsien worden. 

Item hefft dominus Ackonius nomine synodi angenhamen met den 
vüllmachten ende kerckvogeden van Woldendorp by den erbaren magi- 
straet van deser stadt Groningen in meliori forma te handelen, dat het 
carspel Woldendorp wederum gelick alse tevoren meth einen gequalifi- 



115 

eerden prediger vörsien werde, darmede sie nit langer gnt wilde sonder 
troest van Qades hillige wordt leven mogen. 

Ook sullen die deputati synodi thot erster gelegener tidt thoe den 
juncker Onno Tamminoa friendtlick ahnsprecken, wat het doch ver eine 
gelegenheit hebbe mith den kerckenlanden ende guderen thoe Bellinge- 
weer, updat nha diligente vörförschinge van dien darinne moge gedaehn 
worden, twelcke sie darnha ant collegie suUen brengen. 

Sessio sexta pomeridiana hora secunda. 
Initio facto a precibus sequentia haec sunt tractata. 

6 Articulus gravam. — Die staedt van die kercke van Godelens qs 
dem synodo vörgestellet worden, to wethen hoe diesel ve pastor terselven 
kercken, Adriaiojs Sibrandi, nha verlöp der tidt algeheel unbequaem wort 
langer ten rechten ende met stichtinge den kerckendienst te bedienen. 
Waerop die ehrenfeste secretarius Kemfo Adrjani, sinde die soone van 
den vörschr. pastor Adriani Sibr., door frundelick versoeck des synodi 
ijn dese synodale vörgaderinge vörschenen, sick christlick verklarende, 
dat des synodi meininge gudt ende up reden stunde, tho weten dat die 
gemeine toe Gadelens einen pastoren mochte hebben, ende bekende dat 
sin vader olderdohmes ende swackheit halven numehr nit lenger dienen 
konne, dat hie derhalven wel thofreden was, dat desülve mith die 
vicarie effte sonst mith ein underholdt thot sin leven lanck underholden 
worde. Dewile nochtans van wegen der vorschr. vicarie die beiden juffers , 
die dochters van jüncker I^Iaioiel i) noch swaricheit darvan vorstellen, 
sick vendicerende het jus der collation, sonderlinge noch enige commu- 
nicatie onder malckander dürvan houden willen ende dan wedderum 
christelicken bescheit te geven , so hefftt synodus dese sake tho last geleit 
ende dartoe gecommitteret D. Johannem Sprengerum, D. Robertum Wip- 
pmoiuM ende D. Albertüm Wilhelmi omme dese swaricheit bij die juffers 
aff to leggen, sie ten rechten van die gelegenheit ende toestaet der 
vicarien te induceren, ende vorts weder yn to brengen ende raport te 
doehn. 

De rapoert ys, dat die jufferen sick under malckander van dese vor- 
gevinge der vicarien ahn den oldenn pastor Adrianum willen ten besten 
bespreken, welcke sake die deputati synodi voertsan sullen uthfören. 

7 Art, — Diewiele dem synode klachtig vorgebracht worden die dage- 
lichsche drunckenschop Ai.berti Hammonu, predigers tho Berum, ock 
solck vitium ten deel mith getuchenissen wertt bevestiget, ten deel 
notorium iys, so belastiget metsdesen de synodus den classem, dat sie 



1) „Maneel" YY hoeft „Manniel". 



116 

hen Albertum sullen siispendieren van officie ten tidt van sös weken, 
thotdat liie beterschop ende berouw van dith feit vertöne. Darraede noch- 
tans den dienst tusschendien nit ledig sthaen blive, sall solckes door die 
classicale fratres bestuerett worden. Belangende die upkumsten, so tus- 
schen den suspens de vorsch. Albertus helft tö genethen, sall tho der 
armen besten gedestineret worden. Wanneer dan nha experierten suspens 
Albertus Hammonius van den classe wedderum vör gudt end boetferdig 
sal gekent ende angenhamen worden, sall hem classis togelick mede 
vörmahnen. Sofem he sich wedderom ten minsten yn dnmckenschop 
vörlöpt, sall hie de facto van officie removirt worden. 

Sessie septima antemeridiana circa horam 7 nono die Maij. 
Precibus effusis is die sake van Johanne Arthopaeo , praedigern to Wei- 
wart, thot desen synode geciteret sinde, vor die handt genhamen worden. 

8 Art. — Die pastor van Weijwert Joiiannes Akthopaeus van den 
synode vorschreven sinde, is obedienter compariret, worup hem synodus 
vorgestellet , hoe hie die pastor seer gi-otelick van dnmckenschop ende 
irregulariteiten beschuldiget worde, so ijn sin eegen caspel alse anders- 
wor bedreven sinde , waerdoor sine christlicke gemeinte ende andere güde 
frame herten mercklicken ofFenderet worden. Maer die pastor ten deel 
sine swackheit confiterende , ten deel sine unschuldt excusierende , findet 
synodus sonderlick raetsam te sin, dat hirtho D. Wulfgangus Agrioola 
uth dem classe Loppersum ende Albertus Wilhelmi uth dem classe 
Middelstum, ende vorts uth den classe Dam, waronder die vorsch. pastor 
ijs sortirende, ock twe predigers alse Theodorus Klinc'khamerus ende 
Lucas Widemarüs sullen gecommitteret worden, diewelcke ten ersten 
sick sullen transportiren nha Weijwert omme aldaer flitige ende scharpe 
inquisitie ofte informatie van elcken ijngesethenen particulariter te nehmen 
ijn sake van dronckenschop ende andem irregulariteten des vörgeschre- 
venen pastens etc. 

Yorts ten tweden, dewile die edele juncker JomiM Ripperda grote doliantie 
over den vorsch. pastor geleitet, wert ock tegelick den vorsch. deputatis 
belastiget hen, nae sodanige informatie te Weijwart genhamen hebbende, 
bij den edl. juncker te addresseren umme mith hem dese nhafolgende 
stucken nomine synodi te verhandelen. 

Voorerst dat den E. E. juncker Ripperda gelieve nha sinen belofften 
die synodale resolutien over den schoelmeister te Weijwert nae die regel 
end canone van die christelick apostolische kercke met eindrechtelicken 
stemmen , so ijn anderen vörledenen alse ijn desen tegenwordigen synode 
geschloten sinde, te exequiren, darmede die gemeinte aldaer te Weijwartt 
wedderomme met einen beteren schoelmeister mochte vorsien worden. 



117 

Ten andem den edelen juncker te vorsoeeken te remedieren die sake 
van die onchristlicke bedieninge der diaconen te Fermsum , sonderling die 
olden bedieners van dien (overmitz sonderlinge schwaricheit ende qüestie 
under hen vorfallet) nha die ordening der christelicken kercken aff to 
schaffen , die armen mit nijen ende beqüameren offte getruweren vogeden 
versien lathen. 

Entlich ende ten latesten hebben die vorsch. 4 delegaten last ende 
commissie van dem synodo, dat sie under malckander nha gedaner sake 
qn den frese des Heren sullen communiceren ende mith den edlen juncker 
bespreken, wat fortsahn ijn die sake Arthopaei tho Weijwart van den 
classe kan gedaen worden, strecken sinde thot Gades ehre , thot upbuwing 
van sin hillige kercke, thot affkeringe van alle ergemisse, so uth des vor- 
schr. pastoris asotie ende irregulariteiten mogen geresen ende genhamen sin. 

Sessio octava pomeridiana hora secunda. 

Sint van dem praeside die christlicke gebeden geschien, ende dese 
nhafolgende dinge vörhandelt worden. 

.9 Afiic, — Alsoe Daniël Thomae, pastor ijn die Ripe, niet allenich door 
langduirenden geruchten, dan ock door löffwerdige wettelicke synodale 
ende classicale informatie mit seer groven lasteren van overspel ende 
andern sünden daerto streckende in siner gemeinte bij vörnemen ende 
godtsaligen luiden ys beschuldiget , ende dahero die christlicke relligie 
ijm gantzen lande gehoenspraket , ende die f ramen nhae lange tidt genöch- 
sam geargert sin, so hefft sijnodus deser provincie der stadt Groningen 
ende Omblanden niett mogen umineghaen desen argerlicken unheill ein- 
mael vör tho bnwen. Resolviren demnhae, dat gemelter Daniel Thomae 
van nu an sall van sinen kerckendienst sampt der pastorienupkomsten 
qn die Ripe mitsdesen uth synodale ende kercklicke auctoriteit gesus- 
pendiret sin, dergestaldt datter enige deputati deses synodi alse D. 
JoHANNEs NicASiL^ cndc D. JoHANXES SpRENGEnus ijnucrhalff soes weken 
sine saecke yn ende meth dem classe Loppersümana , darunder hie ijs 
sorterende , gentzliok ter ehren Gades ende upbuwing der kercken Christi 
affhandelen mogen. Aldus gedaen yn desen tegenwordigen synode pro- 
vindali van Stadt end Umlanden den 9 Maij 160C. 

Vorts als die synodus sin devoir gedaen umme ahn den edelen juncker 
JocHDC RiFPERDA tc schriveu van wegen der irrigulariteiten der diaconen 
te Fermsum, so ijs deso nhafolgende missive an hem geschreven worden : 

Edeler, gestrenger, ehrenfester, grötgunstiger juncker. Alsoe ijn itzigen 
synode under andern kercklichen swaricheiten ock ijngebracht, dat to 
Fermsum beth anhero etzliche irregülare diaconen yn den armendienste 
thot ijndracht dersulven ende argemissen der christlichen gemeinte sullen 



118 

gestaen hebben , waerin ene voranderinge ende beteringe te macken allersits 
nödich ende gebörlich, hefft demnhae ermelte synodus ex officie niet 
umghaen sullen ahn U. E. E. alse wettelicke oyerheit desselven ordes 
sodane clage ende irregulariteit (die het schinet , dat sie bij der gemeinte 
niet wert gecorrigeret) dienst i) ende frundelick gelangen te lathen, gantz 
flitich begerende U. E. E. desen christlicken synodo upgefateder tho- 
vorsicht hoe ock der kercken heil 2) wilfaren willen ende eintlick einraael 
die verseninge 3) doen, dat dese irregülare diaconen te Fermsum van 
harem ampte afpgesettet, ende andere bequamere personen an hare plaetsen 
nha christliker ordening bestellet worden. Solxs dohnde werden U. E. E. 
den plicht einer christlichen hogen avericheit verfullen, ende ijs die sy- 
nodus der gantzlichen vörwachting, dat U. E. dem einhelligen begehren 
des ministerii deser gantzen landtschop, hier yn synodo gepraesenteret , 
gunstige verwilliginge leisten werden, twelckes ijn alle geboer wi tho 
vorschulden geneiget. Aldus gedaen ijn dem synodo provincionali der 
stadt OrSuingen und Omlanden, ende uth dessulven laste te oorkunde 
underteickent den 9 Maij anno 1606. 

JoHANNES Agronius, syuo. pracscs. 

ToBiAs Seusingius Franc, diener des godtlichen wordes, synodi scriba. 

Sessio nona hora 9 antemeri diana diei 10 Maij. 
10 Art, — Wort dem classe van Loppersum ter last geleitt, dat sie 
sullen Iesreelem Vinckelium, predigem toe Loppersum, ende Henricüm 
JoHANNis, pastoren tho Woltersum, censureren van wegen harer drunc- 
kenschop ende anderen graven delicten , ende hen upstellen die poena van 
suspensie hares dienstes ten ersten mael, alss sie met solcken excessen 
sullen befunden worden wedderumme sick verlopen te hebben. Hirtoe sint 
ock mede gecommitteret D. Nicasius end D. Sprengerus. 

Daer^) hefft ock Hexricus Strombergfüs dem synodo vörehret ein Car- 
men de quadripartito anno etc. , warup die synodus die dassen fnmdtlick 
vörsoket, dat elcke classis hem wedderum honorarii loco eenen daler 
sall uth guder affectie geven etc. 

Thor conclusie sint met gemeinen stemmen der vergaderten broders 
up desen synodo alle dese synodale resolutien resumeret ende gerevideret 
worden, dewelcke den ock die synodus nochmals approberet und confirmeret. 



1) „dienst" YY heeft daarachter het afl)rekiugsteeken , zoodat dit dus aangevuld 
kan worden tot „dienstelick". 

2) „heil" ontbr. in YY. 

8) „verseninge" YY heeft „vörzieninge". 
"*) „daer" YY heeft „dahrna". 



119 

Sonderling sint die depiitati synodi hujus vörmanet worden sick van 
dage nha huis te verfögen umme morgendes dages den kerckendienst 
te bestuiren. Et sic ciim pace hanc synodum pro hac vice et septimana 
geendiget, mits nochdans dat die delegati synodi uth elcker classen sullen 
geholden sin sick up den ahnkomenden Maendach, sinde die 12 hujus, 
wedderum tegens 2 uhre naemiddage alhir te transporteren umme desen 
christlicken synodo thot den einde bij tho wanen, waertho dan ock die 
classis uth het Oldeampt (diewelke sick ijn die vörledene weke alss nit 
toe rechter tidt thot desen synodo vorschreven sinde geabsenteret) so 
van dem synodo alse van den magistraet der stadt Groningen nochmals 
dteret worden. 

Finis. 

Alsoe die vörledene weke die synodus niet geendigett, 
ende öck enige schware poincten niet hebben können ge- 
decideret worden, wienshalven oick die delegati synodi 
up het nije gecompariret ende bijeengekamen , sint folgents 
dese stücken vör die handt genhamen worden. 

Sessio prima hora septima antemeridiana 13 Maij. 
Fusis ad Deum precibus recitata sunt nomina omnium deputatorum 
classium. 

1. Die synodus nimpt vor dese reijse den classem van het Oldeamptt 
offte dersul ven delegaten entschüldiget , ter cause dat dar sonderlinge 
swaricheit ende impediment bij densulven deputatis classis vorgefallen, 
wienshalven dieselven noedtgedrungen worden hen te absenteren, oft 
sie wel van dem sjmodo vorschreven. Derohalven synodus den werdigen 
und wolgelerden Johannem Lolles'gium, predigem te Nörtbroick, der classen 
excüss verstellende thot een membrum synodi ahngenhamen, sessionem 
ijn desen synodo vergonnende omme noch den restierenden schwaren 
poincten ten einde deses sijnodi bij te wahnenn, ende dith op een schrifft, 
van etlicke predigers yn dem Oldennampte undertieckenet. 

Sessio secunda hora 2 vespertina ejusdem diei. 

2. Den deputatis synodi wert mitsdesen wederom ter laste gelegt, dat 
sie hen sullen addresseren bij den h. vant collegio, vörsökende dat hen 
gelieve ther executie te stellen die synodale resolution, diewelcke over 
den pape van Eelten, nu ter tidt ijn den Dam wanende, ende over die 
töversche van Koldeham beschloten sinn. 

3. Alsoe ock ijn dem synodo vorgelesen sint enige schrifften ende 
acten van enen synodo generali \jn desen provinciën te holden, ende 



120 

befünden, dat die E. Vormögende heren Staten Oenerael ijn die acten 
der uthschrivinge sodahnes synodi dese restrictie gestellet hebben , dat np 
gemelten synodo generali die Nederlantsche Confessie ende Catechismus 
sullen gerevidiret, ende dat die gravamina aller kercken vorerst ahn die 
wolgemelte h. Staten Generael sullen behandiget worden, so resolveret 
hirop die synodus, dat vele wichtige orsaken sint, wonimme sie nit 
guettachten kan einen synodum nationalem met sodanige restrictie an 
tho nehmen, (dewile up solcken synodo van der christlicken lehre deser 
kercken vömemlich polde gehandelt worden) welcke orsaken den predigem, 
so deses synodi nationalis halven van den E. Vörmögenden h. Staten 
Generael süUen vorschreven worden, te remonstriren behandiget sullen 
worden, ende dat diesel vigen danimme by wolgemelte h. Staten Generael 
omme eine pure acte der uithschrivinge des generalen synodi anholden 
sullen, dat ock dese synodus die oversendinge der gravaminum aller 
kercken ahn die E. heren Staten General nit allerdinges kercklich achtet 
te wesen. Welcke resolutie met enige reden bekledet D. Johannes AciioNius, 
praeses hujus synodi, ahn dat ministerium thot Amsterdam erstesdages 
sall overschriven. 

4. Thot den Süethollandisschen synodum deses jahres sint te trecken 
gedeputeret D. Bernhardüs Theodorici , prediger binnen Gronningen , ende 
darthoe D. Johannes Nicasius, prediger des hilligon godtlicken wordes 
tho Middelsum. 

Sessio tertia hora 7 antemeri diana 14 Maij. 

5. Tegenwordige sijnodus wil Theodortjm Klinckhamerum , predigem 
to Jamschweer, recommenderen bij den Gedeputerd. hem Staten deser 
provinciën, dat hen den hem Staten gelieve ahnn den edelen juncker 
Balthazer Ripperda te versoecken ende fmndtlick te begehren den vor- 
gesch, prediger met die vicarien te Jamschweer tho versien, ende dith 
van wegen des vörgesch. predigers bekommerlicke underholdinge. 

6. Dewile oick verscheidene predigers uth andere dassen thot sekere 
dassen te gaen ijn desen synodo gedeputeret sin omme aldaer informatie 
te nehmen ende met densulven dassen te handelen van wegen eniger 
personen , hier naemhafftig gemaket , ende wat desgelikes mehr tot giider 
ordening bij den predigem strecken mochte, so resolviret die synodus, 
dat dese ordening sall generael sin, te weten dat over alle dassen uth 
twe nabuerclassen glick een prediger sullen gedeputeret sin omme, daer 
ijdt ijn enigen dassen nödich, informatie aver die schwevende gebreken 
te nehmen ende met den classe geboerlicken te corrigeren. 

1. Aver den dassen van Middelstum sin gestellet: D. Henricus Hoü- 



121 

Bmoiüs uth dem classe Loppcrsum, ende D. Andkeas STiuTEiLvxyus iith 
dem classe van Baffelt cdder Enerum. 

2. Over den classem van Adwertt sin gestellet: D. Heiimannts Stech- 
MAN uth dem classe van Groningen, D. Dominic^us Tjallingius uth den 
clas. van Ba£felt. 

3. Over den classem van Groningen: D. Albebtus Wilhelmi uth dem 
classe Middelstum, ende D. Albertus Lomeuerüs uth het class. Awertt. 

4. Over den classem vant Oldeampt sin gestellet: D. Berniiardus 
TiiEODORici uth Groningen, ende D. Tobias Seüsixgius uth den clas. 
van Dam. 

5. Over den classem van Baffelt : D. Joha>nes Nicasius uth den classe 
Middelstum, ende D. Eobertüs Wippixgius uth het clas. Awertt. 

6. Over den classem van Loppersum: D. Jouanites Sprengerus uth 
het classe Dam, ende D. Joiiaxxes Nicasius uth den clas. Middelstum. 

7. Over den classem van Dam sin gestellet : D, Wulfgangus AGmcx)LA 
uth het clas. Loppersum, ende D. Albertüs Wilhelmi uth den classe 
Middelsum. 

7. Alsoe ock Axdre^vs Aij.art , pastor toe Enenim , klagende over eine 
sententie des classis te Baifloe , daerinne hie van sinen dienst aiTgesettet , 
ahn den synodum geappelliret ende itzo sine klacht vorgebracht hefft, 
daerop die classis ock geantwordet, sint demnha beijdersits schriiTten, 
acten ende documenten van desem christlicken s^^nodo angenhamen, gevi- 
siteret ende w^ttluiftig ultro citroque gehöret So helft de classis van 
Baffloe hare sententie up enige rechtlick beschwarene positien (die een 
schoemaker, Kruxe Loles genoemet, tegens A:\oream Allakt ijngebracht 
hedde , darvan noch itzo de despüt vor den erbaren reddiger Asswero Saxt 
hanget) gefunderet te hebbenn sick vorklaret. Damp die synodus nae 
ripe deliberatie dese sake einhellig also angesicn helft , dat se up sodahne 
positien sick slechtes nit funderen willen, sondern dieselve dem welt- 
licken gerichte heimstellet ende derhalven oick des classis sententie ijn 
sin werden ende unweerden laet berusten. Alloine helft synodus up einige 
erheffliche klagepuncten over D. Andream Ali^vrt, uth dessen positien 
exoerpiret, gelettet, darvan die waerheit flitig inquireret ende kercklick 
darop ijn den synode geschlaten ende gehandelt sall worden, item des 
classis bewiss over dese puncten, so mundtlick alse schrilftlick van sie 
ijngenhamen, ende oick Axdueae eigene beken tenisse , hoe wiet he sick 
ijn densul ven schQldig gifFt olfte niet, tegenwordig angehorett. 

Hefft demnha dese christlicho synodus nha anropinge godtlicher hulpo 
ende ten overstaen der E. E. heren gedeputerden , up lange ende llitige 
erweginge beidersits ijngebrochten schrift'ten, klachten, documenten, vör- 



122 

klaringen ende vorantwordingen entlick ijn dese saeke kercklich geresol- 
viret, alse folget: to weten dat nhademmahle D. Axdreas Allert wegen 
enige van hem bekante ungeregelheiten (die dannoch up sin leetwesen 
ende schüldtbekenninge hem wol konen vergeven worden) gelickwol ijn 
sodahne wijtlufftige irrunge , unenieheit ende twist so met dem classe als 
ock sonst thot ergernisse der gemeinten geraden ende gefallen, dat des- 
halven die gemeinte van Enerüm hiebevören ende noch ijtzo sich vor- 
klarett, sie van D. Andreae Allehts persoen ende dienst begeren entleddiget 
te worden, so vörklaret dese synodus, dat solckem begeren der gemeine 
to Enerum platz gegeven, ende D. Andreas Allart hirmede van sinen 
kerckendieust toe Enerum sall affgesettet sin, darmede alsoe die unheil 
ende twist affgedahn ende die kercke Christi aldaer mochte gestichtet 
worden. Jedoch adviseret synodus ende begeret gantz flitich ahn die edele 
ehrenf . ende erbare hern collatoren der pastenen te Enerum , dat sie mit 
domino Andrea Ai.lart der inkumpsten ende fruchten deses jahres halven 
bescheidenlick ende favorabelick willen handelen, ende die gemeinte aldaer 
met einen prediger nha die kerekenordening versien. 

Hirenttegen hefft ock dese christlicke synodus uth dero gantzen action 
befunden ende einer ernstlichen correctie werdioh geachtet, dat vorerst 
die classis toe Bafiloe in modo agendi tegens Aia)REAM Allert niet weinich 
met bitterheit, nidtt ende verhöning dessulven, gelick ock met intem- 
pestive convocatie einiger edell uiden ende andem unbehörlichen dingen 
sich heift verlopen, ende dat oick einige prediger dessulven classis sick 
met den schoemaeker Crljne Loles (welckeres handel tegens Andream 
die synodus overall niet billichen offte prisen kan) te wiet vörmenget 
hebben, darbij ock van deses classis drunckendrinckent bij dem synode 
f ast clage vorgebracht ijs, van welckeren unbehörlicken dingenn die 
classis te Bafiloe, van ijtzigen synode gecensuriret sinde, sick himha 
entholden sall. Ende met namen sall D. Ajtoreas Strateman van wegen 
drunckenheit , up verscheidene tiden beghaen, alhier beschuldiget wesende, 
darinne wel emstlick bij desen synode vörmanet ende gecensureret wor- 
den. Ende dewile darvan vör dithmael noch geene genöchsame documenta 
vorgebracht sin, sollen D. Joannes Nicasitjb te Middelstüm ende D. Robertüs 
WippiNüius te Suethorm respective pastoren sick erster gelegenheit nae 
Baffloe transporteren ende aldaer sowol vann des Andreae Stratem^vnni 
alse ock enigen anderen classicael drunckenschop ende unordentlick levendt 
flitige informatie nehmen, umme widers darinne kercklick ^n die classe 
te döhnde nha behoren. 

Ende dewile ock Adolphus a Besten bij desen synode beschuldiget ijs, 
dat hie die acta van Andrea Allert thot dessulven vorungelimpinge 
ummegedragen , den sohomaker in judicio politico b^gestanden, end 



123 

besonderlick dat he mith drünckenschop sick vörlopen, daervan hir in synodo 
betuiget ijs, so sullen die hier benömede deputati k classibus darvan ock 
flitige informatie nehmen, ende so hie der drunckenheit mehnnals ge- 
pleget te hebben overtüiget mochte werden, hem nha gelegenheit ofFte 
met suspensie off te met aifsettinge van zinn deinst gn den classe te 
straffen. 

üp geconcipierde sententie sin beijde parthijen ijngestaen ende gefraget, 
hebben vörklaret hare saeke thot desen synodum gebracht ende sick der- 
sulven ordeel gesubmittert te hebben. Sin demnhae vörmanet thot onder- 
linge reconciliatie. So hefFt dominus Andreas Allart vor den gantzen 
synodo bekent, dat hie uth tome ende affecten die prediger des classis 
Baffloe met enige bittere worden ende schrifftlick geoffenderet , begeret 
sie hem solckes alles christlick ende broderlick willen vergeven. Des- 
gelicken bekennenn ock enige classicales, dat sie tegens A^mREAM sick 
wederum tegens die christlicke lieffde vörlopen, begehrenn ock van hem 
broderlicke vörgiffnisse. 

Ende sin hirmede alle prediger des classis te Baffloe van wegen alle 
vorige striedt ende unfrundtligkeiten christelick ende broderlich verdragen 
ende voreiniget, dergestalt dat sowel Andreas Allart alse ock die andere 
prediger des gemelten classis sampt ende besonderlick van dese vörlopeno 
irringei) geen twist meer reppen offte widere viantschop heimlick offte 
opentlick sick vömehmen silllen , bij poena dat die contra venteuren darover 
solen kercklich angesien ende geboirlick gestraffet werden. 

Darup die loofflicke synodus sampt die classis te Baffloe dominum 
Am>ream Aixart vor haren lieven medebroder erkennen ende vorclaren, 
dat hie ijn die provincie , ofte waer het ehm believe , sick umme ehrlicke 
dienste ende ordenttlick bewerven sall. 

8. Die synodus begeret die continuatie des coetus te Grönningen, 
sodat die deputati sijnodi umb die unkosten bij die overheit sollen 
ahnsoeken. 

9. Gelicksfals sullen die deputati synodi Herman. Theopiulüm, predigern 
in Höchkerck , vörhelpen enige stuire 2) thot sine rantzon , welche hie 
den viandt noch geven moet, by der landtschop te erlangen. 

10. Yor ein synodael boeck ende die vorgangene acta synodalia allo 
darinne te schriven, ende der deputerden des synodi vörledenen jahres 
unkosten tsamen kumpt jeder classis te gevende twe daler. Des hebben 



1) „irringe" volgens YY. liet woord is in onzen cxwlex minder duidt'lijk. 

2) „Htwire" YY het»ft „stuirs". 



124 

enige dassen thot die vorigen unkosten , van den deputatis synodi gedahn 
anno 1604, betalet derdehallf daler. Die nit betalet hebben, sint noch 
gehouden. 

11. Entlick dewile die uthschriving des synodi provincialis ijnn Hol- 
landt ende anderen provinciën niet bij den magistraet sthactt maer bij 
den kercken, ende dith jahr ijn solcke uthschriving eine grote beletting 
gefallen gs, soedat enige classes niet erschinen konen, belastet synodus 
de ijtzige deputatos bij den magistraet dahen te bnngen, dat solcke 
uthschriving synodorum bij den delegatis sijno. jarlix sthan moge, updat 
ock also de ordening met den gravaminib. hiebevor geresolveret under- 
holden moge worden etc. 

Nomina deputatorum hujus anni 1606: D. Johannes Acronius uth der 
stadt Groningen, D. Wiqboldüs Homeri uth den Oldenampte, D. Joajjnes 
NicASius [ende] D. Joannes Sprengerus uth den Ommelanden. 

Dese acten hebben thot befestinge underteickent : 

JoHANNEs Acronius, prediger in Groningen, synodi praeses. 

Arnoldus MARTna üthusiüs, p. in Groningen. 

JoHANNES Sprengerus. 

Theodorus Klinckhamerus , loco senioris. 

WuLFGANGüs Agrioola, pastor tho Loesdorp. 

Egbertüs Stael, p. tho Steem. 

JoHANNEs ScHRODERus, p. tho Wcsterembdon. 

JoHANNES LoLiNGius, p. iu Noertbroick. 

ROBERTUS WlPPINGIüS. 

Hermannus Theofhilus, p. in Lechkerck. 
Albertus Lomeuerus, minister in Groet Awerdt. 
Andreas Strateman, p. in Saxumhüsen. 
Hermannus Besten, pastor in Werfhusen. 
Albertus Wilhelmi, pastor Medanus. 
Wesselus Rhodius, minister ecclesiae Christi in Cantes. 
Tobias Seüsingius, diener des godtlicken wordes binnen der forteresse 

Delphsiel, scriba synodi. 



Ada XIII synodi provincialis der stadt Groningen 
end Omlandenn , alse die schrifftlick heropen ijs bij den 
wolgébarnenngrafen und hem h. Wilhelm Ludewigk, 
stadtholdern ^ neffens den E. E. ende seer discreten 



125 

heren den Gedeputerd. Staten derselver provincie 
hynneii der sfadt Groninfien tho holden den 4^ May 
deses lopenden jdhres 1607 y in overstaen van die E. 
E. Lambert Horenkens urul Eu.cke Clantt alse 
geconimitterden van dem coUegio. 

Sessio prima hora secunda pomeridiana 4 Maij. 

ünde ys also door des H. gratie tegenwordiger sijnodus van D. Johanne 
AcRojao, ministro ecclesiae Grönningens. int verleden jahr iind synode 
verkHren praeses gewest sijnde, mit dem christlichen gebede begunnen 
und de name des Heren toe gude successie van desen angeropen. 

Nha desen sint mith gemeine stemmen der broderen desem sgnodo int 
beginsel bijwahnende vorkahren und geeligeret thot einem praesident D. 
WuLïTOAJïGXJs AoBiooLA, prcdigcr tho Loesdorp, thot einem assessoren 
ü. ToBiAS Seusingiüs, prediger ijn DelfFsiel, und thot scribam synodi 
vörordineret Antontus Strombergius , prediger tho Rottum ende Elsswertt. 

Sint derhalven erschenen up desen tegenwordigen synode nhafolgende 
personen offte gecommitterde uth den 7 classibus deser provincie der 
stadt Groningen ende Umblanden: 

L classis Groningana: D. Joannes Acroxiub, et loco ejus peregre 
profecti D. SiEaiMANinrs , prediger in Groningen, D. Bernhardüs Theodo- 
ma, pred. ibidem, D. Egbertus Halbes, licentiatus, senior; 

IL classis Dammonensis: D. Tobias SEUSDfonis, pred. ijn Delffsiel, D. 
Theodoricüs Klinckiiamerus, p. tho Ja^psweer, die E. Joiian Aggens, senior; 

III. classis Loppersumana : D. Wulfgangfs Agricola, pred. to Loes- 
dorp, D. Henrrtjs Hobingiub, p. upt Santt, D. Lambertus Hexrici, p. in 
Witte wirum loco senioris; 

IV. classis Middelstttmana : D. Albertus Wilhelmi, prediger up der 
Meden, D. Wibrandus Georgh, p. tho Werffum, D. Antoniüs Stromber- 
gius, p. in Rottum loco senioris; 

V. classis Baffeldana: D. Tido Daniei.is, pred. tho Baffloe, D. Domi- 
Nicüs TiALLUïGius, prcd. tho Veerhusen, D. Hesselus Nicasitjs, p. in 
üldriim ; 

YL classis Adwerdana: D. Albertus Lomeuerus, p. tho Adewertt, 
D. Hermannus Theophiu, p. tho Hoch end Lechkercke, D. Nicolaus 
Petri, p. tho Fischfleett; 

Vn. classis Oldeamptt: D. Gerkardus Weenhoff, prediger thot Win- 
schote, D. Joannes RmGELius, pred. yn die Boertange, D. Samuel Neytz, 
p. toe Sfietbroeck. 

Unde sint die credentzbrief e van desen classibus dem synode vortönet , 



126 

die alle vör goet sint erkant und geaccepteret, und damp hen allen sessio 
vorgimt worden. 

Hirbenevenst sint erachenen: uth NordthoUandt D. Johannes Valisius, 
prediger tho Bovencaspel, exhiberende sinen behörlicheu credentzbrieff, 
und uth StlethoUandt D. Egbertus AsMiLn, prediger tho Leijden, mit 
genöchsame remonstrantie van credentz und vullmacht thot vorsekering 
und underholding van gude correspondentzie. 

Die gravamina classium ijn ein corpus te bringen umme den tidt te 
gewinnen sint verördenet D. Hermaxnüs Theophilus ende D. Lambertus 

HENRia. 

Himha ijs gementioneret van den hospitiis der gecommitterden synodi 
ende ijs vörmahning gedaen, dat die membra synodi solen haer log^s 
nehmen bij borgem ende lidtmaten der gemeine sovele mogelick umme 
die ergernissen, die sick in diversoriis begeven, te vörhoden. 

Ook ijs vör güedt angesien, dat die h. (Jedeputerd. deser provincie up 
folgende jahren wille believen te ordineren gude end bequame hospitia 
bij den borgeren, daer jederm classi sall ante synodum die wete van 
gedaen worden. 

Belangende die deputatos synodi ijs geresolviret, dat sie sonder citatie 
sullen geholden sijn jaerlicx up folgenden synodis toe compariren omme 
relatie te doen van tgeene hoer belastet gewesen, unde wat sie hebbenn 
uthgerichtet. Und solches sall geschien up der semptlichen dassen unkosten. 

Himha ijs eene missive gelesen* dardorch versocht wertt, dat die 
gecommitterde prediger uth deser provincie sich sullen ad synodum 
particularem , so thot Amsterdam vor desen tidt geholden wortt, den 
11 Junq hujus anni moeten verf ogen. 

Noch ijs himha gehandelt van twe gelehrde, bequame unde respectale 
prediger, nha versoeck der E. E. Vermogenden hem Staten Generael te 
eligeren uth dese provincie, umme tho trecken up den conventum prae- 
paratorium nationalis synodi ijn HoUandt. Unde sint van dem consistorie 
Groningano als oick den E. E. h. Gedeput. deser provincie verkörenn D. 
JoANNES AcRONiüs, prediger tot Groningen, ende D. Jo.vünes Nicasius, 
prediger tho Middelstum ijn die Umlanden , dem synodo proponeret umme 
darvan tadviseren, welche van dem gantzen synodo sint vor sufficant 
ende bequaem thot solckem wercke erkant, geapproberet unde gebeden 
worden, dat sie solcken last wolden ahnnehmen und ter ehren Qades 
ende stichting der kercken Christi getmwlick verrichten, doch dat dem 
synodo hare instructie sal erstlick vörtönet worden. 



127 

Entlick ijs gerequireret worden judicium synodi van der Nederlandis- 
schen Confessie, und um den inholt dersfllven dem synodo to vorstendigen 
sint gedeputeret die werdigen und wolgelert. D. M. JoAanMus Wernerus , 
D. Albertus Wn.HELMi, D. WiBRANDus Georgh et D. Hexmcüs Hobingiüs. 

Sessio secunda hora 8 antemeridiana 5 Maij. 

Na anropinge godtlickes namens ijs dese quaestie moveret, ofFt het 
judicium van die Nederlandissche Confessie in praesenti synodo sall-ge- 
sohehen, oder oift men darvan in classibus erstlick sall sprecken ende 
darnha die judicia ad synodum bringen. 

Is geresolviret, dat het judicium hir ijn desen synodo sall mogen ge- 
schien, nadien die gecomraitterden voersch. relatie gedan und ock die 
gantze synodus verklaret, dat sie die Nederlandische Confessie vor güet 
ende conform met dem Heidelbergisschen Catechismo, Godes wordt ende 
waerheit erkennen unde nichtes darinne finden te refonniren. 

Sessio tertia hora secunda pomeridiana. 
Finitis precibus is befunden, dat etlicke gecommitterde up desen sy- 
nodum niet in tempore erschenen. Und wort hirmith denen, so dem 
synodo mith reden van liaer absentie niet konen genoechdoehn , mulcta 
arbitraria imponerot. 

Hirnha hefft die edele emfeste Etzard GRE^^NCK ahn desen christlichen 
synodum ein request overgeven nevens ein fundatiebrieff van een prae- 
bende tho Leermiss, darinne hie remonstreret , dat dieselve, eertidts ad 
pios usus van den sinen gefunderet, bess hertho missbruket ijs. Und die- 
wile hie sinen sohne totten studeren wil holden ijn der wahren christ- 
licken Gereformierden relligie, versocht ad vijs ende recommendatie van 
desem synodo vör sinen soen. 

Synodus up alles gelettet ende overwogen hebben hem up sijn reqüest 
geapostilleret , als folget. 

Die christlicke synodus gesehn hebbende dit vertoch end die darbe- 
nevens gaende acten van fundatie einer prebende, hirinne geröret, verstaen 
dat die vorss. prebende, ad pios usus ijngestellet, sine sacrilegio ende 
verkortinge van des fundateurs christlicke meininge niet kan worden 
gedi verteert , ende dat folgens den tenor des fundatiebriefes van twe 
personen, den collatorn totten gebrüick deser prebenden vörgestellet , den 
gehöret gepraeferiret te worden, die vant leven from ende van vörnhemen 
ijs sine studia te dirigeren totter ehren Gades ende dienst der Gerefor- 
merden kercken , biddende den heren collatoren , dien desen anghaende te 
confereren believen, gerecommanderet te houden den söhne van remon- 
strant um reden als boven. 



128 

Hirna ijs ijm synodo vertönet een scriptum, hetwelcke D. Albertus 
LoMEUERus, prediger toe Adewertt, tegen die Mennisten geschreven, unde 
vörsocht des tegenwordigen synodi advys. • 

Synodus hefft drie personen geordonneret als D. Bernhardum Theodo- 
Rici, D. ToBiAM Seüsingitjm, D. Samuelem Neitz, dat sie ijn bijwesen des 
autheurs het scriptum visiteren ende darvan ad synodum refereren sullen. 

Hirnha sint die gravamina classium vor die handt genhamen ende 
darvan geresolveret , als folgett. 

1 Artic. — Offt enige saken ad synodum mogen gebracht worden, eher 
ende bevör diesel ve in classibus geexaminert ende darvan gejudiceret ijs. 

Res. quod non, na luit der kerckenordeninge articiüo 20. 

2 Art. — Offt die beropinge eines predigers mag geschehen sonder 
frije öpenliche consent der gemeine end thohörer. 

Res. dat geene prediger mogen sonder consent der gemeinte ende 
thohörer ende der respective classen eenige pastorien offte kerckendienst 
ahnfehrden ende betreden, ende dat der contraventeurs hare vocation vor 
null end geenen weerden sall gehouden worden. Ende worden die classes 
authoriseret om die luiden darvör an te sien. 

S ArL — Offt nitt sall die sijnodus up het examen, beroep ende tho- 
lathen etlicker junger unerfahren luide ten predigampt, nha die vorigen 
decreten geen insehen maken ende die unduchtigen affstellen. 

Res. dat solche unduchtige prediger sullen ende mothen affgestellet 
worden, darmith dem grothen unheil und schaden, so hijruth rijset, moge 
gewehret worden. Ende sullen deputati synodi dith wol tho herten nehmende 
hirijn behoerlicke remedie ende scharpe executie vor die handt weten te 
nehmen. Insonderheit sullen sie den stadt der kercken thot Oodelinse 
wol ijn acht nehmen ende darinne statueren end procederen naer behoren. 

4 Art. — Offt men sall eine gemeine censür in synodo holden aver 
die dagelichsche drunckenschop ende andei*e fauten, sambt höre nhalaten- 
heit in administranda coena Domini nha die 50 articul der kerckenord. 
Wort geresolvirt, dat die schuldigen sullen geciteertt sinde hir in synodo 
wel ernstlick gecensureret worden , also behoerlick' dat alle quade dissorder 
insonderheit der kerckendienar gecorrigeret ende opgeheven worden, in 
betrachting der goeden ende lofflichen sorge ende versöck van desen des 
woUgeb. grafen end heren h. Wilhelm Ludewig, stadthoüder etc, ahn 
desen synodum dürch den E. E. Lambert Hörenkens gedaen. 

5 Art. — Offt die dope ahn enige gewisse plaetze gebunden sg, dat 
men nu niet, sowol als die apostele gedaen, gantze huisgesinde ijn ehren 



129 

huseren mag dÖpen? Bes. dat men blifft bij die kerckenordeninge ardculi 
39. Ende d&r etwas mochte vörfallen, daer het schene nodich te sin 
anders te doehn, sall met raeth ende vörsichticheit darin gedahn ende 
verfahren worden. 

Sessio 4 hora 8 antemeridiana. 

Fusis ad Deum precibus is ijn saken JoHAmns Coioiadi gedaen, alss 
folget. 

Gehoert uth het rapport der gedeputerden synodi, tgene by haer E. 
ijs verleden jahr gehandelt in saken Johannis Conraoi, ende miteen 
gesien hebbende die schriften unde documenten, up welcke haer E. han- 
delingen funderet, metgaders eene acte van sententie, bij haer E. uitge- 
spracken up die unwettelike inkumste Johannis vörss. ijn den dienst tot 
Enerum, ende darbenefens vorstaende, wat in classe tot Bafloe in prae- 
judicium van desen ijs gedaehn, verklaret synodus, datt sie geen behagen 
hebben ahn tgene ijn classe desenn anghaende is gehandelt, ende ordelen 
datselve censurabel , versterckende wider hirmede die obgemelte sententie 
ijn alle sinen poincten , verklaren datt JoHAifNEs Conradi dieselve geholden 
ijs nae te komen, ende worden die erwerd. broderen gedeputerden hare 
moijte, dienst ende gude sorge hertlick bedancket. 

Alse dese sententie Johanni Conradi vorgelesen , hefft hie alsbald darup 
met truriger stemme sine schuldt ijn desem vor dem synodo bekent, 
seggende dat hie door qüade raet ende armoede darto was gekomen sick 
also toe Enerum ijn tho setten, ende heft darvan vörgifFenisse gebeden, 
belovende in allen güden beteringe. 

Wanip dese synodus verclaret, dattet niet anders itzundes dan bij 
dese sententie kan bliven. Soe averst Johannes Conradi by den collatoren 
thot Enerum ende der gemeinte met approbatie des gantzen classis een 
ordentlicke beropinge aldar uithbringen kan, wortt by dem synodo hem 
toegelaten, mets dat hie nit tegens de ordeninge der kercken handelen 
sall im geringesten. Inmiddels sall classis den kerckendienst thot Enerum 
vörwahren , beth dat erster gelegenheit een die negestgesethene deputatus 
synodi aldaer erschine ende Johannem vorsch. tholathe toe Enerum toe 
predigen up eine prove um bij die gemeine eine nije beropinge te erlan- 
gen , ende darbij der gemeine ahnmelden , dat solcke predige van Johanne 
Conradi niet als ein pastor aldaer, sonder alse schlecht ter prove wo 
vorsch. gedahn worde. Im falie Jouannes Conradi geene ordentlicke 
beroping nha die kerckenordeninge uethbringen mochte, sall widers 
aldaer nha gemelter kerckenordeninge vörfahren werdenn etc. 

Sessio 5 hora pomerid. 
Finitis precibus hefft D. Joannes Acronius, prediger thot Gröning. 

Acta syn. provinc. VII. 9 



130 

proponeret, diewile grote unordeninge ende gebreke in Drente under den 
kerckendenem weder oprisen, offt niet r^ttsam, nutt ende nödich sij, 
dat bij den E. E. hem (ïedeputerden enige gesonden worden, die sie 
van solcken gebreken, alss wederum vörfallen, mogen adverteren. 

Is Yör guet angesien , dat men hirvan in synodo dominum D. Mellonem 
Bbunsma sall horen ende der saeken gelegenheit van ehm vömehmen. 
Welckes dan qs der tidt geschiet, und secht dominus doctor, dat hie 
sekere commissie van die E. E. heren Oedeputerden over die kercken in 
Drentia entfangen, dan niet so sterck, alse tot conservatie der kercken 
wolstandt ald&r wel solde nödich sin. Sij also die schuit bij hem niet, 
dan belovet sin beste tho doehn, dat moge verbetert worden tgene niet 
behoerlick gs, sofeme hem solckes mochte belastett worden. Sint hirüp 
gecommitteret D. JoAmnss Acronius, D. Henricus HouBmoius, dominus 
Albertüs Medanüs, D. Oeruardüs Weemhoff um mith D. D. Mellone 
vorss. die E. heren Ghedeput. den itzigen vörfallenen kerckendienst end 
bedroveden thostandt ijn Drente vör tho dragen ende te vörsoecken, dat 
darin mochte geremedieret worden. 

Himha ijs Andreas Allard, gewesener pastor tho Enenim, erschenen 
qn desem synodo, te kennen gevende, hoedat hie verleden jahr om ge- 
voeglickheits wille de sententie deses synodi ijs gehörsam gewest ende 
van Enerum vortrecket um einmael een ende tho hebben der uneinicheit , 
de under denn carspelluiden ende hem seer groet ende lange jahren ge- 
sthaen, also synodus solcx vor guet ijnsage ende bg hare sententie vör- 
klarede sin vertreck best tho wesen, ende darbenevenst dagende, hoe 
hie van anderen collatoren ende carspelluiden allenthalven würde geholden 
verdacht, alssoffte hie van desen synodo gantz van allen diensten ver- 
wesenn ware eeniger gröven feyten ende schüldt halven ende unbequaem 
geordeltt thotten dienste, niettegenstande die sententie synodi het tegen- 
deel genöchsam ijs uy tdrückende , wSrover die carspelluide uth Enerum 
sich hebben understanden sine meubelen te nehmen ijn arrest ende daran 
verhalen enige alsolcke vierhundert daleren offt daromtrent , die sie seggen 
tegen Andream , horen gewesenen pastor , tho oncosten geraaket te hebben. 
Die collatoren van anderen carspelen schinen sick tho entsien hem thot den 
kerckendienst in ümblanden tho te lathenn. Hefft versocht van den broderen 
wat naerder verklarens der obgemelten sententie ende mede eine kercklicke 
attestatie umme darmede in kerckendienst mogen gestellett te worden. 

Synodus verstaende die biiligkeit der begeerte D. Andreae, ende willende 
ijngelicken kundt dohn van hare christlicke meininge ende sententie, ijn 
die sake Andreae uithgespraken , geseen hebbende die documenten ende 
stücken, in desen vörgebracht, ende gehoret hebbende het rapport der 



131 

gedepüt. deses sjmodi mitsgaders die verclaringe der broderen, die aver 
desen handel hebben geseten, vollcomen informatie genhamen und up 
alles wel gelettet, verklaren bij desen, dat die sententie des classis, 
tegen Andream uthgespraken , gs van dem synode verworpen, ende dat 
Andreas over enige censuiren sine schuldt bekennende met beloffte ende 
bewis van beteringe ijs christelicken met dem classe versönet, maer ijs 
doen vertrocken van Enerum niet umb schuldt sondem umb beters ^üle, 
alse befunden wort uth alle proceduren, dat die carspelluiden met grote 
vörbittericheit ende unvOrsönlichen haedt tegen hem schenen ijngenhamen 
te sin, ende also alle hopening van stichtinge Andrf.ae benomen wortt. 
Gifft wider die christlicke synodus te kennen noijt haer meining gewest 
te sin, als men oick uith die sententie niet en sal konen doceren, dat 
D. Andreas solde vörfallen wesen tegen die huisluiden ijn enige schuit- 
boete ofTte geholden soude wesen hare gemakede unkosten te betalen, 
veelemin dat hie totten dienst solde undüchtig verklaret worden, maer 
ordelen dat het arrest , up sine guderen bij den carspelluiden geprocuriret , 
unbillick gs ende dat D. Andreas vam synodo uith cracht deser interpre- 
tatie geholden wehre vor een broder ende dienar, versokende van allen, 
dien dese sullen worden vertönet, D. Andream daervör ahn te seen, te 
holden ende hem totten dienst der kercken te forderen, gantzelick ver- 
hopende dat sin dienst (}ade aengenehme, sijn levendt stichtlick ende 
sin arbeitt in dem Heren sall profitelick wesen etc. 

Sessio sexta antemeridiana hora 9. 

Post preces is vorgestellet die beröp domini ÜENma Houbingii nha 
Beem. EJnde vorklaret D. HENraous, dat hie wol diesel ve beropinge affge- 
schreven hebbe wegen die vant Sant hem ungem willende verlathen, 
dewile hie daer doet grothe stichtinge, doch sich dem judicio synodi 
noch underwerpe , verklarende demsulven nha tö kamen , wat die broderen 
vör güedt mogen insehen, nhademmahle die van Beem instanter an- 
holden niet alleine bij hem maer oick bij dem synodo om hem bij haer 
vor ein pastor te krigen , indien sie versekert sich finden , dat D. Henricus 
noch met mehrderer stichtinge bij haerluiden te Beem staen werde. 

Synodus alles wol versthaen ende overlegt hebbende verklaret metzdesen, 
dat classis Loppersumana sich dese sake sall te hertzen nehmen, ende 
sowol die van Beem als die vant Sant hare meining vorsthaen, ende dan 
ordelenn tgene sie profitelickest end bequamelickst thot stichting dero 
kercken Christi dienstlick finden sfülen. 

Sessio 7 hora 2 pomeridiana. 

Finitis precibus hefft dominus Johannes Wolffius bij desen synodo 

aüdientz begeret, sökende einen kerckendienst in dese Omlanden. 

9* 



132 

Synodus hefft YÖrsch. Wttlfiüh ijnsthaen lathen aenhörende sin begeren , 
te weten dat desen christlichen synodo wil beleven sine persene te 
respecteren ende ijn dese lande te beforderen ten dienst vant hillige 
predigampt, ende findet synodus vor raetsam, dat hie dem prediger ijn 
Appingadam ijnt particüleer ende voorts in genere demsülven classi sall 
gerecommendiret worden. 

Himhae ijs ijm sjmodo erschenen D. Adolphus van Besten synodo te 
kennen gevende, dat sin underholt sober sij, dewile die pastorien toe 
Weh ende Closterburen so geringe sint, dat sie enigen prediger niet 
konen föden. Begeret demnhae die combinatie van Minschewehr omme 
desto bether te mogen leven. 

Darop hem geapostilleret , dat solckes gestellet sij ijn handen D. Andreae 
SrRATEMANia ommc damp te antworden in classe ijn praesentie der E. E. 
D. deputatorum synodi, ten dage als dartho van den deputaüs sall 
gestelt worden. 

Nha desen sint die gravamina vör die handt genhamen ende darvan 
geresolveret, alss folget 

6 Ora. — Offt niet raedt wehre, dat men bij die heren anholde, dat 
diegenen die in den Omlanden hare kinder niet dopen lathen, demsel- 
vigen gebade ende poena, so ijn der stadt darop gestellet, mochten un- 
derworpen sin? Res. synodus, dat sie sulcx achten guet te wesen, ende 
dat het behöre ijnt werck gerichtet te worden. 

7 Ora, — Dat ijnt Westerqüartier tien kercken vacerend sin , insonder- 
heit die twe voomehme plaetsen Nordthorm ende örijpskercke van die 
tidt der reductie sonder eenige bestelde dienar gewesen. 

Is geresolviret bij dem synodo, dat die E. E. D. D. deputati synodi 
darinne sullen neersticheit doehn ende bij dem coUegio an holden , dat die 
h. Staten hare beloffte hirvan gedaen willen ijnt werck stellen. 

8 Orav, — Dat up die combination ijnt landt gelettet werde etc., is 
geaviseret bij dem synodo , dewile vele plaetsen so geringe , dat sie gene 
bequame dieners hebben konen, datt dieselvige doer combinatie sullen 
vörbetert worden. 

Himhae hefFt D. Theod. Klinckhamebus bij dem synodo versocht combi- 
natie met üpwijrde. Verclaret synodus, dat die deputati synodi mith 
dem classe ten Dam suUen schriven ahn den E. E. juncker Rijpperda 
omme die vicarie thot Jamsweer. Ende so dat falieret, sall om die com- 
binatie angeholden worden bij die E. E. hem Gedeputerden deser pro- 
vinciën ofift die competenten collatoren. 



133 

9 Ora, — Dat die wedewen der vorstorvenen prediger met een nhajahr 
ende voorts met eenigen subsidio , gelick ijn andem provinciën gebruicklick 
qs, versehen ende gehandthavet mogen worden. Angaende desen wort 
het najaer alsnoch gebruicklick met gemeine stemme des gantzen S3rnodi 
geapproberet end confirmeret, ende wort den deputatis synodi belastet 
hirvan ock bij den landssdach te proponiren ende widere subsidien up 
folgende jahren te versoecken. 

10 Ora, — Van die Wedderdopersche valsche lehre ende unordening 
hoe densiüven nochmaels te beijegenen verclaret synodus, dat sie dith 
laet bliven bij artic. 11 in naestledenen sjrnodo angewesen middeL 

11 Orav. — Dat der abten ende commendeuren unbehörlike wesen ende 
doendt ijn höre respective closteren affgedaen worden, is geresolveret , dat 
die deputati synodi suUen emstlick by die E. E. heren Gedeputerden 
ofFte gecommitterden deser provincie anholden umb solck unbehoerlick 
wesen, daer sie ijn die cloestere wederom ijngesettet werden, ende toe 
merckücken schaden der kercken Christi procediren, afiFgeschafiFet te 
worden. 

12 Ora. — Dat van den praepositüren wider gehandelt werde. Res. 
Wort den deputatis synodi belastet solckes te verrichten. 

13 Or. — Offt een pastor ock ein sendeprauwest wesen ende beide 
officien bedenen mag tegelicke. 

Res. dat solckes wort thogelaten, sofeme hie habel end werdich ijs. 
Ende desen angaende sall ahn den E. E. juncker Ripperda geschreven 
ende rait den heren Gedeputerden gecommuniceret worden. 

14 Gra. — Wert geclaget , dat up sabbathe ofFte Sondage worden groete 
missbruicken up kerckhoven met spoelen, kaetzen ende anderen dingen 
bedreven, item dat die luide des Sondages under der predicatie döhn 
allerleij handtteringe ende arbeidt alseplögen, eggen, meijenetc., daruth 
een grote vorachtinge godtlickes wordes entstaet. 

Resolv. synodus, dat die prediger solckes ad judicem loei refereren 
ende clagen sullen umb darin referiret te worden naer behoren. 

15, — Dat een generael eheordeninge gemacket ende die befestinge bij 
der overicheit moge versöcht werden, umme die missbruicke derselvigen 
also afiFgeschaffet te worden. 

Res. Also men ijn der stadt met een eheordening doende ijs, sege 
men gerne, dat ijnt landt ock also geschiede. De modo postea. 

16 Ora, — Dat doer examinatie der classen ende classicalen böken 



134 

erkundiget moge worden , woe die kerckenordening ende synodalia decreta 
geeifectuiret sijn, ende die mangelhaffte classen dessfals angesien ende 
behoerlick gestrafiFett worden, etc. 
Is geschiet ende niet befunden ungeefiFectueret, etc. 

Specialia. 

1. Dat die praepositüer van Ussqüart, alsnu gealieneret sinde, moge 
ad pios ecclesiae usus angewendet worden nha die ordening darvan ge- 
macket. Hes. Wort belastet deputatis synodi bij den landtsdach an to holden. 

2. Van reparatie der kercken thot Oterdum , wieshalven die pastor van- 
daer vörtrecket. Refertiir ad eosdem. 

8. Dat dar sin malecontentissche costers ende schoelmeisters , die gene 
membi*a ecclesiae sin , als die coster ijn den Dam dansschole upholdende , 
die coster tho Sijttburen een advocat sijnde , item die cöster tho üthwierde 
eln schattboerer sinde. Resolv. dattet ijs unbehörlich , ende wort belastett 
deputatis synodi te refereren ahnt collegium omme geremedieret te worden. 

4. Dat D. Arnoldi prediger ijn Winsum gravamen de augendo stipendio 
in Bellingewoldt moge vörgestellet worden. 

Res. dat die E. Tammingha sall vermahnet worden doer twe gecom- 
mitterde, als toe weten D. Tnx)NEM Daioelis ende Dominicum Tiallingixtm. 

5. Dat ijn Westerwoldingerlandt tho Sellingha een oldt prediger ijs, 
die wegen olderdöhm geene bedeninge dohn kan, versocht classis alimen- 
tatie van die overhelt. Res. Sal dith bij der competenten overicheit vör- 
sochtt worden door D. Geerhardum Weihioff ende D. Samuelem Neitz. 

6. Dat doer die verordente prediger ad synodum nationaleni bij die 
E. E. hem Staten Generael moge umb befrijinge offt verlichtinge der 
pastorienlande mith flithe angeholden ende tracteret worden etc. 

Res. Debet fieri, dan tis noch to fröe. 

7. Dat ijn Westerwoldingerlande an enige plaetsen, ende dar sie sijn, 
die kerckengoederen quaelick geadministreert , noch oick van die armen- 
geide keine reckenschop gedahn wort. 

Res. Desen anghaende sall ahn den drosten geschreven worden etc. 

8. Dat die ingesethenen darsülvest den dieneren ehre geboerlicke in- 
komste afFtrecken ende begeren sie darinne te verkorten. 

Res. Wert ijnsgelicken revoijért ahn den respective drosten dasulvost 

9. Ein man, die sin wifiF drie reise vergeven hefft, offt darum die 
ehe gebraken sy. Res. Rejicitur ad magistratum et judicera loei compe- 
tentem etc. 



135 

Sessio octava hora 9 antemeridiana. 
Fnsis precibus hefPt D. Joannes RmoELiüs siner absentie oersaken vor- 
gebracht, die sufficiant gewesen. 

Himhae sint geresumeret resolutiones synodi , verledene jahr genhamen 
up die gravamina, ende dameffens der provinciën besoijgne hirop gedaen. 

Also die derde resolutie gelesen ende watt darinne geefFectneret , ijs 
gebleken, dat die kercken Nienhove ende Sftxem ^n Humsterlandt gene 
middelen hebben een egenn prediger te holden, achtet sijnodus, dat vör 
dese tidt die combinatie noch moet bliven, ende ijn gefalle die caspelen 
door eenen prediger niet konen bedienet worden, sal deputatis synodi 
belastet worden sülx den heren Staten ahn to denen. 

Himae ijs gesloten, dat die classes sClen geholden sin höre gravamina 
te stellen ende onderlings over te senden ende schriflFtlick darop te avi- 
seren. Ten fine van desen sullen die classes sös weken vor Meij verga- 
deren , ende sall classis Adewert dith incomende jahr die gravamina classium 
entfangen ende ahn jeder classem van allen copie aversenden. 

Is oick resolviret, dat dith jahr sullen dieselve deputati, so ad prae- 
paratorium conventum reisen, vorsekert sijnde met credentz ad synodum 
ijn Nörtthollandt sick vörfögen, sofeme het mogelick ende haerluiden 
gelegen ijs. So niet, wert sie dominus Valestos excusiren. 

Den deputatis synodi wert belastet bij dem collegio an to holden wegen 
die praebende thot Godelinse, dat die vorgevinge van dien niet langer 
verslupe under eenich schijnsel, wo bissher geschiet. Het sullen ock deputati 
synodi vortaen neerstig driven bij dem collegio, ende anders dat diel) 
up die resolutien gedaen, geexecuteret worden. 

Levtnus Rol^vnu, pastor to Colham, vörsoecht bij reqüest combinatie van 
Cropswolde, ende ijs gerecommenderet ahn die overicheit, alss folget. 

Synodus sage geme , dat dese combinatie bij die E. E. hem borgermeisteren 
solde mogen guetgefonden worden, so thot hülpe van suppliant als enes 
framen, godtsaligenn doch armen predigers, als thot verdeel der kercken 
van Kropswolde. 

Item deputati synodi sullen anholden bij dem collegio , dat die gewesen 
prediger tho Osqwartt Hermannus Doncker van denn commendeur thot 
Wijttwert die competente 50 daler moge erlangen wegen sine bedeninge. 



1) „die" Hierop volgt in onzen cod. en in YY een V met opene ruimte, ten 
teeken van een onleesbaar woord. 



136 

Sessio nona pomeridiana. 
Post preces hefft Andreas Allart ad vijs synodi begeret wegen 4 dalier 
classicale oosten, denn tidt hie dar gestaen hefft. Res. Is sui^eret. 

Daer worden committeret a synode D. Johawnes Ringelius ende D. 
Samuel Neitz omme te vörsöcken bij dem collegio deputatorum Gron., 
dat die pastor toe Sellingen moge enige alimentatie krigen. 

Dewile die classis in den Oldenampte und Westerwolde doleren, dat 
die huisluden tho Flag wedde ende Unstwedde ij n die beroping hörer 
pastoren suemich sin, oick tegen die resolutie ijn lestgeholdenen synodo 
ijn den Dam ^n die beropinge willen afftrecken die aoddentalia van 
misskorn ende andere etc, heift synodus resolvirt, dat die classis sall 
anholden bij den h. drosten aldaer, dat die huishüden die vörbenömede 
resolutie ijn den Dam sullen achtervolgen, gelick ock die andere gravamina 
van kerckvoigeden te kiesen , ende vann die kerckeninkumsten ende armen- 
geide reckeninge te doehn, end^ gelicksfaJs der wedewen to Unstwedde 
folgen te laten die geheele upcomsten des nhajahres. 

Wort den van Unstwedde ende Vlagtwedde upgelegt bij verlies höres 
köres, dat sie sollen ijn ses weken einen dienar kesen, offt dat die van 
Ylagwedde hoer beide lehnen sullen combineren ende van die lehnen 
nit afftrecken. 

Alsoo synodus verstaen hefft, datter enige pastoren ijn die Omlanden 
bestaen hebben die luiden ijn echt to geven ijn private huseren, ordelet 
synodus , dattet ergerlick ijs ende der polide schadelick. Hefftt derhalven 
beschieten ende gestatueret, dat niemandt van predigem vortahn solckes 
sall nhafolgen offt mehr plegen, up censür van suspensie van sin dienst 
ter discretie classis. 

Sessio decima antemeridiana. 

Finitis precibus is van enige dese questie moverett, woer die procla- 
matie van denen geschien sall, die dar sullen copuleret worden. 

Resolviret synodus, dat geene copulatien mogen geschehen, eer ende 
bevör men gesehen hefft genoechsame attestatie, dat copulandi tliot drie 
vörscheiden reisen op twe plaetsen proclameret sijn. 

Hirnae ijs geresumeret die 4 artic. gravaminum des vörledenen synodi, 
ende diewile dar noch niet up gedaehn ijs , sall wedder angeholden worden. 

Die 6 artic. gravaminum anni ejusdem ijs affgehandelt etc. 

D. Theodoricüs Petiu, pastor tho Süetwolde, heft bij dem synodo 
doleret, dat hie costen gedaen ijn die restauratie der pastorienhüsinge 



137 

tho Collüm, diewelcke he beth herto niet wel hefft konen wedderbe- 
kahmenn, begeret dat sjnodus hem wil intercessie mededeelen. Dienan- 
ghaende wort vor guet angesehen , datt die deputati synodi hirmit werden 
belastet solches door requeste bij die E. E. h. Staten van Friesslandt 
tho vörsöken. 

Himha ijs Johannes Aktopaeus, tho Weijwart prediger, up die citation 
der E. E. h. Q^deputerden alhir vor dem synode erschenen ende nha 
rapport ende vörclaringe der gecommitterden des classis Appingadam 
gedahn over die handeling, mit ehm geholden in classe vorss. ter oersake 
van sine unördentlickheit ende schendelick leven , ende dat benefens desen 
hier ijs gebleken, dat hie niettegenstaende die belöfifte, van hem under- 
teickent ijn die classicale boeck, han[tgemein] i) is gewest binnen Delifziel 
tegen ene werdinne ende weert, opentlich ende schandtlick tot affrückinge 
ende schoren der underlinge klederen, also dat hie bij den redger dar- 
over gearresteret noch tegenwordich ijn recht sthaet. 

Synodus dith wol verstaende hefft geordelet, datt Johannes Artopaeus 
wel verdienet hefft gantzlich vanij sinen dienst geremoveret toe worden. 
A verst siende op die gelegenhei t der kercken aldar ijs bij die broderen 
gesententieret , dat he van nu thot 3 maenden sall worden gesuspenderet , 
ende dat die dieneren des classis, sijnen dienst vörwahrende, sullen tot 
Artopaei kosten dat doehn. Ordineren dem classi van den Dam in gefalle 
van sine bekehringe met hem te handelen nha de acte up die ungeregel- 
heit der dieneren, ijn desen tegen wordigen synode beslothen. 

Egbertus , pastor tho üthwijrde , ijs gecensurerett wegen sin druncken- 
schop ende dat he copulatien ijn hüsem gedahn. Und dewile sine sake 
bij dem classe noch niet ijs uthgevoret, wort classis belastet vortahn 
met hem to procederen nha behoren in 2 grad. susp. 2). ünd also gemelte 
Egbertus klaget, dat hem D. Sprengerus dar enigermathen hebbe tho 
verörsaket, wort classi belastet Sprengerum hieraver tho censureren. 

JoHANNEs HENRia tc Woltcrsum ijs oick gecensureret bij dem synode 
wegen sin unordentlick levendt. Ende dewile classis noch met hem 
dohnde ys, wort sine sake bij dem classi gelathen und wart gewiset ad 
secundum grad. suspens, etc. 

Iesreel Vinckelius ijs vormanet in synodo, dat hie sall bedencken sin 



1) „hantgemcin" of een dergelijk woord moet hier gestaan hebben, onleesbaar 
voor den afschrijver. Onze cod. heeft slechts „han" en daarachter eenige open ruimte. 
YY heeft „hie". 

2) „2 grad. sus." YY heeft „secundo gradu Ruspensionis". 



138 

olderdoem ende den ehrlichen standt, dar hie van Godt ^n gestellet ijs, 
omme densulven also henfort te verwalten, dat hie des bij Gt)dt ende 
den minschen sich köne qwijten etc. 

VoLCHERi Henbict predïgers ijn Humsterlandt sake wort classi befahlen. 

Himha hefFt synodus met herteleidt angehöret die grote clagte, die- 
welcke die E. E. here medegedeputerder Lambertüs Horenkens uith last 
van S. G. den hem stadtholder ende der heren Gedeputerden deser pro- 
vinciën alhir gedaen heflFt van wegen die ungeregeltheit ende bekende 
drunckenschop eniger prediger ijn die Omblanden , belastende den broderen 
neerstelick damp te letten, gelick die deputati synodi ijn haer rapport 
darvan niet min doleret hebben, met anwisinge van exempelen. 

Synodus hirinne willende vorsehen met emst hefiFt güetgefunden eenige 
predigers, ijn vorschreven fauten befunden, aiithoritate D. D. deputatorum 
provinciae toe beschrivenj omme nha befindiging van saken te döhnde 
nH behoer. 

1 gradus. — ünde helft wider gestatueret 1) : in gevalle enigen pastor 
voortahn druncken ofiFte sonsten untidtlick ijn krögen sal befunden worden 
ende overtüget sin, dat hie terstondt sall worden süspenderet van sinen 
dienst authoritate ende ter discretie des classis den tidt van 6 weken, 
ende sall niet eher sinenn dienst mogen betreden, beth dat hie apenbare 
schuldtbekenninge sall hebben gedahn in classe ende ijn sin kercke ten 
overstaen van een , uith de classen dartho te committeren , unde sick niet 
mehr sall hebben verlopen den tijdt siner suspensie. 

2 gradus. — So he averst nha reconciliatie wederum wort befunden 
sick verlopen te hebben, sall yn 3 man te suspensie vallen ende met- 
eenen de derdepart van inkomsten der pastorien te verliesen, ten profite 
van die armen weduwen ende weijsen der affgestor venen pastoren deser 
provincie, geduirende den tidt van suspensie, twelck mit ad vijs deputa- 
torum synodi sall geschieden. 

3 gradus. — ünde sowie ijn vörschr. scandalen ten 3 male sall wesen 
befonden, worden van dem synodo die classen geaüthoriseert um hem 
van sin deenst te removiren, twelck sal geschieden ten overstaen van 
gedeputerdenn vorgeschr. 

Eventselve vörstaet oick synodus van schoelmeisteren ende costeren, 



1) Naast deze bepalingen heeft YY in niargine de aanteekening : „Quomodo 
agendum cuni ebriosis et male viventibiis pastoribus ? Tres poenae gradus praescripti. 
1 Gradus, suspensio () hebdomadum. 2 Gradus, suspensio 13 hebdomadum sive 
triura mensium. 3 Gradus , remotio sive deportatio ab officia. Idem cum ludimagistris 
et custodibus, vitam impiam et irregularem viventibus." 



139 

die met haer ongebonden levende, dronckenschap ende sonst andersins 
ergerlick dem volcke ende der kercken scandael sin, dat sie sullen ten 
erstenmael vormanet, ten twedenmael vant aventmael suspenderet, maer 
ten derdenmael gemulcteret worden met verlies van den part van haer 
upcomsten vör sekeren t|jdt thot profijte van armen des carspels, ende 
dith ter discretie vant classis. Ende bi gebreke van betemisse sall hie 
geheel removeret worden van sin dienst. Unde sall thot executie, van 
desen versocht worden die authoriteit der E. E. heren Gedeput. deser 
provincie, ende dese acte geregistreret worden ijnt classicael boeck. 

Himhae ijs gesien worden een böcxken, genftmet die Wegbereider up 
die verbetering van die Nederlandissche bibel, ende darbenefens gehöret 
uith die gecommitterde des Nordthollandisschen synodi, wat d&erijn bij 
haer synodi s geschiet aenghaende het versoeck des autheiirs des bökes 
thot die aversettinge der bibel Piscatoris. 

Ordeelt synodus, dat dith versoeck moeth dienen ahn denn nationalem 
synodum, wünschende dat dith boekeschen oft met mehrder bescheit 
hadde vortgecomen, offt liever hadde achterbleven, verbiedende den bro- 
deren deses synodi niet dergelicken tattenteren. 

Vorts ys goetgefunden bij dem synode, dat henfort um tidt gewinnen 
ende met mehrder fnicht desen christlicken synodum te celebreren alle 
dassen voor den 12 Aprilis solen bijeenkahmen ende erst overlesen die 
acta des vOrghaenden synodi, ende dan ijn schriffte stellen alle ende 
allsolcke gravamina, als nodich befunden sall worden op den synodum 
verhandelt te worden, ende suUen die ter handen stellen an ein classem, 
dartho ijn synode te nomen. 

Het classis van Adewert ijs vör dat nhakumstige jahr genOmet umb 
die gravamina der anderen dassen waer tho nehmen. Sall geholden sin 
die overgesonden gravamina alle samptlick ende distincktelick to stellen 
ende alle dassen deses synodi mett der haest copie aver te senden, ten 
einde dat die classes darop tidtlich den laesten M&ndach Aprilis resol- 
veren ende hare resolutie ijn schrifft bij form van instructie overgeven 
deputatis genoempt, die opten synodum sullen gesonden worden etc. 
Dese instructie moet worden underteickenet van praeside ende scriba 
classis. 

Himha sint met gemeine stemmen deputati synodi gekoren D. Joannes 
AcRONius, D. JoANNEs NicAsius, D. Albertus Lomeyerus ende dominus 

WlBltAJiDUS GeOUGU. 

Visitatores classium sijn dese gestellett: 

class. Groning. D. Albertus Lomeyerus ende D. Hermannus TnEoriiiLus; 



140 

classis Dam. D. Gerhardus Wemhoff et D. Samuel Neitz; 
class. Lop. D. ToBiAS Seüsingius et D. Theodorus Klinckhamer; 
class. Mid. D. Henricus Houbingius, aut loco ejus D. Wulfgangus, et 
D. Albertus WuLHELin; 

class. Baff. D. Wibrandub Georgh et D. Lambertus Henrici; 

class. Adw. D. Tido Danielis et D. Hesselus Nicasius; 

class. Old. D. Hermannüs Stechmannüs et D. Bernhardus TnEODoma. 

Entlick ijs censura morura geholden over de broderen des synodi ge- 
duirende den tidt dessulven. 

Eerstlick classis Groningana ende also vort die anderen sijn gecensu- 
reret ende onstraflFbaer befiinden, behalvenn den E. Johan Aggens wort 
wegen siner contumacie int absenteren , oick verachting der citatien deses 
synodi ceneurabel befunden, ende dem classi respective belastet hirinne 
te dohn nha behoren. Ende protesteret synodus henfoii; van der iipsage 
ende clage sommiger luiden , dat men gene senioren ad synodum brenge , 
ontlast te wesen, dewile dickwijls senioren gekoren ende niet compariret 
ende also den synodum frusteert hebben. 

Die HoUandi solden geholden sin haere acta S3rnodi reciproce ahn iinse 
provincie to senden. 

LoMEYERi scriptum ijs remitteret ad classem. 

Hirmede jjs die synodus geendiget, ende sint dese acta van den un- 
dergenömeden van dem synodo daertho belasteden underteickent. Actum 
den 11 Ma|j anno 1607. 

Wulfgakgus Agricola, minister evangelii Jesu Christi in Loesdorp, 

synodi praeses. 

ToBiAs Setsingitjs Franc, deener des godtlicken wordes binnen den 

fortresse Delphsiel, min eegen handt 

Antonius Strombergius , p. in Rottum, scriba synodi. 

Bfjinhardus Theodorict Nordantjs. 

Theodorus Klinckhamerus , administer in Tjamsweer etc. 

Albertus Guilhelmi, pastor in Medis. 

Lambertus Henrici Gron. , pastor in Witwerum. 

Samuel Neitz, pastor in Suetbroeck. 

Hermaniojs Theophilus, p. in Höchkercke. 

Hesselus Nicasus, p. tho Ulderum. 

Pinis. 



141 



Acta XIV synodi promncialis^ uthgeschreven van 
dem wolgebornen graf en wnd heren h. Willhelm 
LuDEwiG, stadtlwlder etc. sampt den E. E. wisen 
wnnd seer discreten versienigen h. Staten van der 
stadt Groningen und Umblanden ijn Appingadam to 
holden anno 1608 35 Aprilis^ in bywesen des E. E. 
Lambert Hörenkens, WO oick des E. E. jünckern 
Aeijlcke Clandt alss gecommitterdenn des collegiL 

Sessio prima hora 7 amtemerid. 26 Aprilis. 

1. Is der tegen wordige synodus van D. Wulfgaijgo Agricola , prediger 
tho Loesdorp und ijm vorledenen jahre gewesenen praeside , met anroping 
des namens Gades angefangen , und nha geendigtem gebede doer gemeine 
stemme der jegenwordigen broderenn praeses eligert D. Robertus Wip- 
pmGiTJB, prediger to Suitthorm, assessor D. Wulfgaijgüs Agmoola, p. tho 
Loesdorp, scriba Joachimus Zoor, prediger thot Loppersum. 

2. Nach desen hefFt de E. E. Lambert Hörenkens vörtönet enige 
credentzie under andem deses inholts, dat ijn dese vorgaderinge niet 
werde verhandelt, dat ahnghaet die policeij offt den nationalem synoduni. 
ünd alse die versamling der heren meining ahnghaende dien niet wol 
koenen vömehmen, ijs vörklaring geschehn dör den E. E. Lambertt 
Hörenkens, dat men hir wol mag ende moeth handelen van dingen, die 
tho den synodum nationalem gehörig , dan alleine in forma van praeparatie 
sunder darvan Enaliken tho decideren. 

3. Ock sint up desen synodum nhafolgende personen uth den 7 clas- 
sibus deser provinciën der stadt Groningen und Umblanden gedeputeert 
und compariret: 

I. classis Groningana: D. JoHANires AcRONros, E. E. Reiner Albehda, 
D. Egbertus Halbes licentiatus; 

n. classis Dammonensis: E. E. juncker Johan Rengers, D. Theodorus 
KuNCKHAMER, prcd. to Jamswccr, D. Hmix) Lamberti, p. tho Farmsum; 

III. classis Loppers. : D. Wulfgangüh Agriüola, p. to Loesdorp, D. 
Joachimus Zoor, prediger to Loppersum, D. Johannes Egberti, p. toe 
Leermes ; 

IV. classis Middelst: D. Johannes Nicabius, p. tho Middelstumb, D. 
WiBRANDus GEOHGn, p. tho Warffum , D. Abelus Praetoiuüh, p. tho 
Sandtwehr ; 

V. classis Enerüma: D. Arnoldus Rembachius, p. thot Winsum, D. 
TiDO Danielis, p. tho Baffloe, D. Johannes Scumaltzius, p. tho Tinallingen; 



142 

YI. classis Ad werd.: D. Robertus WippiNGros, p. to Suethorm, D. 
NicoLAUS Petbi, prediger toe Fissfleth, D. Hauo Ilbem, p. tho Garaewertt; 

VII. classis Oldeampt : D. Sebastianüs Hermanni , p. ijn de Exst , D. 
Bernhardüs Danielis, p. ijn die Schemda. 

4. Deser bovengeschrevenen deputatorum credentzbrefe sint ijm synodo 
vörlesen ende geaccepteret , darup ehnen allen sessie gegunnet worden. 

5. Hirbeneven sint erschenen uith Nordthollandt D. Johannes Valesius , 
prediger tho Bovenkaspel, medebrengende sin credentzbrefT, iinde uith 
Süethollandt D. Baltuasar Lydiüs , pred. tho Dordrecht , met genochsanie 
credentie ende vnllmacht thot underholding van güde correspondentie 
deses synodi. 

Sessio secunda hora 2 pomerid. 
Sint die acta des vorledenen jahres synodi ahngefangen gelesen tho 
worden. 

1. Die artickel, dat deputati des vörgangenen synodi solen geholden 
sin relatie te döhn up den tegen word igen synodiim hares belasteden 
und vorrichteden ampts, wert alssnoch geapprobieret. 

2. De Nederlandissche Confessie met dem Heidel bergisschen Catecliisnio 
ijs avermaels ijn desem synodo niet alleine ingewilliget sondem ock ge- 
resolviret, dat ein iglick classis geholden sall wesen deselve sick tho 
verschaffen mit rein papir achterijn gebunden, so de itzigen prediger 
samptlick met haren nakomelingen solen imderteickenen unde solck oxera- 
plar ijn gude bewahring holden. 

Midlerwile ijs ijn verlesing der acten stillegeholdenn , darmith den 
tegenwordigen klagenden personen upt spoedigeste affgeholpen mochte 
werden. 

3. Uppet vörsoeck Hilcke Claessen, schoelmeistem tho Nordtbroke, 
sick beklagende wegen sines doer die kerckvogeden entsetteden dienstes, 
dat synodo wolle gelieven hem die behülpliche handt to leisten, is vor- 
klaret als folget: dewile synodus niet hefft konen sehen noch vomehmen 
genochsame orsaken siner verwerping, resolviret derwegen, dat vorge- 
melter Bülke krafft deses synodi ijn sinem officie und vuUenkahmen 
possessie sall gecontinueret worden, beth thor tidt classis, siner saken 
halven vullenkahmen geinformeret sinde, darinne debite und truwlick 
sall gedecidert und gehandelt hebben. 

4. üppet kkgelicke angevent der geraeinte van Nordtbroick wegen 
ehres itzigen pastom Johannis Loijngii hefft synodus guetgef unden , dat 



143 

D. JoHANNEB met siner wederpartie sall geciteret und sulvest van dem 
synodo gehöret worden, umme damha ijn die sake te handelen, als tho 
uperbuwing der kercken sall nodig gefunden worden. 

Sessio 3 antemeridiana hora 7, 27 Aprilis. 
Is vortgefahren ijn vorlesing der acten. Artic. 2, 3 et 4 werden uth- 
gestellet umme nachmaels darvan te handelen. 

1. Artic. 5 van dopung der kinderen ijn huseren, met de resolutie 
umme tho bliven by den 39 artickel der kerckenordening, oder so ijn 
vorfaUender hoechdrengender noidt anders hirinne mochte geprocedert 
worden, dat solckes geschehe mett gudem wolbedachtem rade und vör- 
sichticheit, wertt nochmals geapproberet 

2. In saken Johannis Conradi umme eine ordentlicke beroeping van 
die collatoren und gemeinte tho Enerum uth tho brengen, gelick hem 
ijm vörgangenen synodo uperlecht, daervan de negestgesethener deputatus 
synodi laestleden geholden belastiget inspectie te nehmen, refereret D. 
WiBRAM)us Georgh , prcdiger tho Werfïum , desulve nije beroping gesehen 
unde gelesen te hebben, mede horende gude getüchenisse , so dem pas- 
toren van die gemeente gegeven. Dewile averst up vörgestelde frage noch 
twivelachtig , offt desulve beroping van den hem collatoren tho Groningen 
mede underteickent , ijs solckes den heren und pastori heimgestellet umme 
sich hirinne selfsten tho vorgelicken. 

Gravamen 8 van die ciombinatien wordt uthgesteltt. 
Grav. 10 van der Wedderdöperen falsche lehre tho beijegenen sall 
repetiret worden. 

Grav. 12 van praeposituren differtur. 

3. üp dat 14 grav. van abusen der Sondagen vörklaret sjrnodus, dat 
sofeme de richter ter plaetsen ijn sinem befalenem ampte nachlessig 
unde suemachtig, femers door die predigers sulvest bij den E. E. heren 
Gedeput. umme hirinne te remedieren emstlich sall angeholden worden. 

Sessio 4 hora 2 pomerid. 

1. Is ijn synodo ein scriptum vam coetu Embdano vertönet und gelesen 
anghaende die beroping Gaspari Goldh tho Godlinse , wanip die collatoren 
met die samptlicke gemeinte aldar geciteret sin tho compareren. 

2. Ock hefft Johannes SaiRODERUs, prediger toe Westerembdenn , dem 
synodo klachtlich to kennen geven wegen einer persoen, so bij levendt 
siner echten huisfniwen sick ahn eine unechte umbtrentt 10 jahr langk 
geheugen, und nha siner getrüweden huisfruwen affstervent umme procla- 



144 

matie und copulatie met die unechte persoen angeholden. Waerop die 
synodus theologice geresolviret , dat solcke affkundiging und thosamen- 
geving in Gereformerden kercken umme redenen nit tho geschehn behöre. 

3. Artic. 15 van ein generael eheordening tho macken wort alsnoch 
geapproberet. 

4. Grav. 2 speciale van reparatie der kercken toe Oterdum, wort den 
deputatis synodi belastet umme bij die E. E. hem G^deputerd. an tho 
holden in effect te bringen. 

5. Grava. 3 van die malecontentische kosters und schoelmeisters , in- 
sonderheit tho Sijddebüren, sall van den deputatis synodi ant collegium 
uppet flitigeste gerefereret worden. 

G. Anghaende het 4 grav. D. Arnoldi, prediger tho Winsum, van 
vörmehring sines stipendii ijn Bellingewehr, ijs avermael ü. Tidoni Danielis 
imd D. TiNALLiwGio uperlecht den E. E. Tamminga hirinne te vermahnende. 

7. Henmcus Johannis, prediger tho Woltersum, sall van dem classe 
Loppersumana vermahnet worden umme flitiger sick tho o venen mit lesen 
und studeren, und mit stichtlickem levende sinen thohörem vör tho gaende. 
Und umb dese stucke nha tho kahmen sall darup van dem classe flitigen 
gelettet worden. 

8. Diewile gedoleret aver die visitationes classium, ijs uth einem 
jederen classe ein prediger verordenet gewisse form thoe stellen , so nach- 
mals gefolget sall worden. 

Die personen hirtho genomineret sint dese, so folgen: ex classe GrÖ- 
ningensi D. Egbertus Halbes , licentiatus ; Dammon. D. Theodorüs Klinck- 
hammer; Loppersu. D. Wulfgangus Agricola, Middelstum. D. Johannes 
NiCASius, Enerum D. Arnoldus Reinbachius, Adwerd. D. Halio Ilberi, 
Oldeampt D. Sebastianus Hermanni. 

De forme averst visitationis classicalis ijs also gestellet, wo folget. 

I. Erstlick solen die visitatores gesundt sin ijn lehre und levendt, 
staende ijnt actuael predigampt, güdes judicii, int getalt ehrer veere, 
tho wethen 1 uth der stadt Groningen, twe uth de Omlanden, und ein 
uth het Oldeampt. 

II. Sall die visitatie geschehn, ijm fall des nödich, up alle unde jedere 
den classibus angehörige personen, alss predigers, schoelmeisters ende 
kosters. 

in. Sall ijn die visitatie erstlick nhagefraget werden, effte oick die 
decreta synodalia und kerckenordening achterfolget werden. Secundo solen 



die protoooUen der dassen gevisitert werden. Tertio sall nha der prediger 
lehre und levendt getraget werden. Quarto offt oick die examina dassium 
l^time geschehen, welcke personen tho dem examini solen togelathen, 
unde offt se ock richtig nha dem worde Gt)ttes geexamineret werden. 
Und sofeme de noidt ereischet, sall ein vorstendiger und gelehrder 
prediger uth dem nahesten classe ijn Umblanden darbij gefordert werden. 

IV. Solen die visitatores instrueret sin authoritate publica provinciae 
et synodi. Secimdo sall de visitation nha dem worde Gottes gerichtet 
sin , nömelicken mith fredesamen , besdieidenlicken vermaningen und niet 
meth wredelicken und smadelichen worden. Tertio sall uth die classicale 
boken occasie van saken te visiteren genhamen worden, und wat sonsten 
den visitatoribus darbeneven mochte bekent wesen. Quarto offte ock een- 
sura morum geholden und de hilligen sacramenten nha Christi insetting 
administreret , sall nhagefraget werden. 

5. 1^ Sall die visitatie met assistentie des classis geschehn, sofeme 
die visitatores ordentlick und richtig werden handelen, secundo up der 
provinciën authoriteit end unkosten. 

VI. Sall die visitation up die gelegenste tidt eins ijm jahre thot 
believen der visitatoren, so die dassen 8 dage thovoren solen verwitti- 
gen, ijnt werck gestellet werden. 

VII. Et ultimo solen die visitationes dassium sick strecken thor ehren 
Oades, die wedderspannige tho compesceren, tho frede und uperbuwing 
der kercken, vortsetting der gesunden lehre unde ehre des predigampts. 

9. Deputati pastores umme dese form der visitatie ijntt werck tho 
stellen sint door uiegste stemmen geeligerett: uth Groningen D. Bern- 
HAHDÜ8 Theodorici, uth die Omlanden D. Johannes Nicasius, p. tho Mid- 
delstüm, D. Wulfganüus Agiucola, p. tho Loesdorp, uth het Oldeampt 
D. Sebastianus Hermaxni, p. ijn die Eext. 

Sessio 5 hora 7 antemerid. 28 Aprilis. 

1. Is doleret aver die absentie eniger deputatonim synodi, und ijn 
dese vorgaderinge güedt und raetsam befunden, dat nhamaels, ijm fall 
electi deputati doer kranckheit oder ander accidenten, sufficiant sinde 
thot excusatie, mochten werden verhindert up den synodum tho compa- 
reren, tgetall der absenten doer diegene, so folgents die megeste steni- 
menn hebben, suppleret sall worden. 

2. In saken D. Jouannis Loi^mon synodus gehoret unde vörsthaen 
hebbende klage und antwordt, ijs entlick nha rijpe deliberatie entslaten 
desulve ijn stillestandt te stellen, der meininge dat uth den benaberden 
classibus twe predi^r solen gedeputeret werden tho Nordtbrock, dar 

Acta syn. provinc. VIL 10 



146 

classis alssdan sall uthgeschreven werden, alss tho wethen: ex classe 
Gröningana D. Johannes Ac^onius, ex classe Dammonensi D. Hiddo Lam- 
BERTi, predlger tho Farmsum, in bijwesen so mogelick eniger heren des 
E. rades, umme vuUenkahmener informatie van die saken tho nehmen und 
nachmals darin to handelen, als tho f rede und einicheit \)n die gemeinte 
und fortplanting der kercken Christi sal nodig befunden worden etc. 

Sessio 6 hora 2 pomerid. 

1. Also Adolphus Besten, ijm vergangenen jahres synodo umme vor- 
betering sines geringen underhölts anhsokende, thom bescheidt dhomals 
entfangen hefft, dat den deputatis synodi belastett wort sick van dese 
gelegenheit alse ock van die pastorie tho Menscheweer tho erkundigen, 
und met dem classe Enerumana te dohn nha behoren, und die deputati 
synodi met dem classe vor goet gefunden und als behöerlick ijngesehen 
hebben, dat Andreas Stratemannus , hebbende under sick benefens sine 
pastorie tho Saxemhusen ock per combinationem dat lehn tho Nijelandt, 
darboven he ock Menscheweer helft ahn sick erlanget, sal mothenn van 
Menschewehr affsthaen vörmöge die synodale resolutie, anno 1002 art. 
16 gestelt, so ratificeret dese synodus alsolcke verklaringe und ordineret 
dem vorgemelten Andreae Stratemaiwo van die combinatie tho Mensche- 
weer de facto aff tho sthaen und dese verklaring bij kercklicke poena 
nit contumaceren. Hirbaven sullen die deputati synodi gude vörsehing 
dohn , dat ahn den E. E. Wilhelm van Mortenisse worde geschreven , ten 
ende sine E. gelieven woUe Minscheweer ahn Adolphtjm Besten toe 
combineren. 

2. Sint up vörgaende citation vor dem synodo gecomparet de E. E. 
SiGER SiGERS mit die E. juffer Cathrina MeneleI) medebrengende eenich 
getüchenisse Gaspari Golt, underteickent sinde van die naberpastoren 
und die gemeente tho Oldersumergast , und darüp avermael anholdende, 
dat die beroping van Casparo Golt tho Godlinse unlangst gescheen sinde 
mochte in effect gestellet worden. Warop synodus sich hefft vorklaret, 
dat Caspartjs Golt umme mercklicke gebreken , an sine persene befunden , 
streckende thot sonderlinge unehre Qtides und des predigampts , thot den 
dienste der vicarien tho Godelinse nitt kan thogelathen worden, und dat 
derohalven den E. E. heren coUatoren woUe geleven van dese beropinge 
te supersederen unde thot eine ander electie tlio treden, darmith den 
dienst godtlickes wordes nit langer aldRr moge upgeholden werden. 

3. Diewile Petrus Lucanus, nu tho Beem staende, ijn siner ankumpst 



1; „Menele" YY heeft „Maiiniele". 



147 

aidaer aver eine mSnte langk geprediget, gedöepet und gecopüleret hefPt, 
und ock eine beropinge van den collatoren verworven hadde umme ijn 
die pastorie daetlick ijngesettet tho werden, alleher he sick bij deni 
dasse gepraesenteret , geexamineret unde sine testimonia vertonet hadde, 
unde D. Johannes Acrontos und D. Albertüs Loheyerus, deputati synodi, 
ehm doer ein schriven van solck vomehmen sub poena als ein sehismaticus 
verklaret te worden hebben affgemaenet , beth solange he dem classi und 
der kerckenordening vullgedaen, so approberet synodus solcke gedahne 
hindering, vorklarende de upgemelte 2 deputatos hirinne recht gedaen 
tho hebben etc. 

4. Himha sint die gravamina classium vor die handt genhamen und 
ijs darvan geresolvert, als folget. 

1 Orav, — Diewile men vörsteith, dat die censuren, ijm vörledenen 
synode tegen enige predigers gedecretert, niet sint richtig ter executie 
gebracht, ofPt nit darinne noch toe handelen, und den solcke censur 
belastet ijs unde niet verrichtet hebben, sulvest toe censureren sint? 

Res. Laet synodus vorbliven bij tgene darin gedahn ijs , und dar mangel 
mochte sin, dat solckes alsnoch vorrichtet werde. 

2 Or, — Dewile ijm vörledenen synode eine visitatie classium, nha 
de synodale resolutie anno 1604 gemaket, ijs bestemmet und dannoch 
nhagebleven, offt niet dese synodus solcke visitation sall vortsetten? 

Res. Helft dem synodo uth orsaken belevet eine form van visitation tho 
stellet als baven verbalet. 

3 Or. — Dewile ock vaken uth andere landen, dar geen kercken- 
ordening jjs, enige personen sonder wettlicke und kercklicke attestation 
ijn dese provinciën lopen kahraen , hoedanich raith densülven tho handelen 
sij, dat sie nit lichtferdig ijn den kerckendienst sich ijndringen? 

Refereret synodus sick up die kerckenordening. 

4 Ora. — Dewile oick die kercken swaricheidt darvan krigen, dat 
enige uth suspecterde plaetzen unordentlick sick ^n dese kercken soeken 
ijn tho dringen, offt niet eine bethere ordening up die examinatie und 
inlating der nijen prediger behoret gestelt tho werden? 

Hefft synodus geordineret, dat nha geendigteni examine den exarainatis 
dese 3 f ragen sollen vorgestellet worden: 

I. Offt sie nit datgene, darvan sie gefraget und richtige antwordt 
gegeven met dem munde , ock van herten geloven ctie grundtlicke waerheit 
te sinde, darbij sie gedencken bestendiglicken tho beharren? 

II. Offt het qüame, dat sie ein ander gevOlen hirvan mochten bekahmen, 

10* 



148 

ofift sie oick anlaven datsülve keinem menschen noch qnt geheim noch 
qnt apenbaer tho kennen te geven den alleenlick dem classi? 

UL Hirvan ijn classe vörmahnet sinde, und van ehrem gevoelen nit 
willende affsthaen, ock annehmen de facto sick gesuspenderet tho holdeu? 

5 Ora, — Offt niet die unbehörlicken combinatien affgeschaffet und 
ein gewisse ordening darvan behöret geniaket te worden? 

Blifft bij die resolutie, van S. G. und die E. E. heren Gedeputerd. in 
collegio hirvan gemacket, alse ock bij die kerckenordening. 

6* Ora. — Dewile ock die kercken ijn dese provinciën bemoijett werden 
van die iminge, welcke ijn die schele tho Leyden hiltiges dages swevet, 
ofift niet die magistraten deser provinciën tho vörsoecken sint, dat haer 
believen wolle bij die E. E. Mögenden heren Staten Generael to bewar- 
ven, dat die authoren solcker opinien diesel ve richtig ahnt licht tho 
bringen angeholden worden, und offt niet dem synodo van Nordt und 
Süethollandt ahn to schriven sij hiraver ock emstlich tho arbeiden, und 
mith den schuldigen nha Qades wordt kercklick tho procederen? 

Is geresolviret, dat die deputati synodi erstesdages ahn die E. E. heren 
Gedep. solen versöken eine vörmaenschrifft ahn die E. E. M. heren Staten 
Generaell, ten ende diesel ve wolle gelieven ernstlicke versiehung te 
doehn , dat die authoren der immg der lehre ijn Hollandt einmael sonder 
langer uthflüchten sick mogen apenbaren, gelick ock die deputati synodi 
ahn de beide synodes qn Nordt und Süethollandt solen versoecken emst- 
lick daraver tho arbeiden. Soelen ock dith vörnehmen mith die kercken 
qn Freesslandt communiceren, darmith ijn desen van densulven gelicks- 
feills moge gedahn worden. 

7 Ora. — Offt niet te versoeken , dat bij die regering deser provinciën 
voermfthn gedahn werden, dat ijn tides ein gudt getall van studenten, 
die welcke van güde höpening und themelicken progress |jn ehren studiis, 
sick oifereren solden mogen, ijn hogenscholen erholden mochten werden, 
updat sie der kercken Gades denst doen und den affganck tegenwordiger 
deeneren tho siner tidt suppleren mogen? 

Res. Wert voer guedt gngesehen, dat deputati synodi bij den E. E 
hem gedeputerden hirinne arbeiden. 

8 Ora. — Wort ock gefraget, wen eine beroping geschiet thor platze, 
dar eine ordentlicke gemeinte Christi ijs, hebbende ehre olderlingen und 
diaken, offt aldar dien gemene gemeinte einen prediger alleine heropen 
mag, sunder dat sie die gemeinte Cliristi darbi röpen imde liacr advijs 
horen offte achtenn? 

Resolvitur. Angaende dith gravamen , concemerende die gemeinte Christi 



149 

$n den Dam , bo y sset dat die kerckenraedt van den Dam hefft tho kennen 
gegeven, dat Daniel Angelwrator erwehlet gs van die kercke und ma- 
gistraet samptelick thot den kerckendienst ijn den Dam verschreven , docli 
dat die acte van beroping alleine vam E. magistraet |js underteickent und 
die beroping b\j se alleine ijs geschiet, vorb^ghaende die kercke, die volgens 
Gades wordt und hare olde possessie , so sie seggen , die gantsche handel 
van desen beneffens die E. magistraet hefft gehadt, fresende dat thot 
ahnkumpst des pastors vermeit ter cause van desen enige moeite mochte 
entsthaen, vooi*soekende van die vergadering advis end raedt ijn desen etc. 
Het synodus hefft güdtgefimden den kerckenraedt tho adviseren, dat 
bq den kerkenraedt sall werden gestellet eine acte van beroping und van 
se underteickent tho praesenteren dem pastor, denwelcken bij desen be- 
lastett wort desulve acte van E. magistraet tho accepteren. 

9 Ora. — Dewile ock vele deneren des wordes klagen, dat se umme 
die soberheil hares underholts den classicalibus conventibus, diewelcke 
vele des jahres sin und haer thot grothen kosten so ijn teringen als ijn 
frachtent nha hare sober gelegentheit lopen, niet alletidt bijwaenen 
konen und solckes thot retardiren van saken strecket, so wert versocht, 
dat ehnen enich subsidie ex aerario ecclesiastico thogeföget moge werden 
umme dese kosten tho vörgoeden. 

Res. Accorderet synod., dat bij die E. E. hern Gedep. sal angeholden 
worden nha vörgaende synodale resolutie. 

10 Ora, — Ock wunschede men woll, dat den Wedderdöperen , und 
Bonst allen minschen ijnt gemein, mochte uperlecht werden den sabbath- 
dach bether ijn acht tho nehmen, alss sie dohn. 

Resolv. synodus, dat die E. E. heren Gedeput. hirunime i)er deputatos 
synodi angesocht werden solckes tho remedieren. 

11 Grav, — Wen einer, die de almosen hedde genathen, verstorve unde 
erfifnisse nhalathe, offt die prediger ter plaetze niet mochte met enige 
caspellüiden die erffenisse forderen offt ein stücke geldes tho behoeff des 
carspels armen? 

Res. Wort geapproberet. 

12 Gia, — Sint enige exempel eniger töverije und bijgelovigen dingen 
proponiret und begeret, dat darinne mochte versehen werden, dat solcke 
und dergelicken dinge mochten affgeschaffet werden. 

Remitteret synodus ad forum politicum. 

Sessie 7 hora 7 antemerid. 29 April. 
1. Uppet billicke versoeck des E. E. heren Dodo van Amsweer ahn- 
gaende die probestie tot üsqüart hefft synodus güetgefunden, dat tselve 



150 

doer de deputatos synodi iip den landsdach uppet flitigeste sal angegeven 
werden umme sine E. ijn sinem billigem begeren vör tho sthaen und 
gereeommendiret te holden. 

13 Or. — Dat die doden werden gn die kercken gebracht unde dar- 
aver geprediget tegen synodale decreten , is niet güetgefiinden nha luidt der 
vörigen resolutien , gelick ook dat men bij het grafi lickpredigen doehn sall. 

14 Ora. — Wert ock geklaget aver ungelickheit der ceremoniën. 
Hes. Die visitatoren worden bij dem synode belastet ein fomi tho maken 

van gelickheit der ceremoniën auxilio classis , diewelcke ein jegelick diener 
ijn der kercken folgen sall sovele mögelick. 

15 Ora. — Dat die in lestgeholdenen synode avergegevene gravamina 
mochten geefïectueret worden, voernemlick die veelfoldigen schadelicken 
exercitia der Wederdoper mith darüth risende unordening in caussis 
matrimonialibus , verachting der kinderdope, etc. 

Res. Wort deputatis synodi belastet an to holden b^ die £. £. heren 
Gedeputerden. 

16 Orav. — Dat die vacerende plaetsen , derer vele sint , met prediger 
mogen besettet worden. 

Res. Sall darin gedaehn werden apud deputatos ordines, ijnsonderheit 
dat tho Tollbert ein prediger moge heropen worden. 

17 Orav, — Dat die ungedöpede personen niet solen noch mogen nha 
vorige synodalissche resolutien proclamiret noch copuleret werden , welckes 
dennoch gn allen classibus niet eindrachtelick geholden wert. 

Resolvert synod. und injungeret stricte allen dassen keine ungedöpede 
personen tho kundigen und thosamen tgevende, luidt der vorgaenden 
decreten des synodi. 

18 Ora. — Offt collatoren und gemeinte einen prediger bij provisie 
ofTt up versoeck ein jahi* mogen ahnnehmen? 

Is geantwordet, dat men ijn desen moet handelen met discretie, achter- 
f eigende die resolutie , anno 1604 genhamen , nömelick dat men solckos sall 
doehn mogen denjennen, die alhier ahnkahmen uth lantschoppen efïte 
kercken, dar geen order en ijs, noit enige getuchenisse medebringende van 
deneren und kercklicke personen, die alhir de meliore nota niet en sin 
bekandt, end sullen deputati synodi sick naerder vorsekeren vant leven, 
lehre und bedening dergenen, die bij provisie und up versoeck ijn den 
dienst worden thogelaten , ten ende die deputati , in synode darvan raport 
gedaen hebbende, ijn die provisie mag gehandelt worden nha behoren. 
Averst sowie vortönet getuichenisse van alsolcke personen und kerckende- 



151 

neren, diewelcke de meliori nota alhier sint bekandt, unde hai*e getuiche- 
nisse noit en sin beklaget worden , sall men dese provisie niet mogen bruicken. 
Ende sullen die deputati synodi van desen ter erster gelegenheit den E. 
hem collatoren vorstellen umb haer E. E. gnedtfinden daraver tho bekahmen. 

19 Or, — OfFt niet alle predigers keine exempt behoren die kercken- 
ordening te folgen und ehre schrifPte, die sie willen ^n ddlck laten 
ghaen, mith ehrem classe communiceren imd des classis judicium begeren? 

Res. Blifft bij de kerckenordeninge. 

20 Gr. — Offt niet die vicarien, dar cura aniraanim up fait und nu 
rede bij die pastenen , dar geringe underholdt ijs, gecombineret sin, solen 
vorbliven. 

Res. Synodus lathet tsulve avermahl bij die kerckenordeninge berustenn. 

2. Nha desem sint up den SüethoUandisschen synodum doer meiste 
stemmen gedeputeret tho trecken D. Joaijnes Acronius und D. Joannes 
NiCASius , versien sinde met twe credentzbrieven , eine van die E. E. heren 
Gedeputerd., die ander van den deputatis synodi underteickent. 

3. Deputati hujus synodi sin geeligeret: dominus Bernhardüs The- 
ODORia, prediger toe Groningen, D. Albertus Lomeuf:rus, pred. to Ade- 
wertt, D. WiRRAjs'üus Geougii, prediger to Warfum, D. Sebastiantjs Her- 
MANNi, p. yn die Eexta. 

4. Ock ys beschloten, dat die gravaminaclassiunr 6 weken vor dem 
synode ter platzen , dür synodus laestleden geholden , sollen avergesunden 
worden nha ijnholdt der vorigen resolutien. 

5. Die kosten, so deputati synodales alss ock deputati classium go- 
maket hebben ijnt anhören vant raport, so die gedeput., welcke in Hol- 
landt in conventu praeparatorio gewest sin, gedaen hebben, ordineret 
synodus den classibus. 

Entlick ijs censura monim geholden aver die broderen deses synodi 
geduirende den tidt dessulven , und nemandt strüfTbar befunden , behalven 
dat het classis ijnt Oldeanipt avermael ijn hac synodo wort accusert, 
wegen ehrer deputerden sumachtigen ankumpst thot die synodale verga- 
dering, und wort hirmit dem classi uperlecht sich hirin nhamals bether 
ver to sien. 

Hirmede ijs synodus met dancksegging thot Godt dem fleren geendiget, 
und dese bavengeschreven acta van den vorgemelten predigeren und 
olderlingen, up desen synodum gedeputeret sinde, met egenen handen 
underteickent. 

Actum ijn Appingedam am 29 Aprilis anno 1608. 



152 

Under stundt: 

JouANNES AcRONius, subscrips. 
Regnerüs Alberda. 
Egbertub Halbes, Ucentiat. 
JouAN Rengers, thot Hellem. 
Theodorxts Eunckuamekus. 
HiDDo Lamberti Groethusanus. 

Wülfgangus Agricola, p. in Loesdorp, nomine class. Loppers. 
JoACHiMüs Zoor, nomine classis Loppersumanae. 
JoHAKNES Egberti, nomine clistss. Lopp. 
WiBRANDUB GteoRGH, nomino class. Middelst 
JouANNES NiGAsms, nomine class. Midd. 
Arnoldus Redtbachius, nomine class. Enrum. 
JoHANNEs Smaltzitjs, pastor in Tinallinga. 
RoBERTüs WippiNGius, p. to Sucthorm. 
NicjOLAUs Petri, p. in Fisfleeth. 
Hauo Ilberi, past in Garaewertt. 
Sebastianus ÜERMAion, p. in Eext. 
Bernhardus Danielis Edelshemius 1) pastor in Schembda. 

Finis 2). 



Acta XV synodi provincialis ^ uthgeschreven van 
dem wolgebarnen grafenn und hernn h. Wilhelm 
LuDEWiG, stddtholder etc. sampt den E. E. wisen 
und seer discretenn verseni{fen h. Staten der sf4idt 
Gröninffen end Uniblanden^ Mmien Groningen tho 
holden anno 1609 8 May, in bywesent de^ E, E. 
heren Lambert Hornkens unde ock des E. E. Dodo 
VAN Amschweer alse gecommitterdenn des collegii. 

Sessio prima hora 8 antemeridiana. 

1. Is tegen wordiger synodus van D. Ruberto Wippingio, prediger tho 

Siiethorm iind ijm vörledenen jahre gewesenen praeside , mith ahnropinge 

des namen Gades ahngefangen , und nha geendigtem gebede dorch gemeine 

stemme der jegenwordigen broderen praeses eligert D. Bernhardus The- 



1) „Edelshemiufl" YY heeft „Eylahemius". 

2) „Finis" YY heeft: „Finis actorum Bjrnodalium de anno 1608. Sequunter acta 
synodi de anno 1609". 



153 

ODORia, prediger tho Qröningen, assessor Albertüs Gitilhelmi, prediger 
thor Meden, scriba Jouannes Sguboderüs, prediger tho Westerembden. 

2. Und sint nhalolgende personen uth den 7 classibus deser provinciën 
der stadt Gronningen end Umblanden gedeputeret und comparerct: 

I. classis Oroningana: D. Bernhakous Theooorici, prediger tho Gro- 
ningen, de E. E. RuDOLPHus Wichering, raetsher, senior, D. Udalricüs 
BuLTENius, predig. tho Haren; 

U. classis Dammonensis : D. Jouannes Laxtekius , pred. tho Holwijrda, 
D. HiDDo Lahberti, p. tho Farmsum, de E. E. jnncker Remmer van 
Beruh, senior; 

in. classis Loppersumana : D. Joiiannes Schkoderus, p. tho Wester- 
embden, D. JoAüuiMüs Zoor, prediger to Loppersum, D. Lambertüs Henrici, 
p. tho Wittewijrum; 

IV. classis Middelstumana : D. Albertüs Guilhelmi, prediger thor 
Meden , D. Wesselus Rhode , predig. tho Cantes , D. Wilhelmus Johannis , 
prediger tho Hüsingen; 

V. classis Enerumana: D. Arnoldüs REmBACHus, p. tho Winsum, D. 
Adolphüs Besten, prediger ijn Wee, D. Alardus Besten, prediger tho 
Petersbüer; 

VI. classis Adwerdiana: D. Robertüs Wippingius, prediger tho Suet- 
horm, D. Hermannüs Theophilus, p. tho Leechkercke, D. Johannes Cu- 
perus, p. tho Grypsskercken; 

VIL classis Oldampt: Johannes Johannis, p. tho Wagenborch, D. 
WiGBOLDüs HoMERi decumbit, D. Samuel Neitz decumbit, absentes. 

Uth Nc^rdt unde Süethollandt sint deputati noch thor tidt nicht an- 
gekahmen. 

3. Is nlia averantwording der credentzen censura morum geholden, 
und ijs (godtloflf) under jegenwordigen predigem nemandt ahn lehre 
und levende straffbarlich befiinden. 

4. Sint gravamina classium omnium ijngenhamen, und D. Hermanno 
Theophilo, pred. in Leochkerck, und Johanni Johannis, p. tho Wagen- 
borch, dieselvigen in ordincm tho redigeren averantwordet. 

5. Sint vorgangonen jhares synodi articuli revideret, und ijs tho trac- 
toren vörgenhamen: 

6. Die 1 articulus sessionis secundae pomeridianac , dat deputati 
synodi des vörgangenen jahres solen geholden sin relatie tho döhnde up 
den tegenwordigen synodum ehres belasteden und vörrichtedcn ampts. 
Beclagen sich deputati , dat sic solches uth vorfallender vorhinderinge nit 
hebben doen konen. 



154 

7. Die 3 articulus van den abusen der kerckhöven up Sondagen mith 
tappen, zechen, kaetzen, spelen, ploegen und andern ergerlichen wercken, 
welches die E. E. heren Staten dorch ein emstlich publicertes mandaet 
wollen vorbeden lathen, voerbeholtlich dat den armen schraggeseUen up 
den Sondach des nhamiddages als ein nödtwendiges werck solches mochte 
togelathen werden, darmit se glickwol dorch ehre arbeidt niemandt 
ergemisse geven. 

Sessio secnnda hora 2 pomerid. 

1. Sint die twe gebrödere als Adolphus und Alerdus van Besten, 
deputati classis Enenimanae, ijm synodo erschenen. Wile averst solches 
ungebrilcklich , alss hefft dennoch synodus resolviret, dat solches vor 
dithmael moge gedüldet imde nicht hemhamals in consequentiam getagen 
worden. 

2. Up versoeck Abeli PRAETonn, pastoren tho Sandtweer, wegen 
etzlicher resterenden penningen bij dem commenduer van Osterwirum, 
dat he vörmöge der E. E. heren Staten apistil up sin avergegevenes 
request desulvigen bekamen moge, resol. synodus, dat se solches vör 
güet ahnsehen, darmith den klagen moege afFgeholpen werden. 

3. Up ingebrachtes request van der gemeine tho Ot^rdum wegen up- 
buwing einer keix-ken, res. sijnodus, dat die E. E. hern gecommitterden 
sich solch ein christlich werck wollen lathen hertzlich befahlen sin, 
sofeme averst noch nödich als wollen die deputati synodi darinne dohn. 

4. Is MELaiioR Baltiiasar, schoelmeister tho Oterdum, ijm synodo 
erschenen und beschuldiget, als were he nit membrum ecclesiae. Respon- 
dert und vörklaret der schoelmeister, dat he solches mith gelöfFwerdigen 
getuchenissen anders bewisen wolle, vornomblich datt he ter Munte und 
Mittwolde dat nachtmacl des Heren mith andern framen christen entfangen 
hebbe, welches ehme ock dem classi tho toenen uperlecht ijs. 

5. De erste articul 2 sessionis antemeridianae van doping der kinderen 
ijn husen. Res. synodus, dat die bij den 39 articul der kerckenordening 
bliven sall, edder so ijn vörfallender noidt anders lürinne procederet worde, 
dat solches geschehe mith wolbedachten guden rade. 

6. Die ander articul van dem Heidelbergissclien Catechismo nevenst 
der Nedderlandisschen Confessie blivet bij vörghander resolutie des vor- 
ledenen jahres synodi, dat eine jeder kercke ein ingebunden exemplar 
ijnkopen sall. 

7. Up den anderen articul in saken Johannis Conradi, pastom tho 
Enerum, resol veret synodus, dat he citert worde. 



155 

8. Up flitiges anholden der broderen des synodi , dat eine eheordening 
mochte gestellet werden, remonstreret der E. E. Dodo van Amscu^eek, 
dat solches geschehn unde bij domino Hkrmanno Stechmanko, pastori 
Oroning., tho bekahmen sij. Und wofeme noch etwas darbi tho adderen 
nödich, sall solches van den doputatis synodi revidert unde gedahn 
werden, unde solches den E. E. h. Gedeputerden thostellen. 

9. Van den papistisschen schoelmeistem unde kosteren , alse to Spiek , 
tho Uthusen, de koster tho Oldenkercken , schoelmeister tho Veerhusen, 
Hoerhusen, Warffhusen, Tinandel und Süetwoldt, resolvert synodus, dat 
solches dorch die deputatos synodi an die E. E. h. Gedeput. sall gelanget 
werden umme darinne nha ehrer discretie cuin eiTectu emstlich tho 
handelen. 

10. Dat vermöge des 6 articuls sessionis 4 die verordente prediger bij 
de E. E. hoveling Unno Tamminga averm^l solen anholden und versöken, 
dat he dat beste bij den pastoren tho Wijnsum döhn wolle ijn vönnering 
sines stipendii. 

11. De 7 artic. mith Henrico Joannis , p. tho Woltersura, ijs affgedahn. 

12. Die visitatie classium nha dem 8 articul sessio 4, dat die dorch 
die verordente visitatores classium geschehenn sall, wert noch consentert. 

13. Articul 1 sessio 5 van erfuUing des getalles der deputatorn uth 
einem jeden classe ad synodum, sall dersul vige noch in effect beholden 
bliven. 

14. Secundus articulus ejusdem sessionis van Jou. Lolingio ijs affgedaen. 

15. Articulus 1 sessionis 6 van der collation der pastorie tho Mensch- 
weer , res. synod. , dat ijn sakcn Adolpui Besten und Andkeae Stratemanni 
de deputati synodi bij de E. E. hern Staten versoeken solen darinne tho 
remedieren. 

Sessio 3 hora 7 antemerid. 

1. Wegen der suspensie D. Antonii Strombfikgh und Theodoiuci Petri, 
so se mith dcmodigem crsokcn afFgebeden, resolvert synodus, dat die- 
jennigen, so in postenmi suspenderet worden, darinne uth wachten sollen, 
und dieselve tho retracteren sich nit understhaen. 

2. Dat vörmoge des 3 artic. sessionis 6 Petrus Lucants, pastor tho 
Bedum, moge citeret werden. 

Gravamina sessionis 6. 
4 Gravam. 
Dat die censuren, gm vörledenen jahres synode tegen enige predigers 



156 

gedecreteret , nit sint richtig ter executie gebracht, offt nicht darinne 
tho handelen, dat dejenigen, den solcke censura befahlen ijs und nicht 
vorrichtet hebben, sul vest tho censureren sint. 

Resolv. synodus, dat solch gravanien nochmaels wertt vortgesettet. 

7 öravamen. 
Van underholding armer scheler und studenten etc. resolv. synodus, 
dat men moge vörsoeken bij die E. E. heren Gedeput., dat uth denn 
commendeurschoppen oder andem geistlichen guderen tho underholding 
derselven, so ijn scholen und universiteten leven, moge distribueret und 
mithgedelet worden, darmith nicht die herlichen ingenia dorch arraodt 
ehre studia vorlathen mogen , we i) solche exempla (welches to beklagen) 
vör ogen. Tho mehrem*-) behoeff mogen ahn stMt der affgestorvenen 
mönnicken, abten und beginen ehre gehabte reditus darhen angewendet 
werden , darmitli ock dese provincie mith gelehrden luden moge vörsehen 
worden. 

9 Gravam. 

Beclagen sich etzliche prediger, dat se die classicael kostenn nit be- 
kahmen konen. 

Resolv. synodus, dat die kercken, dar dat vörmogen gs, sollen geholden 
sin ehrem pastori die classicale kosten , alse 4 dall. jehrlichs , tho erleggen. 
Wofeme averst die kercke un vörmogen is, solen die pastores bij den 
deputatis synodi anholden, dardorch ydt den ahn die E. E. heren Ge- 
deputerden sall referiret worden. 

11 Gra vamen. 

Synodus resolvirt, dat vörmöge des 11 gravaminis van den eleemosi- 
nariis also moge beholden bliven, we idt ijm vorgangenen synodo geap- 
proberet ijs, alss wen einer, die die allmosen hedde, vorstörve unde den 
erffnisse naletho, offt die prediger ter plaetze niet mochte mith enige 
carspelluide die erffnisse forderen, offt ein stücke geldes tho behoeff 
des carspels armen. 

12 Gravamen. 

Van töverien, bijgelovigen segenen ahn menschen unde beesten, dat 
densulvigen per publicum edictum superioris magistratus mochte ge- 
wehret worden, res. synodus, dat der pastor der order, dar sulches 
geschenn mochte, sall geholden sin solche personen den deputatis synodi 
ahn to meldende, de ijdt den den E. E. heren Gedeput. solen referiren. 



1) „we" YY heeft „wie". 

2) „Tho luehrtMii" zoo staan belde woonlen duidelijk gescheiden in beide codd. De 
lezing „thom ehrem" verdient aanbeveling. 



157 

13 Oravam. 
Van lickpredigten te döhnde, offt solches up dem kerckhove edder ijn 
der kereken geschehn moge , resolvirt synodus , dat die acte des yorledenen 
synodi darvan gestellet bliven soUe, als ydt den vöraff bescheiden gs, 
dat solche predigen ^n der kereken geschehen solen, darmith keine 
superstitiones de novo mogen Ijnrithen, wor sich ein jeder sall wethen 
nha tho richten imd deser acten conform verholden. 

18 Oravam. 
Offt coUatoren unde gemeinte einen prediger bij provisie offt up versoeck 
ein jahr mogen ahnnemen, resolvert synodus, dat solch gravamen ad classem 
sall devolveret werden, darinne tho dohnde nha inholdt der kerckenordeninge. 

Dat die gravamina classium mith dem synodal protocoU 6 weken tho 
voren ter plaetze , dar die synodus sall geholden werden , solen aversonden 
werden, idoch dat dat convolut der colligerden gravaminum van dom 
einen classe ^nwendig 8 dagen tho dem anderen und entlich wcddenim 
van dem lesten classe ad locum synodi avergesunden werde, vörbeholtlich 
dat die unkosten wegen schrivent und badeloens van den E. E. heren 
Gedep., denen ijdt durch classem sall angedüdet werden, erlecht mogen 
werden. So averst enige hirinne ahne erheffliche oorsake worden sumach- 
tig qn aversendinge gefimden , solen sie in arbitrariam poenam gefallen sin. 

Die broderen des synodi hebben begeret, dat der ordt des synodi, dar 
he jehrlich sall geholden werden, mochte verordenet werden. 

Resolveret synodus, dat dersul vige propter commoditatem loei sine 
praejudicio classium alternatim ijn Groningen und Dam bij prae visie sall 
geholden werden. 

Und wofeme enige deputati classium up uthgeschrevenen und besteiii- 
meden dach nit ad locum synodi ankahmen, resolv. synodus, dat soman- 
nich nit worde ahnkahmen und gene erheffliche oorsake hedde vor tho 
bringen , dat dieselvigen ein jeder vör sine persene uth sinen eigen buedoU 
einenn ricksdall. thor straffe, ehe he tor session sall gelathen worden, 
in synodum deponeren und darleggen sall, die den ijn die handen der 
annen solen uthgedelet worden. 

Sessie 4 hora 2 pomerid. 

1. Der E. E. RuDOLnius Wicherino, raetsheer, hefft proponeret und vör- 
gestellet tho erfragen, offt ock prediger ijn desen classibus mochten gefunden 
worden , die niet offentlich ehre bekentenisse deser christlichen refornierten 
kerckenreligion in praesentia der Wederdoper und anderer doehn sollen. 

Resolveret synodus, dat ein jeder classis darüp sine bekentenisse up 
sin gewethen darvan offentlich vörclaren sall, und ijs (godtloff) nemandt 
noch verdechtig noch strafFbarlich befunden. 



158 

2. Is dominus Wibrandus Georgh, pastor tho Warffum, ijm synodo 
erschenen relation tho doende in saken Johannis Conradi , dar hie als ein 
deputatus synodi vicinior sine commissie dermathen angefangen und ge- 
endiget hefft , dat synodus beth up praesentie Johannis thofreden gewesen. 

Gravamina generalia et specialia. 

1 Ora, — Oiït niet raetsam sij, dat van dem synodo den deputatis 
synodi ^eine gewisse tidt beramet werde , dar sie an einem gewissen 
bequamen orde mogen thosamenkahmenn. 

Resolvirt synodus, dat se thom minsten jahrlich veer mael solen tho- 
samende kahmen, alss vorerst den 12 Junij Pingsterachten , und alssden 
dree maente nha einander oder sonsten nha ehrer sul vest discretie, alss 
qdt ehnen und vOrfallenden saeken nha mag bequaem imd unbeschweret 
sin, alse binnen Groningen oder sonst up einen bequamen ordt. 

2. — Belangende de imkosten, so van den deputatis mochten ijn ehrer 
thosamenkumst wegen der classium gravamina dieselve ijn effect tho 
stellende uplopen, vörclaren sich die E. E. gecommitterden des collegii, 
dat de gn desem synodo vorordente deputati solen vor ehre E. E. gunsten 
erschinen , darum anholden und behulpliche verklaring darup vörwachten. 

3. — Up der gewesenen deputatorum synodi ijngevent, dat ehre visitatie 
bethhero keinen vörtganck gewünnen, vörklaren sich die E. E. heren 
gecommitt. des collegii, dat solches avermahl moge b|j ehre E. E. 
gunsten wider versocht worden, sall den gunstige verclaring erfolgen. 

4. — Beclagen sich die broderen des synodi höchlick, dat men nicht 
den Mennisten evensowol ehre exercitia vorbaden, als don Papisten und 
Jesuiten gescheen. Hefft synodus vör guedt ahngesien, dat D. Joanni 
AcRONio twe uth den broderen des synodi thogeordinet werden umb solche 
besch wering den hern borgemeistern und raedt vör tho stellende, und 
darup ein solch gimstiglich antwordt bekahmen, dat imgelicken den 
Mennisten ein mandat vorferdiget sal worden. 

4 Gravamen. 

Offt ock die abc.boke, darinne die korten tein gebaden sthaen mith 
andernn secterisschen boken tho dulden sin. 

Resolv. synodus, dat die deputati synodi bij den E. E. heren Gedeput 
solen anholden , dat doer ein expressum mandatum allen schoelmei stern und 
kosteren moge gebaden worden , dat sie solche abc.boke affschaffen und die 
nijen, dar die tein gebaden vuUenkaemlich ijn sthaen, kopen lathen, ock 
anders keinen catechismum als den Heidelbergisschen ijn ehren scholen 
exerceren und lehren solen , darup denn die ministri der oerder , dar solche 



159 

gefahr tho vörmoden, gude achting geven solen. Insonderheit averst wert 
angeholden, dat dat Wunderboeck mochte vörbaden worden nit tho verkopen. 

Sessie 5 hora 6 antemerid. 
7 Qravam. 

OfiFt niet raetsam sij, dat die nqe angenhamene prediger j^hrlich ijm 
synodo ehre testimonia tiim anteactae vitae, turn vocationis ab ecclesia 
legitime factae, tucn denique examinis doctrinae van ehrem classe, darunder 
sie sorteren, tho vörtönen constringeret werden, und dat se ijn datt 
classicael boeck der kerckenordening nha sich to confirmeren mith egenen 
handen underschrivinge verbinden. 

Resolvirt synod. , dat dith in posterum sal observeret worden und up tho- 
knmpstigen synodo sall ijngebracht werden, dennoch sine praejudicio classis. 

8 Gravamen. 

Wert gefraget, offte die politissche overicheit und collatoren vör sich 
alleine macht hebben einen ordentlichen heropenen und confinnerden 
prediger, sonder vörghaende advijss und resolutie sines classis und des 
synodi, in praejudicium fraudemque ecclesiae et classis afP tho dancken 
und ijn sinen respective kerckendeinst tho verhinderen und beletten, 
gelich ijdt classis Oroningana et aliae classes ungerne vernamen van 
enigen redgem und richtem up sonmiige plaetzen gescheen tho wesen. 

Resolvirt synod. , dat wen ein prediger sich dennaten mochte verlopen , 
dat he nicht mehr ijn ' sinem dienste tho dulden , sall he dorch den classem 
mith ad vijs der collatoren, so der waren relligion thogedaen, removert 
und affgesettet werden. Idoch sall die suspensie bij dem classe allein 
sthaen. lm falie mangel b^ den collatoren befunden worde, dat men 
refugium sall nehmen ahn die hoge avericheit 

9 öravam. 

Wert ock geclaget, dat enige kerckvogeden , schoelemeisters , kosters 
und kercklicke personen befündenn worden, die nit membiii ecclesiae 
sin, dat darin bij tiden moge vörsehen werden. 

Resolveret synodus , dat schoelmeisters und kosters solen lidtmathen sin 
der kercken. lm fall sie ijdt nicht wollen ahnnehmen und sich dartoe 
bekennen, sollen sie van dem classe removert werden. 

Van denn kerckvogeden wert mith angehengeder discretie gesettet , dat 
diesul ven allersiets moten fautores religionis sin, dewile men sie tho 
lidtmathen swerlich bringen kahn. 

Ist synodus ijn erfahring gekahmen, dat die kerckvogeden tho Peters- 
büer Harmen Doens, imd tho Leensen Joiian Fratum up Passchedach und 
Passchemaendach die papistisschen exercitia ijn ehren husem geholden. 



160 

Resol. syn., dat b^ den E. E. h. Qedeputer. dorch twe personen 
dessolches sall ahngedienet werden, darmith den andem thom schrecken 
ein exempel moge statuert worden. 

11. Oravam. 

Gift die kosters unde schoelmeisters mogen collectoren, schattbörers 
und weddemans thogelich sin. 

Resol V. synod., dat solches ijn vorghaenden synodis resolvert sij, dat 
se ydt nit sin konen, welches noch geapproberett wordt Indem so sie 
sich solcher ambten niet entschlahen , sollen sie ehres ampts entsettet sin. 

13 Gravam. 

Dat oick die unbehoerliche und privata authoritate gemakede combina- 
tiones pastoratuum afgeschaffet worden. 

Res. syno., dat desulvige solen nhabliven und, dar sie bef unden , daet- 
lich solen afifgeschaffet worden. 

1. De pastor tho Esingen hefft Saexüm. 

2. Die pastor tho (ïamewert hefft Ferwertt imd Oestem. 

3. Fredewolt, dar 9 kercken sin, is de f rage, ofiFt die van einem 
pasteer mogen bedenet worden. 

4. Der pastor tho Winsum hefft Oberum, Benningweer, Marhusen, 
darvan dat lateste alleine disputabel qs und vorhen bij Ranen ijs com- 
binert gewesen. 

5. Die pastor tho Baffelt hefft Tnandel und Ranen , dar Raffelt alleine 
suffidant ijs. 

6. De pastor tho Saxemhüsen hefft Nijelandt unde Menscheweer, dar 
Saxenhüsen alleine kan einen prediger holden. 

7. Loensen ijs gecorabinert mith Suerdqck, dar Loensen ock genoech ijs. 

8. Pastor van Uldenim hefft Nijekercken und Fledorp. Begeren, dat 
Fledorp und Süerdijck raögen combineret werden, den se ock einen 
egenen pastom holden konen. 

9* Die pastor tho Petersburen hefft Veerhusen , dar Petersburen sulvest 
sufficiant ijs. 

Sessio 6 hora 2 pomerid. 

1. Is vorerst Johannes Conradi, pastor tho Ënerüm, ijm synodo 
ers(ihenen imd van den broderen des synodi ehme uperlecht sine beroping 
tho tonen. 

Resolvert synodus , dat sine beropinge , dewile he die meisten stemmen 
hefft, vör dithmael vör guedt erkant sij, dennoch mith einer scharpen 
vermahninge henfemer christlich und frömlich tho leven, des he sich 
erbaden und angelavet. 



161 

2. Idt heift Theodomcüs Petri, pastor tho Suetwolde, dem synodo 
klagelick tho erkennen gegeven, wo he sines deinstes entsettet sij, mitz 
dat ehme noch vorgundt sij dith jahr dar tho bliven , averst keinen dienst 
tho döhnde nnd ijm vehehusel) tho waenende. Voersocht, dat synodus 
moge vor ehra intercéderen, dat he sinen dienst vörwalten moge. 

Resolvert sijnod. , dat die E. E. jünpker Slickinga door twe offte 3 perso- 
nen uth dem middel des synodi moge beschicket werden tho vörsoekende , 
offt men ijdt niclit dahen bringen köne, dat he sin ampt dit jahr wedderum 
bedenen mochte, mits dat he ahnnehme iip kumpstigen Osteren sinen 
dienst tho vörlaten , dennoch mith anlavinge dat he sich yn sinem dienste 
also verholden sall, dat he kelner vorbitteringe ijn worden und wercken 
der smeken in specie gedencke. Welches Theodoiucüs Petri also ahnge- 
nhamen, mits dat die E. E. heren öedep. wollen versehung dohn, dat 
he underdes thom andem dienste mochte befordert worden. Sint derwegen 
dartho verordinert die E. E. Dodo vann Amsweer und ock die E. E. Rem- 
MERT VAN Berum und D. Albertus Wilhelmi, pastor thor Meden. 

3. Dat synodus vör guet hefft angesien, dat enige deputati uth dem 
middel des synodi ahn die E. E. heren Gedeputerd. mochten ablegeret 
worden in saken alss folgett: 

1. Vorerst dat die plaetzen int Westerqüarteer mith predigers mochten 
vörsehen werden. 

2. Dat die E. E. heren Gedeputerden sich wollen vorklaren, dat ock 
den Mennisten alss den Papisten ehre exercitia mochten vorbaden werden 
etc, imde ock ahn den kerckvögeden tho Petersbüer und Leensen, so 
den Papisten ehre exercitia ijn ehren hüseren geholden, ein exempel 
gestatueret werde. Verclaren sich die E. E. heren, dat sie vör dithmael 
nitt darin decreteren konen , wile etzliche der E. E. heren absent gewesen , 
wollen averst hemacher darinne dohn, wat christlich und billich ijs. 

3. Damach wart Petri Lucani sake vörgestelt, dewile he siner absentie 
halven up de citatie nit erschenen, dat solches so lange moeth uthge- 
stellet werden, beth dat deputati synodi darsulvest erschinen werden. 

14 Gravamen. 

4. Dat die provestijen tho ehren verordenten gebruick mogen ange- 
wendet werden, umme desto bether ijn kercken und scholen tho bestellen 
und tho underholden. 

Synodus sühet vör güet ahn, dat die E. E. heren Gedeput. dat gravamen 
van die provestien ijn ehre propositie up den landtdach ijn to bringen 
annehmen wollen. 



1) „vehehuse" YY heeft „viehuise". In het origineel kan gestaan hebben vehm- 
huse, (1. i. de weem of pastorie. 

Acta syn, provinc, VIL 11 



led 

Sessio 7 hora 6 antemeridiana. 

15 Qravamen. 

Offt men up hochfestdage mehr alse twe dage predigen sall. 
Resolveret synodus, datt solches b^ der kerckenordening berouwen i) sall. 

16 (Jravamen. 

Offt men ock den lüden tho ge&dle up Passche edder Pingstdag dat 
nachtmael uthdeelen moge. 

Resolvert syn., dat ein jeder pastoor nha discretie darinne vörfahren 
mOge, und um mehrer stichting nha gelegenheit der personen handelen. 

17 Oravamen. 

Is bereits damp geresolviret van der eheordeninge. 

18 Grav. 

Dat ock niemandt moge gecopuleret worden, bevören unde ehe gn 
waerheit befunden, dat he gedopet sij, glichfals datt alle ungedöpede 
imd ungecopulerde personen thot den dope und copulatie magistratus 
authoritate constringeret mogen werden. 

Resol. synod., dat sie solches vor guedt ahnsien. 

ünd offt tho gedulden sij, dat die prediger gn der stadt Qrönningen 
ungedöpede Mennisten, so yam lande tho ehnen lopen, mogen copuleren. 

Resolveren die prediger der stadt , dat se solches niet geweten , vörheten 
dat sie wollen ijm consistorio anholden, dat men bether upsicht darinne 
hebben moge, dat mith solchen personen vermöge der kerckenordening 
mag procederet worden. 

19 Gravam. 
Yan unrichticheit ijn affkundiging und thosamengevinge der jungen 
ehelüde, dat die vorbaden werde, vomemblich so ahn andern plaetsen 
geschüeth , alss dar die copulandi ehr waenstede hebben , resol. syn. , dat 
darin gedaen s^. 

20 Grav. 
Dat die kerckvogeden ijn Umblanden sonderlich ijn vacerenden plaetzen, 
dar klachten van kahmen, solen geholden werden ter reckenschop, und 
offts den collatoren und kerckvogedenn frqsteith die geistlichen landen 
nha ehrera gudtduncken tho verhuren, res. syn., imfall so ijn desen 
qüaestiosen saken klagtenn worden vorfallen , konnen die classes , darunder 
ijdt geschüeth, solches ahn die E. E. hem G^deputerden anbringen, die 



1) „berouwen" YY heeft „beniwen". Dit kan zijn het duitsche woord „beruhen". 



m 

den de collatoren dahen holden werden sowol van verhuringen der landen 
alss reckenschop te döhnde. 

21 Grav. 

Vara gnadenjahre, offt solches den wedewen und weisen sall gefolget 

werden, res. sijno., dat ijm vorgangenen synodo darin geschlaten und 

effectuert ijs worden, und sall a tempore mortis anfangen und mith 

discretie framer hertzen darin gedaen worden nha gelegenheit der platze. 

22 Gravam. 

Dat ock alle kercken und pastorien, so büwfallig befimden werden, 
dorch die collatoren und kerckvogeden mogen gerepareret worden. 

Resolvert synodus, dat dorch deputatos synodi solches ahn die E. K 
herenn Gedeput. und ahn borgemeister und raedt deser stadt respective 
sall gebracht worden. 

24 Gravam. 

Offt modtwillige dodtschlagers thom nachtmael des Heren mogen tho- 
gelaten worden. 

Resolviret synodus , sofeme ahn den dodtschlager under etzlichen jahren 
güde indicia warer bothe bliken, dat solches alsden bij discretie des 
classis und des pastoren ther plaetze sthaen sall. 

Sessio 8 hora 2 pomeridiana. 

1. Darbenevens kumpt dem synodo klagelick vör, dat ock summige 
moedt willige dodtschlagers van den gretemannen geleidet werden. 

Resol. synod., dat men bij die heren hövetmannen sall anholden umme 
darinne tho remedieren. Sint tho dero behoeff affgesonden twe prediger des 
synodi solches to versoecken, welches geschien. Hebben averst wedder 
report ijngebracht, dat die heren darinne vorsehen wollen nha geboer. 

2. Dat classes mogen geholden wesen vor dem synodo reden tho 
geven, offt sie ock censuram geholden aver diejennigen, so sich mith 
drunckenheit mochten vörlopen hebben. Hirup classes ordentlich gefraget 
sinde, hebben bekandt, dat sie solches gedaehn, heropen sich up ehrc 
classicale boken, belaven oick henferner sich unvorwidtlich darin tho 
dragen. 

3. Up angebrachte clage der beiden gebröderen van Besten aver 

Heralvn Doenh, kerckvaget tho Petersbüer, dat he Alardum van Besten 

gegen den pastorem Johannem Conradi ijn bijwesende Drewes Jansen 

van WerfFhusen vör einen schelm gescholden , is darup Joïlvnnes Conradi 

ijn synodum gefordert umme getüchenisse der waerheit darvan to geven. 

Verclaret dat solches also in veritate geschehen sij, versöken die E. E. 

heren Gedeputerden wollen hirinne remedieren. 

11* 



164 

Entlich thom beschluith hebben die gecommitterdenn des collegii van 
wegen S. G. und der E. E. heren Gedepiiterden eine emstliche vermahning 
gedahn ahn die jegenwardigen broderen des synodi, dat ein jeder classis 
wolle dejennen, so ijn ehrem classe mochten ahn drunckenheit unde anderm 
ungebörlichen levende den weddersakeren und offentlichen vianden der 
religion grote ergerniss geven, dat sie nu ijn betrachting deser hogen 
woldadt, datt unse hoge avericheit den Papisten, Jesuiten und Mennisten 
ehre exercitia vorbaden, se daher vörmahnen woUen, dat se sich nu jegen 
desulven in lehren und levende, handel unde wandel also unstraffbarlich 
verholden, dat S. graffl. Gnade unde die E. E. herenn Gedeputerden 
solches mith gnadigen und frölichen hertzen van einem jeden horen unde 
erfahren mogen, welches sie also angelavet. 

Up schrifftlich ersoeckent der praedicanten uth Nordhollandt , datt men 
twe predicanten up ehren synodum, so den 15 Junij stylo novo sall ge- 
holdenn werden, aversenden solle, sint darthoe vam«ynodo dorch gemeine 
stemmen verordineret : D. Johannes Acronius, prediger toe Groningen, 
et D. Johannes Sprengerus, prediger tho Upwijrde. 

Synodus sehet vor guet ahn, dat men solche personen eligere, so de- 
putati und visitatores dassium gelich sin konen, umme vörmidinge mehrer 
imkosten. 

Sint dartho vam synodo verordineret: D. Arnoldus Martini Uthusiub, 
pastor ijn Grönningen, D. Sebastianus Hermanni, pastor ijn Eexte, D. 
WuLFGANGUs Agricola , pred. in Loesdorp , D. Robertus WippiNGrus , pastor 
in Suedthorm. 

Dewile qm anfange des synodi censura morum geholden, und wie 
dhomals also ock nu niemandt straf bUrlich befunden, is hirmit mith 
dancksegginge tho Godt dem Heren der synodus geendiget, und hebben 
die prediger samptlich underschreven. 

BernhardusTheodoriciNordanus, minister ecclesiae Groningensis, synodi 

praeses. 

Albertus GuiLHELm, in Medis pastor, assessor praesidis. 

Johannes Schroderus, past. Westerembdanus , scriba synodi. 

RoDOLPHus WicHERiNGE, scnior in classe Groningen. 

Robertus Wippingiüs. 

Johannes Laxten, p. in Holwijrda. 

Rembertüs a Beruh, senior in Holwerda. 

HiDDo Lamberti, pastor in Fermsüm. 

JoACHDfus Zoor, past. Loppersumanus. 

Lambertus HEURia, Groning. in Wittewirum et ten Post prediger. 

Alardus Besten, ecclesiastes in Petersbüer. 



165 



Arnoldus REiMBAcaius, servus Christi in Winsüm. 

Adolphus Besten, pastor in Wee. 

JoHANNEs SiOEFRiDus CuPERus, ecclesiastes in Griepskerck. 

Wilhelmus Johannis, pastor Husinganus. 

Wesselus Rode. 

Hermannus Theophilus, v. administer. 

JoANNES JoANNis, min. J. Christi in Wagenborgen. 

ÜLRicüs BuLTENius, p. qn Haren. 

Finis. 



Acta XVI synodi provincialis urbis Gröningae 
et Omlandiae^ uthgeschreven van dem wolgebarnen 
graf en und hern^ h. Wilhelm Ludewig stadholder^ 
sampt den E. E. wisen und seer discretenn vörsenigen 
hem Staten der stadt Gröeningen und Omlanden^ 
yn Appingadam fho holden anno 1610 7 May, 
in bywesende des E. E, raetshern Wilhelm Barneda 
und ock des E. E. jünckhern Hiddo Jenssma, als 
gecommitferden des collegii. 

Sessio prima hora secunda pomeridiana 8 Maij. 
Is tegen wordiger synodus van domino Berithakdo TnEODORia, prediger 
der stadt Grönningen und ijm vörlopenen jahre gewesenen praeside, an- 
gefangen, unde nha geendigtem gebede dorch gemeine stemme der jegen- 
wordigen broderen praeses eligert dominus Wulfoangus Agri(X)la , prediger 
tho Loesdorp , assessor D, Bernhardus THEODoma , prediger ijn Groningen , 
scriba Ulricüs Bultenius, p. in Haren. 

2. Und sint nhafolgende personen uth den 7 classibus deser provinciën 
der stadt Groningen und Umblanden gedeputeret und comparert: 

I. classis Groningana : D. Bernhardus Theodorici , prediger ijn Groningen , 
D. Egbertüs Hai.bes licentiatus, senior, D. ülricus Bultenius, pred. tot Haren ; 

n. classis Dammonensis : D. Georoius Placius , pastor ijn Appingadam , 
D. Johannes Laxtentus, p. qn Holwijerda, D. Trrus TnEODORia, pred. qn 
Slechter ; 

EU. classis Loppersumana : D. Wulfgangus AGracoLA, p. in Loesdorp, 
D. JoANNES ScHRODERus, p. in Westcrembdcn , D. Iesreel Vinckelius, p. 
in Loppersum; 



166 

IV. classis Middelstumana : D. Regnerus Empenh, pastor ijn Wester- 
witwart, D. Antonius Strombergius , pred. in Rottüm, D. Godfridus Lo- 
MEiJERUS, p. in Usqüartt; 

V. classis Enerumana: D. Tido Danielis, pastor in Baffloe, D. Hesseltts 
NicAsn, p. in Ulderum, D. Samuel Smaltzius, prediger ijn Wetzingeri; 

VL classis Adwerdiana: D. Hermanntjs Theophilus, past in Leech- 
kercke, D. Haijo Ilberi, prediger ijn Gbrnewertt, D. Nicolaus Petri, 
pastor in Fissfleeth; 

Vn. classis Oldenaraptt: D. Johannes Loungius, p. ijn Nordtbroick, 
D. Samuel Neitz, pastor in Süetbroeck. 

Uth Nordt und SüethoUandt sint vör dithmael keine deputati anhero 
gekahmen. 

3. Is nha averantwordinge der credentzbrefen censura morum geholden , 
und ijs (godtlofif) linder jegenwordigen predigern nemandt ahn lehro und 
levendt dermathen stralfbar befunden , dat enigem nit solde sessio hebben 
raögen gegunnet worden. 

4. Sint gravamina omnium classium ijngenhamen unde domino Joanni 
ScHRODERO, pastori ijn Westerembden , item domino Joanni Lolingio, p. 
ijn Nörtbroick, in ordinem tho redigeren averantwordet. 

5. Is hirnha dem vörsammelden christlichen synodo vorgestelt die sake 
JoiLANNis CüPERi, pastoris jju Grijpskcrck etc. Darup geresolvert, dat die 
pastor met sine wederpartije sal gecitert worden tho compareren vor 
desem synodo. 

6. In saken Gaspari Goltzh ijs ock geresolveret , dat he ahn desen 
ahngesteUeden synodum sal citeret worden. 

7. Himha hefft der christliche synodus guetgefimden , datt der pastor 
ijn Middelstum D. Joannes Nicasitjs mith kerckvögeden und vullmachten 
vant carspel sole ad synodum geciteret worden , umme nha verhoer ehrer 
qüestios saken der kercken wolstandt to beforderen. 

8. Dewile ock des pastoris tho Bedum sake nit geachtet wordt, dat 
se vullenkaemlich sij aflpgedaen, is geresolvert, dat he de novo sall 
citeret worden. 

9. Hefft die gemeinte van Osterwijtwertt dem synodo ein request 
avergegeven, darin se sich beklagen, dat sie vörstanden, als hedden 
die h. gecommitterden der closterguderen , alss coUatoren vörordinet 
sinde dersul ven carspelkercke , sich vorgenhamen desulven pastorien- 
gudere tho vörminderen offte to veralieneren thot nadeel der karspel- 



167 

luiden, dahero sie den kunfftig eines predigers mosten gentzlich berovet 
sin, beden derwegen dem synode beleven mochte hirin nha mögelicheit 
tho remedieren. 

Synodus dith vereoeck perpenderende und hochbillich achtende resol- 
viret, dat ehnen ahn die E. E. heren gecommitterden eine schriiftliche 
intercessie sall mithgedelet worden, dat die E. E. heren woUe believen 
ehr rechtmetiges christliches vörsoeck platz to geven, und nit unfruchtbaer 
lathen affghaen. 

Idt belastet ock synodus darbenevenst classem Loppers., darunder ge- 
dachte kercke sortert, dat se desulve gemeinte solen emstlich ermahnen 
sich mith flithe nha einen guden lehrer urn tho sehende umb sulvigen 
den h. committerden vör tho stellen, darmith se met Gbtts h. worde 
desto ehe mogen versorget werden. 

Sessio secunda hora 7 antemerid. 9 Maij. 
Sint anfangs bij deser session erschenen die E. E. heren Ghedeputerden 
Staten, als die E. E. Wilhelm Barneda und de E. E. junckher Hiddo 
Jenssma, und wegen swaricheit und veelfoldiger geschefften ehr langes 
utheblivent entschuldiget. 

Himha sint die acta synodalia praeteritorum annorum tho revideren 
for die handt genamen. 

Artic. 3 sessionis secundae gelesen sinde van reparatie der vörfallenen 
kercken tho Oterdum , bliift bij vöriger resolutie , und hebben dese tegen- 
wordigen heren Gedep. grothgunstiglich ahngenahmen bij har medecollegen 
sich tho bearbeiden, dat hetsulve up den landesdach ijn der propositie 
mochte vörgestellet worden, mitz dat die deputati synodi tselve hemha 
to bequamer tidt bij se wedderum versoecken mosten. 

Artic. 4 ejusdem sessionis belangende Melchior Baltasar, schoelmeister 
tho Oterdum, darüp relateret classis Dammonensis, dat gemelter schoel- 
meister sine beloifte nha ehnen kein testimonium geexhiberet, sondem 
sich als ein fugitivus darvan gemaket. Is befahlen pro memoria ahn to 
teickenen umb andere van desem fraudulento socio nha gelegenheit te 
verwittigen. 

Artic. 5 van junge kindere ijn hüseren tho dopende, ordineret synodus 
hirin nha der kerckenordening inholtt des 39 articuls dersulven te 
procederen. 

Post haec sijnodus ad sacram concionem audiendam in templum 
prodivit. 

Sessio tertia hora secunda pomeridiana. 
Fusis ad Deum precibus sequentia sunt proposita. 



168 

Ahnfangs qs van domino praeside den E. E. h. Gedeputerd. tho ge- 
mothe geförel, wo hiebevor gebruicklich gewesen, dat de E. E. hem 
Gedeput., dem synodo bijwahnende, raith credentz allewege sin versehen 
gewesen, ock tho wat endo sie darby erschenen, hebben plegen ahn tho 
melden. 

Damp die E. E. heren vörgemeldt sich rotunde erkleret, dat genöch- 
sam kundich, wo se sich sul vest thot desem wercke niet yngedmngen, 
sondem ordinarie tho Gedeput. herenn van Stadt end Umlanden wehren 
eligert, dero wegen se ock hörer antecessoren locum billieh bekleideden, 
dat sie averst for dithmael niet enen commissie edder literas honorarias 
mith sich gebracht, wehre ijn der ihle wegen veelfoldiger geschefFten, 
darraith die E. E. heren sonstich belastet, verbleven. Erboden sich nitte- 
min , da men solches van ehnen jo begeren wehre , ehre credentz jedertidt 
genochsam te demonstreren , worahn synodus ghar woll vorgenöget gewest. 

Damha hebben die E. E. heren dem synodo angemeldt, wat mathen 
ehnen van dem pastore Woltersumano etzliche ungeboerlicke enormiteten 
vörgekahmen, desshalven men ehne billieh tho reden stellen solde. 

Res. synodus, dat he sole geciteret worden. 

Ock ordineret synodus, dat pastor und koster van Farmsumb solen 
anhero geciteret wordenn. 

Hiraha ijs ijm synodo erschenen Johannes Bruens, schoelmeister tho 
Oldendorp, van dem ehrwerdigen ministerie Embdano gerecommenderet , 
vörsökende einen schoeldienst. Darüp belaevet ehm synodus weddemm 
ahn den E. E. junckhera Gaykoma 1) tho recommenderen um bij densulven 
promotie tho bekahmende. ünde sobalde etwas gewisses ijn siner sake 
wurde uthgerichtet sin, belavet dominus Bernhardtjs TnEODORia, pastor 
in Groningen, hem tsulve bij die Embder prediger tho vörstendigen. 

Wider sint die articuli superiomm annorum tho revideren vor die 
handt genhamen. 

Artic. 8 belangende eine eheordening ahn to stellen, res. synodus, 
dat deputati synodi up den landtsdach solen ernstlich darum anholden, 
darmith die E. E. heren mochte believen hirin vörsehing tho döhn, dat 
solche noidtwendige eheordening ter ehren (Jades \md siner kercken heil 
mochte angestellet unde vorferdiget worden. 

Artic. 9 van Papistisschen schoelmeisteren und kosteren etc. aff tho 
schaffen blifft bij voriger resolutie , dat solches dorch die deputatos synodi 
nochmals ahn die E. E. heren Gedeput. sole vörsocht worden. Und belaven 



1) „Gaykoma" YY heeft „Gaickema." 



169 

die praesente heren dat, sovelo ehre personen bedreffe, sie hirin einen 
ernst bewisen wollen, mith femer thosage dat sie bij hoer medeheren 
öich dahen wollen bearbeiden, darmith thot affhöring der kerckensaken 
allewege de Woensdach ijn der weke ordinarie moge bestemmet werden, 
ahn welchen den deputatis synodi , ook anderen ecclesiae ministris audientz 
gegeven, und sovele mögelick die kerckensaken mogen eifectuert worden. 

Artic. 10 bedreffende den prediger toe Winsum sine gasie tho verbeteren, 
belastet synodus nochmals die vörhen hirtho verordente prediger dese 
saecken unnachlessig bij dom E. E. hoveling Tamminga vort tho setten. 

Artic. 12 belangend die visitatie classium belevet dem synodo wol, 
wen se cum authoritate geschehen und grothe excessive kosten darbij 
mogen verhödet werden. Belastet deswegen deputatos synodi hirum 
kunfftig bij die E. E. h. Gedep. an tho holden, doch also dat de provincie 
de kosten damp ghaende dragen mochte. 

Artic. 13 van erfülling des getalles der deputatorum uth einem jeden 
classe ad synodum, sall dieselve in effect geholden worden. 

Hima sint folgende gravamina sessionis sextae revideret. 

Grav. 7 van underholding der armen schölem unde studenten etc. Is 
darüp van tegen wordigen heren deser bericht gedaen, dat ijm vörledenen 
jahre schoen darinne geschehen und eine merckliche summa van den 
E. E. heren thot dem fine ahngelecht sij. 

Grav. 9 dat sich beklagen etzliche prediger , sonderlich so closterkercken 
bedienen, dat ehnen die classicale kosten werden geweijert. 

Res. synod. , dat die dagenden solen bq die E. E. h. gecommitterden 
ansoeken , imd woferne desswegen wider mangel vörfill , nehmen die E. E. 
hem Gedeputerd. ahn intercessie te doehn. 

Grav. 11 belangende die vörstorvene eleemosinarios umb höre nhage- 
lathene erifniss thot der armen profijt tho forderen und an tho wenden, 
res. synodus, nhadem ein erbar hochwiser raedt numehr dessfals eine 
güde ordeninge publiceren lathen, dat demnha deputati synodi up den 
landssdach mochten anholden, darmith ijn den Omlanden darin ock also 
mochte vörfahren worden. 

Hienttusschen sint die ingesetene van Oterdum avermhael erschenen, 
anholdende dat ehre ijn krigeslüfften gedemolierde kercke mochte repa- 
reret worden. 

Res. Wert van dem synodo güetgeachtet und den deputatis uperlecht 
up den landtdach umb solch heilsam werck to beforderen flitich an tho 
holden. 



170 

Artic. 19 wegen die gravamina van einem dasse tho dem anderen 
soes weken vor dem anfanck des synodi aver to senden is vörordenet, 
dat (so Godt will) upt naestfolgende jahr ein jeder classis sall höre 
gravamina 6 weken vor dem synodo ahn die prediger toe Groningen 
aversenden, diewelche nha vörlesing und genochsamer innehming des 
inholts desulven forder ad Dammonens. classem, Dammonensis nhamals 
forder ad Lopperauman. classem, und so fort ein jeglicher ahn den 
nahestgelegenen sall gelangen lathen. 

Artic. 2ö bliflPt bq voriger resolutie, dat synodus altematim thot Gro- 
ningen und Appingadam propter locorum commoditatem sole geholden 
worden. 

Artic. 21 van mature tho erschinen up angestemmeden dach in synodo 
wert noch geapproberet bij poena van 1/2 slichten daler, daetlich tho 
erleggen. 

Folgen die gravamina generalia et specialia superioris anni. 

1 Grav. van tidt, darup deputati synodi solen thosamen kahmen, wert 
vorige resolutie noch vor güet erkantt. 

2 Gra. belangend die unkosten deputatonim solen deputati bij de E. 
E. h. gecommitterden folgender tidt ansoeken umme dersulven betaling, 
gelich ijm vorledenen jahre 1609 uth cloesterguderen diesel ve gunstiglich 
ijngewilligt unde solveret ys worden. 

3 Grav. bedreffend der Mennisten und Papisten exercitia. Wert aver- 
mhaels den deputatis uperlecht sowol bij den E. E. heren des rades als 
ock des collegii dominos deputatos an to holden, dat die ijn vorigen 
jahren gepublicerde placcaten mochten ter executie gestellet worden. 

4. Van exhiberen in synodo testimonia vitae et doctrinae der nijen 
angenhamenen prediger, wert alssnoch hochnodich geapproberet. 

Sint hirup in continenti D. Joannis ScnöNEBERGn , pastens yn Adewertt , 
vitae ac doctrinae testimonia exhibert und nha vörlesing in synodo cum 
omnium applausu geapprobert. 

5 Gra vamen van afFstelling der prediger, die sich enormiter vör- 
löpen. Wert die ijm vorledenen synodo genhamene resolutie alsnoch ge- 
approberet. 

6 Gra va. van schoelmeisteren , kosteren und kerckvogeden , dat sie 
solen membra ecclesiae sin, wert die darup ergangene resolutie geapprobiret. 



171 

7 Gr. van unbehörliche combinatien der pastorien, die niet met con- 
sent der h. Gedeput. gemaket sin. Wort den classibus uperlecht, dat 
sie solche combinatien thom spodigesten ahn die E. hem Gedeput refereren 
iimb deselve up tho heven. 

Die combinatie van Esingen und Saxum ys to casseren, wile Saxum 
sufficiant sall sin einen egenen prediger to holden. 

Die negen kercken jjjn Fredewolt solen vorerst ten minsten mith twe 
prediger bij provisie vorsehen worden, datwelch classis Adwerdiana sich 
sall beflitigen um ^n effect toe stellen. 

Himae ijs ijm sijnodo getönet und gelesen eine missive, uth Deventer 
ahnt ministerium tho Groningen imd Embden gesonden, wegen eines 
verlopenen unehrlichen kerckendeners, mith namen Barthoix)meus Schrantz, 
so nth der Paltz gekamen und einem andem sinen ehegaden entföret, 
dat dersul ve mochte yn acht genahmen unde niet geduldet werden. 

Sessio 4 hora 8 antemeri diana 10 Maij. 
14 Art. bedreffende die praeposituren wert nochmals, alse beth hero 
geschehn, geapproberet und deputati belastet, dat sie tidtlich den E. h. 
Gedeputerd. solen hirvan weddenlm erinnering dohn, darmit solches up 
den landtssdach ijn propositione vörgestellet moge worden, welchs die 
itz praesente h. Gedeput. grothgunstiglich bij hare medeheren nha uther- 
stem vermöge vort tho setten sich erbeden. 

Van dem 15 gravam. sessi. 7, ofFt men up hochfesten mehr alse twe 
dage predigen sall, is beschlaten, dat ijdt by voriger resolutie sall bliven. 

Imglichen dat 16 grdv., offt men den luiden to gefalle up Passche edder 
Pingstdach dat nacht mael holden mag, wert noch bij voriger resolutie gelaten. 

Also ock 18 grav. , dat keine ungedöpede solen copulert worden etc. 
Wert vorige resolutie geapproberet mith deser additie, dat die form, 
tegens die Wedderdöper und hare ungeboerliche copulatie van die Oster- 
werff geresolveret, dorch deputatos synodi erkundiget werde, und alss- 
den deputati sich nhamals dahen bearbeiden, dat bij den Westerwerfï 
ock sodane resolutie mochle geapproberet und ahngenhamen werden. 

Idt wert ock ijm synode vörgestelt und raetsam befunden, dat men 
die personen, so vanhir ijn Oestfriesslandt oder sonst up andere plaetsen 
vortrecken und sich ent weder van Lutherse henn oder Papistisschen copu- 
leren lathen, hirum solen tho rede gestellet worden, ünd woferne ehre 
ding unformlich befunden, sall ydt ahn die hoge avericheit defereret 
worden umb amende tho stellen thot dem ende, darmith allerhandt un- 
ordening, so darher errisen konde, mogen praecavert worden. 



172 

Grav. 20. Dat die kerckvogeden yn den ümblanden sonderlich ijn 
vacerenden plaetsen, dar klachten van kahmen, solen geholden worden 
ter reckenschop, wert vorige resolutie noch approbirt 

Grav. 21. Van dem gnadenjahr der nhagelaten wedewen unde weisen 
pastorum defunctorum hiijus provinciae res. syn., dat ijdt sole bliven bij 
de resolutie, so anno 96 11 Maij in personlicher bywahning des wolgeb. 
h. h. WiLH. LuDEwiG etc. angaende desen genamen ys. 

Folgen die generalia gravamina, ijn desem s^nodo van 
den deputatis classium exhiberet 

Qrav. L — Dat vör allem die ijn vorgangenen synodis ijngebrachte 
gravamina geeffectuert mogen worden, unde worum tselve beth herto 
niet geschehn. 

Synodus ordinert darüp nochmals einhellig, dat deputati synodi, so 
kunfftig hirtho upgestellet werden , die beth hero unvorrichtede saken und 
gravamina, sowol olde alse nije, flitich nha bestem vörmögen effectueren 
mogen. 

77. — Dat die kerckenordeninge up den synodis werde gelesen unde 
damha alle swaricheiden affgedaehn. 

Res. Wert geapproberet , und ys demsulven up desem synodo met 
flithe nhagesettet. 

///. — Offt men kerckenschulde mith pastenen, vicaren edder sonst 
anderen thot dem underholt der deneren verordenten guderen behöret 
to betalen. 

Resolv. negative i), inholt der kerckenordening und nha oldem landes- 
gebrueck. 

IV, — Offt ein prediger ijn unschuldigen dingen sinen dienst uth 
dwang moge resigneren sine consensu classis, und wen solchs geschehn, 
offt niet classis macht hebbe desulve to casseren. 

Res. Wert deser articulus geapproberet vor billich und recht und 
der kerckenordening conformlich, dat unschuldige prediger, wen sie der- 
roathen sonder classis consensu wurden resigneren , van dem classe solen 
gemanuteneret worden. 

F. — Offt ock befaembte personen edder sonsten , die in concübinatschop 
sich thosamen holden, behoren kinder ter dope to dragen. 

Res. Wert tho discretie eines jeden predigers gestellet, unde achtet 
synodus, dat nit absolute alle befambte personen aff tho wisen, wile 



1) „negative" YY heeft „negando". 



173 

tho vörhapen, dat noch ehrer etzliche dorch de christliche heilsame 
ermahning, so b^ administratie der hilligen dope gescliiet, konden jjm 
hertzen geröret und dem h. Christo gewünnen werden. 

VL — OflFte niet met emste het mandaet van enthilliging des sabbath- 
dages behoret eflfectueret tho worden. 

Hirvan belaven die praesente h. Gedeput. , alse deses synodi assessores 
und directores , dat sie die E. E. ehre medeheren des coUegii willen mith 
flithe ersoecken, darmith alle redgem dahen mogen vermahnet worden 
jegen die lichtferdigen und moedtwilligen vorbrekere des sabbaths einen 
ernst te dohn, nur dat deputati synodi tho gelegener tidt wedder bq 
gemelte heren darum sullen mothen anholden. 

VIL — Offt nit met emste den wickers, duvelbanners und Wedder- 
doperen so mith relegatie und ock inhibitie behöret gewehret te worden, 
dewile sie der E. E. heren Staten mandaet tho mehrmalen verachten. 

Res. synodus, dat ein jeder classis moge thom forderlichsten solche 
personen naemkundich macken den synodi deputatis, diewelche ferners 
hirmit belastet werden ahn die E. E. Gedeput. flitig tho vörsocken tegens 
sodahne personen umb desulven tho verdelgen einmael einen ernst to 
ertögen. 

Himahe sint van dem dasse Loppersumana domini Joannis Stoveri 
Bremensis, pastoris in Berum, vitae et doctrinae testimonia exhibert 
und ijn vörlesing dersulven also befunden , dat sy nodus ein güet genögen 
daran gehatt hefft. 

Sessie 5 hora 2 pomeridiana 10 Maij. 

Der pastor van Woltersum Henricüs Johannis ijs up ergangener citatie 
jijm synode erschenen und up folgende puncten tho reden gestellet: 

/. — Dat he druncken einde einen borger van Groningen met einem 
bloten messer sole vörfolget hebben. — Fatetur. 

//. — Dat he sine steeffdochter ijn der herberge solde met einem glas 
beres geschlagen ende geqüetzt hebben. — Negat. 

IIL — Dat he ijn dersulven herberge up eine andere tith die wer- 
dinne geschlagen, unde ock deswegen wedderum van hoer sij gequetzt 
worden. — Fatetur. 

IV. — Dat he desen gehelen winter dorch und dorch fast wekentlich 
druncken gewesen sij. — Fatetur. 

F. — Dat he Dingstdages vor dem bededage uppet Schutendeep der- 
mathen mith beer averladen gewest, dat ehne menniglich mith iingem 
ahngewiset. — Fatetur. 

VL — Dat he Passchemaendach , alss he den vörigen dach des Heren 



174 

aventmael geholden, sich flux mith drunckenheit wedder besudelt -* 
Fatetur. 

üp solche sine gedahne bekenteniss resolveret synodus, dat gemelter 
Henkicus Joannis, wile dersul ve hirbevor nit alleine broderlich und veel- 
foldich thor betering des levendes ermahnet, sondern ock wegen solcher 
scandalen van sinem officie gesuspenderet gewesen und dannoch (leider) 
weinich betering erfolget, numehr wegen siner avermahl begangenen 
ergerlichenn enorraiteten sall vermoge des 50 articids der kerckenordening 
des hilligen predigampts entsettet sin. 

Up dat speciale gravamen classis Dammonensis contra classem Lopper- 
suman., tho wethen dat se Casparum Goltzium, aldar tho Godelinsen 
residerende und wegen siner excessen van andem plaetsen verdreven, 
b^ sich dulden, hefiPt dominus praeses horen classem ijjn deser sake 
dermaten purgeret, dat synodus genochsam verstanden, wo Goltzixjs 
classe invita darsülvest stha, und hebben derwegen classem van solcker 
anklage frij erkandt. 

Widers in saken D. Casparb Goltzh resolvert synodus, ofFt dersulve 
wol van den Godelinsern hebbe eine vocation bekahmen, und darup van 
den E. E. hem Gedeputerden ein apistil eniger confirmatie uthgebracht, 
so befinde sich dennoch uth twen orsaken, dat gedachter Goltziüs nit 
richtig gehandelt und niet recto pede yn den dienst tho Godelinsen ijn- 
getreden : einmael dewile he vörmals dem coetui tho Embden expresslich 
angelavet umb den dienst tho Godelinsen niet ahn to fehrden noch sick 
jemals dartho gebruicken to lathen , blickende solches uth der Embderschen 
prediger missive ahn den classem Loppersumanam ; fort ander indem he 
die van dem Embdano coetu thot desem fine erlangede reconciliation- 
schrifft , dat he tho Neermoer pro vicario mochte thogelaten werden , also 
hefft raissgebniicket , dat he die Neermoers , so ehme dorch ehre vocerent 
thor reconciliatie geholpen, liderlich vorlathen und sich darmit nha 
Godelinsen gemaket, ald^r siner vörgedahnen belöffnis thoweddem den 
dienst classe iiiscia et minus consentiente angenhamen; dat demnha 
van dem coetu Embdano söle nochmals schriflPtlich erkundiget worden, 
oift Casparo veelgemelt solche reconciliationschriflFt thot dem ende sij 
gecommuniceret, dat he under dem praetext den dienst tho Godelinsen 
mochte ahnnehmen, item ofPt der coetus ock kone raetsam befinden, dat 
GoLr/ius ahn desem orde, da vele unser wedersaker van Papisten und 
Mennisten ingesethen, solde stichtelick mogen gecontinueret worden. 

Woriip ock ferners Casparo Goltzio deser affscheidt gegeven ijs, dat 
he nha vörloping eines monats sole van den deputatis synodi ijn desem 
sinem handel bescheitz gewerdich sin. 



176 

Nach desem \js D. Joannes Nicasixtb, pastor ^n Middelstumb , in synodo 
erschenen iind ahngemeldet, dat sine gemeinte mith ehrem grothen un- 
gestuem, ahnropen, kryten iind nhahöjjten, wegen dessen dat sin söhne 
Frantz qn enigen dingen sich tegen tcarspel vergrepen, ehne darhen 
gedrungen und bewagen, dat he sinen predigerdenst bij ehnen uth 
schwarmodicheit hedde mothen resigneren. 

Sint damp nhamals ook sine contraparthien , tho wethen die beiden 
kerckvogeden ende twe ledemathen alss vüllmachten van der gemeinte, 
erschenen und einen upgerichteden vördrach vörtönet, benevenst einer 
unförmlichen confoederatie imd vörbindtnisse hörer ingesethenen , deses 
inholts dat se dominum Nicasium vorgemelt wegen der feijte sines sohnes 
nha desem dage nitt mehr predigen horen, noch ahn ehnen und ehren 
kinderen die hilligen sacramenten wolden administreren lathen. 

Synodus dith alles wol ryplich betrachtende hefFt wol gesehn und ge- 
spöret, dat de process tusschen D. Nicasio und sinen partijen nit con- 
formlich der kerckenordening , also de classis gantzlick ys vorbijgegangen, 
demwelchen NicAsn discess tho ordelen competeret , dennoch wegen grothe 
vörbittering und starcke vorbunteniss der parthen , ock dat Nicasius sulvest 
frijwillich resigneret , niet begerende aldar tho continueren , so ys demnha 
die contract, tusschen partijen upgerichtet, van desem synodo jjjn sinen 
weerden imd un werden gelaten, overmitz dat die karspelluiden hebben 
angenhamen domino Nicasio ein ehrlich getüchenisse siner wolverholdtniss 
mith tho delen, unde hem eine tidt etzlicher monaten |jn der pastorien- 
husinge tho wahnende gestaden solen und willen, alss ock van desem 
synodo ehme ein honorificum testimonium geaccorderet unde mithgedelet 
jjs worden. 

Sessie 6 hora 7 antemerid. 

Anfangs ijs der pastor van Wedda, dominus Petrus Scepelttzius , ym 
synodo erschenen klagende aver sin geheel sobere tractament und geringe 
upkumsten, de sich niet hoger streckeden alss nur dartich gemeine 
daler und 15 mudde rogge, diewelche hem noch seer difficulter wegen 
armodt der ingesethenen aldar entrichtet werden. Vörsochte des wegen 
promotie up einen andern plaetz. 

Is ehm die antwordt gegeven, dat synodus siner wolle indechtig sin, 
offt he kende mith der tidt up einen andern beqüameren platz getrans- 
fereret worden. Wofeme averst solches nitt mochte geschohen konen, 
solde he noch dit jahr patientz dragen. Die praesente h. Gedeputerd. 
nehmen sinentwegen ahn bij höre medeheren sich dahen tho bearbeiden, 
dat siner ijm Hage, nhademmale gedachten pastoris locus büthen deser 
provinciën sorterde, solde umb verbetering des salarii gedacht und 



176 

angeholden, oder sonsten extraordinarie etwas thogelecht iind vonnaket 
werdea. 

Nha desen ijs pastor Bedumanus, D. Petrus Lucanus, up ergangene 
citatie gecompareret mith 3 viillmachten des edl. ehrf. junckhem Ernst 
VAN IssELMUDEN , unde ^s der pastor vörgemelt erstlich to reden gestellet 
und gefraget worden: 

/. — Worum he form jahre up die ahn ehme ergangene citatie sich 
nit coram synodo gesisteret? Respondit, dat he van huis ijn Oestfreess- 
landt vorreiset gewesen mith wolgedachten sinem junckheren Ernst van 

IsSELMUDEN. 

IL — Is he gefraget, diewile synodus ijn erfahring queme, wodat he 
bij siner gemeinte unstichtelick solde leven, alss begerde men van ehme 
tho vömehmen, wo sick die saecke desfals verheelde? Respondit ad 
interrogatum hoc: he vörhapede sine gemeinte wehre mith ehme wol 
thofreden. Men solde die ahnwesenden vüllmachten darum befragen 
und erfrösschen. Bekande averst thogelick, dat eine vörbitteringe bij 
etzlichen weinigen tegens sine persene wehre entstanden , so darher rörede 
uth enigem pijeck wegen dessen, dat he domino Verutio die inwahning 
bij hem yn der pastorije tho Bedum hedde lathen upseggen etc. 

Sint ferners ock ijngefördert die ahnwesenden dree vulmachten, tho 
wethen Evert Jaoops, alss ledemathe, Herman Alberts \md Johan Bar- 
TELs, diew^elcke umb horen pastoren gefraget sinde hebben semptlich 
vorklaret, dat he sich höres wethens niet ungebörlich ahnstellede, sondern 
also droge , dat die gemeinte ehme tho holden wol begeren solde , except 
dat he mith domino Verutio wegen rhueming uth der pastorien ijn 
unenicheit geraden wehre, demewelchen etzliche weinigen upt loech 
wahnende wehren bigefallen. Wat diesolven mochten hebben tegens ohm 
tho praetenderen , wehre ehnen twar unbewust. 

Hiernha ijs den deputatis des classis Mfddelstumb van domino praeside 
emstlich up hoer gewethen befcihlen und uperlecht, dat se solden up- 
rechte vorklaring dohn , wile van Petro Lucano allerhandt van menniglich 
gesprenget wurde, under andem ock dat he sich ahn verscheidenen per- 
sonen deser order hedde willen befrijen, da he doch schoen ijn sinem 
patria eine früwe gehabt. Woferne sie darvan niet wurden vorklaren , wat 
ehnen und dem classi hirvan bewust , solden se kunfftig darvor angesehen 
werden. 

Hefft darup dominus Regnerus Empenii geantwordet, dat he wol die 
geruchten hedde gehöret , averst nit sekers darvan hedde tho specificeren. 

Antonius Stromberoius averst bekande, wo he ijn specie gehöret, dat 
Petrus Lucanus solde begeret hebben, dat der frijer oder rivalis van 



177 

Eppingenhüsen , welcher nha CordesI) dochter werven lethe, mochte yn 
siner frijete upgeliolden werden, beth he (LxjcAinjs) uth sinem patria 
beseheit erlangede offt sine aldar getruwede ehme ock deser order 
folgen wolde. 

LoMEUERüs sede, he wüste van den saken nit egenlickes. 

Damp nhamals Petro Lugano frageswise vörgestellet ^s, offt he nit 
nha enige personen sowol thot Groningen als tho Bedum ^n siner ahn- 
kumst gefriet. Bes. dat he for Gottes ahngesicht alhir betügen wolde, 
dat he nha keiner personen weder tho Bedum noch tho Grönningen 
jemals geworven. 

Wile den also Petrus Lucantjs qn siner rede und wandell nit al tho 
uprecht bef unden , is forerst hem sulvest van dem synodo uperlecht , dat 
he sall geholden sin ijn tidt van 6 weken testimonium copulationis , quo 
tempore et per quem desulve geschehen, item testimonium vitae ante- 
actae et discessus, imgelicken ock wovele besondrige kinder sine fruwe 
mith sich anhero gebracht, van dem magistraet und predigem dessülven 
ordes den deputatis synodi inleferen sall. 

Darbenevenst belastet noch synodus classem Gröninganam um gehn2) 
Itzehoe, sowol ahn die werltlicke avericheit alss dat ministerium des 
ordes tho schriven, dardorch van ehnen tho erkundigen, offt nit Petrus 
LucAJNTTs der order j|jn enigem dienste gestanden, watt mathen he sich 
dar gedragen und van ehnen sinen affscheidt genhamen, ithem wanneer 
und wor he aldar gecopulert sij. 

Lestlich resolvert synodus nha desem allen, also dese met Petro Lugano 
erschenen vüllmachten niet die gantze gemeinte repraesenteren , die wed- 
derpartien ock noch niet erschenen und gehöret sin, und he (P. Luganus) 
susslang nit hefft konen sufficientia vitae anteactae testimonia exhiberen, 
alss kan synodus jjjn Lucani sake nit finaliter decideren, sondem wil 
sich vörbeholden hebben hirin dorch höre deputatos bether tho inquireren 
und nha erkundigung doehn , alse ijdt der kercken Gottes mach stichtelick 
erachtet werden. 

Nha disem ijs up citatie der pastor van Fermsum D. Hmno Lamberti 
erschenen , klagende aver sinen koster und dessülven fruwe wegen aller- 
handt wrevel und moedtwille in schelden, kifen und hönslagen und der- 
gelichem trotz, darmith he sich gedachtem sinem pastori opponerde. 

Wile averst beclagter koster up citatie absent gebleven, sich averst 
dorch ein demodich schrivent jegen dem synodo erklaret te emenderen 
und jegen dem pastori sich bether tho schicken unde ahn to stellen , alss 



1) „Cordes" YY heeft „Ck^erdes". 

2) „gehn" ZZ heeft „hehn" , YY „gen", d. i. naar. 

Acta syn, provinc, VIL 12 



178 

underleth synodus for dithmael stricto jure met beclagtem to procederen, 
und belastet classem, dat se nha inholt der kerckenordening den koster 
siner amptsplichtt und geboer wal ernstlich solen erinneren, ehne to 
schuldiger obedientz und subjectie tegen den pastoren upt scharpeste 
vormahnen, und bij gebreck van gehörsamheit und emendatie ijdt ahn die 
E. E. heren des collegii refereren, de alsdenne solen wethen, wat sich 
tho dohnde geboren will. 

Hima sint die gravamina wedder for de handt genhamen. 

X Or. — 0£Ft niet nödich, dat koster und schoelmeisteren jahrlichs 
yn classibus twemael erschinen umb gecensureret tho werden. Synodus 
approbat. 

XL — Dat de classes solen geholden worden genochsame reden tho 
geven , offt sie ock behörliche censuren gebrucket hebben aver diejenigen , 
so mith ergerlichen excessen sich vörlopen. 

Synodus approberts nochmals , und belaven die classes hirin ehren flith 
und ernst willen ahnwenden. Da se ock hirinne suemachtig mochten 
befunden worden, underwerpen sie sich geme censurae synodi. 

XIL — Dat ock ijn die closteren, dar karspelkercken gewest sin, 
prediger mogen ijngestellet werden. 

Res. synodus, dat synodi deputatis beleven moge mith iver darumme 
an tho holden. 

Sessio 7 hora 2 pomerid. 
Sint ijm synodo de wedderpartijen Petiu Lucani pastoris Bedumani 
angekahmen, tho weten die E. E. öerlacus Verutius, alse medecoUator 
van die kercke tho Beem, Joilviï Peters, olderling van de kercke, noch 
JoHAN Peters, ledtmathe van die kercke, vermeldende mith clagen, wo 
ehnen de vam synodo afFgesondene citatie ahn het carspel Bedum nit 
tho rechter tidt thogestellet , sondem velemehr for ehnen wehre sup- 
primeret worden, hedden averst ungefehr etwas darvan vornahmen, dat 
ant carspel sodane citatie gedahn wehre. Derhalven sie den uth christ- 
lichem iver umb die kercke Gottes tho stichten, overmitz einer under 
ehnen schoen aver die 30 jahre der gereformerden relligie thodaenich 
gewest, und dan ock mede uth versoeck des E. E. junckhern E. Issei.- 
MUDEN, wehren anhero up den synodum gekahmen. Also averst der synodus 
numehr fast solde geendiget worden, und sic wegen benautheit der tidt 
hore actiën, de sieluiden tegens ehren pastoren (leider) wegen sines 
ergerlichen wandels wol hedden tho praetenderen , nit konden itzo 
ordentlich ende schrifftlich proponeren, wolden se ahn den synodum 
frundtlich hebben versöcht umb enige deputatos ahn tho ordinen, die 



179 

kunffdg ehre gravamina aver gedachten prediger mochten ^nnehmen und 
darvan judiceren. 

Sijnodiis hoer versoeck verstanden hebbende resolveret , dat ehr begerent 
sole standt hebben, met bij vermelding dat schön bereits dem pastori 
uperlecht wehre inwendig 6 weken testimonia copulationis , vitae ante- 
actae, item discessionis ex Holsatia den synodi depntatis tho exhiberen, 
tegens welche bestemde tidt se ock ehre actie tegens den pastor verfer- 
digen mochten. 

Himha ijs in synode comparert D. Johannes Cuperus, pastor ijn Grijps- 
kercken, klagende bedroefflich aver eine fniwesminsche tegenwordich 
sinde, diewelcke hem einer ergerlichen misshandeling beschuldiget nnd 
bij sinen thohörem sehr ahnruchtig gemacket, begerde sich ijn dem tho 
vördedingen, ungeachtet he van dem synode dickmals wart vörmahnet 
^n sin gewethen tho ghan, und da he sich solcher nndaedt schuldig 
erkende, keinesweges tegen dese persone jure tho procederen, velemehr 
sich tho bekennen, die gemeinte frijwiUich vorlathen und Godt umb vör- 
tqunge an tho ropen. 

Worüp gemelter Cuperus, sine unschuldt glichwol mith trahnen hoch 
bedüerende, nochmals umb aüdientz thot redding siner unschuldt anlan- 
gede, welches hem up sin instendiges anholdent ijs thogelathen. 

HefFt hirup Cuperus enige articulen avergegeven, darnha sine weder- 
partije mochte geexamineret worden, und ijs sie nitt ijn allen bestendig 
und uprecht erfunden worden. 

Idt hebben ock alle getügen anghaende dat factum mith der fruwen 
nits anders wethen tho seggen, alse wat uth der f ruwen munde sul vest 
was hergekahmen, de dat factum mede perpetreret hadde. 

Sijnodus hebbende ingenhamen die klachten van denen van Grijskercken , 
aver ehren pastoren gedahn, verklaret, dat se desulven nit hebben konen 
genögesam ahnnehmen vor bewiss van sine schüldt. 

Remitteret synodus datselve thom com petenten richter, injungerende 
den beiden parthen, dat se daetlich ijntt recht die sake verforderen 
solen, mitz vörklarende dat he noch ijn sin wahneplaetz und geneth der 
upkumsten sall mogen continueren beth thot J^Lichaelis, so die sake nitt 
ehe konde affgedaehn worden, dem classi injungerende, dat sie den 
dienst midlerwile bedenen , und dat ijn die erste praedicatie deses synodi 
decret effte resolutie angedenet und vorgedragen werde, vormahnende 
beide parthen, dat se sich underdes christlich und bröderlich met ein- 
ander verdragen. 

Hirnae sint die gravamina specialia, so ijn desem synode 

exhiberet worden, vörgenamen. 

12* 



180 

/ Qra, — Dat classis van het Oldeampt dolert aver den bedroveden 
thostandt der gemeinte van Westerwoldingerlandt und datt woste, ruhe 
levendt etzlicher diener aldar, dewile se bethhero luith dem classe ^nt 
Oldeampt vörknuppet, und nu dorch befehl van die E. E. heren borge- 
meistQren und raedt sejungeret, und sie nit genochsam sin sul vest classem 
tho holden, dat die synodus anders darinne wolle vorsehen. 

Res. synodus , dat ahn S. Q. den heren staedtholder van desem synode 
doer ein request qn underdahnicheit sole mith flithe versocht werden 
um gude order aver die prediger des ordes tho stellen, darmith die 
grothe unordening b^ hoerluiden mochte aifgeschaffet unde Christi kercke 
aldar erbuwett werden. 

// Ora. — Classis Dammonensis begeret noch alse offte thovören, dat 
die wickersche van den Ham verdreven werde. 

Res. synodus, dat ydt dorch deputat. synodi ahn die h. des collegii 
sole vörsocht werden. 

IIL — Die van het Oldeampt doleren, dat die vicariengüdere den 
predigem enttagen offte bekortet werden und tho andem dingen implojert, 
niet achtende het emstliche mandat van bOrgemeistern ende raedt, anno 
1603 darvan gepasseret, darmith die E. E. heren sodanige guderen denn 
predigem ijn frijdöhm gestellet. 

Synod. resolv., dat deput. syno. bjj die E. E. hem vam rade mochten 
vörsoken, dat het placaet anno 1603 gepubliceret ock moge effectüert 
worden. 

IV Gra, — Wert van enige prediger dolert, dat bij copulatie der ehe- 
lüiden einer mith einem blothen schwerde vorahntrede und dreemael ijn 
die kerckdöre schleith , ock andere rumoren mith scheten und klockludent 
under der predigt macken, begeren darin anders moge vorsehen worden. 

Res. synodus, dat ein ider prediger darinne moge vörsoken die com- 
petente avericheit jedes ordes. 

Sessie 8 hora 6 antemerid. 
Is \jm synode geresolvert und for güdt angesien, dat die personen, so 
tho deputatos synodi eligert werden, ock die visitatie der dassen um 
vörmiding desto mehrder kosten solen ahn sich hebben unde thogelich 
vorwalten. 

Sint darüp van dem synode tho deputatos vörordenett: D. JoAisTWis 
AcRONius, prediger der stadt Groningen, D. Andreas Stratemannus , p. 
Ijn Süetwolde , D. JoAimES LoLmeius , pred. jjn Nördtbroeck , D. Jouannes 
ScuRODEBus, p. in Westerembden. 



181 

Beschluetlich hebben die E. E. hern gecommitterden des oollegii van 
wegen S. G. iind die E. E. hern gedeputerden eine emstliche imd ge- 
truwe vörraahning gedaen ahn die samptliche jegenwordige broderen, dat 
ein jeglicher classis ehre confratres und kerckendiener , so under ehrem 
elasse sorteren, flitig und emstlich sole ermahnen thor godtsalicheit und 
christlichem iver yn ehrem anbefahlenem hogenn ampte, iraglichen ock 
thom hilligen, erbaren wandell ijnn ehrem levende, darmith sie ehren 
thohörern mith gudem exempel mogen praeluceren und vörluchten , updat 
die, so van uns achterreden alss van öveldederen, unse güde wercke 
sehen unde Godt gepriset werde. Darbenevenst und insonderheit, dat se 
ock diejennen, so ijn ehrem elasse mith drunckenheit und andem unge- 
börlichem wesende den weddersakeren und fienden der waren relligion 
grothe ergerniss geven, thor betering ehres levendes wall emstlich vör- 
mahnen, updat die kercke J. Christi beides mith reiner lehre und up- 
rechtem wandell bij uns moge gestichtet und vörtgeplantet werden tho 
der ehre Gades unde veler minschen seelenheil und ewige wolfartt. 
Welche ermahning van den semptlichen broderen ijn schuldiger danck- 
barheit ijs angenhamen mith wunsching uns allesamptt hirtho die hulpe, 
gnade und segen des allmachtigen Gades. Amen. 

Also ijm ahnfang des synodi censura morum geholden, und glich 
we dhomals also ock nu nemandt (godtloff) culpabel offte strafifbar 
befunden, so ijs hirup mitt dancksaging tho Godt dem Heren die 
synodus geendigett, und hebben de anwesenden prediger semptlich 
underschreven. 

WuLFOANOus Agricola, predigcr to Loesdorp, synodi praeses. 

Bernhardüs TuEODORici Nordanus, assessor. 

Uliucüs Bültenius, prediger ijn Haren, scriba synodi. 

EoBEKTüs Halbes, licentiatus, senior. 

JoHANNEs ScTiRODERus, pastor iju Westcrembden. 

Iesreel VixcKi:Lnjs, minister Loppersumanus. 

JoHAMSTS Laxten, prcdigcr in Holwijrda. 

Georgiüs Placius, ecclesiastes Dammonensis. 

Regnerus Emfexu, past. ijn Westerwitwartt. 

Antoniüs Strombergius , eccl. in Bottum. 

Trrus Theodori, p. ijn Schlochtem. 

Her3iannüs Theophilus, p. yn Leechkercken. 

JoiiANNEs LoLiNGius, p. iju Nordtbroick. 

Samtjel Neitz, p. ijn Suetbroeck. 

GoDOFRiDus Lomeverus, p. iu Usquartt. 

Samuel Smaltzius, p. in Wettzingen. 



182 



Hesselub NiCAsn, p. in ülderum. 
TiDO Danielis Cnipensis, pastor in Bafiloe. 

Finis. 
Fer Jesu nobis indigentibus salutem. 



Acta XVII synodi promndalis^ ahngeordinet van 
dem wolgebornen grafenn und hem h. Wilhelm 
LuDEWiG stadtJioüder sampt den E. E. hochwisen 
ende seer discretenn vorseenigen h. Staten der stadt 
Gr (mingen und Omlanden , binnen Groningen te holden 
20 Maij anno 1611^ in hijwesen dess E. E. Roloff 
Batting , raetshern , und ook des E. E. jünckhern 

Bocco AwEMA, als gecommitterden des collegii. 

» 

Sessio prima hora secnnda pomerid. 20 Ma^. 

1. Is by aifwesende des ijm vörledenen jahre gewesenen praesidis 
domini Wulfgan. Agrioolae tegenwordiger synodus van Ulrico Bültenio, 
als ijm vorigen jahre gewesenen scriba synodi, met dem andechtigen 
gebede angefangen, und darup femers per communia suffragia fratrura 
praesentium 1) in praesidem eligert worden dominus Andkeas Stratemak- 
Nus, pastor in Suetwolda, in assesso. dominus Albertus Wilhelmi, p. 
in Medis, in scribam denuo ülricus Bultenius, pastor in Haren. 

2. Sint ferner uth den 7 classen deser provinciën nhafolgende personen 
gedeputert end comparirt: 

I. classis Groningana: dominus Christophorus üchtemannus, p. in 
Groningen, dominus Egbertüs Halbes, licentiatus, senior, dominus Ulricus 
Bultenius, prediger tho Haren; 

IL classis Dammonensis : D. Georgius Placius , pastor in Appingadam , 
D. Theodorus Folckeri, p. in Schiltwolda, die E. Gerrijt de Yena, senior; 

ni. classis Loppersum: D. Iesreel Yikckeltos, p. in Loppersum, D. 
Henricus Houbingius, p. Zandensis, D. Lambertus Henriq, p. tho Wid- 
dewerüm ; 

IV. classis Middelstum: D. Albertus Wilhelmi, p. tho üthhusermeden , 
D. Andreas Stratemannüs , p. in Suetwolda, D. Antonius Strombergius , 
p. in Rottum; 



1) „praesentium" ontbreekt in YY. 



183 

Y. classis Enrumana: D. Babtuolomeüs Bilderbeke, p. in Warfhusen, 
D. Henriccs Zuetlaraeus, p. in Aerdorp, D. Adolphus Besten, p. in Wehe; 

VI. classis Suethormiana : dominus Bernhardtjs Andreae, p. in Esingen, 
D. NicoLAus Petri, p. in Fissfleeth, D. Joannes Schönenbergius , p. in 
Adewert ; 

YII. classis Oldeanipt: D. Wigboldus Ho>ieri, p. in Midwolda, D. 
Johannes Joannis, p. in Wagenborch, p). Johannes Lolingius, p. in Noord- 
broijck] l). 

3. Is nha averantwording der credentzbriefen censura morum geholden, 
und (godtlo£f) nemandt ahn lehre noch levendt solchermathen straffbar befun- 
den , dat ehme die sessie hedde mith billicheit mogen vorwe^ert worden. 

4. Sind gravamina omnium classium ijngenhamen, und domino Chris- 
TOPHORO Uchtemanno, D. Wigboldo Homeri ende D. Georgio Placio ijn 
richtige ordening deselven tho redigeren averantwordet 

5. Is van domino praeside dem vörsammelden chrlstlichen synodo tho- 
gemöthe geföret het inholt van gedahner uthschrivinge der E. E. h. 
Gedeput. ahn die samptliche dassen, bedreffend der prediger logisening 
ende tractament bij verrichting der synodale saken, datwelch sich dage* 
lichs nur thot j 2) slecht daler sole erstrecken , im^lichen ook dat ein 
prediger nit [in] 3) publike herbergen, sondem bij gemeine borgem sin 
logis solde versöken. Ende also men der hogen magistrat edicten sich 
tho submitteren schuldig erkenne, glichwol averst solche determinerde 
kleine gasie thot nödttroftiger underholding ijn deser stadt nit sufficiant 
sij, WO derowegen hirin tho procederen sij? 

Res. synod., also enige prediger ijn deser vörsamling sich rotunde 
beklagen mith der borgene alhir gene kunde tho hebben, ock meth so- 
dahne ahngeordente gasie nit wethen uth tho kahmen , dat derwegen dith 
gravamen den E. E. h. Gedeputerd. soUe in synodo vorgestellet worden. 

6. Die sake HENRia Meunardi predigers ijn Tolbert ahngaende, so 
um sekere reden van den synodi deputatis sines dienstes alda entsettet 
ijs, averst nittemin beth anhero terselver plaetsen continueret, und in 
conventu classis Suethormianae sich wol erbaden van sodahnen beschül- 
digung te purgeren, datwelch glichwol nit geschehn, resol. synodus, 
dat hem van desem synode söle ten scherpesten injungert worden sich 
nha gefelleder sententz dominorum deputatorum tho reguleren, oder da 



1) Het tusfichen | ] geplaatste ontbreekt in onzen cod. en ZZ, aangevuld uit YY. 

2) „j" dat is een half. YY heeft l/g. 
2) „[in]" aangevuld uit YY. 



184 

he vörmeinet sich genOchsam tho purgeren konen, sall he als morgen in 
83niodo erschinen , sine excusationes vörbringen bij vörsteck van sine sake. 

7. In die sake Wibe Oiseberts, so van dem pastore Dammonensi ijs 
vorgestelt worden bedreffend die vorlating van sine eheliche hussfruwe, 
dorch ahnreitzing eines Jesniten thowege gebracht, res. synod., dat 
die contract, so gemelte eheluiden wegen sodahner desertion privata 
authoritate absqiie magistratus consensu hebben upgerichtet, van gene 
werden sij, sondem personae desertae hirmit uperlecht wert desertricem 
conjugem diirch den magistrat nha landes manere lathen ijneisschen tho 
verscheiden mhalen, updat, wen solch geschehn, he dem magistrat desto 
mehr sine innocentiam , und dat sodahne desertie ab altera parte malitiosa 
sij, demonstreren köne, und dan ferner sin versoeck dho umb hirin tho 
procederen nha christlichem beheer. 

Sessie secunda hora 7 antemer. 21 Mag. 
Precibus ad Deum fusis sint darüp die acta synodalia praeteritorum 
annorum tho revideren ver die handt genhamen. 

Articulum 9 sess. 3 bedreffende, dat den predigem bij den E. E. h. 
Gtedep. sal gn ehrem versoeck ordinarie up den Woensdach yn der weken 
audientz gegeven worden, achtet synodus sehr raetsam tho sin tselve 
den nijes verordenten hem Gedep. tho erinneren, darmith ock deselven 
bij deser ahnordening to persisteren beleven mochte. 

Belangende den articul, dat van denjenigen, so gm vorgangenen jahre 
ex classibus dem synodo bij tho wanen sint gedeputert gewesen, einer 
sall upt nahestfolgende jahr wedderum dartho deligert worden, wert 
nochmals geapprobiret. 

Uppet versoeck des predigers domini Alberti Wilhelmi, Medani pastoris, 
wegen der praebenden darselvest , also bewisslich dat die vorigen pastores 
loei darvan dat jus conferendi mith ahn sich gehatt, dat derwegen ock 
obgedachtem pastori dat jus collationis mochte gngerüemet worden, ock 
wile cura animarum darüp fait , he sine quotam darvan bekahraen mochte. 

Synodus resol., dat deputati synodi, so kunftig solen hirtho verordinet 
werden, tselve bij die E. E. hem umb gedachten pastoren dartho tho 
befordem remonstreren solen. 

Idt wert ijn desem synodo nödich ende behoerlich angesien, dat die 
hoge avericheit deser provincie beleven wolle der unvörmögenden predigem 
deses ordes kindere , so gude ingenia hebben und thom studirende duchtig 
befunden worden, uth die geistliche middelen vor anderen ijn horen piis 
studiis tho beforderen und fort tho helpen, als da sin in specie: defuncti 



185 

domini Leonis Abeu, pastoiïs qiiondam in Loppersum nhagelathene twe 
sohne, da sich güde hopeninge van eröget; item domini Antonii, pastoris 
in Rottum sohn; noch domini Johannis Jansen, pastoris in Wagenborchs 
twe sohne, die ock bonae indolis befunden worden. Und werden synodi 
deputati belastet umb dithselve nha behoer den E. E. hern tho remon- 
streren. 

Idt wert ock desem synode piae angedienet, dat die gemeinte Christi 
tho Caelhara sehr quaetlich met der heilsamen weide des hilligen godt- 
lichen wordes versorget wort, und sie selvest mehrendels bij verschei- 
denen personen daraver süfften und klagen, dat sie gantz spUrsamlich 
van benaberden personen propter looi distantiam bedienet werden. 

Res. synodus , dat deputati syn. solen met hogesten flithe bij die E. E. 
h. Gedep. anholdcn , dat deselve hungerige gemeinte Christi thom förder- 
lichsten met einen beqüamen lehrer moge versehn worden, overmitz dar 
themelicke middel thot des dieners underholding verordinet sint, wen 
sie henfemer men gefolget worden. 

In saken Johannis Conradi, pastoris Enrumani, wegen vörwarlosung 
des mandats dominorum deputatorum synodi, leth synodus ijdt berusten 
bij der scherpen censur, so ijn classe aver hem ergangen ijs. 

Al 80 ock synodus erfahret, dat Fredericus Ilberi, schoelmeister tho 
Ostem, sich simoniescher wise tho Saxemhusen soeket yn tho dringen, 
wert he up morgen geciteret coram synode tho compariren. 

Diewile ock classis Loppersumana doleret aver des Gaspari Goltzii 
unformliche buthen des classis consent inkrupen in den predigerdienst 
tho Loesdorp, ungeachtet he noch for geen membrum classis geacceptiret 
ijs, so wert vant synode geresolvirt densulven up morgenden dach ad 
synodum tho citeren umb der saken gelegenheit gnmdtlich tho erkundigen. 

Sessie tertia hora 2 pomerid. 21 Maij. 
Dei opt. max. sanctissimo nomine invocato is Henricus Meinardi up 
ergangene citatie ijn synode erschenen, begerende dat he up nahestfol- 
genden dach tegens sine anklagere umb sich tho purgeren mochte gehöret 
worden. 

In sake defuncti domini IIermanni Theophili, gewesenen pastoris ijn 
Höch ende Leechkerck , offt demselven het nhajahr nit behöre geconcediret 
tho worden, res. synodus, diewile het classis sich erbeden doeth den 
kerckendienst ahn sine staedt v5r die tidt des gnadenjahres getruwlich 
tho bedienen, die carspelluiden ock darmith ghar wol fredtlich sin, dat 
derwegen mith keiner foge hem dat annus gratiae, so den predigem bij 



186 

allen christlichen gemeinten genre gefolget wert, köne enttagen worden, 
dannith sine nhagelatene schulden, darin he mehrendeels wegen siner 
van den üenden erledenen gefenckniss geraden, mogen affgedahn unde 
sine crediteren contentiret worden. 

Idt Yorordenet ock synodus, dat twe uth hörem middel solen ahn die 
E. E. hem gecommitterden aifgesonden werden , die dese resolutie synodi 
gemelten hem mogen ahndienen und dabij die reden , so synodum dartho 
gecommoveret, vormelden. 

Sint widers die acta synodalia superioris anni revidert. 
Hisce peractis synodus ad audiendam sacram condonem se in sacram 
aedem recepit 

Sessio quarta hora 8 antemerid. 22 Maij. 
Dei opt. max. nomine invocato hefFt D. Joannes Acrojous , pastor eccle- 
siae Groning. durch D. Christophobum UcHTEMANifUM dem synodo lathen 
ahndienen, dat he tegens Henbicüm Meinakdi begere gehöret te worden. 
Synodus concedert tselve geme. 

Sint femers by deser sessie erschenen die E. E. h. Gedeputerde Staten, 
alss der E. E. Roloff Batting und der E. E. Bocco A\s'ema, umb deses 
synodi saken und hendein thor ehren Gottes imd erbuwing siner christ- 
lichen gemeinte helpen tho dirigeren ende tho beforderen. Hebben ock 
diesel ven E. E. heren coram synodo sich beklaget , dat sie wegen diverse 
geschefften und amptssaken nit ehe deser christlichen vorsamling hedden 
bijwahnen konen. 

Nhamals sint D. C.vspari Goltzu saken tho ventileren ahn die handt 
genharaen , und wegen korte der tidt ijn deser sessie nit konen affgedahn 
worden, overmitz der synodus ock dithmael der praedicatie des h. godt- 
lichen wordes bijgewanet hefft. 

Sessio quinta hora 2 pomerid. 

Fusis ad Deum precibus is men anfangs wedderum getreden thot der 
saken Casp. Goltzh. 

Belangende den gemelten Gaspari Goltzu beroping tho den pastorat ijn 
Loesdorp, ock die ahnferding dessülven dienstes, absque classis consensu 
geschehn , woraver het classis sehr dolert , resol. synodus nha geholdener 
riper deliberatie , also C asparus Goltzius van den Loesdörpem eine schrifFt- 
liche beroping in debita forma bekahmen, vann collatoren und der ge- 
meinte undergeschreven , ock mith des coetus van Embden reconciliation- 
schrifft die anferding des dienstes tho Godelinsen ahn der persene 
Goltzu expresslich geapprobiret ijs, datwelch ock deputati synodi des 



187 

vorledenen 1610 jahres geratificeret , so vorklaret numehr synodus, 
dewile gemelter Caspakus bethhero sich tho Godlinsen in sinem dienste 
de gantze tidt aver fraem, eliristlich end stichtelick gedragen hefft, sal 
sine erlangede vocation up Loesdorp mogen horen effect gewinnen, het 
classis ehne henfemer ock vor ein lidtmathe ahnnehmen, und for die 
exorbitantie , so dabi geschehn, nha inholt der kerckenordening censureren. 
Wert ock het classis Loppersum vam synodo for höre flitige upsicht ende 
ernst, ijn Goltzh sake bewesen, hoch bedancket 

Is nhamals up citatie erschenen Fredericus Ilberi, schoelmeister tho 
Ostem, und desselven sake van den broderen geventilert worden. Also 
dan ijn der sake Frederici Ilb. befünden wort, dat he sich tho Saxem- 
husen ijn den pastorat unrechtmetigerwise per quandam simoniae 
speciem bij den gemeinen huislüden tegens der principalesten coUatoren 
vam adel ehren consent und inwilligung begeret ijn tho flicken, he ock 
kein testimonium doctrinae vörtönen kan, so vorklaret synodus, dat hem 
forerst ein certus scripturae textus urab coram synodo denselven up 
avermorgen tho vörklarende sole angeordinet worden, daruth he dan 
femers dorch veer hirtho vörordente personen sall geexamineret worden 
umb sinen profectum enigermathen tho erkundigen, ock dan femers tho 
dohnde nha behoer. Is gemelten Frederico van dem domino praeside tho- 
geordinet het dictum Christi Joh. 3 tho verklarende: Nisi quis renatus 
fuerit ex aqua et spiritu etc. 

Sessio 6 hora 9 antemeridiana 23 Maij. 

Dei opt. max. nomine invocato is die sake Henrigi Meinardi vam synodi 
geexamineret worden. 

Ahngaende vorerst die schmaereden und scheldtworden , so he gantz 
imbehörlieh , lichtferdig und boeshafftig aver den werdigen und wolge- 
larten D. Joannem Acronium achter sinera rilgge bij der gemeinte tho 
Tholbert , item Groningen und anderswo uthgespiet wedder alle christlich 
behoer und ock alle recht und billicheit, res. darüp synodus, dat hem 
van domino praeside coram frequenti synodo solche sine unbehörliche 
lichtferdicheit und malilia, hirin van hem begangen, sall upt scherpeste 
vorgestellet worden , und van solchen straffwurdigen cavillationen sich 
henferner tho höden und aff tho sthaen sal ermahnet worden. Datwelch 
geschehn sinde, sall hem uperlecht worden femers dominum Joa. Acro- 
Niuii um vörgifFniss tho bidden, und sodahne van ehm falschlich und 
lichtferdigerwise gespargerde calumnien öpenlich tho revoceren. Dith 
alles heft darup gemelter Henricüs Meinardi vor dem plena synodo 
gedahn und darbij vorklaret, dat dominus Acronius niemals hem noch 
mith worden edder wercken etwas tho kort gedahn hedde, sondem alles 



188 

dat he hibevör van gedachten hem Acronio gesprenget, wehre van hem 
unbedachtsam uth schwackheit und affecten allerdings geschehn. Is noch 
darbaven van dem synodo geordinert, dat hirvan sole ahn die gemeinte 
tho Tolbert eine acte vorferdiget worden umb dieselve hirvan tho adver- 
teren, sowol van der aver geraelten Henricum Meijnardi gefelleden 
sententie wegen siner bedening der kercken ijn Tolbert, alss ock van 
qnaliteit ende gelegenheit siner lichtferdigerwise uthgespieden schelt- 
worden aver den hem Joan. Acronium. 

Folget nu femers die sententie des christlichen synodi aver denselven 
itzgemelten Henricum Meynardi wegen sines unförmlichen inkrüpens in 
den pastorat tho Tolbert. 

Also dem christlichen synodo, dorch express iithschrivent van die E. E. h. 
Gedeput van Groningen end Omlanden binnen Groningen np desen 20 dach 
Maij anno 1611 ordentlichen vergadert, avermhael met bedröffniss ijs vor- 
gekahmen die lanckdürige process, so sick nu eine gemme tidt mith Henrico 
Meynardi hefft thogedragen, also dat synodus gesien ende befilnden hefft 
uth sekere actis, dat Henricüs be voren binnen Franeker van die deputatis 
synodi aldar van sin kerckendienst sij affgesettet, geschehn den 9 Novemb. 
anno 1598, welche affsetting die christliche synodus des f eigenden jahres up 
der *1oüw geholden ock hefft bestadigt, alss ijmglichen ock geschehn ijs van 
die christliche synodus, anno 1603 binnen Groningen vörgadert, nhadem- 
mahle Henricus vorschr. gene ordentlicke inganck ijn die kercke Christi wed- 
der hefft vertonen konen, glich Henricus tegen wordich desem synodo noch 
nit hefft konen vörtonen, wesshalven hie den ock van desem synodo gecen- 
surert, dat he sich also tegens die kerckenordening bethhero vörholden 
wartegens dennoch synodus gesien hefft uth enige loeffliche tüchenissen ende 
ock sul vest befunden, dat Henricus sich all ahn verscheidenen plützen, dar 
hie gedienet hefft, beide ijn lehre ende levende wol solde gedragen hebben, 
gelick he damm alhir ijn Süethormer classe tho Tolbert eine beroping 
entfangen, synodus dan dese saken wol erwagen hebbende resolvirt ein- 
drachtelick, dat Henricus tenfolge die vorige sententie, anno 1603 alhir 
aver hem gegeven , sick des predigampts sall entholden und die entfangene 
beroping affsthaen , thor tidt hie der gegevenen sententie genöchdho , sick 
mith den deputatis synodi van Vriesslant wedder vorsoene und darvan 
den deputatis deses synodi genöchsam schin vortöne, um folgents sich 
alhir dem ordentlichen examini tho sisteren und also met hem nha befindt 
van sake tho procederen, alss christlich ende kercklick. 

Is folgents ijn desem synodi erschenen die E. E. rentemeister Coppen 
Jaroes , alss medecollator van den kerckendienst tho Saxum , versoekende 
sehr iverich, dat die gemeinte tho Saxüm, diewelcke meist alle sehr wal 



189 

hirtho gesinnet wehren, mochten met einem eigenen prediger versien wer- 
den, und der wegen dem synodo beleven mochte, overmitz ein oder twe sich 
etwas contrarie stelleden, dem carspel schrifftlich eine gewisse tidt van 
6 oder 8 weken tho bestemmen, darin sie sullen geholden sin einen 
bequamen prediger tho beropen, oder bij faüte van desen die synodus 
einen alda stellen wolde. 

Res. synodus, dat wen die E. £. h. Oedeput. alss assessores und 
directores hujus synodi, die noch ter tidt absent, würden ad synodum 
ankahmen, solde mith denselven hirvan gedeliberert und gehandelt, ock 
wider nha behoer darin versien worden. 

Idt hefft ock dorainus Joan. Acronius, pastor urbis, dem synodo ahn- 
gedienet van domino Gabriele Asswerio, gewesenen carthüser ijm clöster 
Ruermünde , diewelcher dorch sonderliche erlüchting Gottes ex monachatu 
suo thot unser gereformerten lehre getreden und numehr sich ijn den h. 
ehestandt begeven hefft, ock van verscheidenen gereformerten gelehrden 
gude testimonia siner gelertheit und sonderlichen erbaren, metigen und 
christlichen wandels vörtönet, dat synodus sich dessul ven mith ernst und 
trüwe mochte ahnnehmen und thom hiUigen predigampt beforderen. 
Wortho der gantze synodus sich schuldig und hochwillich tho sinde 
erkent, und up middel ende gelegenheit umb desen bonum fratrem tho 
promoviren nha mögelicheit will bedacht sin. 

Sessio 7 hora 2 pomerid. 23 Maij. 
Precibus devote ad Deum fusis sequentia in pia synodo peracta sunt. 

Is ym synodo vorgestellet van verrichting des examinis met Frederico 
Ilberi uth siner predigt ahn tho stellende. Resolv. und begeret frundtlich 
der synodus, dat twe van der stadtpredigern , so van desen synodale 
saken itzo enilediget, het werck up sich tho nehmen beleven mochte, 
Dessfals den die werdigen und welgelerden broderen D. Joan. Acronius 
und D. Herm. Stechman hirtho vörsocht sin, denen noch twe uth dem 
middel deses synodi solen bijgeföget worden. 

Nha desem ijs D. Joannes Acronius avermhals ad synodum gekahmen, 
und van siner alss ock des adjuncten domini Andreae Stratemani legation 
und gedahnen reise in Hollandt, ock hörer vörrichting daselvest withlöpige 
relatie umbstendiglich gedahn, dermathen ende also datt dese gantzer 
christlicher synodus horen sonderlichen flith , ernst , truw undt iver bij vör-^ 
richting und fortsetting dersulven hochwichtigen sake, die ehre Gottes undl 
siner kerckenerbuwing concemerende , genochsam daruth gespöret ende 
vörnhamen hefft. Bedancket ock desswegen dezer gantzer synodus die 
beiden obgemelten heren broderen thom hogesten, dat sie ahn h5rem 



190 

mögelichen flithe und arbeit wegen erholding reiner, heilsamer waerheit 
und kl^rheit ^n der relligie hebben nits erwinden und mangelen lathen. 
Idt hefft ock wider D. Acrojstus nha ertelling eniger falschen lehr- 
puncten, so leider bij der nijes ijn Hollandt erstandenen Arminianischen 
secten gelehret und vordedinget werden, de samptliche classen emstlieh 
ende fnindtlich vörmahnet ende gebeden, dat se nu henfemer up junge 
studenten, so bij ehnen promotie thom kerckendienst und h. predigampt 
kunfftig versöken mochten, gude upsicht dragen in examinibus, ock vör- 
sichtiglich und accuratius handelen sonderlich bij denen , so van suspecte 
scholen und academiën alss Leijden und Steinfürto ahnkahmen mochten, 
darmith sovele mögelich solche secten uth deser provincie mogen gewehret 
worden. 

Wider hefft D. Joan. Acronius dem synodo vörstendiget , wo he dem 
van Bedum entsetteden Petro Lucano, welcher tho Gülich sich bij der 
gereformirten gemeinte for einen prediger listiglich ijngepracticert , hebbe 
nhageschreven umb die zaerte gemeinte daselvest for gemelten P. IjUcanum 
alss einen, die der bedieninge des h. predigampts unwerdig sij, tho 
waerschüwen, mith vörlesung der copia sodahner nhaschrift ahn den h. 
D. WiLHELMUM Stephani, Brandenburg, concionatorem aulicum. 

Begerde darup, dat synodus nha umbstenden der acten van Lucano 
mochte ördelen, efft he mith sodahner nhaschriving unde waerschüwing 
vor gedachten Lucani persene recht edder unrecht gedahn. 

Synodus vorklaret einhellig, D. Joan AcRoimjs hebbe hiran recht und 
wol gedahn. 

Hefft femer D. Acronius angedenet, wo he berichtet werde, dat enige 
prediger demselven entsetteden Lucano solden testimonia siner wolver- 
holtniss, und noch sonderliche commendatitias literas umb ahn den ge- 
melten ordt promo vert tho worden, ock noch mals ehne in pastorali oflBicio 
daselvest tho erholden gecommunicert hebben, dat synodus darnha tho 
inqui reren beleven mochte und ferners hiraver judiceren. 

Synodus desswegen inquirerende hefTt verstanden , datt enige des classis 
Middelstum und sonderlich Hermannus Khen^vnus, prediger ijn Middel- 
stum, sich dessen sole underwunden hebben. 

Hefft darup synodus den handel veelgedachten Lucani ijn den fruchten 
Gades erwegende geresolvirt, dat vorgedachte personen des classis Mid- 
delstum sehr gröflich gepecceret und tho buthen gangen sin, indeme 
sie dem umb grothen redenen entsetteden Lucano hebben commendatitias 
literas lathen thokahmen, und wile sie also der synodale resolutie, in 
synodo Groningana secunda artic. 28 vörfathet, thowedderen gehandelt, 



191 

dat demnha dieselven des classis hiraver emstlich tho censureren, inson- 
derheit pastor Middelstumanus Hermannus Rhenanus alss authör wegen 
deser exorbitantz nha behoer dafor sole angesien worden , metz adderende 
dat ock van desem geheelen synodo, nhademmhale die sake ahn sich 
hochwichtig , als die Gottes ehre und siner christlichen kercken erbuwing 
concemiret, sole ad Juliacensem ecclesiam reformatam eine missive vör- 
ferdiget worden, dadorch des h. Acronu aver Lucani saken affgesundene 
vörwitting, ahn den Brandenb. h. superintendenten gedahn, moge geratifi- 
ceret und also die waerheit tho sin betuget worden. 

Sint nhamals die gravamina generalia et specialia, so up 
desem synodo van classium deputatis exhiberet worden , for 
die handt genhamenn. 
Gra, 1, — Doleren die samptliche dassen , dat den Wedderdoperen die 
öpenliche exercitia, sowol bij nachte alss bij dage, dessgelicken den Pa- 
pisten twar vorbaden sint, fahren averst glichewol fort, dat demnha 
einmael met ernste darin mochte vörsien worden imd die executie ge- 
fordert Unde thot mehrder vörtsetting desen begeret classis ynt Oldeampt 
in specie, dat die 13 articulen, gepubliceret van deser saken den 15 
Septembris anno 1601, wedderum de novo mochten publiceret ende ge- 
handthavet worden. 

Res. synod., dat deputati synodi tselve up den gemeinen landtsdach 
solen remonstreren. ünd damith desto bether hiraver executie moge 
erianget worden, solen deputati letten up dese gelegenheit dat, wen S. 
Gnade der h. stadtholder hir ter platze tegen wordich , sie alssden bij 
S. grafliche Gnade, als die (godtlofP) ein eximius verae relligionis pro- 
pagator ijs, ijn underdahnicheit anholden umb hirin der kercken Gottes 
then besten met siner graefflichen authoriteit enige assistentz tho leisten , 
damith die 13 articul, so die E. E. h. borgemeister end raedt der stadt 
hiraver in anno 1601 gepüblicert , mochten ter executie gestellet end ock 
ijn den Omblanden alss der kercken Gottes thor erbuwing sehr geaccep- 
tiret imd gemanuteneret worden. 

Sessio 8 hora 7 antem. 24 Maij. 
Sint bij dem synodo angekahmen twe studiosi theologiae umb liöre 
prövepredigten tho dohn , so ehnen vörmals vam synodo thogelathen ende 
ock uperlecht worden. 

Nha anhöring sodahner predigten ijs der eine Henricüs Rodolphi Sta- 
densis ahn gaven also befunden worden, dat die samptliche synodus ein 
sonderlich behagent daran gehabt und hem thom pastorat tho beforderen 
duchtig erkandt hefft. 



192 

Dor ander Predericus Ilberi ijs yn erklering des texts, so he tho 
tractaren vorgehabtl), also befunden, dat men ehne thom h. predigampt 
tho to lathen imdüchtig erachtet hefft. 

Is ock nhamals mith gemelten Frederioo dorch die vam synodo hirtho 
angeordenten predigere ein klein praeexamen angestellet nmb sinen in 
theologicis profectum enigermathen tho exploriren, darmith hem ijn sin 
vorhebben ende vorsöck umb tholating thom predigerdienst nit tho kort 
geschehen mochte. Worvan die vörordente examinatores nhamals ahn den 
synodum einhellig desen bericht ijngebracht, dat gedachter FREDEmcus ad 
pastorale officium gantz inhabel befunden s^, sodat he ad ipsorum inter- 
rogata, die ehme dennoch in simplicissima forma vorgestellet , fast ghar 
nits hefft antworden konen, und he derwegen sowol van dem gantzen 
synodo alss ock den examinatoribus alss ein ungequalificerder vam hogen 
predigampt thot schoeldiensten nha gelegenheit tho bedienen degradert 
und vorwiset vrert, imde midlerwile tho flitigem studerende van den 
broderen vörmahnet, updat so he nhamals sinen in theologico studio 
feliciorem progressum den fratribus proberen kahn, alssden ad altiora 
sall befordert worden. Wert demnha sine itz vörtönede vocation gehn 
Saxerahusen van dem gantzen synodo gecasseret, worvan ock die gemeinte 
tho Saxemhusen sall vam synodo vörwittiget worden, umb uppet spodigeste 
thot einer nijen electie van einen andem prediger tho treden. 

Gra, 2. — Begeren die classes, wile vele kerckvogeden , kosteren, item 
gasthuis vageden ijn den Umblanden ende stadtjurisdictien der Papistis- 
schen relligio thogedahn, und unser relligie nit aileine tho wedderen sint, 
sondern haren spott mede driven, daruth vele unordeningen ijn velen 
plaetsen angerichtet werden, dat demnha solche cassiret worden. 

Hes. synodus, dat deputati tselve bij die E. E. hern Gedeputerden 
mochten met flithe versoken , dat gene kerckendener und ock vogeden bij 
den kercken geduldet werden, so gene ledtmathen sint. 

Gra, 3, — Doleren sie, dat enige kerckvogeden end collatoren sich 
understan die pastorien effte andere kercklicke lehnen tho vörminderen, 
abalieneren und entfrembden thot nhadeel der kercken und kerckcndie- 
neren, dat darin moge versien worden. 

Res. synod., dat deputatos beleven wolle ock hinim bij die E. E. h. 
neerstelick an to holden umb darin tho versien, dat die pastorien ende 
kerckengüdere ock tho rechtem kerckendienst, dartho sie einmael sint 
gedestineret worden, mogen ahngewendet worden. 



ij „so — vörgeliabt" ontbreekt in YY. 



193 

Hirvan bringet classis Siiethormiana in specie disse klage for, dat dem 
pastori tlio Liitkegaste ein grass landes van siner pastorien dorch summige 
vant carspel entwendet und geheel darvan verkofft sij, item dat ock die 
behusing alssden ijnglichen die kerck alda gantz minos sij und gantz 
nits daran van der gemeinte reparirt werde , datt doch darinne behoerlich 
möchte vorsien worden. 

Ora. 4. — Beklagen sich etzliche dassen, dat enige der broderen die 
verordente classicale kosten nit könen van höre kerckvageden erlangen, 
dat men ehne behülplich sij. 

Res. synod., dat vermöge der vörigen synodale resohitien, in bijwesende 
sowol van S. G. als den E. E. h. Gedeput. hiraver genhamen , alle kerck* 
vogeden solen geholden sin horen prediger vör die classicale kosten tho 
erleggen jahrlichs 4 dall., ock darbenevenst die hinderstalligen samptlich 
ehnen to betalen. 

Gra. '), — Dat der E. E. h. Gedeput. hibevorne mandaten nit geeffec- 
tniret worden und ahne frucht affghaen , dar dat tappen , kopen, verkopen 
imd andere publike wercken onder den praedicatien der Sondagen ock 
thom deel der Sondagen vörbaden worden, dat sonderlich die Wedder- 
dopers thot spitt der Reformerden des Sondages sich merklich yn ver- 
lopen, dat hirin gedahn werde, item dat die mandaten der E. E. h. Gedeput. 
tegens dat luident, schenckent und andere abusen, so sick thodragen, 
wen bruiden thor kercken ghaen , mochten vornijert ende daraver geholden 
worden. 

Res. synodus, dat deputati synodi bij die E. E. Gedeputerd. instendig 
anholden, dat die E. E. h. unbesweret wolden sin umb ahn alle redgier 
und andere deser provinciën avericheiden hirvan uth tho schriven, sie 
emstlich dahen to constringeren , dat hirin mochte mit ernst geeflFectuiret 
worden. 

(hra. 6'. — Wile dagelichs vele unordeningen ijn den ehestandt ijnrithen, 
dat nha der belöffte ijn der kerckenordening eine eheordening mochte 
vorferdigt end publicert worden. 

Res. Synodus belastet deputatos darum instendig an tho holden, dat 
durch die magistmt van Stadt ende Omblanden eine eheordening thot 
affschaffing veelfoldiger ergernissen moge geconcipijrt unde vorfordiget 
worden. 

Qra. 7. — Dat die Wedderdöpers , so ijn pastorien ende andere geist- 
liche husen wahnen thot ergemiss der gemeinte Christi, mochten daruth 
gewehret werden. 

Resolv. synodus, dat Wedderdoperen ende Mennisten nit sole concediret 

Acta ayn. provliie. VIL 13 



194 

werden noch ijn pastorienhusen tho wahnen , noch der kercken lande tho 
gebrüicken. 

Gr. 8, — Doleren die classes samptlich, dat etzliche wickers, waer- 
segger und segenspreker ym lande geduldet worden, und sonderlich die 
vermaerte wickersche iip Caelham und ein oldt pape ijm Dam, so hie- 
bevoren desswegen tho Groningen ahm kake gestanden nnd nth der stadt 
vorbannet ijs, nnd noch ein ander oldt wiff ijm Dam etc, dat die E. E. 
h. Gedeput. iimb met allen ernst darin te handelen besocht unde ange- 
langet raögen worden. 

Res. Synodus approberts und demandert deputatis ernstlich bij den 
E. E. hem tho vörsöken, dat het effectuert worde. 

Ora, 9, — Dat deputati synodi alle jahren und also ock nu in synodo 
erschinen und remonstrercn , wat se nha inholdt der vörigen synodale 
acten in visitatione classium edder sonst in executione resolutionum sy- 
nodalium uthgerichtet. 

Res. Wert alssnoch geapprobert, dat het jahrlichs sall van deputatis 
achterfolget werden. 

Ora, 10. — Ahn den landtdach tho vörsoeken dorch die E. E. h. Ge- 
deput. , dat einmael güde ordening up die praeposituren gestellet werden , 
darmith die jahrliche upkumsten derselven nit undergeschlagen noch ad 
alienos usus mogen tmnsferiret worden. 

Res. synodus, dat deputati synod. solen bij die hoge avericheit an- 
holden, dat sie ad pium usum angewendet mochten werden. 

Gra. 11. — Offt kosters und schoelmeisters ijn wertschoppen effte 
gasterijen raögen thom dantz spelen. 

Res. synodus negativo, dat solches van ehnen nit sall geschehn bij 
verlust des dienstes. 

Gravamina classium specialia. 

1 Ora. — Doleret classis Groningana, dat vermöge der vörghanden 
resolutien des vorledenen synodi, ijn den Dam gestelt, die gravamina 
classium uthgenhamen classis Dammonensis nit sint anhero geschicket. 

Res. synod., dat solches hernhamals van allen classen sall achter- 
folget worden. 

2 Ora. — Begeret classis Dammonensis, dat dera pastoren tho Otter- 
düm moge die vicarie thot siner pastorie, welche alleine nit suflBciant 
ijs liem tho ernehren, bijgeföget werden und synodus hem behulplich 
dartho wesen. 

Synodus sihet vor güet ahn, dat deputati ijdt sinenthalven by den E. 



105 

E. h. Oed. met flithe versöken, overmitz dat sonst sin tractament geheel 
sober fait, hem die vicarie, da die eura animarum iip fait, mede tho- 
gelecht werde. 

Is folgents van desem synodo Henrkx) Bunger, schoei meistern , up sin 
versoeck geaccorderet eine vorechrifft mith tho delen alin die gemeinte 
van Oldenhove umb daselvest den vacorenden schoeldienst te mogen 
erlangen. 

3 Qra, — Classis Middelstnmana versocht, dat die kercke tho Rottüm 
moge repariret worden, und die schölmeister alda met ein behoerlick 
underholt vorseen worden. 

Res. synodus, dat depntati syno. tselve ahn die E. E. h. gecom- 
mittei*den thot die administratie der clöstergiideren solen remonstreren 
und anholden, dat sie beleven mochte vermöge der resolutie, up den 
Veneris 12 April anno 1611 hirvan genhamen, deses inholts dat höre E. 
E. die vörfallenen closterkercken met die ringesten kosten solen mogen 
repariren oder nha gelegenheit sekere informatie darvan nehmen und der 
provincie remonstreren umb nha behoren darin mochte gedisponiret wor- 
den , sie derowegen ock der kercken tho Rottum mochten mede indechtig 
sin, dat sie bi tides geholpen werde. 

4 Orav, — De pastoren tho Eppingenhusen , Dickeshörn , item tho Haren 
ijnt Gorecht vörsöken underholt tho kosters und schoelmeisters. Item 
Menckewehr und andere mehr kercken ijnt Westerqwartier versöken, 
dat sie mith kloeken wedder mochten vorsien worden, avermitz sie dorch 
die bedrovede krigestrübel diesel ven sint qwit geworden. 

Resol. synod. , dat deputati synod. tselve ahn die E. E. h. Gedep. mogen 
tho rechter tidt remonstriren , darmith up landtdagen tselve van hör E. E. 
met geproponiret mag worden , dat die provincial h. Staten beleven woUe 
den h. gecommitterden anbefehlen umb thot Gottes ehren und der kercken 
heil hirin tho dohnde. 

Sessio 9 hora 3 pomerid. 

Precibus ad Deum habitis is avermhals van des classis Middelstumanae 
unformliche handeling ijn saken Petri Lücani, deme enige des classis 
ein testimonium baven behör hebben lathen thokahmen, gehandelt wor- 
den, und wat mathen sie dafor tho censurerende mochten sin, des synodi 
advis vörsocht. 

Is darüp nha geholdener riper deliberatie geresolveret , dat also befunden 

wort, dat Hermanxus Rhenanüs, p. yn Middelstumb, glich als motiva 

caussa hujus exorbitantiae ijs, und he demnha billich solde ab officie 

behoren gesuspendert te worden. Dennoch synodus in den fruchten Gottes 

13* 



196 

hefft ijn acht genharaen, wat mathen gomelter dorniiius Herman, vör 
korten tiden nijes bij die gemeiiite tlio Middelstiiin beropcn ys, up 
welcher stichting raoth wol gelettet worden , so ijs daher synodiis be wagen 
hem, darraith der gemeinte tho erbitteringe tegens desen horen diener 
keine ahnleiding w^orde gegeven, die censnr aver sine persene etwan 
tho mitigeren unde poenae loco hem up tho leggen, ten ersten dat he 
tho bestemder tidt, so ehm die E. E. h. Gedeput. ahnordinen werden, 
sall gcholden sin vör hur E. E. ijm collegio te compariren, da hem 
alssden dese sententie sall insiniieret worden deses inholts, dat he dar 
openlich sal culpam exorbitantiae bekennen, indeme he den van den 
syno. deputatis entsetteden Petrum IjUcanüm de meliori nota aha hoge 
almsehnliche personen gerecommenderet und also des h. Acronh missive, 
ahn den Brandenburgischen hofeprediger des Lücani halven gedahn, da- 
dorch annihileren wollen, desswegen den gedachter Hermanntjs in prae- 
sentia der E. E. h. denselven umb vorgiffniss te bidden sall geholden sin , 
ock darbeneven noch 20 f. van sinenn upkumsten thot der armen profit 
vorfallen wesen. 

Die andem des classis, so ijn der vorlehning dem Lucano ein testimo- 
nium met hebben gehandthavet , solen ock poenae loco ehr culpam ag- 
nosceren, und coram synode dominum Acronium umb vortyung bidden, 
metz ahnlavende sich vor gelicher exorbitantz henfemer vör tho sehen, 
oder bij faute van dien sich schorperer censur tho underwerpen liirmith 
willen vörplichtet hebben. 

Is darüp die confessie und ock deprecatio culpae van den ahnwesenden 
des classis, sowal vör hoer alss die affwesenden gebrecklichen in frequenti 
synode geschehen. 

5 Qra. — Van unbehoerliche combinatien eniger kercken, darvan eine 
jegliche wol einen eigenen prediger, wen die gudere nür alle mochten 
dem diener gefolget werden, underholdon köne, res. synodus, dat jeder 
classis hirvan alle gelegenheit ijn specie den synodi deputatis vörwittigen 
sall, diewelche ferner solen belastet sin hetselve den E. E. h. des collegii 
te remonstriren end met hoer advis güde behoerliche order darin te 
macken, sonderlich dat allen und jeder gemeinten moge emstlich uper- 
lecht worden die samptliche angehorigen pastorien und vicariengüdere 
ock van den gecombinerden kercken den predigern tho folgen lathen , dar- 
mith also eine jede kercke thom eigenen prediger desto ehe befordert 
mag worden , updat Gades ehre und der kercken heil dadorch mehr ende 
mehr fortgesettet werde. 

Upt versöck des E. E. junckhem Gerdt Clajtdt wegen der kerck tho 
groeth ende klein Harckstede, dat die einen eigenen prediger erlangen 



197 

mochten, is ahn die synodi depiitatos gestellet umb mith den E. E. h. 
Gedepüt. davan tho confereren, wat ijn der sake ahm fögelichsten iind 
heilsamesten köne gedahn worden. 

6 Gra. — Wo men ahm stichtelichsten moge procederen mith sodalmen 
personen, die van der wahren gemeinte thot den secten der Wedder- 
doperen edde Papisten affgefalleii sint, und sich nochmals begeren wed- 
denim tho imser gemeinte te begeven', res. synod, , dat wen solchen 
personen ijdt mith der conversie ein ernst sy, se alsden publice coram 
ecclesia hore schuit end ergernisse bekennen und vortijimg bidden 
möthen , welches diejennen , denen idt van hertzen geith und hiniiith ein 
ernst ijs, nit weijgern werden. 

Up JoiiANxis Ctiperi predigers billichs vcrsoeck ordineret synodus, dat 
Suethormiana classis, darunder he gestanden, umb genochsame reden 
hem ein purum testimonium wol mithdelen mach. 

Sessio 10 hora 8 antemerid. Saturni 25 May. 

Post invocationem sanctissimi nominis divini hefft die E. E. Dodo 
Amschweer averniahls per D. praesidem die sake van den praepositüren , 
dat darin einmael pie ac recte vörsien werde umb in legitimum usum 
ahngewendet tho worden, dera synodo lathen ahndienen, dat die christ- 
liche synodus nha behoer darin höres besten vörmögens procediren wolle. 

Res. synod., dat men ydt nochmals lathe vorbliven by den resolutien, 
ijn vörigen synoden hirvan genhamen. 

Uppet christelick vörsoeck van die E. Oerrit de Vena, proviantmeister 
up Delffziehl, repraesentirende die gemeinte alda, resolvirt synodus, dat 
deput. syno. solen by die E. E. h. Gedeput. höi^ntwegen mith flithe 
anholden, umbdat hoerluiden dat stufergelt van die generale middelen 
der pachterien, so da ter platz sehr hoch ende düer vorpachtet worden, 
mochten thot vullen gefolget worden thot behoeff ehrer veelfoldigen 
armen, sowol der iithheniisschen miserable personen, dagelichs dadorch 
treckende, alss horer ingesethenen hussarmen. 

Sint folgents van dem synodo thot deputatos erwehlet: D. Bernhardus 
Theodorici, prediger binnen Groningen, D. Andreas Stratemaxnüs , p. in 
Suetwolda, D. Wiüboldüs Homeri, p. in Midwolda, D. Georgius Plauus, 
pastor in Appingadam. 

Also ijm anfang des synodi censura morum geholden, unde glich we 
dhomals also ock nu nemandt (godtloff) ciilpabel befunden, so ijs hirup 
met dancksegging tho Godt dem Hem deser synodus geendiget, und 
hebben die ahnwesender prediger semptlich undergeschreven , alss folgei 



19^ 

AusEserr'i OrcnjEUU. pastor in Medis. MSsessoT. 
Vhüi^xh BrLTE5:T"-. p. in H^ren. 5Tn«ii §«21110. 
CuKL^T^Amr'Kr^ U- TfTEMjkjnnrs . prediger binnen (jrT'Oingtga. 
ï/iBEKirs HAL£i>. licentiatns. me-le olderiing. 
Gt/^ifif^iüJi Pla'TTs. prediger ijm Dam. 
Gekkut de Vixy. onderlingk. 

Je^kecl Viy^-KELIUS. 

Lambektt^ Bexki'i Groning. . pred. ten Post. 
AxToxrrs Strombeiwit» , p. Rottum. 
Aii^^Li'Hrs Bestex. pastor in lüTiee. 
Babtholohets B\xlerbeke. p. in Warfhusen. 

liE5BI<XS ZrETL.VK-\Er>. 

Bernhakdus Axdkeae. 

yVXjLAZS PeTBI. 
JOHAXXES SfHOXEXBEBCH. 
JoH.eOTES JoAxyis. 

Joif. I»Li5on:s, ecclesiastes in Xordlbröck. 
WioiKiLDCs Homerus, pastor in Midwolda. 

ïlnis. 



Ada XVIII sijmxli provincialis ^ so van den edeleti 
umi aJirentfesten h, Gedepiiterd. der stadt Gronninffen 
nnd Omlanden uthgeschreven und up den 4 May 
deses 161.2 jahres binnen Appingadam ten overstaenn 
der E. E. hochwtsen hern Lamberït Hi)REKKENS und 
IIiDDO Jkn88MA gedepiderde, vam collegio dartho 
gecommittert tmd gedepütirct, geholden. 

SesBio prima hora tertia 4 Maij. 
1 . Ih deso synodus van Alberto Wilhelmi , pastor in Meden , als vor- 
gatigenen synodi gewesenen assessore, ijn absentie des vorledenen jahres 
praoKidis Andueae Stkatemaxm, mith dem gebede ahngefangen, und danlp 
ferners per comraunia fratrum sufiPragia in praesidem eligert worden D. 
(yiiHisToi'ii. UciiTEMANNrs, pastor Gröningensis , in assessorem D. Wulf- 
(iANui'8 AnuKOLA, prodlgor \jn Beem, in scribam Hiddo Lamberti, in 
ForniHuin pastor. 



199 

Ferners sint die credentzbriefen averantwordet und gelesen sinde ge- 
approbiret, unde nhafolgende van den classibus gedeputierde personen 
comparirt : 

Uth dem classe Groningana: D. Christophorüs üchtemannus, prediger 
binnen Groningen, D. Wilhelmus Walraven ijn Nordtdijck, die erentf. 
Egbertus Halbes, j. u. lieentiatus, senior; 

Appingadamraensi : D. Cornelitjs Reneman, pastor in Crewert, D. The- 
ODORüs Volcheui in Schiltwolda, D. Hiddo Lamberti Grothusanus in 
Fennsüm ; 

Loppersumana : D. Johannes Egberti, in Lermenss pastor, D. Lucas 
WroEMARius in Seerijp, die E. E. Reindt Alberda, senior; 

Middelstumana: D. Wulfg.vngus Agricola, in Behem pastor, D. Albertus 
Wilhelmi in Meden, D. Wilhelmus Joajntnis in Huisen; 

Enruinana : D. Bartholomeus Bilderbeke , p. in Warf husen , D. Hesselus 
NicAsii in Uldnim, D. Samuel Schmaltzius in Wetzingen; 

Adwerdiana: D. Robertus Wippingius, p. in Suethorm, D. Bernardus 
Andreae tlio Esingen, D. Gerhardus Joannis in Nordthorm; 

Oldampt: D. Johannes Joh^ynnis, pastor Wagenbürgensis , D. Petrus 
ScEPELiTzius in Wedde, Remme Eltijes, jjjn die Exte kerckvogt, abfuit. 

5. ünde ijs vorts damp censura niorum geholden aver vörgenömpten 
bröderen, und alle duchtig umb desen christlichen synodo bij tlio wanen 
erkandt und session vörgunnet worden. 

Volgents sint die gravamina classium ijngenhamen und D. Wulfoango 
Agricolae , D. Berxhardo Andreae und D. Wilhblmo Walraven in richtige 
ordening te redigeren averantwordet. 

Sessio secunda antemeridiana hora 7, 5 Maij. 

3. Sint nha gedahnem gebede die gravamina generalia ende specialia 
gelesen worden, und hefft synodus uth vorlesing dersulven nödtwendig 
geachtet, dat nhafolgende personen up Donderssdage, sinde den 7 Maij, 
ad synoduin te kahmen geciteret worden, alss neraptlich Henricus Mey- 
N.uu)i , tho Ham und Frantsum residerende , item Henricus Terwoldt , tho 
Siddeburen koster, Johannes B.utTHOLDi, koster tho Farmsum, meister 
Apeke, koster tho Dam. 

4. Sint die acta des vorgangenen jahres synodi tho revideren vor die 
handt genhamen, und die 7 artic. sessionis primae belangende Wibe 
Gijseberts vorgefallen, darup synodus vor güdt gekent ehne te verwittigen 
ende to f ragen, offt hie des vörigen synodi resoiution van vorlatinge siner 
ehelichen hussfruwen hedde vulgedahn und achterfolgt. 



200 

f). Is ijn het vorlesen der acten sessionis secundae die artic, ahngande 
dat die stipendia pix)vincialia den kinderen der predigern deser pro- 
vinciae, die tho genieten dartho duchtig erkant sinde, mochten mede- 
gedielet werden, nochmals van dem synodo geapprobirt. Darflp Johannes 
Jansen, pastor in Wagenborgen , insonderheit angeholden, dat siner mochto 
gedacht worden. 

6. Is ijnt vorlesen der acten des vorgangenen jahres synodi ijnt 3 grav. 
sessie, 8 die resolutie observirt, belangende der kercken nnd pastorien- 
güderen und andere kercklicke lehnen. Wordt noch vam synodo geapproberet. 

7. Dat gravam. 7, belangende dat die Wedderdöpers ijn pastorien- 
behusingen niet wanen und der kercken landen nit gebnlkcn sollen, is 
nochmahls güdtgeachtet. 

8. Dat 10 grav. des vorgangenen jahres synodi, meldende van den 
praeposituren , dat sie nit mogen missbruket worden, achtet synodus 
nochmals vor güdt und nödich , dat deputati syno. bij die hoge overicheit 
anholden, dat sie ad pios usns angewendet worden. 

9. Het elffte grav. des vorgangenen jahres synodi , het dantzen , spelen 
und andere ungeregeltheit der kosteren vörsocht synodus nochmals, dat 
sie by verlust hares dienstes hetselve nhalathen solen. 

10. Synodus kent und resolvirt noch, dat die gravamina classium van 
allen classibus ijn tidts an den ordt, dar synodus sal gecelebrirt worden , 
6 weken thovörne avergesunden worden, dar sie dan solen uthgeschreven 
worden und ahn die andere classes alle overgesunden up der classen 
kosten. 

11. Synodus sal vornehmen, wat deputati synodi gehandelt hebben 
die vicarie tho Oterdum belangende, nha vormelt des 2 gra. des vorgan- 
genen jahres synodi. 

12. Synodus achtet raetsam, dat noch die deputati syn. anholden bij 
den gecommitterden der clöstergudcren (indien sie hetselve nit gedahn), 
dat die schoelmeister tho Rottum, nu ijn armen und poveren standt sinde, 
mith een behörlich underholt mag versien worden, welch die gemeinte 
tho Rottum ock van synodo vörsocht hefft. 

13. Is Johannes Papenbergitjs , schoelmeister ijn die Scheembde, er- 
schenen und demodichlich vam synodo versocht, dat nhadem he in classe 
Oldtampt geexaminert und geapprobirt ijs, hie van dem synodo gepro- 
movirt mach worden. Hefft ehm synodus darüp bclavet, dat sie hem ein 
vörschrivent ahn die gemeinte ijn die Scheembda vorlehnen wolden, vör 



201 

hem biddende dat sie liem ijn sin poveren standt die behulpliche handt 
lehnen wollen, tweich geschehn ys. Vort sint alle classes vörmahnet 
worden, dat sie siner ijm bosten gedencken wollen, twelche deputati 
classiuin in synodo praesent wesende belavet hebben te döhn. 

14. Synodus achtet noch vor güdt, dat die deputati synodi bij die 
E. E. Gedeputerd. nochmalss versöken, dat die kosters imd schoelmeisters 
tho Haren ijnt Gerecht, Eppingenhüsen und Dickshorn underholt ge- 
nieten mogen, item dat Menckewehr mith eine kloeke weder mochte 
versien worden, nha inholt des 4 grava. session. 8, praeteritae synodi. 

Sessio tertia pomeridiana hora 2, 5 Maij. 

15. Xa anropinge des namens Gottos hebben die E. E. hern Lambekt 
HöRENKEws und die E. E. Hroix) Jenssma, alss gecommitterde van wegen 
die Gedeputierden der stadt Groningen und Omblanden desem christlichen 
synodo bij te wahnen, höre behörliche credentzbriefe vertönet, gelesen 
sinde gudtgekandt, und ijs van D. praeside densulvigen h. bedancket 
worden wegen hare güidtwillige erschininge, ende gebeden die sake der 
kercken nha bester vermogen te beforderen, twelck sie angenhamen hebben. 

Is vortgefaren die olden gravamina to persequiren. 

16. Anghaende dat 5 grav. 9 sessio. meldende van die unbehörliche 
combinatien, dat die mochten afFgeschaffet worden, findet synodus för 
raetsam, dat die deputati synodi solches den E. E. hem des collegii 
sollen remonstriren , indien hetselve niet gescheet is. 

17. Bij desem upgemelten artic. ijs mentie gemaket van Haren ende 
Nordtlaron, und wert dem synodo tho bedencken gegeven darin tho 
remedieren. 

Synodus resolv., dat ijdt dorch deputatos synod. bij die E. E. hem 
versocht mag worden umb die vorgeschr. carspelen ein jeder mith einen 
eigenen prediger te versehen, und dat har E. E. believenn wolle te 
ordineren, dat ein ehrlich underholt darbi moge verschafFet worden, die- 
wile beide carspelen populocs sint und van einen prediger nit bedienet 
konen worden. 

18. Die praepositüren belangende, nha den 6 gmvam. des vörigen 
jahres geholdenen synodi sessionis 10, achtet synodus vor güedt, dat 
den deputatis synodi mag uperlecht worden um einen gemeinen landss- 
dagesresolutie up ehre deser saken halven overgegeven reqüest an to 
holden, dat die j praepositüren in legitimum usum vel ad pios usus ange- 
w^endet worden. 



20.^ 

Volgents sint die nije offte deses jegenwordigen jahi-es 
gravamina generalia ende spccialia vorgebracht und gelesen. 

Generalia. 

1 Gra. — Erstlich wordt geklaget, dat die kerckenordening deser 
provincie van velen ingesethenen deser landtschop nit ijs geacceptiret 
worden, dardorch den güde dingen verliindert unde nit ad felicem 
finem kahnien. 

Res. synod. , dat die deputati synodi wollen ernstlich anholden bij S. 
Gnade und hern van Stadt und Lande umb die nu qn schwang ghaende 
kerckenordening te approbiren, offte wat darinne desiderert wort, to 
remedieren, darmith men ock ijn kercklicken saken eine gewisse regul 
mach hebben, darnha sich ein ider moge richten. 

2. — Offt nit nodich sij , dat men alle Sondage den Catechisraum pre- 
dige effte up einen anderen dach ijn der weken, effte jo ten weinigesten 
die vömemeste puncten des Catechismi dem gemeinen volcke vördrage. 

Res. synod., dat men den Catechismum uppet allerflitigeste ijn allen 
carspelen, daer ijdt jummer geschehn kahn, up den Sondagen eflFte yn 
die weke sall predigen und den thohörern duitlich verdragen, effte ten 
geringsten enige fragen darüth offte die hovetarticülen vörlesen vör effte 
nha die predigt, nha gelegenheit der thohörer und carspels, damith die 
luiden ijn warera geloven erbuwet und thor salichet gebracht worden. 

3, — Die van Caelham hebben instendichlich dör ein requeste in synode 
angeholden , dat sie mith einen eigenen prediger mochten versien worden. 
Res. synodus, dat deputati synodi solen vornehmen van het underholt 
bij die kercke, und ijndien het underholt nicht genöchsam waer, dat sie 
bij die E. E. h. gecommitterd. um ein ehrlich underholt uppet flitigeste 
wollen anholden. 

4, — Offt niet behöre des H. avendtmael tweemael ten minsten ijnt jahr 
ijn ein jeder carspel geholden te worden. 

Res. syn., dat ijdt jo ten weinigesten twemael sall geholden worden 
und den classes gebaden flitich darüp te letten, dat ijdt geschehe. 

5. — Wert dem synodo to bedencken gegeven , wo men sich sal holden 
unde dragen ijn lickpredigten jegen affgestorvene papistische personen, 
dar hore nhageblevene solches van den predigern versöken. 

Res. synodus, dat men sich ijn desen sall richten nha der kercken- 
ordening imde gene lickpredigten doen, idt geschehe dan thot grothe 
stichtinge, wen ydt van ein prediger begeret wertt. 

6'. — Wort gedolert, dat noch nit ten vuilesten affgeschaffet ijs dat 



203 

unbehörlicke schenckent, blakerent unde schlahent, so by brüdegara und 
brüidt geschehen, thom deele buthen und qn der kercken ante et post 
copulationem , ock nit alleine bij vorgedachten personen, sondern ock up 
Passchen, Pingstern, Meijavendt' und Johannis Midsommer und andere 
dagen mehr, dat datselve gentzlich affgeschaffet mochte werden, mitz ock 
dat die pachters under die praedicatien geen hörngelden offte anders 
boren mogen. 

Res. synod., dat die deputati synodi bij die E. E. h. instendicli an- 
holden, dat haer E. E. wolle believen ura ahn alle redgiem und andere 
deser provinciën övericheiden uth te schriven sie ernstlich te dhoen con- 
stringeren, dat hirin met ernst mochte versien worden. 

7. — Offt behoerlich sij, dat ein prediger die kinder dopen sall, wel- 
chere olderen, Wedderdöpers sinde, daer van rechtswegen werden tho 
constringert höre kinderen te lathen dopen , und tho deme nicht sie selvest 
sonder dorch andere hare kinder ter dope schicken. 

Res. synodus, dat men sie mag dopen, quia non tam spectanda im- 
pietas et defectio proximorum parentum quam pietas et Mes remotiorum , 
cum secundum dictum apostoli sanctae radicis sancti sint rami. Deinde 
magistratus etiam recte facit Anabaptistas cogens ad offerendum liberos 
baptismo, cum enim illi tanqiiam fures negent ecclesiae jus suum, ehris- 
tianus magistratus idipsum jure vindicet. 

(S. — Wert dem synodo vörgedragen , offt het synodus f or güidt ansehe , 
dat men ungedöpede personen copuliren sall. 

Res. synodus negativo. Nochtanss wen sie sich thor dope praesentiren , 
vermanet synodus die prediger, dat die dope met haer in gebörlicher 
ordening geholden und sie ernstlich geexamineret sollen werden. 

Und ijs by desen geklaget worden aver den pastor tho Oldenzijll, die 
eine persone gedopet solde hebben sonder verweten des pastoris, dar die 
persene waenachtich wehre. Vorclaret synodus noch, dat die pastor tho 
Oldenziel ijn sinem sortirende classe tho rede sall gestellet worden, dar- 
mith solche unordening affgeschaffet werde , dat die eigen prediger vorbij- 
geghaen solde werden. 

Sessio quarta antemerid. hora 7, 6 Maij. 
Unde ijs nha anropinge des namens Gottes femer gehandelt, als folget. 

.9. — Wert gefraget, offt die ledtmathen, ijn einem carspell wanende und 
einen pastorem hebbende, niet solden geholden sin mith horen pastor te 
communiceren. 

Res. synodus, dat die pastoren imd classes, bij diewelche sie solden 



204 

communiceren willen, die ledematen sollen vormahnen bij haren eigenen 
pastom te bliven umb gude ordening tho erholden. 

10, — Wert dem synodo vorgestelt, offt nit alle bisamenkumsten der 
Papisten und Menniten, so under einander schuilen, stridende tegens 
die wahre gereformerde kercko und staet deser provincie, behoren vor- 
baden und affgeschaffet te worden. 

Res. synodus , dat den deputat synodi belastet wort up einen gemeinen 
landessdach ahn to holden, dat liiiïn ter ehron Gottes, upbuw der christ- 
lichen kercken und afFschaffing der falschen lehren mag gedaen worden. 

//. — Wordt dem synodo noch to bedencken gegeven, dat gene copu- 
lationes geschehn solen, so uth andern carspelen kamen, idtsij den die 
personen, ordentüch ahn den orden, vandannen sie kahmen, proclamirt, 
ock met güder attestation versehen und des pastoris ejus loei consent 
hebben. 

Res. synod., dat dith articul blive. Dewile averst D. BERNAra)üs Andreae, 
pastor ijn Esingen, sich beklaget, dat Pawel Cüiper, ijn sinem karspel 
waenhaftig, gecopuliert sq ahno vorherghaende proclamatie tho Esingen, 
80 behoerlich was gescheen te sinde, so resolv. synodus, dat gemelter 
pastor sall geholden sijn flitich tho erkundigen, ahn welchem orde, van 
wat persene die copulatie geschehn, und den dem classi Süithormianae 
an to dienen und darinne folgents te dohn nha behoren. 

Sequuntur specialia. 

1 Gra, spe, — Wert dem synodo tho erkennen gegeven van den olden 
paep, in den Dam wonende, dem alleer stadt unde lande van wegen sin 
wieken, segenen und andere godtlose grillen vorbaden, wo mith hem sij 
to procediren. 

Res. synodus, dat deput. syn. bij die gebörliche overicheit versöken, 
dat die einmhael geschene vorbanninge moge van den E. E. hern main- 
tenert und exeeutirt worden, wo intgelick ock mith die wickersche up 
Caelham. 

2, — Wert ock geklaget aver einen joden, ijn den Dam wanende, die 
unbehoerlicke woker driven solle. 

Res. synodus, dat men vor guidt ijnsehe, dat die christliche avericheit 
vormahnet werde, dat sie uth liefde jegen haren underdahnen die joden 
mith haren unbehorlichen wokerende wolden uth hare jurisdictien uth- 
holden. 

.9. — Van twe caspelen Sol wert und Marsum wort vörsonht, dat sie 
mogen gecombineret worden. 



205 

Res. synodus, dat solclic combinatie moge geschehn, dewile het synodiis 
vörsthaen, dat darvan ein pastor ehrlich kan loven, nnd wert deputatis 
synodi uperlecht bij den collutoren dersul ven korcken an tho holden umb 
hetsiilve te vüllenbringen. 

4. — Wert aynodo vorgedragen enige beropinge des pastoris tho Slixüin , 
die bethhero vam classe nit snfflciant befunden wort, dardorch die kereken- 
dienst ijn dieselvigo plaetzc mercklich wort verhindert, offt nit synodna 
datselvige enigermathen köne remedieren. 

Res. synodus, dat ijdt gestellet wordt ahn die E. E. h. Gedeput, 
welche belovet hebben by die collatoren te verstaen, und ferner darin te 
dohn achterfolgende die rcsolution, airede bij dem collegio genhamen. 

Sessio quinta pomerid. hora 2, 6 May. 

5. — Nha dem gebede hefft Joilvnnes Bkuints , schoeldiener tho Critzum 
ijn Reiderlande, doer reqüest ahn den synodum lathen gelangen umb 
einen prediger efte schoeldienst , bij mangel averst van dienn offt synodus 
alssdenne wolle believen hem ein viaticum wegen sines armodes mede 
tho delen. Darüp synodus van ehme testimonia vitae ac doctrinae gefor- 
dert, welche hie vei-tönet, und sint dem synodo vorgelesen worden. Und 
gene upsage darüp gefallen, hefft synodus resolvirt, dat men ehme eine 
recommendationschrifft ahn den richter, pastor und gemeinte tho Bellin- 
gewolde solde mededeelen umb hem mith een schoeldienst (indien mögelich) 
to vorsehen, vorts ein viaticum tho vorehren, welch beides geschehn ijs. 

6. — Sint die E. E. Pabe Buoersma und Heine Heines , medecollatoren 
der kercken Saxum, erschenen, vorsocht ende begeret, datt Jacobus 
Janicüli, tho Siixum prediger, mochte affgeschaffet und sine aldar 
hebbende unförmliche beroping gecassiret worden, und sie thot einer 
nijen electie eines predigers mochten treden. 

Res. synod., dat ijdti) deser saken belangende sall vorbliven bij die 
resolutie der E. E. hern Gedeput. genamen, wo articulo 4 sessio. 4 rede 
gementionert , und dat sie einenn godtseligen prediger inwendich drie 
weken nlia datum bavengemeldt solen heropen, bij versümenisse averst 
van dien darvan sie den E. E. h. Gedeputerden (die ock alsden nha 
gelegenheit der saeken hetselve belovet hebben te beforderen) reden te 
geven angen hamen hebben. Item die E. E. h. gebeden umb Jacobum 
Janicüli ehrlich vandar te verschaffen, mitz dat synodus versocht, die 
collatoren wolle believen ehme nit affscheiden die upkumsten, so hem 
nha die tidt liedden fallen konen, mith gude gunstige discretie willen 
thokahmen lathen. 

1) „ijdt" YY heeft „ijn". 



206 

7, — Is classis Dammonensis tho reden gestellet, dat sie drie junge 
gesellen geexaraineret iind ad ministeriiim thogelathen, darup GEORGros 
Pla(tus, pastor Danimonensis, sine vörantwording gedahn, meinende 
darin nit gepeeciii: tho hebben, vermitz sie vam classe Franekerana ijn 
dese provincie ahn die classes waren gerecommenderet. Damp hefft synodus 
het classicale boeck classis Dammonensis gefordert, und darüth die acta 
van dien vorgelesen worden. Und hefft synodus up datselve gra vamen, 
anghaende dat geholdene examen in classe Dammonensi by dieselve drie 
studenten uth die academia van Franeker angekamen verclaret, offtwol 
synodus nit twivelt hetselve nit perfunctorie geschehn te sin, dan over- 
mitz dieselve ahnkumpst vororsaket ijs geworden bij enige simülteit under 
den hochgelerden hern professoren imd enige predigern der respective 
dassen ijn Friesslandt, achtet synod. , dat die classis van den Dam sicli 
solches examinis nit hedde behoret te underwinden, schoen sie van be- 
kante güiden lüden gerecommendirt mochten sin, umb den classibus deser 
provinciën geen verdencken an to halen, alssofft wi qn dese provincie 
uns vor richters und voetholders van parteischop vorclaren wolden. Wert 
uth desen die classis Dammonensis alssock alle anderen classes vör- 
mahnet bij solchen vörfallenden casibus circumspectius te handelen. 

8, — Wert dem synodo tho bedencken gegeven, offt die gemeinte ijn 
den Dam wol gedahn hebbe , dat sie den gewesenen pastor tho Westerlee 
Heiimannüm Christophori , derae van wegen sin unordentiich levendt die 
stadt van Groningen vorbaden ijs, ad sacram synaxin hebbe thogelaten. 
Darup Georgius Placius, pastor Dammonensis, bereding gedahn, dat sie 
mith hem nha luit der kerckenordening geprocedirt hadden, und dat hie 
vor die gemeinte ijn den Dam opentliche confessie van sine transgression 
gedahn und betering sines levendes höchlich belavet, und thot noch tho 
nit unstichteliches van ehme gesehn offt gehöret sij worden. Leth sich 
synodus sodahne vörantwording gefallen, mitz dem classi injungerende 
mith hem vortahn nha die kerckenordening te handelen, indien hie 
wederumb thom predigerdienst solde begeren gepromovirt te worden. 

Sessio 6 antemerid. hora 7, 7 May. 

9, — Is nha gedahnen gebede van Petro Scepeutio, pastore in Wedde, 
ein reqüest denende vör des salige Johannis Rengeui pastoris ijn Büirtange 
nhagelatene wede we dem synodo vörtönet, versokende ein voerschrivent 
ahn het classis van Utrecht umme Johannem Spinhoviüm darto te holden 
und vermahnen, dat he vorschr. wedewen betalen und vomögen solle. 
Welches synodus geaccordirt und ein schrivent darup vorferdigen lathen. 

10, — Iss Henricus , koster tho Ziddeburen , erschenen imd van wegen 



207 

sines langdurigen advocirens ter i*eden gestelt, darüp he van die E. E. 
hem Gedepiit. een accordatie, nm wedewen iind weisen te mogen bedienen 
uthgebracht, vörtönet hefft. Darüp synodus classem Dammonensem vör- 
raahnet hefft nha sin vörholdent van dien to inquireren, und darvan 
informatie genharaen hebbende ahn die E. E. h. Gedepiitirden weder ijn 
to bringende. 

IL — Is erschenen Johannes Hajonts uth ReiderLande, und van synodo 
ehrae thot ein schoeldienst te willen vörhelpen [vörsöcht] i). Is ehrae nha 
sin lehre ende levendt gefraget. Hefft damp ein testimonium sines vör- 
holdens avergelanget , dartegens nichtes upgebracht ijs , dan darbij bekent , 
dat he tho Munster und up andere suspecte plaetsen gestudiret hedde. 

Damp synodus resolvirt , dat dera classi Oldampt , wjimnder ein schoel- 
dienst vaciret, wordt injungirt densulven, wen he sich daer verfoget, 
flitich tho examineren, offt he purus in religione ijs oder nit, und dan 
darnha mith hem procediren, alss classis sall finden te behoren. 

12. — Is Hexricus Meynardi up die vam synodo ahn hem gedahne 
citation erschenen unde tho reden gestelt, offt he die sententz, so ijn 
vergangenem synodo aver hem gegeven, genoichgedahn. Damp hefft he 
bekent denselven noch nit achterfolget te hebben, begerde vörgiffniss 
desselven, unde belavede dem synodo genoech te dohn und solches den 
thokunftigen deputatis synodi tho vörtonen, darmith he ordentlich und 
rechtmetig ijn dat predigampt mochte kahmen. 

Res. synodus, dat he daran seer qüaelick gedaen, dat hie demselven 
noch nit nhagekahmen sij und hefft ehne wegen sines mödtwilligen un- 
gehorsams gestraffet. Dennoch sine deprecatie ende belofften ahnsehende, 
leth jegenwordige synodus noch verbliven by des vörigen geholdenen 
jahres synodi resolution, welche hie angenhamen hefft nha to kahmen, 
sich ock fortan des kerckendienstes tho entholden beth thor tidt solches 
geschee, und darvan den synodi deputatis genöchsame tucheniss vertönet 
hebbe. 

13, — Beklagen sich etzliche broderen, dat sie hare classicale ver- 
ordente kosten niet krigen. 

Res. synodus, dat se ijdt lathen vörbliven bij die resolutien, yn velen 
synodis vor desen genhamen, dat die deputati synodi hetselve solen be- 
forderen ter plaetzen, dar sie sollen güidtftnden te behoren, mitz dat 
sie ock vor die predigers, ijn Westerwoldingerlandt wonende, hetselve 
wollen bearbeiden. 



1) „[vörsöcht]" aangevuld uit YY. Ontbreekt ook in ZZ. 



208 

14, — Is erschenen einer mith namen Marcus 1L\rsman, enich vor* 
schrivendt mot sich bringende van den prediger van Altena, vorsóchte 
thom kerckendienst gepromoveret tlio worden. Damp hefFt synodus van 
ehme sine testiroonia vitae et doctrinae gefordert, die he vortönet und 
vorlesen, und nichtes darwedder ijngebracht. 

Res. synodus, dat ehme ein text injungert worde, wogescheen, nemptlich 
Joh. 3: Sic Deus dilexit etc., und darvan ijn synodo te proponiren umb 
also sine gaven te horen und alssden bether gerecommendiret te könen 
worden. 

15, — Is Martinüs Capelle, gewesene schoelmeister tho Fermsum, 
erschenen und dörch ein reqüest und vorbidde van anderen thom kercken- 
dienst geproraovirt und ijrgentswaer gerecommendert te worden upt 
flitigeste angeholden. 

Res. synod. , dat sie hetsiilve hem te verhelpen nha gelegenheit wolle dohn 

16, — Entlich hefft die E. E. Hiddo Jensma angedenet, dat sine E. E. 
dem synodo nit lenger bij wanen konde, sondem siner noedtwendigen ge- 
schefften halven nha Groningen vorreisen moste, sich jegen die broder 
bedancket und tho befordering deren in synodo geschlatenen dingen sinn 
bestes te dohnde frundtlich belavet. Darup praeses geantwordet, dat die 
broderen des synodi des gemelten hem tegen wart wol lenger gewünschet, 
dennoch dat ijdt die gelegenheit nit liden konde, mosten sie thofreden 
sij, deden sich tegen sine E. E. wegen der upgenhamenen moije und 
van wegen des guden erbedens hochlich bedancken. 

Sessio septima hora 2 pomerid. 7 Maij. 

17, — Nha gedanem gebede is Wibe Giseberts, ijn den Dam wonende, 
erscheenen den synodum tho berichten, off hie der synodi resolutie ijn 
vergangen jahre genhamen genoichgedahn. Up het relat van Wibe vorsch. 
vorclaret synodus, dat ho der ijn vergangen jahres synodi resolutie 
nicht genoichgedahn, indeme he t waren die desertricem dorch des ma- 
gistrats edict lathen ijneischen, averst herahamals ahne tho döhn der 
avericheit privata authoritate sehr ergerlich mith hoer geaccordiret und 
ijn die desertion selvest gewilliget, und derentwegen roalitiosam deser- 
tionem, welche ehme vör sine gebörliche overicheit te demonstriren 
uperlecht, genesweges bewisen kalin. Unde ys Wibe vorgesch. gefraget 
worden, wol sodahne instrumentum repudii geschreven hedde. Hefft 
geantwordet: Hinrick Eeck ijn Groningen, wahnende ijn Geistliche Ma- 
gedestrate. 

Res. synodus, datt solches van dem classe Groningana angedienet 
moge worden dem magistratui alda tho eropenen. 



20d 

18, — Sint die E. E. Batenborger, vader und sohne, van Osterwitwertt 
erschenen, begerden des synodi raet und hülpe, ummedat sie einen eigenenn 
prediger mochten genieten , umdat sie \jn tidt van kranckheit und andersa 
haren trost und bistandt mochten hebben. Up welchen christlichen versoeck 
fraget synodus, ofFt sie die 50 grasen pastorienlandt ock konden freij 
krigen. Seden darüp, dat die pastorienlanden frije landen wahren. Wonip 
synodus vorklaret, dat so sie die landen mith de behusingen mitz ock 
die 50 dallr, so sie praetendireden vörmals mechtig gewest te sin, 
weddenimme mechtig te konen worden, also dat ein prediger bij hoer 
leven konde, und dat synodus doer hare deputirden bij die provincie 
anholden wollen, dat sie einen eigenen prediger solen bekahmen. 

19, — Wert dera synodo to kennen gegeven, hoedat etzliche pastenen 
unde kosterijebehusingen ijn Westerwoldingerlandt und heerlicheit Wedda 
van den kerckfogeden nit underholden worden, vornemlich tho Wedde, 
Vlachtwedde und Bleijham. 

Res. synodus, dat deputati synodi solen by die gebörliche overicheit 
aldaer bearbeiden, dat darin moge versehen worden. 

20, — Offt men nit einhellich vörsoeken solle bij die E. E. h. Gedeput. 
dat men jahrlicx ein genandt geit mochte erwarfen umb die biblioteca 
bijnnen Q-röningen te vermehren thot behoefF ende gerifF der predigeren 
der stadt Groningen ende Omblanden. 

Res. synodus, dat deput. synodi hetselve wolle believen te bearbeiden. 

21, — Is umgefraget, offt ock enige in classibus waren geexaminert, 
die ijn dith verlopen jahr ijn diensten getreden wahren imd dem synodo 
hare testimonia examinis exhiberen solden, darvan gehne schwaricheit 
befunden. Wort derhalven vam synodo avermahls guet erkandt, dat men 
hetselve noch jahrlicx unnalessig nhakahmen sall. 

Sessio octava hora 7 antemerid. 8 Maij. 

22, — Nha gedanem gebede ys geproponirt, so ein man twe fruwens 
hedde, die erste wettlich und die ander unwettlich, offt die anderde 
bj] vorstarff van die erste wettlich ijn den ehestandt sall konen ange- 
nhamen worden. 

Res. synodus negative, ne fiat continuatie adulterii. 

23, — Sint deputati vorgangenen jahres synodi erschenen , har geprae- 
sentirt relaet te döhn , wat sie by S. Gnade und E. E. h. Gedepüt. uthge- 
richtet hadden, tgene haer vorgangen jaer vam synodo belastet, und 
schrifftlich övergelefert , tgene by haer gedahn. Und darb\j vorgestellet , 
dat synodus ein kisteken mochte maken lathen, darinne alle acten, reso- 

Aeta syn, pravinc, VIL 14 



210 

lutien und instrumenten, die deputati synodi jahrlicx van hare vorrich- 
tingen weder ad synodum bringen, gelecht nnd vörwaret vörbliven. 
Res., dat solch vorsöck güdt erkandt ^s. 

24. — Is Jaoobub Janicüli, bethhero tho Saxum residirende qüestiose 
prediger, erschenen mith een viUlmacht vant carspell und hefft van dam 
synodo versocht gemaintenert te worden mogen, und die deputati synodi 
jegenwordich ook sine persone thom deele gerecommendiret hebben. 
Heflft dennoch synodus, betrachtende die reden van vorgaende sententie, 
erachtet dat ijdt bij dieselffsde resolutie verbliven sole. 

25. — Der deputerden synodi rapport gehöret hebbende qn verscheiden 
vorgelesenen resolutien, van den E. E. hern Staten gepassiret, doeth der 
synodus gemelten deputirden synodi hertlich bedancken. 

26. — üth desen relaet der deputerden synodi vorstaen hebbende , dat 
genochsame middelen tho Behem syn umb einen adjunct ald&r te konen 
hebben, verclaret synodus, dat deputati synodi flitich darum anholden 
sollen. 

27. — Is wedderum erschenen Marcus Iüarssman Stadensis , und heift 
eine predigt gedahn, gelick hem des dages thovöme injungirt was. Die- 
welche predicatie dem synodo also behaget, dat synodus ene den elassibus 
recommendiret , alssock den E. E. h. Gedeputerden , versökende dat hoer 
E. E. hem nha besten vermogen behülplich sin wolden thot promotie. 

Sessio 9 hora 2 pomerid. 8 Maijj. 

28. — Nha gedahnem gebede is dem synodo tho bedencken gegeven, 
oift sodane collatie van een praebende sall mogen up eemants levendt 
geconferiret worden ahn emant plat tegens die kerckenordening , welche 
certum numerum annorum determinert art. 58. 

Res. synod., dat ijdt behöret te ghaen nha der kerckenordening, und 
dat bij den E. E. hern (Jedeputirden angeholden mag worden, dat solche 
collation geannihilert werde. 

29. — Wert ijm synodo geklaget, dat tho Uithhusermeden b\jdem 
schöldienst geen upkumsten sint, und die besolding des schoelmeisters 
uth der kercken güderen möth genhamen werden , dar doch ahn der plaetze 
eine sekere praebende ijs, dar ock cura animarum up fait, 115 grasen 
groeth sinde, dat doch van dersul ven prebende sovele mochte genhamen 
worden, darvan ein beqüam schoei meister sin underholt hebben mochte 
thot wolfart des carspels. 

Res. synodus, dat solchs behörlich, imd doer den deputat. synodi bg 
die E. E. heren soUe versocht worden. 



211 

30. — Die bnsse Burmos anghaende hefft synodus noch widere darnha 
vemhamen und vörsthaen, dat van sommigen eine BurrmoE occasie verbis 
jocosis gegeven sij, van sommigen averst, die hie genr)raet hedde, ock 
weinich blieken wederfahren sij, also dat he gantzlich dem synodo ver- 
dachtig geworden niet richtig gehandelt te hebben. Desswegen vam synodo 
gecensurirt und ehme yngesecht, dat hie henfemer synodum edder de- 
putatos synodi niet bedienen sall. 

31. — Is ijn synodo vor gtldt angesien, dat fortan nichtes sall gedrücket 
worden, offt het sall erst in classe visitert worden nha vörmeldt der 
kerckenordeni nge. 

32. — Vemer sint deputati synodi dorch die raeisten stemmen gekoren : 
D. Bernardus Theodorici, prediger in Groningen, D. Wolfoangüs Agriooia, 
p. in Behem, D. Johannes Johannis, p. in Wagenborgen, D. Bartholomaeus 
Byllerbeke, p. in WarfFhusen. 

33. — Ordineret synodus den deputerden synodi, dat sie erster ge- 
legenheit alss wesende nhaestkunfftigen Dingstdage aver achte dagen , sinde 
den 19 Mai|j , b^ einander solen kahmen und die acta synodalia vomehmen, 
umb in effect te bringen. 

34. — Wert ock resolvirt, dat deputati syno. hemhamals alss nemptlich 
den andern dach solen geholden sin in synodo te erschinen um van haer 
handeling rapport te dohn. 

35. — Entlich ijs censura morum geholden und (godtloff) niemant cen- 
surirens nödich befunden. 

36. — Naest desen hefft die E. E. Lambert Hörenkens den synodum 
der gnade Gottes befahlen und elck und jeder thot- flitige wamehraing 
sines ampts gfiidthertzlich vermahnet, und deren ijn synodo geschloten 
dingen sin bestes tho dohnde frundtlich belovet, darüp die samptlichen 
prediger sich ijegen sine E. E.- wegen der upgenhamenen moqte und van 
wegen des güden erbedens höchlich bedancket. 

Und hebben die ahnwesenden prediger deze samptlich undergeschreven 
und also deser synodus mith dancksaging tho Godt leefflich geendigt 
Actum 8 Maij aO 1612. 

Christophorus Uchtemannus, minister ecclesiae Groningensis , synodi 

praeses. 

WuLFGANGüs Agricola , pastor in Bedüm, assessor. 

HiDDO Lamberti Grothusanus, in Farmsum pastor, synodi scriba. 

Wilhelmus Walraven, pastor in Nortdick. 

EciBERTüs ELalbes, j. u. liceutiatus, senior ecclesiae Groningensis. 



212 

Theodorus Volckeri, pastor in Schiltwolda. 

CoRNELius Reneman, pastoF in Crewertt 

Reint Albebda. 

Lucas Widemarius, pastor in Zerqp. 

JoHAiTNES Egberti, pastOF tho Leermens. 

Albertus GxTiLHEiJfl, pastoF in Medis. 

Wilhelmus Johannis, pastOF in Huisinga. 

Bartholomaeus Bullerbeke, pastOF te WaFfFhüisen. 

Hesselus NiCAsn, pFodigeF tho ülröm. 

Samüel Schmaltzius, pastoF in Wetzingen. 

ROBERTUS WlPPCfGIUS, OCC. 

Berjstardus Am)REAE, pastOF in Esingen. 

ÖERARDus JoANNis, d. V. m. in NoFthorm. 

JoHANNEs JoHANNis, WagonboFg. ecclesiastos. 

Petrus Schepelitius, verbi divini ministoF in ecclesia Weddana. 



Ada *) synodi provindalis, so voor den edlen 
ufid ernf. heeren Gedeputeerden der stadt Gronin<fen 
und Umlanden uthgeschreven und geliolden op den 
3^ May des jaers 1613 binnen Groninghen^ in 
bywesen der edlen Jioochwysen heeren Lambert 
HooRNKENS und BocKO AuwMA, Gedeputeerde* , vant 
collegio daertoe gecommitteert und deputeert. 

Sessio prima hoFa 2 pomeridiana 3 Maij. 
Is dese synodus van D. Wolffgango Agricxdla, pastOFen tho Behem, 
als vooFgangenen synodi gewesenen assessoFe in absentia des vooFledenen 
jacF pFaesidis D. Christophori üchtemanni, mit den gebede angevanghen. 
ünd daoFop veFncFs poF communia suifFagia fFatFum in pFaesidem eligOFt 
worden D. Cornelius Hillenius, pastoF tho GFoninghen, in assessoFem 
D. Georgius Placius , pastoF in den Dam , in scribam D. Johannes Schro- 
DERüs, pastOF tho Hooch ende LeeghkeFck. 

VoFneFS syn de cFcdentzbrieven ovcFantwooFt und vooFgelesen s\jnde, 
syn sij duchtich CFkent , ende synt navolgende pastoFen van den classibus 
comparirt als: 



1) De acta zijn nu vervolgens door een anderen schrijver gecopieerd, die niet 
zoo nauwkeurig de eigenaardigheden van de speUing der woorden in de originele 
acta heeft overgenomen. 



213 

classis Groningana: D. Corneuus Htllenius, pastor tho Groningen, D. 
Ulricüs Bultenius, pastor tho Haren, den E. E. Geert Hoornekens 
senior i) ; 

classis Dammonensis : D. Georgius Placius, pastor in den Dam, D. 
Cornelitjs Renemannus , pastor tot Crewerden , D. Heniucüs Banius , pastor 
tot Helm; 

classis Loppersumana : D. Joachimus Zooritjs, D. Johannes Egberti, D. 
Lambertüs Henrici; 

classis Middelstumana : D. Wolganqus Aqricola; D. Wesselus Rhoden, 
D. Johannes Alberti; 

classis Enerumana: D. Johannes Conradi, D. Samuel Schmalzius, D. 
Adolphtjs von Besten; 

classis Suidthorraiana : D. Johannes Schroderus , D. Johannes Schoonen- 
BORCU, D. Gerhardus Johannes; 

classis nijt Oldeampt: D. Gerhardus Asstjeri, D. Gerhardus Bockholt, 
D. JusTiNus Havenbergius , absens. 

1. Und ist voort censura monim geholden worden aver voorgenoembde 
broederen und alle duchtich desen christlycken synodo bij te wonen 
erkant, ock session vorgiint worden. 

2. Volgende heeft synodus voor goet aengesien, dat D. Johannes 
ScHRANCKENMULLER , pastoor van Scharmer , ende Philippus Schlaper , daer- 
selbst schoolmeester, van allen misverstanden tusschen hun op tho heven 
sollen citert worden. 

3. Oock heeft s^modus nae voorlesinge der ehrw. heeren Roberti Wip- 
piNGu pastoren tot Suydthorra clageschrift resolvert, dat beyde partyen, 
al9 pastoor eensdeels, und Hendrick Louwens, Siger Gerrits und Rittze 
Watten», gewesener schoolmeester anderdeels, mogen citert worden. 

Synodi 2 sessio antemeridiana hora 8, 4 Maij. 

1. Sqn post preces de acta praeteritae synodi voor de hant genomen 
toe revideren. 

2. Vermoge des 5 articuli in saecken Johannis Johannis, pastoren in 
Wagenborgen, dewyle denselven syne wege intercession mit synen soone 
de sake selbst voor den heeren te verrichten heeft voor de handt genomen 
und an die provincie overgegeven, laet het synodus daerbij berusten. 

3. Gravaminis 7 dat de Wedderdoopers der pastorielanden niet go- 



1) „senior" YY heeft „senior ecclesiae Gröninganae". 



214 

bruijüken sullen, so is van den E. E. heeren Staten resolvert, dat na 
verloop doses jaars hun de landen sullen opgesegt worden. 

4. Ist resolvert vant synodo, dat de classes, so geene gravamina hebben 
in to sendende, gelijckwel sullen sulckes an den dassen, daer synodus 
sal geholden werden, berichten. 

5. Gravaminis [16] l) angaende de onbehoorlycke combinatien resolvert 
synodus, dat so eenige prediker onbehoorlycke combinationes hebben, sall 
do classis solckes an de deputatos synodi remonstriren umb voorder den 
E. E. heeren Staten te reiiionstreren. 

6. Dewyle de gewesene deputati synodi haer ampt trouwelycken in 
navolgenden articulen als 8, 12, 14, 16, 17, 18, und aver dat 3, 6, 
imd 10 general gravamen, alsowel als over dat 18, 19, 20, 26, 28 und 
29 special gravamen des voorgangenen jaers gearbeidet und den synodo 
vertoont, daervoor sy hoochlyck bedancket worden, maer voor deser tijt 
noch niet daerinne geeffectuert is, als werden wederom de nieuwen an- 
tredene deputati synodi daermit belastet solckes voorder met vlyt te 
achtervolghen. 

Van den generalibus gravaminibus. 

1. Van acceptation der kerkenordeninge wert solckes bet an der E. E. 
heeren Staten ankunfft diiferert. 

2. Wat anlangen doet dat 9 gravamen van toelaten 2) vremde commu- 
nif^anten, heeft synodus voor goet angesien, dat die pastoor, welcken 
vrembde communicanten uijt andren caspelen ankomen daermit tho com- 
municeren, sall geholden syn de luyden tho vermanen, dat ze eerst een 
schrifFtlyck bewys tot hem van haeren pastore brengen sollen, dat hy 
se moge toelaten. ^ 

3. Sijn D. WoLFQANGus Agricola und D. Ulruus Bultenius u\jt raet 
des synodi an de E. E. heeren Staten gesonden om te versoecken, dat 
den E. E. heeren wollen gelieven haere committerden op den synodum 
te senden. 

4. Vermoge des 11 gravaminis in casu Pauwel Kuper, te Esingen 
wonachtigh, copulert synde sonder voorgaende proclamation in s^nen 
caspel, is solckes den pastoren tho Esingen te vernemen opgelegt, 
welcker den classi genoechgedaen. 



^) »ll^^l" AlduH vorbeteni naar de vorige acUi p. 201. Onze cod. en ZZ hebben 
-) „toelaten" YY luHïft „toe te laten". 



215 

Specialia gravaoiina. 

1. Nae inholt des 3 gravaminis wegen Marsum , so mit Sollwert com- 
binert moge werden, daermit sy eynen egenen pastoren holden mogen, 
wei*t classis Dameonensis authorisert nnd hiermit bevel gedaen, dat se 
daerin doen zullen, und oif het nodigen bevonden, de deputatos synodi 
daertoe trecken sullen. 

2. Dewqle dat 7 gravamen dit jaer niet voorrichtet, wert noch den 
classi Groninganae opgeleght datt thoe doende in casu Henricu EckI). 

3. Yermoge des 21 gravaminis, dat examinati dem synodo testimonium 
examinis exhiberen sullen, wert den pastoren tho Harckenstede, gewesenen 
schoolmeester tho Noortbroeck onder den classi Damonense, alzo oock 
D. JoHANNi UcHTEMAimo, kommcnde van Bremen und in classe Middel- 
stumana sortierende, opgeleght, welchs geschien is. 

In classe Suidthormiana D. Maiic-o Marsmanno, D. Melcuiori Balthasak 
und D. LiTERoo Meintz, dat ze haere testimonia examinis in den synodum 
bringen sullen. 

Ist oock mit voor goet angesien , dat de pastoren , so uijt vremde landen 
hier komen und aldaer examinert syn, glyckfals haere naemen, uyt wat 
lande ende hoe sy hier gecommen synt, in tho brengende, gelijck aireede 
van D. CoRNELio Hillenio, pastoor te Groningen, und Jacobo Jannigttli 
und SrxTiNO Gei.lio gescheen is. 

4. Idt laet sich oock synodus welgefallen, dat niemant sall plenarie 
examinert worden, idtsy dan dat hij te voren eene gewisse beroepinge 
ter plaetze hebbe, edoch dat een praeexamen vergunnet wert. 

Sessio 3 pomeridiana hora 2, 4 Maij. 
Sint in synodo erschenen uijt den naemen van den E. E. h. Gedepu- 
teerden der stadt Groningen ende Ummelanden de E. E. Lambert Hoorn- 
KENS ende Bocko Auwma2). 

1. Post preces heeft D. JoAcraxnis Zoortüs, pastor tot Loppersum, 
proponirt, ofF synodus kan voor goet ansien, dat einer uyt den caspel to 
Berum sich mit syner gewesener za. huisfrouwen nichte mach vorehelijcken. 

Res. synodus , dat op dezelvige vrage is geantwoort in synodo nationali 
Middelburgensi in particularibus quaestionibus , quaest. 83, ludende als 
volget : Offt raedtsaem , dat twee persoenen wesende oniskinderen ofF gelijcke 
grad malcanderen trouwen mogen. Antwoort : neen , ten eersten om erger- 



1) „Eek" YY heeft „Eeck" 

2) Dit gf'hw^le art., eerst overgeslagen, is op den kant bijgeschreven. 



216 

nisse der kercken wille, die daeruijt ontsteit, 2. om der eerbaerheyt willen , 

3. uindat de frundtschap tot andren geslachten magh uqtgebreydet werden, 

4. omdattet strqdet tegens gebruijck meest allen refonneerden kercken. 
Verstaet derhalven synodus, dat de classis oder prediger des oerts, 

daer de persoenen is, sall refugeren an den politicum magistratum. 

2. D. Gerhardus Johannis, pastor tho Nordthorum, proponert, dat 
twee vorehelichde personen, van hem ordentlycken gecopuliert, van 
ander 1) geloopen syn, begeret raet, hoe hierinne moge remediert werden. 

Res. synodus, dat solckes solange differert synde voor een particulier 
exemplum in gravaminibus in causa matrimoniali referert werde. 

3. Heeft D. Johannes Schoonenbebou ingebracht, dat eener mit nhamen 
Abbe Ockens, wever tho Adwert, sich mit eener vrouwspersoon voor 
etlicke jaeren ehelich verbonden, de persoon aver den man ante copula- 
tionem malitiose verlaten ende daervan gelopen, daertegen h^ sich also 
balde mit eener andren de novo verbunden, ock mit derseivigen enige 
jaeren gelevet, kinderen getueget unde deselve tho beholden noch ge- 
sinnet. Begeert de pastoor raet, hoe hy sich met der copulation ver- 
holden moge. 

Res. synodus , dat de verlopene persoone dorch een opentlijck mandaet 
van der overicheyt moge citert werden ende, ingevalle sij niet werden 
erschijnen, mit der copulatie tho vervaren, mitz dat de magistraet willen 
verklaren, dat den man van den verlopenen persoone magh vrijgekent werden. 

4. Heeft classis Middelstummana voorgestelt, oft niet synodus daerhen 
moghto delibereren, dat de exercitia disputationum den classibus kennen 
toegelaten werden. 

Res. synodus, dat wegen desen geferlichen tijden disputationen niet 
wel connen toegelaten werden. Ist aver voor goet angesien, dat men 
an derselver plaetzen verordene, dat in een yeder classe van den pastoren 
eene proposition uijt den Heydelberschen Catechismo ofte sunsten ex locis 
s. scripturae magh gedaen werden, und de broederen mit hem fnmdtlyck 
ende broederlij eken daervan conferiren und underreden. Idt sullen oock 
de classes geholden syn in synode te remonstreren , wat hierinne gedaen is. 

Sessie 4 antemeridiana hora 9, 5 Maij. 

5. Syn op citatie des synodi erschenen den pastoor tho Scharmer Johan- 
NES ScHHAJvcKEXMUiiLER uud Philippüs Sohlater, schoolmcester, clage und 
antwoort van einen ijder angehoort, daemae dorch rypen raet des synodi 
volgender gestalt geprocederet. 



Ij „ander'' YY heeft „eenander". 



217 

Sessio 5 pomeridiana hora 2, 5 Maig. 

6. Synodus heeft in der vrese Gk>de8 de swaricheden der saken so 
in betrachtingh aller umbstenden wegen der groter oneenicheyt, so tus- 
schen den pastoor ende schoolmeester te Scharmer geresen, init flijte 
examinert ende daenn entlycken gesloten , dat men vooreerst den pastoor 
ende schoolmeester sall vermanen, oft sij oock geneygt syn alle weder- 
weerdigheijt , so an woorden unde wercken tusschen hunnen geduiret , by 
to leggende ende sich mit einandren te versoenen. Welckes alzo voorge- 
nomen, und alzo de versoenen i) daetlycken in effect gestellet 

Folgendes wegen affleninge andere 2) misverstanden , tusschen den E. E. 
Geert Claio)! und mehrgedachten pastoor erresen , is oock op intercession 
des synodi eene christelycke reconciliatie versocht, vruchtbaerlyck int 
werck gestellet ende erholden. 

Daemae ist synodus ad decisivam sententiam getreden und daerhen 
resolvert, dat der schoolmeester in synen denst beth op toecomstighen 
Jacobi uijth christlycken midtl^den sal geduldet werden, unangesien 
oft wel synodus genoechsame reden gehadt hadde hem incontinente synes 
denstes te entsetten. Vorder is op intercession des E. E. Geert Clanten 
wegen des meergedachten schoolmeester in betrachtingh s^ner daen^jt 
befruchteden armoedt de iydt prolongert und tot op Michelis naegegeven , 
mitz dat den schoolmeester sick onderdes als tegen synen pastoren und 
de gemene daersulfst sick verholden sall, dat geene clage over hem 
moge gehoort werden ende mit allen vlqte daerhen arbeiden, dat hij 
tot eenen andren schooldenst underdes moge promovert werden, sich 
oock niet onderstaen noch tot Scharmer noch to Harkenstede enige 
schole an te vangen, sonder de plaetze der schole daerselvest sonder 
eenige molestie te verlaten. Sovere l^j hem overst also niet wert ver- 
holden, sall classis sulcx den deputatis synodi anmelden, de vemer 
mit hem procederen sullen. Heeft solckes den schoolmeester angenomen 
te holden. 

Den pastoor sal dit jaer persevereren in sijnen oflBtie , mitz dat hij hem 
alzo drage, dat men hem wegen syner ontstichtinge niet beclagen conne, 
waerop de classis Damonensis authorisert wort goede opsicht op synen 
persoon ende denst te nemen. So nu classis bevindet goede stichtinge, 
sal hij voortan continueren. So daerentegens dat contrarie bevonden wert , 
sall mit hem procedert, und de zake van de classe an den andren synodum 
devolveret worden. 



1) „versoenen" YY heeft „vöreöeningh". 

2) „andere" YY heeft „aUer". 



218 

Sessio 6 antemeridiana hora 8^ 6 Maig. 

7. Syn op citatie des synodi den eerwerdighen D. Robertüs Wippingius, 
pastor tho Suythorum eensdeels,, und Hendrick Louwens, Siqer Gerribs 
iind RiTZE Wattenb anderdeels, op dem synodo erschenen, und voorl) 
den broederen des sqnodi haere ingebrachte clage und beswaerricheden 
voorgestellet , vomemptlijck aver wegen des decreti synodi, dat men on- 
gedooptte persoenen niet sal proclameren noch copuleren , eer ende bevoor 
sij gedoopt sijn, in christelycker betrachtung daermit2) de kercke Godes 
wederom in vrede ende eenigheyt commen mochte. 

Heeft synodus voor goet aengesien , dat vooreerst beyde partyen mochten 
reconciliert und versoenet worden, waertoe 8\j beyderéijts van herten 
geneygt gewesen und also in den name Godes beidersyts broederlyck met 
einandren versoenet sijn. Daemaer voor goet angesien, dat twee pastoren 
uijt den classe de andere gemeynte met den pastoren oock versoenen 
sullen. Het heeft oock den schoolmeester belovet bij de leere der refor- 
mirten kereken bestendigh door Godes genade te volherden. Idt sal oock 
denzelven persoenen per deputatos synodi schriftlijck toegestellet worden , 
mit wat gronde und argumenten dat decretum synodi saU reservirt blijven. 

Verclaert oock synodus, dewyle dat decretum Godes woort conform und 
in andren bynabuijrden provintyen kereken maintineret ende beholden 
wert, dat men int geringste van denzelven niet zal afftreden noch eenige 
veranderinge daerin vernemen, dennoch dat men volgendergestalt mit 
zulcken ongedoopten persoenen sal procederen, naemtlyck dat ze ten 
eersten door den pastor ettelycke male met rypen rade moegen onder- 
wij set werden , 2. dat men den kerckenraet daerby neme , 3. dat de dope 
publice und voor der gemeynte geschee. 

Sessio 7 hora 2 pomeridiana 6 May. 

8. Heeft den schoolmeester tot Farmsum Maktintjs Meuer om eenige 
promotie thom karckendenst angelanght. 

Synodus laet sich syn christelyck versoeck welgefallen und resol viert, 
sooverre hij eene vocation tom kerckendienste bekommen werde, dat h^ 
sich des classis, daeronder hy sorteren wert, examini zal onderwerpen. 

9. Syn D. Andreas Stratemajtnus ende JoHANifEs Schmaltzius erschenen 
van wegen der weduwe tho Baffelt , so mit 8 kinderen besitten gebleven , 
und versocht, ofFter niet de combinatie van Andel^) int genadenjaer 
blyven moge. 



1) „voor", met andere hand ter verbetering geschreven boven het woord ^^van" 
in onzen eod. YY heeft alleen „vör". 

2) „daermit" YY heeft „dennoch". 

^) „Andcl" naar YY. Onze cod. heeft „nadeel", in ZZ verbeterd tot „Nandiel". 



219 

Res. synodus, dat zy van der tyt aen, doen idt andere predigers be- 
dienet hebben, soU de penninghen, totdat de beroepene persoone syne 
Yoliencomene vocatie in classe moghen vertoonen, opheven moghen. 

10. Heeft den E. E. heer Dodo Amsweer etlicke boecken den synodo 
offerert ende daerop versocht, dat eenige mochten committert werden uijt 
den synodo, die syne saken richtigh mogen innemen ende daemaer ver- 
claringe doen. 

Synodus heeft vooreerst hem hooch bedancket, daema voor goet ange- 
sien, dat eenige gecommitteert werden, die hem mochten hooren, ende 
wat ze van hem werden vernemen, den toecomstigen deputatos synodi 
refereren, die daerinne wyder voorsien werden. S\jn daertoe bestemraet 
D. WoLGANGTJS AoRiooLA ondo Georgius Placius. 

Oravamina generalia. 

1. Alzo de snyverheyt der leere in voorschedene plaetzen bestreden 
wert und mit voordeckede nnd dubbelsinnigen woorden vorgestellet , wort 
gevraget, off het niet geraden sq om allerleij bedrogh ende indringent 
der vremder leeraer voor te kommen , dat eine gemene acta van onderteec- 
keninge der Confessie und des Heydelberschen Catechismi, gelyck nu 
rede in anderen provinciën wel angevanghen und gelucklick uijtgevoert 
is, wat bundiger, vullencomener unde vaster gestellet ende opt nieuwe 
by allen predigeren undergeschreven werde. 

Res. synodus voor goet angesien, dat dry predigers uijt den synodo 
sullen verordineert worden als D. Cornelïus Hillentos, D. WoTiOANOus 
Agricola, D. Georgius Placitis, so uijt den acten der anderen provincialen 
synoden eine formulam sullen instellen ende daerbij ende afFdoen, wat 
noodigh sall bevonden worden, die van den classibus sal ondergess. werden. 

Is derhalven dese formula ingestelt: 

Wy ondergess., pastoren unde dienaren des godtlycken woordes, be- 
hoorende onder den synodo der stadt Groningen ende Ommelanden, 
verklaren ende betuijgen met desen onsen ondertekeninge in alle op- 
rechticheyt ende einvoldigheijt sonder eenige ock niet de allerminste 
dubbelsinnichey t , twyffelhafftiche\jt und heimlich verstant ende daerom 
in goeder conscientie voor den Heeren onsen Godt, die de herten ende 
nieren doorsiot und erkennet, dat wij met den herten gevoelen ende 
geloven, mit den monde boliden und mit onse onderschrivinge uijtdnic- 
kelijcken te verstaen geven, dat alle de artyculen ende leerstucken, die 
in dese Nederlantsche Confessie oft belydinge in 37 articulen begrepen 
und in desen christlicken He^jdelberschen Catechismo, die by de Neder- 
lantsche Gereformeerde kercke eendrachtigh is aengenomen , zijn vervatet, 
uijtgodruckot ende van aenfangh der reformatie eendrachtelyck sijn 



220 

bekent, verklaert ende u\jtgeleght worden alle tzamen, de meesten met 
den minsten, in alles met Goddes h. woort overeinoommen und het fon- 
dament der eniger leer der zalighe\jt in sich begrypen , gelijck wy oock 
deselven in sodanigen opentlyeken verstaende daervoor eygentlijck holden 
ende erkennen. Beloven derhalven heylighlyck , dat in deselvige leer ende 
articulen opentlyck ende int besonder naer onsen vermoghen dorch Godes 
genade sullen onderholden , leeren und voorstaen , ook dat wy niets anders 
noch privatim noch publice sullen spreken, predigen noch schriven, dan 
datgene met de bovengenoemde Bel^denisse ende Catechismo nae het 
verstant der reformirten kercken van beginne aff tot nu toe overein- 
stemmet, ende dat w\j oock daerhen alle leeringen oft dwalinghen, die 
mit dezelve leerstucken niet overeinkomen ende daerentegen strijden, 
oprechtelijcken verwerpen ende die truwlich sollen tegenstaen ende 
soecken te weeren. Ende so wy tot eenighen tijden, daer uns Godt voor 
wil behoeden , solden mogen crijgen eenigh bedincken oift gevoelen tegen 
eenigh artickel oft leerstuck, in derselver Confessie ende Catechismo 
begrepen, dat wy tzelve bedencken noch mit spreken, noch mit prediken, 
noch mit schriften, noch opentlijck, noch heymelijck sullen voorstellen, 
leeren, drijven noch voorbreyden, maer hetselve orden tlich ende volcomlyck 
oft den classi oft den synodo sullen openbaren, ende ons alletijt in 
desen het oordeel des classis oft des synodi gehoorsaemlycken sullen 
onderwerpen, op pene als voor schuermakers gesensurert tho werden. 
Ende indien tot eenigen tijden die classis ofte synodus solde mogen 
goetvinden, omme de enigheyt imd suverheyt in leere te onderholden, 
van ons te eyschen onse naerder verklaringe ofte gevoelen van eenigen 
articul der vorss. leere, so beloven wy oock mit desen, dat wy daertoe 
tot allen tijden sullen bereijt ende willigh wesen sonder eenige weijge- 
ringe , op peine als boven. Wij beloven oock mitsdesen , dat wij ons zullen 
onderwerpen ende onverbrekelycken onderholden de gebruyckelycke ordre 
der kercken , so dezelve in synodis nationalibus und in kerckenordeningen 
und particularibus synodis van dese provincie verordineret ende in dese 
kercke underholden worden. Syn tevreden, dat indien wij hiertegen in 
leere oft ordre uns sollen mogen commen te verloopen , dat wij by 
oordeel des classis ofte des synodi van onse dienste na eysch der zaken 
gesuspendeert oft gedeporteert sullen werden. 

Aldus gedaen ende besloten op den provinciali synodo binnen Gronin- 
ghen Saturnij den 8®" May anno 1613, ende tot een teycken der een- 
drachtiger resolutie by ons allen ondertekent. 

ünd is wyder besloten , dat een yder classis Confessionem Belgicam und 
Catechismum thosamen sullen laten binden, de acten daerachterinschriven, 
ende dat een yder prediger in elcken classe die ondertekenen sullen. 



221 

2. Oft niet noodigh sij, dat in den examinibus (gelyck als anno 1608 
in synodo Dammonensi ses. 6 gra. 4 van den examinibus resolvert is 
worden) wat naerder gelettet werde op de puncten der leere, die nu 
insonderheyt werden tegenspreken, ende wel werde toegesien, dat de 
kercke door twyfFelhafftige verklaringe niet bedroghen werde. 

Synodus approbert solckes , mits dat een concept der strydigen puncten 
der leere, daerop meest desselifsl) in den examinibus dienet gelettet te 
werden, den classibus van D. Hii.lenio overandtwordet werde. 

3. Oif niet dienl^ck is, dat eenige predigers werden bestemmet ende 
belastet om de uijtgegevenen schriiften der partyen vlytiger door te sien 
und de puncten van geschille, de argumenta advei'sariorum alsoock der- 
selver exceptien op onse argumenta an te teekenen, daermit men den 
bedruckeden gemeinten moge des te beter helpen ende oock tot allen tyden 
bere\jt s\jn de waerheyt te verdedigen, so velichte de sake tot eenen 
nationalem synodum solde moghen commen. 

Wert van synodo geapprobert ende besloten, dat twee pastoren be- 
stemmet werden, so de argumenta adversariorum sollen doorlesen, daervan 
confereren ende daerhen arbeyden, dat den tegendeel darmit wedergestaen 
werden. Syn daertho bestemmet D. Corneliüs Hiixenius, D. Wolfganous 
Aqrioola. De anderen oock daertoe gedeputeerden der classen, alse uijt 
de classe Damonensi Tobias SEüsmoius, ex Loppersumana Joachimüs 
ZooBius, ex Enerumana Petrus Crusius, ex Suidthormiana Bernhardus 
Ajndreae, uyt Oldeampte .Iohannes Loungius, dese sullen oock flytigh 
naesoecken ende, so sy yetwes vinden werden, den 2 deputatis toe 
Groninghen toesenden. Deselve sullen het dan ftjnrichtigh ineenbringen 
ende in de classen oversenden. 

Wert daerenboven verordent, dat een yegelyck pastoor in synen classe 
oock vlijtighe nasoeckinge doen saU, ende so hij ^etwes desen saken 
profytelick ervinden werden, haeren deputate classis mit te deelende. 

Sessie 8 antemeridiana hora 6, 7 May. 

1. Is SmocA Ottens, een schoolmeester uijt Oostfrieslandt , voor den 
synodo erschenen, promotie tot eenen schooldenst versoeckende. 

Ees. synodus , dat sich de classis deselve persoon willen laeten bevolen 
syn ende hem alle bevorderinge ertegen. 

2. Off niet ootmoediglyck van de E. E. hoeren Gedeputeerden der 
Stadt und Ummelanden dienet versocht te werden, dat ze ehre alumnos 
tot sodanige hoogeschole willen schicken, die niets suspect en syn, ende 



1) „desselffs" ontbreekt in YY. 



222 

daer soo marckelyck peryckel niet is om me van de suverheit der leere 
aifgevoeret te werden, ende off niet de olderen, die haere kinderen ad 
studium theologiae ofte oock andere faculteiten hebben toegeegenet, mede 
tot sulckx behooren vermaent ofte veiemeer door een opentlyck verbot 
geconstringert te werden. 

5. Res. , dat . sulcx vant synodo geapprobert werde , imd wert den 
deputatis synodi opgelegt daerop nae noot te letten l). 

Offt niet lofflijck ende hoochnoodigh is, dat overalle vlqtiger worde 
gearbeydet, dat op het catechiziren und optreckent der jonger joeget in 
de erkentenisse ende vnichte Godes beter gelettet, ende goede ordre 
hetsij alle achte daghen ofte alle maenden oft alle veemdeel jaers deselve 
door de pastoren te examineren, hetsy door andere bequame middlen 
gestellet ende onderholden werden, ook dat de predigers, daer de Cate- 
chismus niet wel kan verclaret worden , den Catechismum na der predige 
dem volcke voorlesen, oft insonderheyt hare texte daema sclücken ende 
beleiden, dat ze aUetyt eenige locum ex catechesi sullen voornemen. 

Res. synodus, dat sulcx worde approbert und den schoolmeester opgelegt, 
dat ze den Heydelberghschen Catechismum und den cleynen catechismum 
des heeren ALDEGuimn de joeget sullen vlytigh voordraghen. De prediger 
sollen oock na gelegentheyt alle maenden 2 2) in de schole gaen de kinder 
te examineren. 

Wert oock den predigem bevolen, dat ze mit aller bequaemheijt de 
hovetstucken der leere des Catechismi vor oder na der predige de ge- 
meinte vorclaren. 

6. Oft niet nodigh und voor Godes kercke stichtelyck is , dat neerstelyck 
ende voorsichtelijck door de visitatoren der kercken in eenen igegelycken 
classe, volgende der resolutie der synoden anno 1603 in synod. Gron. 
gra. 3 und anno 1608 in synodo Damonensi ses. 4 artic. 8, werde gelettet 
op het comportament, levent ende ommeganck der kerckendieneren ende 
op de gelegenheyt der kercken, alzo bekent wert, dat daerinne under- 
w\jlen geene cleyne, sonder grote feylen op verscheydene wyse voorvallen. 

Res. synodus, dat de general. visitatie sall angestellet ende door 2 
deputatos synodi sall uijtgevoeret werden. 



1) „Bes. — te letten" is in YY bij het vorige art. 2 gevoegd. Dit is waarschijnlijk 
meer juist, want ook in onzen tekst begint bij „Offt" een nieuwe regel. Doch nu 
staat ook in YY vóór het volgende het cijfer 5. Om welke reden hier twee artikels 
nl. 3 en 4 zijn verplaatst tusschen art. 17 en 18 (zie p. 225) in onze codd. , is niet 
duidelijk. 

2; „2" YY heeft „edder twie". 



223 

7. Wert geclaget, dat gemeenlijcken de gravamina al tho generaliter 
werden an den synodum gebracht sine expressa mentione loei, temporis 
et personarum, daerher dan de executie und bevoorderinge derselvighen 
des to swaerer .valt und derweghen noodigh is hierinne te vorsien. 

Res. Heeft synodus voor goet angesien, dat het sall achtervolget werden. 

8. Oft niet goetgevonden werde, dat jaerlycks 2 van den oudtsten 
deputatis synodi gecontinuert werden juxta resolutionem synodi Gron. 
anno 1G03 artic. 23. 

Res. blyft by de voorige resolutie. 

9. Off het sich betaeme den Mennisten te gevalle bugten der kercken , 
op den kerckhove oft anderswaer eenige eheluijden te copiüeren , die rait 
der Wederdooperije besmittet syn, gelgck men secht, dat te Wthwijrda 
sall geschien syn. 

Bes. Synodus voorstaet, dat het niet behoore te geschien, ende dat sich 
de sake te Wthwijrda also niet verhelden hebbe. 

10. Oft niet noodigh eygentlichen te vernemen, off [die]i) toverijsche 
tho Colham, de wickerpape und jode in den Dam, daer sovele bet her 
is geclagt worden, nochmaels haer handtwerck drijven und van de 
overicheyt geduldet werden, dewyle de E, E. h. Gedeputeerden hiervan 
anders s|jn informeert worden. 

Res. Dewljle de wickersche op den Colham noch j)lgft, is classi 
Damonensi belastet by de respective overicheijt te arbeyden, dat ze 
affgeschafft moge werden, in gevaUe nichts van ehmen mochten entholden 
werden, den deputatis synodi solchs te referiren, die dan widers daerin 
voorsien werden. 

Insgelijcken versocht 2) classis Enerumana, dat de Wederdopersche 
schoolmeester te Marschlach mochte afPgestellet werden. 

Wert oock den classen belastet, so yemandt waere, die met sulcken 
beswaret, dezelve tho vertekenen und den deputatis synodi tho referiren. 

11. Oft nicht wijjder informatie van nooden, off het waer sy, dat in 
classe Middelstumana eenen sekeren persene mit synen verstorvener 
huijsf rouwen suster dochter van eenen prediger sy copulirt worden, om 
de eere des ministerii to verdedigen. 

Res. Wort voorstaen, dat het soude geschiet sgn uijt anvorderinge van 



1) „die" aangevuld uit YY. 

2) „versocht" YY hoeft „daget", en begint met „insgelijcken" een nieuw art, 
zoodat dan vervolgens de nummers opschuiven. 



224 

de reddiger, und wert verclaert, dat het niet behoort te geschien, oock 
classis belastet den pastoi*en daerinne te censureren. 

12. Oif men niet behoore per deputatos classis Loppersinnanae an te 
holden, dat Tesinge, wesende eene parochiale kercke, mit benen duchtigen 
prediger voorsien werde. 

Res. Wert den deputatis synodi opgeleght daerin te doene, dat het 
gescheen moge. 

13. Oflf niet de boeckdnickers geholden sgn alles , wat se dnicken , te 
vooren van den deputatis synodi ofte anders by daertoe verordende 
duchtige persoenen visiteren te laten, welckes niet geschiet. 

Res. Wert den consistorio tho Groningen opgelegt by den magistrat an 
te holdende, dat se daertoe ettelycke wille verordenen. 

14. Dewgle het i) sich oock hen ende weder bevindet in deser pro- 
vincie , dat mit veele pastorien , vicarien ende praebenden niet recht wert 
omgegaen, ende den predigren niet alles, wat s^ wel behoorden daervan 
te genieten, toegestelt werde ende daerher menichmaell niet alleene 
onbehoorlyck combinatien mit grooter ergernissen moeten gemaket werden , 
sonder oock de Wederdoperen ende Papisten daerugt oorzake ende ge- 
legentheyt nemen wijdt ende sgdt haeren erdom te verbreiden, vomem- 
licken an den orten, daer de predigers niet wonnachtigh sqn, ofF niet 
meer als noodigh z^ sulckes te remedieren, ende tot sulcken eijnde van 
een yeder pastofrien, vicarien, praebenden, calende, ende hoe diesel vige 
goederen eenen name hebben moghen, een oprichtige register den synode 
in tho leveren ende datselve als een ligger in der synode kisten te ver- 
wai*en , opdat men sovele mogelyck hierdoor niet alleene de pastorienlanden 
ende goederen ad omnem posteritatem sarta tecta moegen conserveren, 
sonder oock allen ergernissen ende inslicken der geistelycke wolfen des te 
beter bejegenen ende weren , welverstaende nochtans daer de pastorien 
niet sufficiant om eenen eygenen prediger te holden bevonden mochte 
werden, dat men in sulcken valle mit goeder discretie sall moghen 
handelen. 

Res. synodus, dat sulckes den visitatoribus classium soll belastet werden 
van een yder classe zulckes tho vernemen. 

15. Angesien dat oock de diaconen alhier boven haer vermogen mit 
onderholdinge der armen sowel uijt den ümblanden als uijth der stadt 
selvest beswaert werden , so wert den synode tho bedencken heimgestellet , 
dorch wat middel ende wege solckes te remedieren, ende off het niet 



1) „het" ontbreekt in YY. 



226 

goet solde s^n nomine synodi by der lantschap om eenigh subsi dium 
tot onderholdt der armen lidtmaten der gemeinten alhier te erlangen, 
oder overst de voorsienige te doen, dat een yder caspel syn egen armen 
te mogen 1) onderholden. 

Res. Wert den deputatis synodi opgeleght, dat se wollen letten op 
den 60 artickel in der kerckenordeninge nnd denselven achtervolgen. 
Daerbeneven wert oock den deputatis synodi opgelegt om an tho heldend e 
op den lantdage om verbeteringe der armen uigth Stadt ende Lande. 

16. Oft niet noodigh, dat men den ergerlicken strijdt ende onenicheyt, 
so sich naer veler luiden seggen nu eenige jaeren herwaerts tusschen den 
pastoor te Noortbroeck ende den caspeUuden solle verholden, door eenige 
deputerten des synodi sich onderstaen wegh te nemen unde tho dempen. 

Res. Wert an de visitatoren gestelt. 

17. Endtlicken wert geclaegt, dat classis Damonensis geleek andere 
classes in oversendinge haerer gravamina haer devoir niet gedaen hebben. 

Res. Ist wechgenomen mit den voorgaenden resolutie ses. 2 articulen 4. 

2. Ist erschenen Henricüs Meinardi, und een demoediges schrivent in- 
gebracht, daermit hij einmael syner saken entschap gewinnen moge. 

Res. dat classis mit hem sall underreden ende wegen synes examinis ten 
bescheydensten handelen , mits dat hij tusschen anstaende Maendagh over 
vier weken testimonium reconciliationis mit den ministerio Leovardiensi 
inbringen sall. 

3. Comparirt Jacobus Jannicüu , stellende ootmoedigh den synodo voor , 
off niet konde yetwes daerinne remediert worden, dat hem voor syne 
bedieninge te Saexem mochte eenige penningen gevolget werden. 

Res. sijnodus. Ist avermaels an de E. E. heren collatoren gewiset 

[4] 2). D. Georgius Placius intercedert nomine classis, dat idtsiger 
conrector Reinerus WoTiFtüs in den Damme, der ein expectant int 3 jaer 
gewesen na Bleyham, voor einen prediger mogen promovert werden. 

Res. sijnodus, dat hq soll werden recommandert an dassen int 01de- 
ampt, mitz oock an den E. E. heeren drosten tho Wedde und der ge- 
meynten in Bleijham^). 



« 

1) „te mogen" eveneens ZZ. In YY staat „miige". 

2) „|4J" overgenoiuen uit YY. 

3) Zie over «li^ze art. 2 , 8 en 4 de aant. op p. 222 Dat er een art. iu(»er is , doet 
niet ter zake. 

Acta »yn. provliic. VII. " 1J"> 



226 

18. Wert geclaget, dat alsnoch de Wederdooperen mit haeren conven- 
ticulen tho holden iramer voortvaren. 

Res. synodus, dat men soll den E. E. heeren Gedeputeerden de reso- 
lutie , 80 op den WerfF gegeven , insinueren ende begeeren , dat ze deselve 
om te effectueren an de reddiger schicken. 

Ingelycken begeert oock [dat] Oldeambt, dat solcx by borgermesteren 
und raet Groningae moege versocht werden. 

19. Dat oock de kerckvoechden daersulvest geene lidtmaten der ge- 
meinten sijn, ende derwegen sulckes behoort gecorrigert te werden. 

Res. Blgft bij voorgaender resolutie, ende dat classes selffs daerinne 
sollen arbeyden, dat daerinne remediert werde, daernae dat ze solcke 
questie aengaende desen punct den deputatis synodi solle specificeren, 
so niet dat solckes den visitatoribus werde belastet de sake voor de handt 
te nemen. 

Wat belangen [doht] ^) de clage vant classe Oldeambt over de diaconos , 
so geene lidtmaten der gemene sijn, imd in der bedieninge den armen 
lidmaten unwilligh sijn, res. synodus, dat solckes niet behoort te geschien, 
ende eenen yederen prediger daerhen toe arbeyden, dat sulcx geschee 
naer behooren. 

Dewyle2) noch clage comt vant classe Oldeambt van wegen pastorij- 
huijsen, so in Westerwoldingelandt woeste ligghen ende niet opgebouwet 
werden, res. synodus, dat de deputati synodi bij den heeren daerinne 
arbeiden sullen , dat ze moghen geholden werden de huisen op te bouwen. 

20. D. Harmannus, pastor in Middelstum, versocht, dat hy moge sijne 
vullencomene opcomst genieten, gelijck D. Nicasius gehadt, opdat hg 
moge een goet onderholt tot sijn wijff ende cleene kinderkens hebben, 
welckx hem ter tij t syner vacatien toegeseght is. 

Remittert solchs synodus ad classem. Soverre classis hem niet kan 
beforderen, sall het an de gedeputeerden synodi gelangt werden. 

21. Classis versoeckt oock ernstlyck, dat daer paritas cereraoniarum 
magh geholden werden, und het klockenludent des Soendagenavendes 
alsoock het blakerent und de dooden in de kercken tho brengen, als in 
classe Loppersumana ten Buer geschiet, moege affgeschaffet werden, 
waerdorch vele prediger lasterreden moeten Igden , die solckes niet doen, 
und hetwelcke ock species idololatriae is. 

Res. synodus, dat een yeder prediger in synen classe by den reddiger 



1) „[doht]" aangevuld uit YY. 

2) „dewyle" hiervan maakt Y\' een afz. art. 21. 



221 

sall anholden, dat sulcke abusen affgeschafPet werden, iind paritas in caere- 
raoniis moge onderholden werden. Wert de classi opgeleght den pastoor 
ten Buer daerom to reden tho stellen, bq bevint der saken ernstlyck 
tho censureren, dat hij den classi onrecht bericht gedaen. 

22. Wert ock versocht, dat geene vastelavonts ende dergelijcke vaga- 
bunden mogen henvemer loopen und afFgeschafPt werden. 

Res. Wert overmalich den deputatis synodi opgeleght, dat ze vermoge 
der vorige acta daerinne procederen. 

23. Versocht het classis , dat de prediger tho Groninghen niet willen so 
voortvaren int copuleren van Mennisten , so uijt het landt tot hen commen 
sonder enige aflfcundigang op dat landt geschiet tho syne , gelyck Tiar(!ke 
Peters dochter noch tho Usqiiert noch Tenallinge niet is affgekundiget. 

Res. Sall hierop de licentiat afpgehoorti) werden, welcken oock ver- 
claringe gedaen und angeholden, hoe hij sich vemer daerin verholden sall, 
Res. synodus, dat offschoon de persoon ein tytlanck in de stadt gewoont 
und sich aldaar wille copuleren laeten, dat ze gelyckwol sal in honorera 
parentum sich aldaer proclameren laten, beth solange eene eheordeninge 
gemaket werde. 

24. Versocht oock het classis emstlijck, dat wickeren, waerseggen, 
duvelsbanderen als in den Dam, Wirdum und Rijp mogen affgeschaffet 
und tom lande uijtgebannet w^erden. 

Res. Is voorhen hierop resolvert. 

25. De caspelluijden van Menckwehr versoecken eene kloek, dewijlo 
het eene provincikerck is. 

Res. synodus. Classis magh sich sulckx laeten bevolen s^n. 

26. De samptlicke classes versoecken, dat deselvige, welckere mit 
vicarien und probenden providert sijn unde daerop studeren , dat deselvige 
providerde studiosi den classibus loffwerdige testimonia van haeren pro- 
fessoribus oder rectoribus jaerlicx inbrengen. 

Res. Synodus vorklaert sulckes noodigh sij. 

27. Dat synodus wil gelieven bij die provincie op den landage an tho 
holden , dat de Mennisten , de voorstorven , op haere plaetzen als clooster- 
landen geene Menisten mogen werden ingerumet. 

Res. dat sulckes den deputatis synodi to achtervolgen werde opgeleght. 

28. Dat de bouvallige kercke tho Rottum moge wederom reparirt werden. 
Res. Synodus berustet bg vorige resolutie. 



1) „affgehwrt" YY heeft „gehöret". 

15* 



228 

29. Doleert classis Loppersumana , dat etlicke costeren iind schoolmeisteren 
b|j haer inslijcken, ende invitis aut insciis pastoribus, van ettely eken col- 
latoren werden ingestellet, daer dan geen geringe onheyl uijt ensteit. 

Bes. Ist b^ den classis affgedaen. 

Sessio 9 pomeridiana hora 2, 7 Ma^. 

30. Claget classis, dat de resolutie des voorgangenen synodi Dammo- 
nensis over het leste dehell des 6 gravaminis generalis, belangende het 
boerent der horngelden under der predicatie, in geenerley wyse wert 
naegekomen. Begeren hertlich, dat darinne moge voorsien werden. 

Res. synodus, dat by de E. E. heeren vant college reraonstreret werde 
daerin te voorsiende, gelijck oock dan lettenen also niet moghen onder 
de predige geholden werden. 

31. Off den deputati classis eenen te examineren sollen vollencomen 
macht hebben reliquis absentibus. 

Res. synodus , dat het examen in soniertyt by plenaria classe geschien 
sall, den winter in casu necessitatis pro deputatos classis, adjunctis 
duobus deputatis synodi. 

32. Wert geclaegt, dat enige predigers sowel het synodal als classical 
geit niet bekommen konnen. 

Res. synodus, dat so eenigh mangel bij enige daerin voorvallen mochte, 
dat ze solcx in specie by den h. hovetluyden versoecken solden. 

De olde gravamina, die niet affgedaen werden, sullen by den heeren 
deputeerden versocht werden. 

33. Off niet classis Enerumana magh censurert werden, dat ze contra 
decretum synodi einen geexaminert hebben, die noch geen beroepinge 
gehadt. Hieruit enige misverstanden erresen tusschen classem Enenimanam 
et Dammonensem , waerdoor een onheijl lichtelycken entstaen mochte. Heeft 
synodus besloten, dat beyde classen sullen reconciliert werden. 

Wat voorder anlangt de persoon Luerdi Menez , sall derselvige de novo 
exarainert werden, mitz dat 2 uijt den classe Suidtliormiana , 2 ex Ene- 
rumana ende 2 deputati synodi daerbij genomen werden, die sullen plaetz 
en tydt daertoe bestemmen. Daernae sall hem de exces, so binnen Gro- 
ningen beganghen, voorgeholden werden ende verner mit hem procedert 
werden. Sijn daerenboven de classes broederlyck reconcilierl. 

Sessio 10 hora 7, 8 Maij. 
1. Versocht de pastoor te i) Suydtbroeck, dat hy gedronghen werde 
lichpredigen tho doende. 

Res. synodus, dat het blijve by vorige resolutie. 



1) „te" naar YY eu ZZ. Ouzo cod. heeft „de". 



229 

2. Begeren samptliche classes, dat de kerckenordeninge moge weder 
de novo gedrucket werden. 

Res. synodiis, dat sulcx den deputatis synodi sall belastet worden. 

3. Heeft D. Cornelius Hillentos, praeses, siju ingesteltes concept 
wegen der formulae in onderschrivinghe der Confessie ende Heijdelberschen 
Catechismi na luijt des eersten gravaminis generalis den synodo voorge- 
lesen , daerop der broederen goede verklaringe begeert. Verclaert synodus , 
dat ze bereijt sijn sulcx alles nae onderschrinnge haerer namen nae te 
komen, gelyck oock inderdaedt gedaen. 

4. Beclaght sich overmaels D. Georgius PLAaus, dat hem hertzlick 
bedroevet, sich tegen siücke bittere oplage in smaheschriften Klinck- 
HAMERi aver hem sich nicht moge verdedighen. H^ achte, hem moge 
enighe verkleeninge by syne gemeente daeruyth entstaen. 

Synodus verstaet, dat zulcke bittere schriften sich niet betamen over 
einen pastoren te schriven, sal derwegen Klinckhamerus darover scharp 
censurert werden , hem oock vermanende sulckes niet meer te doende noch 
enige uijtspringinge b^ der gemeinte sich vernemen te laeten. Daemae 
sollen sy reconciliert werden. 

5. Entlyck is Hexricus Meinardi weder erschenen ende [up] i) voor- 
gebrachte petition resolutie gebeden. 

Res. synodus, dat den classi wert naegegoven mit hem to onderhan- 
delen, mitz dat hij tusschen den toecompstighen Maendage over 4 weken 
sal inbringhen testimonium van Leuwerden, dat hy darmit reconciliert 
sij mit der ministerio. 

6. Heeft D. Cornelius HiLLEwros, praeses, dem synodo voorgestelt, alzo 
hem was te handen gecomen van wegen D. Festo Hommio, prediger to 
I/eyden, een zekere geschrift in sich hebbende een zekere handelinge 
van naerder conferentie tusschen den predigren van onse kercke ende 
dien van den Arminianen, geholden to Delft den 27 en 28 February 
anno 1613, ten eynde hy dezelvige mit eenige andere predigers zoude 
communiceren ende haer ordeel derselven 2) mit den samptlicken broederen 
aldaer mededeelen, tzelve hadde uijtgestelt tot dese synodal vorgaderinge, 
dewelcke seer naby was aenstaende , om tselve alsnu den synodo , dewyle 
der zaken kenisse tot dem synodo eygentlick behoorde, voor te stellen 
ende daerop haer gevoelent ende goetduncken te verklaren. Is derhalven 
van hem tzelve schrift der voorgaderinge voorgeholden ende voorgelesen , 



^) )?h'pj" «aiigtiviild uit YY. 

-) „derselvon" Y'Y heoft „oover deiiaelven". 



230 

• 

waeruijti) dan is bevonden, dat de drij broeders D. Johannes Bogardus, 
D. JouANNEs Becius und D. Festüs Hommius allen voor hare persoenen, 
sonder eenige praejiidicium der gemeinen kercken, ende mit expres bedinge 
van het advys und voorwetenschap und cïonsent derzelven kercken op haere 
handelinge te verzoecken willende handelen, aen den drijen ujjt den Re- 
monstranten off Arminianen schrifftlyck hebben versocht , dat ze haer over 
dese articulen2): 1. van de vollnoomen voldoeninge onsers zalighmakers 
Jesu Christi voor onse sonden , 2. van rechtveerdichmakinge des menschen 
voor Godt, 3. van het zalighmakende gelove, 4. van erffzonde, 5. van 
zekerheyt der zaligheijt, 6. van volmachticheijt des menschen in desen 
levende, item |7] van natujjr ende eggentschap Godes, [8] van de heylige 
Drijvuldicheyt, [9] van [de] eeuwige godthe|jt unsers heeren Jesu Christi , 
rondelick ende schriiftlick met ondertekeninge van haere namen ende de 
namen van de andere Remonstranten willen verklaren, off sij in dezelve 
enerleij gevoelen hebben mit de gereformeerde kercken volgents den 
Catechismum ende Confessie, und de tegenleere verwerpen, geleek onse 
broeders D. Boüardus, D. Becius en D. Festüs vonioempt mit onderteke- 
ninge liaerer naemen door tegenstellinge van suijvere ende valsche leere 
hadden gedaen mit beloften , so de Remonstranten over de articulen haer 
rondelijck wilden verclaren und den kercken vorsekeringe doen , dat ze in 
denselven gesondt syn, dat sy by de kercke willen aenholden, dat een 
zeker concept und formulier gestelt zolde werden, waernaer dezelven 
Arminianen in [de] vijff articulen van de conferentie, in den Hage ge- 
holden, getollerert zoUen werden, so do kercken in tzelve sullen tevreden 
syn. Over welcke verklaringe op de gemelte articulen, als de Remon- 
stranten off Arminianen swaricheyt hebben gemaeckt, willende den aen- 
fangh doen van anderen articulen der conferentie ende begeren te weten, 
off sy ten aensien denselven geduldet connen werden, gelijck sij de 
kercken in haeren gevoelen begeren te dulden, is de zake gebleven by 
de voorgenoemde praesentatie. 

De erw. synodus dan op hetselve schrift ende handelinge neerstichlijck 
lettende verklaren, dat de broederen D. Becius ende andere seer wel 
voorsichtichlijcken en getrouwelycken hebben geantwoort, den Arminianen 
de ses off neghen articulen om haer verstant te vernemen voorholdende, 
haerluiden daervoor niet alleene bedanckende sunder oock wunschende, 
dat daer eygentlick werde geinsistert. Doch wat de tollerantie en tfor- 
mulir desselven aengaet, so sij Remonstranten schriftlyck begeren te 



1) „waeruijt" ontbreekt in YY. In onzen cod. is doorgeëtreept „Nadem is". 
■-) Hierhij lieeft YY het randschrift: „Articuli eontroversi inter ortliodoxos et 
KeiuniiBtranteH sen ArnünianoH simt in universum novcm 1, 2, 3, 4, 5, G, 7, 8, 9". 



231 

antwoorden, achtet der synodus geensins geraden, dew^le sodanige leere 
niet can gedraghen noch sodanige getoUerert werden, dat oock sodanige 
tollerantie niet zolde connen ingegaen werden sonder naedeel der waer- 
heyt ende voortgaentl) praejudicio der kercken, die mede in sodanige 
formuliren gerichtet solden w-erden. Ende sall den D. praeses tzelve advijs 
den broederen in Hollandt oversehriven. 

Is censura monim geholden ende godtlofF niemandt straifbaer bevonden. 

ünd hebben de anwesende predigers samtlycken dieses ondergeschreven 

ende alzo dese synodus mit dancksegginge tot Godt loffelyck2) geendigt. 

Verordente deputati synodi sin: D. Cornelius Hili.eniu8, D. Woloangus 
AoRiooLA, D. Gerhardüs Asueri, D. Samüel Schmaltzius. 

Nomina pastorum. 
CoRNELius HiLLENius, m. Jcsu Christi in ecclesia Groningana, praeses 

synodi. 
Georgius Plactus, pastor Dammonensis. 
JoHANNEs ScHRODERUS, pastor tho Hooch en Leechkerck. 
C. HoERNKENsS), sonior. 
ÜLRicüs BuLTENiüB, minister in Haren subscr. 
CoRNELros Reiïeman, pred. in Crewert. 
Henrïcüs Banius, prediger tho Hellem. 
JoACHiMüs ZoRiuB, prediger to Loppersum. 
JoHANXES Egbertï, prcdigcr in Leerraens. 

Lambertus HENRicmES Groningensis , prediger in Post en Wittwienim. 
Samuel ScHMALzms, pastoor in Wetsinge. 
Adolphus Besten, pastoor in Whee. 
Johannes CoNRADi, pastoor in Eneriim. 
Gerhardus AssuFJii, pastoor Suydtbroeck. 
Gerhardus Bocholt4), pastoor in Beertha. 
Johannes Alberti, pastoor in Nortwolt. 
Wesselus Rhoede, pastoor in Cantes. 
Woujaxgus Agricola, pastoor in Bedum. 
Johannes Schonenborch , ecclesiastes in Aduwert. 
Gerardüs Johannkj, d. v. m. in Northornim. 



1) „voortgaent" YY heeft „vörghande". 

2) „loffelyck" YY heeft „lieffelijcken". 

3) „C. Hoernkens" YY heeft „G. Iloorenken*». 

4) „Bochoh" YY hoeft „Boeckholt". 



232 

Acta synodi provincialis, vcm den edlen und 
erenvesten Jieeren Gedeputeerden der stadt Groninghen 
unde Ommelanden uuthgeschreven unde geholden op 
den 16^^ May anno 1614 deses jaers binnen Ap- 
pingadam^ in hywesen der edlen hoochwysen heer en 
WiLHEM Barnda unde Edzardt Rengers^ gede- 
puteerden vant collegio dartho gecommittert unde 
deputeert. 

Sessio prima hora 3 pomeridiana 16 Mag. 
Is dese synodus van D. Corxelio Hillenio , pastom binnen Groninghen , 
alse voorganghen synodi praeside, mit den gebede angevanghen. 

Unde sint daerop de credentzbrieven voorgelesen worden unde censura 
monim geholden. Unde is bevonden, dat op navolgende persoenen, a 
classibus gesonden , niet is te praetenderen. Werden derhalven van tegen- 
woordighen synode voor duchtich unde bequaem angenomen, als: 

classis Oroningana: D. Corneltüs HiLLEimis, de edle unde ernveste 
Regnerus Albarda, alse olderlinck der gemeinte te Groninghen; 

classis Dammonensis : D. Georgius Placius, D. Johannes Schrancken- 
MOLLERus, D. Johannes Laxtenius; 

classis Loppersnmana : D. Joachimus Zorius, D. Wu^helmus Walrave, 
D. Johannes Stoverius; 

classis Middelstumana : D. Albertus Wilhelmi, D. Wesselus Rhodiüs, 
D. Hermanus Dreckius; 

classis Enerumana : D. Bartholomaeus Billerbeke , D. Hesselus Nicasixjs , 
D. Johannes Smaltzitts; 

classis Suithorumana : D. Johannes Schroderus , D. Bernardüs Andreae , 
D. Johannes Schonenbergixts ; 

uuth Oldeampt: D. Gerhardus Assuer^), D. Justinus BL^venbergius , 
D. Rembertus Gtorgh. 

Is daerna per communia fratnim suffragia in praesidein eligeret worden 
D. Georüiüs Placius, pastor in den Dam, D. Corneliüs Hu^lenius, pastor 
in Groninghen , in assessorem , D. Bernardus Andreae , pastor te Esingen , 
in scribam. 

Classis Dammonensis is vormanet geweest, hoedat sg al te rijpelyck 
gehandelt, indeme sij D. Johannem Scuranckenmollerium in Scharraer, 
noch staende sub censiuu, in deputatum ad synodum eligeret hebben. 



1) „Assuer" YY heeft „Assweri". 



233 

Res. synodus, dat sulckes van niemandt in volgenden tyden meer 
geschien zal. 

Sessio 2 antemeridiana hora 7, 17 Maq. 
Fusis precibus ad Deum sindt de acta praeteritae synodi voorgenomen 
te revideren. 

Quod ad articulum quintum so hebben de domini deputati synodi haer 
rapport gedaen van den combinationibus, imde is bevonden nootwendigh 
te letten op dese navolgende puncten. 

1. Wert in bedencken genomen , oft niet te raden sq , dat Lehrmissen 
unde Enum moghen met eenen eighen prediger vorsorget worden , alsmede 
van de combinatie van Osterwidwert, Ghamolsweer unde Breda. 

Res. synodus, dat de deputati synodi sollen sick an voorgeschreven 
plaetsen verfoeghen omme aldaer informatie te nemen, oft boven i) ver- 
soeck konne geschien, unde dan wyders daervan den £. E. heeren 
Deputeerden behoorlyck te adverteren. 

2. De combinationes in classe Enenimana, also oock ingelijcken in 
Fredewolde, onder dem classis van Suijthorrum sorterende, zullen van 
den deputatis sinodi besichtiget worden, unde so befunden wort, dat 
een yeder caspel behoret eenen eygen pastoor tho hebben und die averst 
mit genoeghsame middelen niet voorsien, sullen de deputati synodi b^ 
de provincie anholden, dat de caspelen mogen middelen bekommen tot 
onderholdinge eynes eygen predigers. So niet, sullen de conbinationes 
bliven, alsse voorlengest gewesen, totdat vorbeteringe geschiet. Oock 
sullen de deputati synodi toecomstich cum reverentia hiervan den E. E. 
heeren Deputeerden andienen. 

3. Den classis van Enerum wert van den synodo opgeleght, dat ze 
sullen informatie nemen, oft de Wederdooper Claes Jansen, schoolmeester 
tho Marschlach, daer noch steyt, und oft hy oock versoeckt omme een 
ander plaets te bedienen. Ende sullen sy daervan den deputatis synodi 
een bericht doen. 

4. Angaende de resolutie, genomen bg de E. E. heeren Deputeerden 
van den Wedderdoperischen exercitiis, is wel gescheet, maer wert van 
de Wederdooperen niet geachtet. Wert derweghen nochmaels den deputatis 
synodi opgeleght bij de E. E. heeren Deputeerden an te holden , dat den 
Wedordooperen hiervan inhibitie moge geschien. 

5. De domini deputati synodi praeteriti anni hebben op navolgende 



1) „l)oveu" YY heeft „boovengeschreven". 



234 

gravaoiina vlitich gelettet, als 8, 12, 14, 16, 17, 18, unde over dat 3, 
6 ende 10 generael gravamen alzowel als over dat 18, 19, 20, 26, 28, 
unde de generalia by de provincie gereinonstreret , de specialia overat an 
de E. E. heereri Deputeerden der stadt Groninghen ende Ummelanden, 
welckere oock den synodo sint voorgelesen worden. De generalia sindt 
noch niet afPgehandelt , met twee uuth den specialibus gravaminibus , 
die oock den broederen bekent syn gemaect. Dancket derwegen het 
synodus den deputatis synodi wegen haeres groeten yvere unde trouwen 
dienstes. 

Sessie tertia pomeridiana hora 2, 17 Maij. 
Specialia gravamina. 

1. Post preces articulus primus van Marsum. Ende dewijle Solwert 
mit eenen prediger is voorsien, wordt den classi Dammonensi bevolen 
op Marsum tho letten, dat datzelvige ock moghe bedienet worden. Ende 
so het classis deputatonim synodi adsistentie begeret, sal haar solckes 
niet geweigert worden , welckere deputati synodi idt voorder an de E. E. 
heeren Gedeputeerden werden gelanghen laeten. 

2. Den 3 articulum antref¥ende sindt bevonden , dat in voorgangen jaer 
dese mannen ingecomen sijn: 

Ex classe Groningensi D. Martinus Meierüs, bonis testimoniis instructus, 
is angenomen tom prediker in Westerbroeck. 

Ex classe Dammonensi D. Regnertjh Wulffius, sufficientibus testimoniis 
ornatus et habito cum ipso examine, tom prediker gesettet in Solwert, 
welckes testimonium in synodo is voorgelesen ende voor goet erkent. 

Hermannus Christophori sal van weghen synen schandel^cken daden, 
in dien hij Godt ten hoochsten vertoornt ende de viande Christi lastterende 
gemaket, genessins ad ministerium toegelaten worden, sal oock in der 
stadt Groninghen ende Ummelanden in dienste niet konnen tollerert worden , 
sal sick oock der kercken, so he groffelijck ende swaerlyck laederet, mit 
bekentenisse syner excessen versoenen, ehr ende bevoor hij ad sacram 
coenam sal connen thogelaten worden. Sal daernae van synodo an hem 
unde an de gemeente te Juckquaert geschreven worden, dat se hem geene 
vocation zullen geven noch voor eenen kerckendener accepteren. Oock 
heeft het synodus deputatis synodi injungeret, dat ze bq de E. E. jonker 
Baltazar Ripperda anhalden sullen, dat Harmanus Christophori van s. 
edelheyt niet moge mainteneret werden, maer syne edelheijt woUe be- 
lieven den loffelycken ende christelycken synodo in desser behoorlycken 
saken tho favoriseren ende haer versoeck tho accorderen. Imvalle sulckes 
niet worde geschien, sullen de deputati synodi idt remonstreren an de 



235 

E. E. heeren Deputeerden der Stadt ende Unimelanden. Idt i) is oock dat 
classis Dammonensis emstelijcken daeromme censureret worden, dat ze 
sick so w^dt mit Harmanno Christophori ingelaten, te weten so hij eine 
vocation van Jiickquaert conde vertoonen, dat so dan naerder in de zake 
wollen handelen, unde dat ze in anfange de saecke niet hebben geleght 
in communicationem mit den deputatis synodi. ünd wort het classis wol 
emstlqck vormanet, dat ze sick hen voorder wel vorsien zullen, updat 
snlck verloop van hun niet meer moghe geschien. 

Ex classe Loppersumana D. Harmannüs Sebastiani, kommende van 
Siddebuer, voorsien met eenen goeden testimonio a classe Dammonensi, 
is tho Garmerwolde voor eenen prediger angenomen worden. 

Ex classe Enerumana D. Bernardub SAorrrAKnis, vorsorget synde mit 
eene goede testimonio, a D. Sibrando Lübberti hem medegedeelet, is in 
de Andeel tom predighampt promoveret worden. 

Ex classe Suidhonimana D. Marctus Marsmannüs, mit genoechsaem testi- 
moniis vercieret. Syn testimonium examinis, so verleden anno 1613 in 
synodo behoorde vertoont te worden, is nu in tegenwoordighen synodo 
ingebraght unde voor goet erkent, unde tho Wierum tom karckendenst 
beholpen worden. 

D. Everardtjs Faixiktüs, mit genoeghsame testimoniis van den professoren 
tho Franiker versien. Syn testimonium examinis is in synodo vertoonet, 
unde to Oldehove ende Nqenhove voor eenen predigher confirraeret. 

D. LuARDus Meintzius, den deputatis synodi hebbende genoechgedaen , 
is op Lutkegast voor eenen predigher admitteret worden. 

D. Martini Capelle testimonium is in synodo niet vertonet worden. 
Wert nochmaels hem van synodo operleght solck testimonium deputatis 
synodi to exhiberen. 

De wij Ie veele claghten^) van Melchior Balthazaris, pasteer int Tolbert, 
excessen ingebracht worden, res. synodus, dat in Melchioris Balthazaris 
saken sal niet gehandelt worden ofFte in bywesende der deputatorum synodi. 
Idt wert oock allen broederen der classium, so van zijne excessen weten, 
bevolen, dat ze datjenige, so ehnen van Melcuiore Balth^vzaris saecken 
bekent , sollen an de deputatos synodi unde an het dassen van Suidthorrum 
schriftlyck inbrenghen. Wort oock den deputatis synodi hiermede unde 
den classi Suidthoromanae genoechsaem authoriteit gegeven in syner zaken 
behoorlyck tho procederen tot een deportament van syn dienst , indien het 
alzo raochte bevonden worden. 

üuth '^) Oldeampt Udo van DoESBoitcH , mit genoechsaeme testimoniis van 

1) „uit" oiithret-kl in YY. 

'^) „ciagiiten" ()ntl)rei*kt in YY. 

'-') „uutli" YY liet'ft „uth hol." 



236 

coetu Embdano unde init andren testimoniis vei'sorget, is tho Finserwolde 
thom kerckendienste bevordert worden. 

D. Gerhardüb LoLmoiüs is geexamineert in predicta classe unde be- 
quaem bevonden voor eynen prediger tho Wagenborch. Unde overmitz syn 
testimonium examinis in synodo niet is vertonet, zal hy noch geholden 
s^n datzelvighe den deputatis synodi te insinueren. 

D. Daioel Hülsbüsch, gewesen schoolmeester tho Zeerijp, mit eenen 
goeden testimonio vorsien a classe Loppersumana unde int classe van 01- 
deampt examineret , is tot Oostwolt tot een predigher gestelt. Syn testimo- 
nium examinis sal noch den deputatis synodi vertoonet worden. 

D. JoHANNES Wynkenius, mit genoechsaem testimonio van D. Mahtino 
voorsien, is in suprascripta classe examineert unde te Borchsweer to 
eenen prediger introduoeret. Sal oock geholden syn syn testimonium exa- 
minis noch den deputatis synodi tho vorthoonen. 

Sessio quarta antemeridiana hora 8, 18 Maij. 
Invocato nominis divini auxilio, dewyle RurzE Wattens, gewesene school- 
meester tho Sugdthorrum heeft angelovet im synodo b|j den waeren 
reformeerden kercken bestendigh an syn einde toe tho vorharren ende 
averst sick nu anders ansien laet, res. synodus, dat de classis Suidthor- 
rumana sal geholden syn hem emstlqck daeromme tho reden tho stellen 
unde tho voormanen. Imfalle hij de vormaninge niet annempt, sal idt 
classis voortan mit hora behoorlyck kerckelyck l) procederen unde voortvaren. 

Gravamina generalia. 

1. De primo gravamine van ondertekeninge novae formulae , uthgedruckt 
in dezelve acte, is van eenighe airede geschien, alze van classe Dammo- 
nensi unde classe Loppersumana. ünde de ander dassen , so idt noch niet 
gedaen , hebben einhellich angelovet deselvige tho un derteken , unde werden 
beneifens dessen van dem synodo emstlick vormanet datsulvighe mit den 
spoedighsten tho effectueren. 

2. Gravamen secundum repetitum et prelectum ex actis synodalibus 
anni elapsi 1613, dat de articulen, op welcker man in examinibus letten 
zal, sint in synodo voorgestel let, imde sollen de anwesende deputati , van 
een gederen classe gesonden, daervan copiam nemen unde haeren classibus 
overgeven. 

3. Terliura gravamen, anlangende to colligeren de argumenta adver- 
sariorum Arminianorum, unde daertegens in tho bringhen argumenta ortho- 
doxa reformatae ecclesiae usitata et in sacris literis confirmata, refutantia 



1) „kerckelyck" ontbreekt in YY. 



237 

fitipradicta argumenta Arminianorum, is van eenighe, alse van classe 
Loppesumana iinde van D. Wolffgango Agmoola weghen des classis tho 
Middelstum praesteret worden. Unde werden nochmaels de broeders, daertoe 
depnteret synde unde noch nichtes uutgerichtet , vormanet, dat ze willen 
achtervolgen, gelijck in articnlo tertio vorige jaeres synodi besloten, noch- 
maels welverstaende dat een ijeder classis van synodo vormanet wert, dat 
ze op sulcke wij se moghen gedencken, woe den acto synodali am bequaem- 
sten moghe genoech geschien. 

4. 5. Quod ad cathechesin Aldeqondh, vormanet de sijnodus fratres 
sing^ularum classium, dat ze daerhen arbeiden sollen, dat dezelvighe 
catechismus Aldegondh moge de novo wedder gedrucket unde opgeleght 
worden, unde dat een geder pastoor in syner gemeene daen^m enige 
exemplaria sick zal compareren , unde in derzelvighen beide voor de joeget 
in der scholen unde den oock an andere voor behoor distribueren. 

5. 14. Van pastorien unde andere geistelycke goedren wert den 
deputatis van synodo uperleght, dat ze sullen by S. G. unde de E. E. 
heeren Deputeerden anholden , dat S. G. also oock den E. E. heeren Depu- 
teerden wolden believen te continueren in derselvighen angenomen saken 
unde de vorsieninge doen, dat van een yeder kercke unde geistelycke 
goedren , sowel pastorien , vicarien ende praebenden angaende , moghe een 
register passeret unde de reditus in sodanighen gebruyck, alse an vanges 
vorordineert , mogen wedergebracht worden. 

6. 15. Angaende de voorsorge voor den armen is overgegheven op 
den landtsdage, und wert daerop ein apostill) vorwachte. 

7. Van weghen de beswaericheden tusschen den prediger to Nordtbroeck 
unde syn gemeine is affgedaen. 

Specialia gravamina. 

8. 2 et 3. Henrici Meinardi unde Jaüobi Janiculi saken sint affgedaen. 

9. Nae inholt des 20 gravaminis, van D. ELermanno Dreckio passeret, 
daerinne sal noch gedaen worden tho syn bevorderingen. 

10. 26. Up wat wijse idt zal connen geschien, dat de alumni, in 
academiis aut scholis trivialibus commorantes, sollen geholden worden alle 
jaer een testimonium van de academia ofte schele, daer se studeren, van 
haren levende imde voortganck in studiis te vertoonen, res. synodus, dat 
een yeder classis, daer sulck ein beneficium vorfalt tho onderholdinge 
des alumni ofte alumnorum, sal zulckes andienen den deputatis synodi, 

1) „apostii" onthret^kt iu YY. 



238 

welckere sulckes sullen den E. E. heeren Deputeerden te erkennende 
geven , to dem einde dat den heren wille believen de alumnos daertoe te 
uonstringeren , opdat ze geholden worden jaerlycks een testimonium tho 
exhiberen a professoribus aut a praeceptoribus , a quibus hactenus gubemati 
sunt, dem classi ofte classibus, under welckeren solcke beneficium be- 
vonden wert 

11. Session. 9, articul. 33 van Lijardo Meintzio hebben de deputati 
synodi een report gedaen, daeruuth verstaende dat de zake affgehandelt is. 

12. Session. 10, articul. 2 de kerckenordeninghe angaende , alse dezel- 
vighe van nieus te drucken laeten, blijft noch bij den deputatis synodi. 

13. Wert van synodo voorgestellet , oft niet de alumni hujus provinciae, 
ad ministerium vel ad aliam functionem idonei , vor allen andren (caeteris 
tarnen 1) paribus) behooren promoveret tho werden. 

Res. synodus: quod sic, und oock een ieder classis sick daema regu- 
leren sal. 

14. Session. 5, articul. 12, session. 6, articul. 1, session. 7, articul. 3, 
session. 8, articul. 10, 12, 14, 15, 16, 18, 19, 22. Dese artickelen syn alle 
affgehandelt. 

Wat averst noch resteret, wert den kumpstigen deputatis synodi be- 
volen. Dancket nochmaels het synodus anwesenden deputatis synodi voor 
haren trouwen dienste, Godt almachtigh biddende, dat geljjck de gedaen 
acten affgehandelt sindt, nochmaels de ongedaene ock moghen affgehandelt 
worden. 

Sessio 5 pomeridiana hora 2, 18 Maij. 
Gravamen 1 classis Groninganae. 

1. Post preces. Dewyle bevonden wert, dat an sommige plaetzen deser 
provincie de praebenden , so voormals van den godtsaligen voorvaders tot 
Godes denst imd ehren der kercken umme enige studenten daervan tho 
onderholden gegeven unde numeer niet anders alse mortificata bona ge- 
achtet connen werden , ad privatos usus getoghen unde van den collatoren 
ein den anderen alse haer eygen patrimoniale goederen getransporteret 
unde vercoft werden, wo insunderheyt to Loppersum geschien, alwaer 
de Ë. E. jonker Rudolff de üepsche eine sodanige praebendam an sick 
van eenen anderen edelman gecoft heeft, wert gefraget, oft sulckes niet 
alleene unbehoorlyck sunder oock unchristelyck sij. 

Ees. synodus, wen sulcke dinghen geschien als oock wel in specie 
geschien synde, daer dan classis Groningana insunderheyt over doleret, 



1) „tarnen" ontbreekt in YY. 



239 

sal classis solckes refereren ad deputatos synodi , welckere het S. G. und 
den E. E. heeren Deputeerden andienen sullen, welckere dan dejenige, 
80 hierinne beschuldiget , voor sick willen commen laten unde nae behoor 
met hen i) procederen. Imfalle s^ sulckes niet afTstaen willen, dat alse- 
dan de E. E. heeren Deputeerden solckes willen remonstreren up den 
landtsdage by de provincie. 

2. Wert den christelycken synodo tho erkennende gegeven, oft het 
niet raetzaem solde syn, dat gelyck in der stadt jurisdictie ein prediger 
allenthalven solenniter in bywesen der overicheyt ingevoeret unde dorch 
eenen anderen prediger des classis, daeronder hij geseten, stracx in 
anfange synes dienstes der gemeine voorgestellet unde gecommenderet 
werde, alzo oock datzelvighe ad conciliandam ministerie auctoritatem 
geschehe. 

Res. synodus, dat het een goet dinck sy, insunderheyt wen de colla- 
toren selvest oft eenige uuth haeren namen tegenwoordigh sijn. Und so 
de collatoren , so verwittiget syn , niet worden commen , sal men dannoch 
voortvaren mit de introductie eenes pastens. Nochtans na genomener 
resolutie verclaren de E. E. heeren Deputeerden , dat voor haeren persoon 
haer solckes wol gevalle , maer liever ratione oflBcii voor goet ansien , dat 
het voor dit jaer in consideratie mochte ghenomen werden omme sonderige 
reden. Synodus sulckes vorstaende, achtet voor goet unde resolveret daerop, 
dat solcke gebruick nicht so licht sal eifectueret worden dan mit raet 
der deputatorum synodi, so dan der E. E. heeren Deputeerden advys 
hierop sullen verwachten. 

3. JouAXNEs Radeus is huijden in synodo compareret, versoeckende 
remissie van syn druek wegen des Michalis Sadelers^). 

Res. synodus, dat hij werde desweghen remiteret ad consistorium 
Groninganum. Und dewijle hij versocht, oft yemandt wat druckoii laeten 
wolde, dat hem datzelvige mochte gegonnet werden, res. synodus, dat idt 
wel moghe geschien, mitz dessem dat sulckx geschee mit consent des 
consistorii Groningani und dat voor so een tolerabili pretio, alse andre 
doen willen, jedoch dat ze gelyckwol an niemanden willen verbonden sijn. 

4. 3. Also op de bedeldaghen in vele plaetzen in den Ommelanden 
niet meer als eenmael, dat is des vormiddages, praedicatie wertgedaen, 
waerdoor de lichtveerdige menschen te meer oorsake werdt gegeven 
omme des naemiddages haer tot drincken ende andere profanatie der- 
selvigen daghen te begeven, wert den classibus in bedeneken gegeven, 

1) „met hen'* YY heeft „moethen". 

2) „Sadelere" YY heeft „Sadeelens". 



240 

oft het niet noodigh is ende ter eeren Godes ende stichtinge der men- 
schen dienstlycken , dat in alle plaetzen des mogelyck synde op de 
voornomede dagen tweemael geprediget werde. 

Res. synodus , dat het christelijck ende behoorlick sy und insunderhey t 
an die orden , daer het kan geschien. Unde oft het een prediger underlaten 
worde, sal dieselvige daerover van synen classe, daeronder hij geseten, 
tho reden gestellet worden, waeromme hij solckes niet gedaen. ünde 
imdeme h^ alse billick sick den classi sisteret unde reden inbrenget, 
waeromme hy solckes achterlaten, sal het classis ordelen, oft idt oock 
justae et sufficientes excusationes syn. 

Versocht in gelijcken gravamine het synodus van den anwesenden E. E. 
heeren Deputeerden, dat haer wille believen in uuthschrivinge eenes 
bedeldages wel starck te vorhaelen, dat een jeder caspel, an welckere 
de uutschrivinge strecket, sowel voormiddage als namiddage sal geholden 
syn hem tot gehoor des godtlycken wordes vlytich te verfoeghen. 

5. Dew^le seer billich is tho troost der predigers seer hoch van 
nooden, dat nae haer affsterven de weduwen unde weesen nicht voor- 
laeten, maer eenige hulpe ende bijstandt erlangen werden mogen, ten 
eynde dat de predigers van sulckes vorsekert synde met min suchtens 
unde becommeringe haren dienst moge betreden, oft het niet behoorlyck 
ofte nootzakelick is ende de predigers schuldigh syn eenige voorsorge te 
doen voor haer weduwen unde weesen, die sy moghen naelaeten, ende 
oft niet daertoe gants dienstlyck is, dat alle predigers disses synodi alle 
jaer op de tyt des synodi vrijwillich inleggen een pontgioote oft sovele, 
alse in synodo sal mogen beraraet worden, ende de penningen bij den 
deputatis synodi entfanghen synde, ter zekeren plaetsen op rente alle 
jaeren geleght sollen worden, die weduwen unde weesen jaerlijcx , naedat 
haer naejaer by dezelve ontfanghen sal syn, sovele in goeder discretie 
toe te leggen, als dezelvige penningen sullen connen draghen, ende 
daervan alle jaer in synodo rekeninge van het ontfanck, bestellen ende 
uutgave derselver penninghen tdoen. 

Res. synodus , dat het niet onbehoorlyck sy , imd dat een yeder prediger 
alle jaer een pontgroot opbrengen moge, goetwillich und niet ged wonghen , 
und dat bij articulen, alse bij den deputatis synodi sullen worden ge- 
stellet und dan den classibus thogeschicket. 

Sessio 6 antemeridiana hora 8, 19 May. 

6. Na geschiener anroepinge Godes, de schoolmeester to Oldezijl is 
huyden erschenen in synodo, unde versocht omme eenige middel unde 
bijstandt van weghen syne soberen conditie daerselvest tho remedieren. 

Res. synodus , dat idt den deputatis synodi wert operleght syn request 



241 

in haere remonstrantie nevenst andere te nemen unde op den landesdagh 
laeten bedienen. 

Gravamina classis Dammonensis. 

7. 1. Dat van dem synodo versocht werde bij den consnlibus Dam- 
monensibus , dat de duijvelsbanner uuth den Dam eenmael moge relegeret 
werden. 

Res. synodns, dat men den redger in den Dam nnd Farmsum sal bode 
schicken unde hem daerop tho vrage stellen. De reddier in den Dam 
ende Farmsum is tegen wordigh in sijnodo compareret, daervoor hem het 
synodus bedancket, unde vorclaert daerbeneffens , dat hem van niemandt 
sy angedienet worden van den duvelbander, oock van syne dinge niet 
geweten hebbe, und wen schoon sulckes were geschien, ware idt syn 
waerck niet, sundem sijner meisteren. Sulckes het synodus angehooret 
hebbende, versocht daerop van voorss. reddier, dat hem wolle gelieven 
den E. E. joncker Joachim Ripperda tho Farmsum an tho dienen , hoe het 
sijnodus van syn E. E. versocht, dat de duvelbander uuth sijn E. E. 
heerlicheyt mochte gebannet worden, in ansienhent hij te vooren uuth 
der stadt Groninghen gebannet alse notarium. Overmitz nu dat eerste 
gelidt desser provintie hem gebanniseret , vorhopet het synodus, dat dan 
S. E. E. denselvighen te ondanck in syne heerlicheijt niet behoore tho 
tollereren. Imfalle sulckes praeter spem et iiduciam niet worde geschien, 
wert den deputatis synodi bevolen solckes an de E. E. heeren Deputeerden 
gelangen te laten, so daerinne christl^cken unde behoorlyck alse godt- 
zalige overicheyt wille believen tho vorsien. 

8. 2. Dat den Wederdooperen haere opentlycke exercitia , insonderheyt 
so se hier in de Dam by dage hebben , mogen inhiberet worden , welckes 
dan oock van den Papisten sal voorstaen worden, na lujjjth des grava- 
minis 2 classis Loppersumanae et gravaminis 2 classis AEiddelstumanae et 
gravaminis 2 classis Enerumanae. 

Res. synodus, dat de deputati synodi sullen nochmaels dit gra vamen 
an de E. E. heeren Deputeerden gelanghen laeten , welckeren E. E. heeren 
Deputeerden wille believen overmaels een starck placcaet uuth te gaen 
laeten, daerinne henlieden verboden werde haere valsche leere, unde dat 
se in denselvigen placcaet mogen expresselick genomet werden mit nhamen 
und voor valsche leeraers geholden, opdat alzo haer valsche voorgevent 
moge verstoret werden, indien sij seggen, sij werden daermede niet 
gemeinet. 

Oock wolle den E. E. heeren Deputeerden believen de emstlyck exe- 
cutie einmael voor alles daerop tho volgen laeten. Underdertydt sullen 
haers de broeders draghen na der resolutie des synodi nationalis Dordra- 

Acta gyn. provinc. VIL 16 



342 

cenae in quaestionibus particularibus 25 qiiaestione, de dus luijdet: Up 
de vrage, hoe men toenemenden Wederdooperen te mote gaen sal, is 
geandtwoordet : ten eersten sullen de dienaers des wordes de fimdameuten 
des gelovens iinde de articulen, die tusschen ons ende haer twisttich 
sint, neerstelyck ende claerlyck haeren gemeinte untlegghen. 2 Sollen 
sq haeren gemeynten tot godtsalicheyt ende liefFde emstlyck vermanen 
unde deselven mit goeden exempelen voorgaen. 3 Sollen sjj de lidtmaten 
haerer gemeinten neerstelyck besoecken. 

9. 3. Angaende de enthilligung des sabbathsdages , die groote leedt- 
bieren etc. doleret de classis daervan gelijckergestalt alse andere, classis 
Loppersumanae 1 gravamine et classis Middelstumana 6 gravamine. 

Res. sijnodus: dit is affgehandelt per deputatos s^nodi, unde wert 
daerop verwachtet de resolutie van de E. £. M. heren Sfaten. 

Gravamina classis Loppersumanae. 

10. 3 Gravamen praedictae classis. Wort gedoleret, dat het stucke 
angaende de Mennisten, op clooster ende kerckenlanden wonende, twelck 
in synodis so vaken moveret is , niet achtervolget wert. 

Res. synodus, dat dit gravamen mede vorvatet is in de remonstrantie, 
so overgegheven is an de E. E. heeren Deputeerden, unde werdt daerop 
een resolutie vorbeidet. 

11. 4. Wordt versocht, dat het fraterhuus binnen Groninghen mochte 
provincial gemaeckt worden, opdat niet alleene de kinderen in der stadt 
sonder oock in de ommelanden, voornemelyck der prediger kinder 
daerinne mochten geadmitteret worden. 

Respondet synodus: alzo bekent wordt, dat de E. E. heeren borger- 
meisteren ende raedt dat fraterhuus seer lofflick hebben angestellet ende 
noch onderholden , ende seer noodigh ende dienstich zolde syn , dat mede 
de prediger unde andere in den ümlanden de vriheyt mochten hebben 
omme oock haere kinderen na ordeninghe desselven huuses daerin te 
mogen crigen^ dat den de deputati sijnodi an de E. E. Mogende heeren 
der provincie, provincialiter vergadert synde, sollen versoecken unde 
anholden, dat het denzelven E. E. M. heeren wolde believen een seker 
geit jaerlyckx te ordineren ende by to leggen, ten einde de kinderen 
der predigem ende andere in de ümlanden in hetselve huis in een zeker 
getal mochten ontfanghen worden. 

Gravamina classis Middelstumanae. 

12. 1 Gravamen oft niet nutte unde noodigh sy , dat de ungelyckheyt 
der ceremoniën , also dat daer eene in festo Magorum prediget , de ander 
niet, moge opgeheven werden. 



Res. synodus, dat allen dassibus hiermede wert opgeleght, dat ze 
sullen holden paritatem ceremoniarum unde hierinne de kerckenordeninge 
achtervolgen. Ende wert den classibns sonderlick bevolen, dat se hierop 
kloeck opsicht nemen sullen. Daertegens doende sullen van den classibus 
ofte classe emstlick daerover censureret werden , ende die sick der censur 
des classis niet behoorlyck willen onderwerpen , sal men deqenige wysen 
ad futuram synodum. 

13. Gravamen 3 oft niet der overicheyt toebehoore den boeckdruckeren 
to verbieden Mennisten boecken te drucken , dewyle blycket , dat sodanige 
albereidt gedruckt sint. 

Res. synodus, dat de deputati sijnodi sollen anholden an de E. E. heeren 
borgermeisteren und raet binnen Groningen, dat sick geen drucker on- 
derstaen sal yetwes te drucken als stridende tegen Godes woort unde 
ordeninge, so den E. E. heeren borgemeisteren ende raet wilt believen 
daerover te maken. 

14. 4 Gravamen oft niet de bouwfallige kerck tho Rottum behoret 
repareret te worden. 

Res. synodus, dat den deputatis synodi wertt belastet solckes tho 
remonstreren bij de E. E. heeren committeerden der cloostergoederen. 

Gravamina classis Enenimanae. 

15. 1 Gravamen. Vorsocht het classis, dat de resolutie op dat eerste 
gravamen, int voorleden jaer in synodo overgegeven, ofte de deputati classis 
eenen te examineren vullenkomen macht hebben reliquis absentibus , moge 
revideret werden, dewyle classis Enerumana daervan geprotesteret heeft, 
gelijck oock dat classis van Loppersum unde Oldeampt. 

Res. synodus, dat het sal bliven bij de voorgaende resolutie session. 9, 
articul. 31 in synodo gegaen anno 1613. 

16. 4. Doleret het classis, dat eenighe collatoren sonder des pastoris 
unde caspelluiden consent unde believen de costers willen indringhen, 
welckere solck ampt tho bedienen unbequaem bevonden worden. 

Res. synodus, dat de classis Enerumana solckes den deputatis synodi 
sal bekendt maken, dewelcke het zoUen remonstreren an de E. E. heeren 
Deputeerden. 

Classis Suidthorrumana. 

17. Gravamen 2. Vorsocht classis, dewyle de kerckenordeninge vor- 

meldet, dat de concionatores emeriti mit eenen ehrlycken stipendio uuth 

de provincial cloostergoeder de ty t haeres levens sullen versorget worden , 

lü* 



244 

woe dan oock in benaberden provinciën geschiet, dat doch hierover bg 
den E. E. heeren Deputeerden moge angeholden worden. 

Res. synodus, dat een yeder dassis, daeronder sich solckes toedraght, 
moge idt den deputatis synodi te erkennende geven, welckes idt sullen 
remonstreren an de E. E. heeren Deputeerden. 

18. 5 Gravamen. Dewyle de kerckenordeninghe vormeldet, dat de 
synoden alzowol in den anderen classibus als te G-roninghen unde in den 
Dam sollen geholden worden, unde sulekes oock voormaels gescheen is, 
dat zulckes allesnoch onderholden moge werden, oft so niet dat den ob 
loei commoditatem sine tarnen praejudicio synodus stedes te Groningen 
moghe geholden werden. 

Res. synodus, dat het bliven sal, als het noch per vices onderholden 
werdt, dat eene jaer te Groninghen, dat ander in den Dam. 

Oldeampt. 

19. Doleret alleene, datter eenige kerckvogeden in haren classe ge- 
duldet werden, die niet alleene der Reformeerden religie niet toegedaen, 
sonderen vianden derselver syn. 

Res. synodus, dat het classis daersulvest sal sulekes gelangen laten ad 
deputatos synodi, welcke idt sullen remonstreren an de E. E. heeren 
borgermeisteren und raet binnen Groninghen. 

Sessio 7 pomeridiana hora 2, 19 Maij. 

1. Divino numine invocato, des E. E. Dodo van Amsweer syne brieven 
sint den s^nodo insinueret imde oock voorgelesen worden. 

Res. synodus, dat dewyle de sijjnodus voorstaen hebbende, dat des 
E. E. Dodo van Aksweer s^ne dinghen op den landtdage b^ de provincie 
synt resumeret aiï tho handelen, so siet het synodus voor goet, dat het 
voor dit mael daerby bliven moet, alse de zake eigentlyck den heeren 
ende provincie angaet. 

2. Dominus Johannes Schranckenmollerus , pastor te Scharmer, ver- 
socht in tegenwoordigen synodo , overmits in voorganghen synodo sulck eene 
resolutie is genomen , dat hij in synen dienste sal continueren , idt waere 
dan dat eenighe wichtige saken op synen persoon mochten ter contrarie 
gebracht worden, unde begeret daerop, dat hiervan in synodo mochte 
gedaen worden. 

Res. synodus , dat ze deswegen dat classis van den Dam hebben te reden 
gestellet, welckes vorclaret, dat ze vlytige informatie daervan genomen. 
Unde vorclaren insonderhey t de naberden pastoren sowoll oock syne gemeene 
unde de anwesende broeder in synodo, dat se niet anders van hem ge- 
hooret hebben , alse wat stichteUck is. Unde dewyle nu niemandt im synodo 



245 

erschenen, so syn persoon anclaget noch op hem heeft te praetenderende, 
vordaert het synodus, dat hy voor dit mael in synen dienste continueren 
sal. Underdes sal classis Dammonensis sick daerhen bemoeyen , dat hij unde 
de E. E. j. Geuiiit Clanivt mit einander moge reconcilieret worden. Im- 
valle jemandt daerboven op hem expostnleerde , wert daervoor beide de 
classis imde de deputati synodi authorizeret, welckere daerinne doen 
werden naer behoor. 

3. Wert moveret een quaestie im synode, ofte niet de schoolmeistera 
in dese provincie , so eenigh tractement van de E. E. heeren committeerden 
jaerlyckx ontfanghen, sollen geholden syn een testimonium an de E. E. 
heeren committeerden haeres levendes unde lehr halven alle jaer van dem 
classe, daer se onder geseten sindt, te vertonen. 

Resolveret de christelijcke tegenwoordige sijnodus, dat ze sulckes voor 
goet ansien, unde dat de deputati synodi sullen geholden wesen sulckes 
den E. E. heren committeerden an te dienen unde by haer te versoecken , 
dat haer mochte believen den schoolmeester geen tractement volgen te 
laten, eer ende bevor s^ een sufficiant testimonium uuth dem classe, 
daeronder sij sorterende sindt, haerer lehr ende levendes halven an de 
E. E. heeren committerden voorthonen connen. 

4. Is erschenen Conradus Rensen, reddier op Delffziel cum annexis, 
mit noch eenige manner van Juckquardt , unde seer demoetdighlick inter- 
cederet voor Hermanno Christophori. 

Res. synodus, dat het bliven sal bij de vorige genomene resolutie. Doch 
soverne Hermanuxts Christophori kan eenige remissie van stadt Groningen 
crijgen weghen syn bannijsement, unde sick oock hebben mit de classe int 
Oldeampt vorsoenet unde der geraeyne darsulvest, wil het synodus daerop 
letten tot syner tydt. 

5. Is bevonden unde voor goet angesien, dat dese acta synodalia na 
voorlesinge zullen entweder van den D. praeside unde scriba undertekent 
worden oft in mangel van desen van den deputatis synodi , unde zaU alzo 
aen een yeder classis een exemplar gesonden werden. 

6. Volgents sint in deputatos synodi eligeret unde vorordineert : D. 
CoRNKhius Hu.LENiüs, pastor in Groninghen, D. Samuel Smaltzius, pastor 
in Wetsingen, D. Bernhardus Andreae, pastor tho Esinge, D. Justenus 
Havenberoius, pastor in Unsdtwedde. 

7. Is censura morum geholden worden unde Godt sij danck niemandt 
straffbaer befunden. 

Syn oock deputati synodi eligeert imd verordent, als D. Cornelius Hil- 



246 

LENIUS, D. WOLFGAKGUS AoRlüOLA , D. GeRHAKI)U8 AsSUEKUS, D. SaMUEL 
ScH3kLALTZIUS. 1) 

8. Unde hebben de anwesende predigers samptlick desses imderge- 
schreven, unde is alzo desse synodus mit dancksegginghe tot Godt leeBlick 
vullendiget worden. 

Gescheen binnen Appingadam in vorgaderinge des loffl|jcken unde christ- 
licken synodi daersulvest den 20«" Maij anno 1614. 
Georgius Placius, pastor Dammonensis , synodi praeses. 
CoRNELius HiLLEiaus, HÜnister Jesu Christi in ecclesia Groningana, 

svnodi assessor. 
Bernabdüs Andreae, pastor Esinganus, scriba synodi. 
Regnerüs Albarda, senior ecclesiae Groninganae. 
JoHANNEs Laxtenius, in Holwijrda prediger. 

Johaxnes ScHRANCKENMijLLERüs, ccclesiastcs ccclesiae, quae est in Schar mer. 
JoACHiMUs ZoRius, prcdighcr tho Loppersura. 
Wilhelmus Walraven, v. d. min. in Westerembdcn. 
JoHANXFS Stoveritjs, ministcr verbi Dei in Berum. 
JusrrNus HAVENBERoros, pastor in Unstwedde. 
Gerhardus Asueri, pastor tho Suidtbroeck. 
Rembertus GEORGn, pastor Medanus. 
JoHANNES ScHONENBORCH , ecclcsiastes in Adewerdt. 
JouANNEs ScHRODERXJS, pastor in Hoch ende Leeghkercken. 
JouANNEs Smaltzius, pastor tho Tinallinga. 
Hessei.us NicASius, pastor in Ulrum. 

Bartholomeüs Billerbeke, pastor in Warifhusum ende Marslacht. 
Wesselus Roede, pastor tho Cantes. 
Albertus Guilielmi, Medanus. 2) 



Acta synodi provincialis XXI ^ ^) soo van die E. E. 
heren Gedeputierden de?' stadt Groninf/en emle Omme- 
landen uthfeschreven unde binnen Groningen hegunnet 
den 8^^ May ende geendiget den 13^^ ejusdem de^es 



l) „Syn (xxjk — Schmaltzius." Dit Ih in onzen cod. met eeno andere hand op den 

rand bijgesehrevcn , en ontbreekt in YY. 

-) „Medanus", Y'Y heeft „Medanus pa«U)r" en daaronder „Finii».'* 

h „XX I" aangevuld uit YY. In onzen eod. staat het (cijfer bovenaan in marg. 

onder het jaartal 1615. 



247 

1615 lopenden jahres^ in presentie der E. E. hochwisen 
lieren Johan Wichering unde Bocko Awma , f/edepu- 
teerde des collegii. 

Sessio prima hora 3 pomeridiana 8 Maij. 
1. Is dese sijnodus aengefanghen van Georgio PLAao, pastore Dam- 
inonensi als gewesen praeside des vorleden synodi, mit den gebede, waerup 
die credenzbrieffen der classium avergelevert unde gelesen unde censura 
monim geholden worden, in welcher tegens keinen der gedeputeerden h. 
broders etwes praetendeert unde ingebracht ist, warumb densulvigen session 
muchte geweygert worden. 

Sindt derowegen geapprobiert unnd geadmitteert van teugenwordigen 
synodo gedeputierde : 

uth classe Groningana: dominus Christophorus üchtemannus, pastor e. 
Groningen, D. Henricus Creveldius, prediger int Geerecht, die E. E. 
RoDOLPHus WicHEREST», scnior ecclesiae Groninganae; 

classe Dammonensi : D. Hiddo Lamberti , p. Faermsumanus , D. Titus 
Theodori, p. in Sluchtern, D. GEonoros PuLaus, p. Damonensis ; 

classe Loppersumana : D. Johannes Egberti, p. in Lermis, D. Lucas 
WiDEMARirs , p. in de Ripe , D. Wilhelmus Walrave , p. in Westerembden ; 

classe Middelstumana : D. Andreas Straetionnus , p. in Suydtwolde, 
D. Hermannüs Arnoldi, p. in Middelstum, D. Wilhelmus Johannis, p. 
in Husing; 

classe Enerumana: D. Bartholomaeus Billerbeken, p. in Warfhuysen, 
D. Adolphus Besten, p. in Whee, D. Joannes Schmaltzius, p. in Tienal- 
linghen ; 

classe Suidthoreraana : D. Bernhardur Andreae, p. in Esingen, D. Ni- 
coLAua Petri, p. tho Vischfledt, D. Jorannes Lubberti, p. in Gripskerck ; 

classe in Oldenampt : D. Rembertus Georgi , p. up die Meede , D. Bern- 
uardus Goldtsweeden, p. in Bliham, D. Heinricus a Freden, p. in deSchemde. 

n. Ist per communia fratrum suffragia in praesidem hu jus synodi 
eligert worden D. Christophorus Uchtemannus , in assessorem D. Bernhard. 
Andreae, in scribam Georgius Placius 

[3J. Iss vor raethsaem unde nötig befunden, dat folgende pastoren 
als Thobias Seusingius, pastor op Delffziel, Hermannüs Sebastiani, p. in 
Germerwolde, unde Johan Schranckmuller , p. in Scharmer, tegens an- 
komenden Donderdach voormiddach im synodo tho erschienen gecitirett 
worden , umb sick tegens eenige klagten , weder sie in synodo ingebracht , 
tho verantworden. 



248 

Sessio secunda antemeridiana hora 8, 9 Ma^. 
Fusis precibiis 1. sindt die acta synodi praeteritae tho reyideren vor- 
genomen in praesentia depntatorum synodi, und wordt befunden, dat: 

2. angaende die corabinationes , in articulo primo sessionisi) secundae 
gementioniert , die D. depntati des synodi, gelyck hen van synodo 
belastiget 2) , die combinierte plaetsen thom theil besichtiget unde nach 
haerder gelegentheit vlitig inquirert, darvan dese volgende relation 
doende, dat: 

1. die combinationes in classe Loppersumana , als Osterwitwert mit 
Qarlessweer ende Enum med Leermiss , vor ditmael niet komen getrennet 
worden, uth reden so eenestheils D. deputatie) synodi et D. pastor in 
Leermiss mundeliek dem synodo tho erkennen geven. 

[2.)**) Breda belangende iss mit einem eygen prediger vorsien. 

3. Die 4 kereken in Fredewolt aengaende , daervan in secundo articiilo 
wert mentie gemaeckt, hebben D. depntati gelicksfals referiert, dat sie 
in visitatie derselvigen behoren 5), dat twar ein ider kercke met einen 
eygenen prediger behorde vorsien tho syn, dewil sie averst met seer 
geringe middelen tho underholdinge der predigers vorsehen sindt, als 
wolcke aller vier pastoryen upkumpsten thosamengerekent niet aver 1481/2 
daler loopen 6) jahrlicks , so hebben domini depntati nae hebbende last van 
synodo den thostandt [derj 7) verss. kereken und 8) gemeenten up den 
landtsdach den landtsstenden bij requeste tho erkennen gegeten ^ othmoe- 
delick vorsoekendt , dat nae believing 9) gemelter stende uth der generalen 
kloostermiddelen soveel middelen thom miensten mochten bygefoeget 
worden, dar 2 pastoren nah nottruft van muchten leven. Waerop noch 
antwort und resolutie verwachtet, imd dominis deputatis synodi tho- 
kurapstig belastiget wert dit vortaen tho persequieren. 

4. 3. Item wat belanget die combinationes in classe Enerumana, so 
hefft synodus so ten ansien dersulvigen als aller anderen combinatien in 
deser i)rovincien generaliter dergestalt resolviert und mitzdieseni die 



1) „wïKsioniR" verl)eter<l naar YY. Onze c<mI. lieeft „cwwionis.'' 

2) na „l)olaMtij(ot" voIj]j<mi in YY (tmigf' . . . , alsof hier iet« zon zijn overgeslaj^on. 
^) „deputali" verbitterd naar YY. Onze cod. heeft „dwtnta". 

^) »|2r' gtïnunnnerd naar YY. In onztm cod. zijn de nniumerH verkeerd aangebracht. 

''») „iK'lioren" YY heeft „Ixïfunden". In het origineel kan gestaan hebl)en : „befunden 
to iK'horen". 

^) „loopen" verbeterd naar YY. Onze cod. heeft „lasten*'. 

7) „[der]" aangevuld uit YY. 

^) „und". Onze cod. heeft slechts de afkorting „v." 

-') „nae Iwlieving" verl)etenl naar YY. Onze cod. heeft; „der boleving". 



249 

thokumpstige D. deputatos synodi belastiget, dat sie med emst by die 
B. B. heren Gedeputierden sollen aenholden, dat haer E. E. wolle tho 
stichtunge voeler gemeenten undt wechneming der missbruck , so by voele 
collatoren und kerckvogten dissfals geplegt worden, beleven dor een 
express mandaet allen predigeren tho gebeden und upleggen, dat derselvigen 
keiner nachi) enige combination stahn oif die an verden, idsy den dat em 
van den collatoren und 2) getneinte dersulvigen plaetsen die gehele up- 
kumpsten, tho den pastoryen geliorig, unverkreinket thogestahn und 3) 
togefoeget werden dersulvigen sick als andere pastoryelanden tho gebruicken. 

Werdt oick mede den classis uperlegt haer devoer in sulcken fall tho 
doen undt keine combinatien, als in sulcker gestalt und dar id die noot 
erfordere, te aprobiren, insonderheit dat combinirte platsen, so entweder 
sufficiënt middelen hebben einen eygen prediger tho underholden, oift 
bequame aen ein ander beuabartsplaetse konde gehechtet worden , kommen 
tho vacieren, sal classis al haer mogelicke vlyt an wenden, dat sulcke 
combinationes afifgeschaft worden, glick van den christlycken ^nodo ge- 
achtet, dat folgende plaetsen beter [und] 2) bequame conbiniert worden 
konnen: Oldrum med Niekerck, Fledorp met Suerdyck. 

Heft daenip synodus D. Straetmannum und 2) D. Barth. Biij^erbeeken 
authoriseert umb eerster gelegenheit sick aen die ghemeenten und 2) 
collatoren dersulvigen plaetsen tho attressieren und 2) nomine synodi^) 
byö) densulvigen an tho holden, dat med haer consent und 2) inwilligung 
up sulcke wyse vemomde plaetsen mochten combiniert worden etc. 

5. Synodus lettende up articulum tertium sessionis ejusdem heft vor- 
staen, dat Claus Janssen, der Wedderdopersche secte thogethan und 
anhangig, in schoeldinst tho Marschlach tegen danck und 2) willen des 
classis und 2) prediger darsulvest noch verblivet, waerup synodus an die 
E. E. heren Gedeputierden des coUegii present synde versocht, dat har E. E. 
walt believen disse sake med den anderen heren Gedeputeerden in commu- 
nicatie te nemen und door een mandaet gemelten schoelmeister synes dens- 
tes tho entsetten, mede upleggende der collator und gemeendt tho üiarslach, 
dat se einen anderen bequamen schoelmeister in syn plaetse stellen. 

6. Betreffende articluni 1 sess. 3 aengaende Marsum^) ist van classe 
Dammonensi refererirt, dat Marsum6) niet sufficiënt sy einen eigenen 



1) „naf'h" vorixiterd naar YY. Onze cod. heeft „noch". 

2) j.und". Onze cod. heeft 8!eclit8 de afkorting „v." 

3) „|nndj" aangevuld uit YY. 

4) „synodi" naar YY verbeterd. Onze cod. heeft „cynodi". 
ö) „bij" naar YY. Onze cod. heeft „l)." 

fi) „Marsum" YY heeit „Mahsum", 



250 

prediger tho holden, und danim voer gut achtet, dat sulcken denst med 
dein denst domini Egberti tho Wtwirda combiniert blive. Daerin synodus 
nochraaels vorwiUiget, mitz dat die vorgaende resolutien artic. is to 
hiijus sess. int gemein van alle combinatien handelende, vortaen niet 
avertreden worde. 

Sessio tertia pomeridiana hora secunda, invocato divini 
nominis auxilio. 

1. Belangende Hermanni Oiikistophori saecken hebben D. deputati 
synodi in dersul vigen haer utterste devoir gedaen. alss even na uthwy- 
singe articuli secundi sess. tertiae imponiert, unde so Hermanno sulvest 
als die gemeendt und ^) ingesetenen des caspels tho Tjucquert die resolutie 
des synodi van Hermanno genomen schriifteliken geinsinueert , vermanende 
beides, Hermannum dat he sick synodi sententie conformierende ende 
gehorsameliken underworpende van den predigampt gantschelick onthol- 
dende undl) desistiere, unde die gemeente dat sie dessen Herman, vor 
genen prediger erkennen noch achten, sonderen in syn plaetse met be- 
willigiing des heren collatoren einen anderen kiesen. Hebben mede an den 
E. E. juncker Balthasar Ripperda, alss unicum collatorem ter plaetse, 
diergelieken schryvent affgeverdigt , biddende im nhamen des synodi, dat 
syn E. E. die Hermmanno conferierte undl) confirmierte vocation umb 
vele reden , im sulvigen schryvent utgedrucket , cassieren und ein tuchtige 
persoen hem , als unwerdig dat predigampt tho bekleden , substitueren wolde. 
Waertegens syn E. E. vor Hermannüm schrifftlichen geintercidiert, daerby 
verklarende, dat syn E. E. gesinnet sye Herm. tho manuteiniren unde 
by die eenmael an hem conferirte undl) vorsegelte vocation vermoge 
sins hebbenden rechts der 2) collation tho persistieren. Welcke interces- 
sionsschryft deputati synodi ^) med viele wichtige reden beantwordet 
und nochmaels instantelick angeholden zyn E. E. up haer vorgaende ver- 
soek, twelck sick synodus heft laeten gevallen, unde verblift gantzlicken 
noch bij die vorige in den vorigen actis artic. secundo sess. tertiae 
utgedruckte resolutie. 

2. Hebben deputati classis üiiddelstumanae geprotesteert tegen dat 
examen Alberti Husingit, so desen vergangen winter van classis Eneru- 
manae deputatis in absentie deputatorum synodi examinert iss und umb 
den 4) prediger tho Sandtweer arbeitet, alss welches stridet tegens ofFter- 



1) „und". Onze cod. heeft slechts de afkorting „v." 

2) „der" naar YY. Onze cod. heeft „die". 

3) „deputati synodi" staat in onzen codex vóór dezen volzin op een afz. regel, 
doch hier geplaatst naar Y''Y'. 

^) „den" YY heeft „een". Voor „prediger" moet zeker „predigen" gelezen worden. 



251 

mals in synodis genamene resolutien, dar synodaliter verbaden wert, dat 
nemandt mach geexamineert worden, ehr he eine rechmetige beropinge 
van eenige gemeente konne verthonen. 

[Res.] synodus, dat classis Midd. (ungeachtet der reden der and. i) 
deputati class. Enenimanae sick meinten tho entschnldigen) nit sal ge- 
holden syn in siQcken examine tho acquiesceren , sonderen gemelten 
Albertum wal moge de novo examini snbycieren unde dissfals doen , wat 
sie der kercken Christi am stichtlicksten tho syn erachten und befinden. 

3. In sacken MELcmoius Balthasaris iss van D. deputatis synodi und 
classe Suidthorrumana vormuge daervan gestelte acten , by doininis depu- 
tatis synodi 2) berustende, also gehandelt, dat synodus ein goet conten- 
tement aen 3) heeft 

4. Hebben D. deputati synodi vorklart, dat folgende pastoren ten 
achterfolge articuli 3 sess. 3 in haer handen avergelevert hebben die 
testimonia van haren examini bus , welcke vor genoechsaem a D. deputatis 
approbieret sint, als D. Gerhabdüs Loelingius, pastor tho Wagenborgh, 
D. Dajoel Huelssbuss, pastor tho Ostwolda, D. Johanïjes Winckenius, 
pastor tho Borchsweer. 

5. Is den synode tho erkennen gegeven, dat folgende personen thom 
predigampt in dese provincie gefordert unde van dero classibus, daerunder 
sie respective gehorig, examiniert und admittiert sint, van welcke exa- 
minierung synodo genochsame testimonia sint verthonet aileene uth classe 
Dammonensi D. Johanxis ÜLcnENius^), pastor tho Siddeburen. De anderen, 
80 hare testimonia im synodo nit avergelevert , sollen geholden syn sulckes 
tho doen an deputatis synodi etc. 

6. Folgende personen, staende under den examine, sollen geholden 
syn dessulvigen sufficientia testimonia D. deputatis synodi finito examine 
tho vortonen, als Carol. Reneman, heropen thom pastom in Crewert, 
Petrus Bernhardi, gekohren van die gemeendte tho Upwierda, sorterende 
beide under classe Dammonensi etc. 

7. Ritze Wattens angaende blifft synodus by vorgenamene resolutie, 
articulo 1 sess. 4 exprimirt, verstaende dat die vermahninge der pastoren 
nit fruchtbarlicks by hem wolte schaffen. 



1) „nMlen der and." YY heeft „ahnwesenden". 

2) „synoili" naar YY en ZZ. (hize codex heeft alleen „8." 

3) „aen" YY heeft „dahran". 

4) „Clchenius" YY en ZZ hebbeu „Ulkenius". 



252 

Seiiuuntur gravamina generalia. 
|8]i). Iss befunden, dat in 1 unde 3 gravamina angaende die iinder- 
teckunge novae formulae confessionis , unde coUigiening der argumenten 
pro et contra de quaestionibus controversis inter ortodoxos et Harminianos 
van den classibus, in vorige acte genominiert, niet widers gedaen sy, 
welcko doch van synodo denuo ehre8 2) amtz dissfals vermaent synde, 
anbelavet sulckes na vermogen henfemers tho achterfolgen. 

fOJ. Secundo gravamini belangende die articulen, up welcke classes in 
oxaminibus soUen letten, iss van D. deputatis synodi genoch gescheen, 
welche darin gemelte articulos an alle classes schriftlick hebben aver- 
gesonden 3). 

[10]. Quartum gravamen angaende catechismum Aldegonde, iss van 
einige heren predigers achtervolget unde van den anderen gelikfals tho 
doen belofFte gedaen, etc. 

[11]. 5 Gravamen belangende pastoryen, vicarien ende andere geiste- 
licke goederen. Iss nha bevel van D. deputatis synodi an syn G. unde die 
E. E. heren Gedeputeerden by requeste versocht met specificatie van 
abalienatie ecniger kerckliker goederen , waerop S. G. und die E. E. heren 
Gedeputeerden eenigermaten gedaen, blyckend by die requeste unde 
darup gegeven apostille, by dominis deputatis synodi benistende. Unde 
werdt dominis deputatis synodi thokumstig mitzdessom belastet op dit 
gravamine vortaen sonderling tho letten und datsulvige tho urgieren. 

Sessio quarta 10 May hora 9 antemeridiana. 
1. Is van D. deputatis des classis in Oldenampt an synodum vorsocht , 
dat synodus D. mag. Schepplitio, pastor tho Wedde, doer guede recom- 
mandatie unde vorbode an die E. E. heren committerden van die closter- 
landen wolden beforderlick sin, dat he tho nothwendiger behulp siner 
huissholdinge eine verehmnge van hoer E. E. uth gratia muchte erlangen 
ende genieten 4). 

Kes. Synodus hefft sick srjne persoon willig angenomen unde D. Hil- 
LENiuM , D. Samuelem Smaltzium und D. Bernhardum Goltsweerden daede- 
lick afgeferdigt umb den E. E. heren vorschreven nomine synodi ein 
request tho presentieren , darinne versoeckende dat haer E. E. believen 
wollen gemelten D. Scheppelitio in ansehung sines geringen thostandes 
med ein gude verehnmg tho begunstigen. 



1) De articiüeering is overgenomen uit YY. 

2) „ehres'* naar YY' en ZZ. Onze cod. heeft „theres". 

3) Dit geheelc^ art. O is in ZZ op den rand bijgeechreven. 

4) „ende genieten" ontbreekt in YY. 



253 

2. Iss van classe Enerumana »ynodo tho erkennen gegeven, dat die E. E. 
Reindt Alberda alss collator an Leffertüm HaittinOi borger van Embden, 
den predigdenst tho Leenss geconfiriret hebbe, unde sick onderstaen nae 
syn utterste vermogen densulvigen der gemeente aldaer tegens haeren 
willen up tho dringhen , wesshalven oiok ein klagschrifPt , van die meesten 
ingesetenen des caspels tho Leens underteckent , in synodo vorgelesen, 
warin sie verklaren tsamentlick, dat sie umb reden, in haeren schriven 
verbalet, gedachten Leffertüm voer keinen prediger erkennen noch achten 
wolten unde wuntschen, dat sie syner dessfals machten ontslagen worden. 

Waertegens synodus vorstendiget worden, dat den E. Reindt Alberda 
by den E. E. unde hochwisen heren hovetmannen rechtlick verkregen, 
blickende wt gemelter heren 2 sententien, in synodo verthóont, dat 
classis Enerumana sal geholden syn binnen sekere besterapte tydt Lef- 
fertüm HAirrmo tho examiniren in presentia D. Cornelu Hillenu, D. 
Bernhakdi Theodorici, pastoren in Groningen, imd alssdan haer urtheil 
van syn wetenschap und i) gaven haer E. E. tho erkennen geven , waerin 
sick classis beschwert gefimden, nademmale he airede in coetu tho 
Embden examiniert und thom predigdenst admitttiert iss, na wtwisinghe 
hem van coetu communicati testimonii. Jedoch erachtenn sie na harder 
meinung und mochten wel liden, dat die gemeente tho Leenss med ein 
anderen meer gequalificirten prediger konte vorsien worden , insunderheyt 
dewil die gemeente ganzlick tho syn persoon niet genegt iss. Begerende 
dess ehrw. synodi rath und^) bedencken van disse saecken. 

Res. synodus: 1. dat idt nit behorlick noch rathsam sye Leffertüm 
de novo examini tho subycieren als streckende tot verkleinerung des 
coetus Eradani, waruth veel swaricheiten lichtelicken muchten ontstaen. 
Helft deswegen D. Hh^leniüm med D. Bernhardi Andreae gecommittiert 
sulckes des E. E. heren hofftmannen an tho denen unde die inconve- 
nienten unde schwaricheden , so nach achting des synodi tusschen den 
coetum Embdanum und ministerium hujus provinciae uth solche wise^) 
tho handelen errisen konnen, haer E. E. in bedencken tho geven undl) 
an tho holden , dat haer E. E. classem Enerumanam niet beschwai'en woUe 
tegens dit giitduncken des synodi, undi) tho praejudicio undi) misscon- 
tentement coetus Embdani gemelten Leffertüm de novo tho examinieren. 

2. Iss vor guet gefunden Leffertüm Hanting vor [dem] 3) synodum up 
den namittag tho forderen, und^) dewiele de gemeente tho Leens pre- 
tendiert an gemeltes Lefferti gaven im predigen geenen gefallen tho 



1) „und". Onze cod. heeft slechts de afkorting „v." 

2) „wiw" naar YY. Onze cod, he<»ft „wint", ZZ „twist". 
!i) ,.[deiii|" aangevuld uit YY. 



254 

dragen, Bine gaven im synodo eenmael tho hoeren, updat synodus siilcke 
sulvest gehortt hebbende med meerder fryheit in syn saecke moge han- 
delen. Tho welckere ende hem in synodo vorschinende up des ehr. synodi 
citatie injungert ist eine korte proefpredigt in synodo up avermorgen 
namiddach, wesende den 12®° May, tho doen aver die worde versie 38 
capitis secundi Actorum , welckes he im synodo angenamen unde tho 
achterfolgende belavet. 

3. Iss Thbodoricüs, pastoor tho Lanum^) in Ostfrieslandt, in synodo 
oompariert sick beklagende, dat hy umb reden, einssdeels dem synodo 
vorklaret dor tusschenspreken des coetus Emdani, sinen deenst tho Lanumi) 
resigniert hebbe, daerup frundtlick begerende, dat synodus sin person 
de recommandatie an enige vacierende gemeente in deser provincie tho 
siender befordering wolte behulplick syn. 

Res. synodus, dat he D. deputatis synodi thokumpstig gude testimonia 
van coetu Embdano verthonen sal, welche solche guttbefunden hebbende 
hem in sinen begehrten wilfahren unde nomine synodi die behulplicke 
hant leisten sollen. 

4. Heift sick synodus laten gefallen, dat uth den heren predigeren, 
den synodis vorthan bywahnend, commimib. sufPragiis ein prediger sal 
eligiert worden umb an die plaetse, der synodus celebriert wordt, under 
wehrenden synodo ein predicatie doen 2) an stede der pastorenn dar- 
sulvest, waema sick himae ein ider mach schicken. 

Sessio 5 pomeridiana 10 Ma^ hora 2 finitis precibus. 
1. Hebben D. Hillenius und D. Bernhard Andreae van empfangen 
antwort van die E. E. heren hovetmannen im synodo report gedaen unde 
vermeldet, dat hoer E. E. sick dergestalt up synodi versock erklaret 
hebben , dat dersulvig intent und 3) meinunge nit gewest is noch uth den 
gegeven sententiis sal konnen blieken dat examen coetus Emdani eeniger- 
wise tho krencken, sonderen dat haer E. E. in twivel getagen hebben, 
dat gemelter Leffertus in hypothesen nit genochsam qualificiert sie umb 
sodanige gemeente, als tho Leens iss, med stichtinge tho bedienen, unde 
mogen derowegen wel liden, dat synodus in die saecke handele, alse sie 
id am stichtlicksten vor die kercke Christi beHnden, welche haer E. E. 
dissfals nit prejudiceren wil. Daerby doende dat de E. Reint Alberda 
etlickemael tegens har E. E. sick hefft laeten verluiden, dat sin E., in 
gefal Leffertus van dem classe unduchtig und 3) unbequaem befunden 
werde solchen dienst tho bekleden , van sinem proposito wolde desisteren. 



1) „Lanuin" YY heeft „Canum". 

2) „doen" YY heeft „doen sall". 

^) „und". Onze cod. heeft slechts de afkorting „v." 



256 

Sindt revidirt gravatnina specialia. 

2. Angaende articulum 8 sess. 4 wordt synodus adverteert, dat Jaoobüs 
Jamcuu siek unstichtelyek drage by sin gemeente, waerup classis Gro- 
ningana in synodo, under welcher he sortirende iss, angenamen hefft up 
sin person wat meerder tho letten, unde hem schuldich befindende tho 
doen na behoeren. 

3. In D. Hermaitni Drecioi saecke vermoge articnl 9 iss van D. depu- 
tatis synodi by den E. E. heren (ïedeputteerden gehandelt, woe ock 
wegen der alumnorum hujus provinciae, als haer articulo 10 belastiget 
na wtwisinge der acta, bq i) D. deputatis synodi berustende. 

4. Sindt van synodo an den E. E. Reint Alberda gesonden D. Andreas 
Straetmanntjs , dominus assessor, unde D. Bartholomaeus* Billerbeecic 
nomine synodi sin E. an tho denen , dat die prediger dess classis Eneni- 
manae up die bestembte tydt na uthwisinge unde erfordering der E. E. 
heren hovetmannen sententie in Leffarti saecken nit konnen handelen, 
und dat synodus in die saecke gesinnet is tho doen, als id tho vorbrei- 
dung gotlicher ehre und erbuwinge der kercken Godtes, wo ock tho 
verhodung veler ergemussen na Gottes wordt tho geschien kan befunden 
worden, unde dat syn E. E. id darup ditmael wolde laten benisten. 

Waerup sick den E. E. Reint Alberda tegens haer w. verklaret, dat 
S. E. synodi vorstell in sin bedencken neme unde dor D. assessorem 
tegens morgen dem synodo sin meininge und andtwordt woUe inbringen 
laten. 

Sequuntur gravamina, in synodo proxima nyes gehandelt 
in sess. 5 etc. 

5. Angaende gravam. classis Groninganae befindet synodus, dat die 
D. deputati in gravamine primo angaende die praebenden gehandlet, 
blickende uth der acten by haer w. berustende. 

6. Up 2 gravamen van introductie der prediger synodus nader gelettet 
hebbende, betindet gut tho syn ad conciliandam ministerio inprimis au- 
toritatera, dat die nye ankomende predigers solenniter in presentie thom 
minsten eeniger collatom ter plaetse sellen introduciert werden, unde 
gelick als in der stadt Groningen jurisdictie geschiet, also ock in den 
Omblanden sulckes observiert und onderholden sal worden. 

7. Up gravamen 4 angaende die bededagen befehlt synodus, dat alle 
predigers nochmals vlitig sullen lettenn na uthwysinge gemeltes grava- 
minis , mede den D. deputatis thocompstich belastende by den E. E. heren 



1) „hij" naar YY en ZZ. Onze t'od. heeft „b." 



256 

Gedeputeerden an tho holden, dat haer E. E. believen wolde in die 
uthschrivinge der bedeldaghen uthdruckelick te mandieren, dat up den- 
sul vig fast undi) bedeldag keine krogers mogen bier ofte wyn tappen, 
by uthgedruckte straffe und^) broke. 

8. Angaend gravamen quintum van die uthlegginge unde colectie ge- 
wisser penningen ten profyt der nachgelatenen weduwen undi) kinderen 
der verstorven pastoren in deser provincie hefft D. HiLLENros als depu- 
tatus synodi cum collegis synodo referiert, dat haer w. in jungst gehol- 
denen visitatie in allen classibus umb consensuin [angeholden] 2) und van 
den meisten vorkregen. Die anderen hebbende sulckes in haer wider 
bedencken genomen, hebben hoer w. mede gewisse articulen, nae die- 
welcke voerss. peningen coUigiert ende administrert sullen worden, an 
alle classes schriftelick overgesonden , verhapende dat diesulvige van allen 
approbiert und acceptiert siendt worden. 

Waerop synodus van die tegenwordigen h. broders verklarunge ge- 
fordert van die meinunge der broederen in haeren classibus. Daerup 
tegen wordige D. fratres uth den Omblanden undi) Oldenampte verklaret, 
dat die meisten predigers in dit stucke noch swaricheit maeken unde 
datsulvighe in wider deliberatie nemen. 

Synodus merckende, dat vomemelick een nach den anderen wachtet, 
siet vor gut an, dat tegen wordige D. fratres synodo bqwohnen^) die 
vorgemelte articuln, van D. deputatis gestellet, vor haere person anderen 
thom exempel und nafolge undertekenen , nit twivelende sulcke anfanck 
gemaecket synde, dat die anderen desto gewilliger sollen folgen. 

9. Belangende articulum 6 sessionis 5 van den schoelmeister tho 01- 
densiel iss mede van D. deputatis synodi in haer remonstrantie up den 
landtstag ingegeven, waenip noch resolutie tho verwachten undl) tho 
vervorderen steit. 

Gravamina classis Dammonensis. 

10. Angaende 1 gravamen van den tuffelsbanner in den Dam, iss van 

D. deputatis by den E. E. heren Gedeputteerden vorkregen, dat haer 

E. E. believet an den redger ter plaetsen tho schriven und gebeden, dat 
he dragende 4) amptshalven in de saecke doe nae behoren. 

Grav. secundum aengaende die Wederdopers, daervan ock articulo 4 



1) „Tin(V\ Onzo cod. heeft Blcchts de afkorting ,»v." 

2) .,[angeholden]" aangevuld uit YY. 

•*) „bywohoen" YY heeft „bvwohnende". 

*) „dragende" YY heeft „dragende8'\ 



257 

sedeionis secundae gemeldet, iss van D. deputatis na uthwisinge haer 
acten gehandelt Unde findet synodus nodig, dat int kumpstige b^ die 
E. E. heren Gedeputeerden umb executie gepublicierter mandaten tegens 
die Wederdoopers instantelick van D. deputatis synodi angeholden worde. 

Tertium gra vamen, als aengaende die enthilligung des sabbathdages ^) 
und2) die grote leedtbieren, hebben die E. E. heren Gedeputeerden op 
anholdent D. deputatorum synodi belovet sulckes mede in har E. E. 
propositien up den lantsdach in tho geven, waerup noch niet ervolget. 

Gravamina classis Loppersumana. 

11. Angaende 1 werdt van synode nit doenlick befunden die Mennisten 
van den ghebruyck der kerckenlanden af tho krigen, mer vor guet erachtet 
unde tho dem ende allen predigers in den Omblanden befahlen, dat se 
allen vlit anwenden scholden, dat die Mennisten, noch kein gebnück der 
kerckenlanden hebbende, vortaen umb daertho tho geïangen oeck soveel 
mogelick afgeholden worden. 

II Gra vamen, dat classis bégert, dat dat iraterhuss muchte provinciael 
gemackt worden. 

Iss van D. deputatis synodi mede up den landtztag vorgedragen und 
versocht, waerup noch resolutie vorwachtet wordt. Unde dewile uth der 
ordinantie, van einen ehrbaren und 2) hochwisen rath deser stadt Groningen 
im fraterhuse gestelt, gude hope geschopfet wert, dat die predigers 
meddertyt tho haeren begeren einigermaten mochten geïangen, so wordt 
D. deputatis synodi belastiget in die sacke tho eferen. 

Gravamina classis Middelstumanae. 

12. I Gr. van underholdinge dor gelickheit in ceremoniën wordt van 
allen classibus achterfolget. 

2. Belangende die unordnung , so by den boeckdruckers in Gronningen 
gepleclit wordt, hebben up versock D. deputatorum synodi die E. E. 
hochwisen heren borgermeisteren unde rath der stadt Groningen belavet 
up datt dnicken goede ordre tho geven unde synodum in folgenden tyt 
diessfals klageloss tho stellen. 

3 Gra vamen belangende die reparatie der kercken tho Rottura, hebben 
die E. E. heeren gecommitteerden D. deputatis synodi belavet desulvige 
tho reparieren. 

13. Gravamen secundum classis Ener. klagende, dat die coUatoren 



1) jysabbathdages" naar YY en ZZ. Onze cod. heeft ^^sabbathages". 

2) „und" Onze cod. heeft slcdits de afkorting „v." 

Acta ityn. prov^inc, VIL 1' 



258 

tegens danck undl) willen der pastoren nndi) der gemeente an enige 
plaetsen kosters offt schoelmeisters willen indringhen, iss, soviel haeren 
classem angeit, by classe afgehandelt. 

14. Grav. secundum classis Siiidthorr. angaende pastores enieritos, 
dat diesulvige met eenige underholt muchten van der provincie vorsehen 
worden, hebben D. deputati synodi sulokes mede haerder remonstrantie 
aen die landtstende incorporiert. 

15. Orav. classis in Oldenampt klagende, dat kerckvogten, niet allein 
kein f runde sonderen ock Handen synde unser christlicken religie, ge- 
duldet werden, hebben D. deputati an die E. E. heren burgemeisteren 
unnd ratli der stadt Groningen remonstriert , welcke belovet hebben van 
dessen stuck met den heren drost in communicatie to treden unde tho 
doen na behoeren. 

16. Belangende articulum 1 sess. 7 van den prepositurenn , hebben 
ü. depulati synodi rcferiert, dat haer w. die questie die preposituren 
angaende so in genere alss in specie van die prepositurenn tho ITsquart 
up den landtstag mede ingegeven, als blyckt uth denn actis, by D. de- 
putatis berustende, synodo vorgelesen. 

17. In sccundo artic, belangende die reconciliatie des E. Geert Clantz 
med den pastorenn tho Schermer, iss wegen langwiruger absentia des 
E. E. Geert Claiïtz noch niet gedaenn. 

18. In 20 angaende die kosters und schoelmeisters, soe van die 
kloestorgoederen solarisoert worden, in solckes iss bi den E. E. heeren 
gecommittierden gehandelt, als blicket uth den actis bi D. deputatis 
synodi, unde den rentmeister uperlecht geen geit aen sodanighe par- 
soonen uth to tellen , ehr sie guet getuchenisse vann haeren classe , daer- 
under sie staon, kunnen verthoonen etc. 

Sessio 6 antemeridiana hora 9, 11 May finitis precibus. 
1. Hefft classis Enerumana synodo klagende tho vorstaen gegeven , dat 
den E. Reint Alberda gesinnet sye die weduwe des saligen pastoris in 
Leens in haeren gnadenjahr, van classe bedenet vor die weduwe, tho 
bekorten unde sie derwegen vor die E. E. heren hovetmannen gecitiert, 
begeerende dat synodus soveel mogelick sulcken wolde vorkommen, daer- 
mede dit exempel niet ock van anderen in quade consequentie moclite 
getagen unde nachgefolget werden. 



1) „1111(1". Onze coil. heeft slechts de afkorting „v." 



259 

Synodus de saecke behertigende unde vorstaende, dat ditsulvige in 
tegen wordiger tydt vor die E. E. heren hovetmannen solde dienen, heft 

D. Bernhardum Andreae assessorem unnd D. Andream Straetm^vn. aen 
die E. E. heren hovetmannen aifgefertiget umb haer E. E. van die ge- 
legen theit des genadenjahres recht tho informiren, imd in nhamen der 
samptliken heren predigers an tho holden , dat haer E. E. up begerent des 

E. Reindt Alberda nit bewilligen wollen , dat tho vorkortinge unnd nadeil 
der weduwe unnd consequentelik ock andere prediger mocht strecken. 

Warup D. BsRimARDüs unnd D. Straetmann in synodo relatiert, dat 
sie twaer sick understhaen eerstelik des E. E. Reintz Albekda gemoet 
doer frundtlike versoken unnd intercessie tho mogen veranderen unnd 
darhen inducieren, dat sin E. E. die gratie vorss. weduwe oick wolde 
genieten laten, welcke bethero alle andere genaten hebben, averst niet 
konnen verwerven. Unde dewile liaer w. vorsthan, dat den E. E. Reindt 
Alberda van die weduwe noch anders nit bi rechte fordert alss die 
upruiminge van die pastorienbehuisinge tho Leenss, hebben sie hoer 
bootschap an die E. E. heeren hovetmannen nit laten gelangen, und let 
synodus disse sacke solange berusten, bet dat sin E. wat widers tegenss 
die weduwe tho krenckunge dess genadenjahres rechtlicken attentiere. 
Sullen alsdann D. deputati synodi sick vorss. weduwen annemen und 
haer saecken nomine synodi na vermogen helpen beforderen. 

2. Iss voracheenen im synodo Hilbrandus Yallensis, pastor tho Sal- 
lincki) in Overijselt, tho erkennen gevende, dat he umb reden hem 
movierende unde synodo mede vorgestellet locum tho mutieren gesinnet 
was, so he doer goede recommendatie und vorbede des ehrw. synodi in 
disser provincie ergens mochte gepromovieret worden , presen tierende guede 
getuechenisse sines vorholts tho allenn tyden te vortoonen. 

Res. synodus, dat etziger tytt keine bequame2) gelegentheyt sy umb 
syne persoen na sin begeeren tho beforderen. Imfall averst eenige 
occasie muchte vorfallen, sullen D. deputati, gude getuechenisse sines 
vorigon vorholtz und levendes geseheii hebbende, sick siner persoen an- 
nemen unnd nach hoerenn vennogenn tho synnen vernemen behulplick syn. 

Gravamina , nyes im synodo van den classibus ingebracht 
ende affgeliandelet. 

Gravamina classis Groninganae. 
1. Also temet wort vernomen ende voer vast bekent, dat ten ansien 



1) „Sallinck" naar ZZ. In onzen cckI. staat „Sallingcn" en daarboven de letter» 
ck. YY maakt daaruit ,,Salckingen". Be<ioeld ia Zaik. 

2) „bequame" naar YY en ZZ. Onze cod. breekt den regel af met „bequa". 

17* 



dèss hóuwëlicken staets benevens andere misbruyken insonderhéit hierin 
die kerckenordenunge \yort overgetreden» dat niet alleene eenige tesamen- 
gegeven worden, welcker proclamatien alleen op een plaetse, tsy daer 
die bruidegom tsy daer die bruydt wonet, sin gegeven ende niet meer 
op andere plaetsen, daer d'eene ofFt d'ander haer woninge ende haer ver- 
naemste vrinden hebben, ja dat méér iss, dat met sodanige nalaetinge 
der proclamatien noch buyten wetene, ja tegen den danck der olderen 
eenige in echte worden thosamengegeven tot een openbare nasprake , 
lasteringe unde imtstichtinge over den dienst der kercken , off niet nodich 
sy, dat synodus daerup lette,. daerto arbeide, dat sulcks vortaen werde 
verhindert, unde bedencke, wat censura sodanig prediger werdig sal 
syn , de hem daerin heeft verlopenn. \ 

Resolutiones synodi. 
Hefft sick up voergaende citatie dominus Thobias Seusingius synodo 
sistiert unde avertuiget synde, dat lie in dem Delphzyll 2 jonge persoenen 
sonder van hen to eisschen getuichenisse van proclamatien, so tho Gro- 
ningen, daer de bruidt unde haer olderen med der woninge residerenn, 
behoorden vorhergegaen tho hebben, tegens danck unde willen der 
olderen copuliert hefft, stridende sulckes tegens Godttz woert unde den 
66 articul der kerckenordeninge , waerumb Tobias, met geene gefonderte 
redenen und bewlss sick entschuldigen kennende, im synodo culpam 
deprecim motenn unnde scherpelick gecensureert worden, befehlende 
hem diergelicken niet meer tho doen. 

2. Het wort bevonden, wie kennelik iss, dat in eenige dassen deses 
synodi verscheiden persoenen syn, die malkanderen beswagert offt ock 
doer bloetverwantschap verbonden syn, waerdoer tot syner tijt in die 
nodige handelinge unde saecken der kercken doer een tsamenstemminge 
der sodaniger die vruchtbarheit unde stichtinge verhindert unde öck die 
vryheit, tsy van sodanige verwante persoenen selve offte doer lieffte 
offte doer ontsich vor malkanderen ingeholdenn wordende , tsy inssgelicks 
ock van die classicale vergaderingen , niet weinich gekrencket unde wech- 
genomen soude mogen worden. Wort gevraget, offt het niet nodig ende 
geraden sy, dat die synodus daerop ini) tyts achtinge geve, ende doer 
een bequame resolutie in sodanige saecken tot die beste stichtinge 
orden stelle. 

Bes. synodus. Synodus, sulckes befunden hebbende in classe Middel- 
stumana unde Enerumana, hefft daerin tho remedieren na ripe delibratie 
eentrachteliken folgendergestalt resolviert, unde gebut allen classibus 

1) „iu" naar YY en ZZ. Onze cod. heefi „ein*\ 



261 

dtrictelick tho observierene, alss 1. dat die pastoren, in einem classe staende 
unde under einander befrundet oifte beswagert synde, in vorhandelinge 
haerder eegen saecken , een ofTte meer van haer angaende , sullen uthgaen 
et reliqiiis fratribus classis thostahen van haer sake in ipsorum absentia 
tho deliberierenn unde tho schluten. 

2. In gemeine saeken in de stemmen , haer niet coneemierende , sullen 
gemelte persoenen gelick die anderen frye deliberatie und thostemmen 
hebben. Jedoch so vermereket wurde, dat sie offt eenige under haer sick 
thosamen hielden partyschap thonende, sullen sulcker stemmen thosamen 
niet mehr als eine stemme vorstrecken. 

3. Wenn vota occulta coDigieret und gegeven sullen worden, sullen 
sulcko befrunte pastoren niet mehr als eine stemme vor sick allen geven 
konncn. 

Darbenevest wert classib. eemstlikeni) anbefahlen, dat sie sr)veel mo- 
geliken verhinderen, dat consanguinei oft befrundete pastoren in een 
classe sick so seer nit vormehren unnd sterken. 

Oravamina classis Dammonensis. 

1. Beklaget sick classis, dat die duvelbanner noch in den Dam onge- 
straffet ende on verhindert, tot vieler menschen ergemisse ende verfoeringe, 
verblifft ende in sinen dingen voertvaret 2). 

Res. synod., dat idt by voriger resolutie artic. 19 sess. 5 verblivet, 
unnde injungieret D. deputads synodi, dat sie by instantie an die E. E. 
h. Gedeputeerden henfemers noch anholden. 

2. Claget classis over die ontheliginge des sabbathdages, so ongestrafft 
so langer ho groter wort 

Res. synodus3), dat domini deputati synodi so by die E. E. heren 
gedeputerden alss ock up den Oester unnd Westerwerff sullen anholden, 
dat allen redgeren uperlegt werde ten achtervo]ge haeres dragenden 
amptes sulke sunde unnd abusen in haer judicaturen tegenss tho sthan 
unde tiio straffen. 

3. Klaget classis , dat viele vann die Mennisten , welchen die copulatie 
in onsen kercken ge weigert wort, eer sy gedoopt syn, na Maryenhave 
in Oestf rieslandt ende tho Hage sick verfoegen , daer sy •^) , die pasteer 



1) „oernslliken" naar YY. Onze cod. en ZZ hebl>en „wustiiken". 

2) Hierop volgde alleen in onzen cod. : „Re«. a. , dat domini deputati synodi , so 
bij die E. E. heren (Jedeputeerdcn ai is verschreven". Doch deze woorden zijn onder- 
sc-hrapt op eene wijze, die evengoed een doorhaling kan beteekenen. 

J^) „synodus" naar YY en ZZ. Onze cod. heeft slechts de afkorting „s.'* 
4) „sy-' ontbreekt in YY. 



262 

een vorehrunge van sick geven hebbende, copulieren, offt synodus doer 
behulp des coeius tho Embden solckes niet solde konnen vorkommen. 

Res. synodus 1), dat domini deputati synodi sullen by die E. E. heren 
Gedeputeerden anholden, dat van haer E. E. ein schrivent an denn wol- 
gebaren heren heren Enno, graifenn und heren zu Oestf riesslandt , afge- 
ferdiget und begeret werde, dat S. Gnaden dem ministerio dusser provincie 
tho gefallen inhibitie doe, dat sucks vortaen in S. Gnaden landt niet 
mehr geschiee. 

Sessie septima hora 2 pomeridiana 11 Ma^ fusis precibus. 

I. HefFt dominus assessor ingebracht, dat die E. E. Reint Alberda 
synode up dessulvigen aen hem gedaene begroetinghe vor antwortt let 
wetenn , dat sin E. E. gantzlick gesinnet sye van die sententie der E. E. 
heren hoevetmannen in gratiam synodi nit tho declinieren , daerby doende 
dat sinn E. E. Lefferto by verlesunge seiner gunst unde gratie, ock cassatie 
der van sin E. hem conferirte vocation vorbadenn hebben dem synodo 
nit tho parierenn, noch dessulvigen judicio angaende disse questie sick 
tlio submittieren. 

II. Iss compariert D. doctor Andreas Winshemius med vulmacht des 
caspels Leenss unde nevenst anderen reden, so die gemeente in haer 
vorige request, an synodum gementioniert , urgieret dat dat testimonium 
coetus Emdani Lefferto Hanting medegetheilt vann sinnem examine unnd 
admissie thom predigampt, conditionall unnd seer schlicht sy, van middel- 
matige gavenn unnd wetenschap Leffekti getuigende, versocht derowegenn 
im nahmen der gemeente tho Leenss , dat in conformitee der E. E. heeren 
liovetmannen sententie gemelter Leffertus geexaminiert werde, nit in 
thesi tho krenckunge examinis coetus Embdani, sonderen in hypothesi 
tho beprovinge siner geschicktheit und gavenn, offt he die gemeente tho 
Leens genochsaem unnde vruchtbarlick konne bedienen, biddende ock dat 
die ehrw. synodus up bequame middelen wol dencken, daerdoer sy desses 
Leffertz mochten entschlagen unnd eines anderen bequameren unnd 
duchtigeren predigers mechtig werden. 

Res. synodi. Waerop syn. hoer to erkennen heft gegeven, dat synodus 
in disser saeke hefFt angefangen tho handelen unnde gesinnet sye sulvest 
gemeltes Lefferti profectum unnd gavenn up morgenn an tho horenn, 
unnde dann in die saeke volkomelick schluten. 

Sessio 8 antemeridiana hora 9, 12 Maij. 
1. Post preces hefft die E. E. Dodo van 2) Ajisweer doer D. assessorem 



1) „synodus" uaar YY en ZZ. Onze eo(i. heeft slechts de afkorting „s.'' 
'-) „Dodo van" naar ZZ. Onze a)d. en Y'^Y hebben „Dot»". 



263 

undi) dom. Straetmannijm an synodiim fruntliken versocht, dat synodus 
sin E. assistieren wolle in die questiose saeke angaende die preposituren, 
80 nit alleen sin privaet persoenn sundor dat gantze ministerium unnd 
kercken disser provinciën sin concernierende. 

Res. synodus, dat sie vorstaen hebbende, dat in disser saecke angaende 
syn persoenn unnd hierbevoer empfangene speciall commissie up den 
landtstag all resolutie gefallen iss, unnd concludieret sulcks woll vor 
nodig und christclick achten, unde geneiget was sin E. in gemelte sake 
by to staen, beklaget sick averst nit to weten eenige middel unnde wise, 
woe solckes in desem thostaende fruchtbaerlich geschien moge. 

Anlangende averst die preposituren in genere, wert D. deputatis synodi 
belastiget vortaen instantelick bi die landtstenden desshalven an tho 
holden in sulcker wise, als D. deputatis airede up den landtstag in re- 
queste remonstrieret hebben, unnde daerby doen, imfall in den eermaels 
gestelten unnd approbiertenn articulis die forme unnd wise van die be- 
dieninge der preposituren betrefFende etwes mochte begrepen sin , dat die 
rechters ofFt redgers erachten, dat idt mochte strecken tho haerder pre- 
judicio imnde infrengerunge haerder macht unnd gerechticheiten , dat 
solches mochte geendet unde gemelte articulen by de landtstende resu- 
mieret worden. 

2. Hefft Leffertus Hantino im synodo eine propositie gedaen, gelick 
hem van synodo injungert was, unnde hebben sine gaven denn D. fratribus 
teraelik well gefallen, welche die hopcninge schopfen unde eracliten, dat 
he vlitich vortaenn studierende und sick oefenende in vinea Domini goede 
frucht sal konnen schaffen. Synodus ock gesien hebbende honestura et 
egregium testimonium vitae suae anteactae van dem consistorie tho Emb- 
dcnn, oeck testimonium examinis sui van eoetu darsulvest, hefft dacran 
ein guet behagen. Daerup hefft synodus D. Hilleniüm und D. assessorem 
an die E. E. heren hovetmannon affgeferdiget umb sick by haer E. E. 
tho crkundigenn, imfall die ehrw. synodus Leffertum in hypothesi sulvest 
kortlick undersochte und examinierte an stede classis Enerumanae, offte 
darmcde haer E. nit thofreden sye unde achte , dat haer gegeven sententie 
voldaen werde, darmede diessfals die E. Reint Albeeu)a niet hadde tho 
pretendicren. 

H. Iss die E. E. Geert Claxdt companert in synodo, begerende dat 
die resolutie, anno 1613 im synodo aver dem pastoerenn tho Scharmer 
genamen tho deportament dess pastoerss van sin prodigdienst aldaer, 
mochte executiert werden, nademall gemelter pastoer sunder frucht tho 



1) „und" naar YY. i^nze coii. hwft „van d.'' i'n ZZ „v." 



264 

schaffen aldaer Btaet unde doer uneinicheit, twist iinde veele moyte 
g^ote ergemisse anrechte, item dat gemelter pastoer geit empfanghen 
unde echteluden gescheijden hefft etc. 

Wamp Bynodus sinn E. gefraget, offte diesiüvige im nahmen unnde 
uth last der gemeente tho Schermer offte vor sine persoenn allene solche 
klagte tegens den pastoeren iastellet. Helft sin E. geantwordet snlckes 
tho doen niet nth last der gemeente snnd^^n alss magistratus ter plaetse. 

Respondet synodus in die saeke niet tho konnen resolveren inaudito 
pastore, unnde derowegen sinn E. metsampt dem pastoeren Schrankkn- 
HULLER tegens 2 uhren up namiddag bescheiden wedenimb tho comparieren. 

Sessio 9 pomeridiana hora 2, 12 May. 

1. Reportierden D. HiLLEinus unnde D. Bernhardus im synodo folgende 
andtwort van die E. E. heren hovetmannen entfangen tho hebben, dat 
haer E. E. voer guet insuet, dat synodus persoenen uth haeren middelt 
committiere, welcke in presentia D. Hillenu unnd D. Bernuardi The- 
ODORia gemelten Leffertum undersoeken unnde in hypothesi examen 
medt hem beginnen, daerby vermanende dat synodus vorsichtich in 
dusser saeken handele, dat infall die persoon mucht duchtich befunden 
worden in sulcken plaetse met stichtinge tho staen, synodi handlinge 
nit tho undertruckinge unnd vorstoringe der gemeente strecke, die tho 
sin persoen gantzlick niet gesinnet iss. 

2. Iss D. doctor Winshemius compariert up erforderen dess synodi, 
unnde gefraget synde alss volmacht des carspels Leenss, offte die gemeente 
sick dem judicio des synodi underwerpenn , unnde imgefall Leffertüs 
80 qualiftciert befunden worde, dat synodus erachtet, dat het met 
f nichten wel by sie konte stahnn unde dienen , sie den i) in sulke guet- 
dunckent unnde urtheill synodi soldenn wollenn acquiesierenn. 

Hefft D. doctor up vorgestelter vrage putative geantwordet nit tho 
orachtenn, dat de gemeinte daerhenen solde konnen induciert unnd ge- 
bracht worden etc. 

3. Synodus, in disse saeke viel swaricheit befindende unnd noch tho 
moete sionde, helft dom. Uilleniüm unnd D. assessorem Bernh. committiert 
met Lefferto Ha:«tixg privaetelick to sprekenn umb sin gemoet tho 
beproeven, ofFt hie niet lever der vocation gewetenshalven sick woUe 
entschlagen alss tegens der gemeente willenn laten indringen. Waenip 
hare w. w. 2) synodo relatiert, dat sie Lefferto Hantixg med vele reden 



1) „den" naar YY en ZZ. Onze cod. heeft „dem". 

2j „hare w. w." naar YY. Onze cod. en ZZ hebben „hc w." 



265 

entlick daerhen persuadiert unnd indnciert hebben, dat Leffertüs goet- 
willieh angenamen die empfangene vocation wederumb in handen des E. E. 
Reint Alberda aver tho lieferen unnde syn E. E. deswegen tho bedancken 
etc., begehrende dat synodus hein wolde tho einen anderen dienst be- 
hulplick syn unnde van den dre^ folgende puncten schriftlicke getuichnisse 
medetheilen, alss: 

1. dat synodus dat examen coetus Embdani sinn persoenn angaende in 
sinn esse let bliven unnd vor gut kent; 

2. synodi urtheill unnd goetduncken van syne gethane propositie unnd 
gaven; 

3. dat he umb geen ander reden der beropinge sick entschleit, alss 
dat he sick in syn geweten beswaret vindet sick tegens den willen der 
gemeente tho laten indringen, welchesi) hem belavet. 

4. Synodus, des E. E. Oeeudt Clandtz [klachten] 2) tegens den pastorm 
tho Scharmer unde des pastorenn verantwordinge ingenamen unnd aver- 
wegen hebbende unnde befindende, dat die ingebrachte klagtenn nit 
veriftciert werden, resol viert unnd kent vor guet, dat den E. E. Geerdt 
GiiAirr, imgefall henn E. by gedaenen klagte gedenckt tho persisteren, 
diesulvige alss eigentlick classicael synde in classe Dammonensi verfolgen 
soll, classem autoriserende daerin tho handelen na behoeren. 

Wat anbelanget privata uneinigheit under malkanderen, hebben beide 
parthyen doer viell tusschenspreken unnd vermanen des synodi malkan- 
deren die hant gegeven tot ein teken van broederlicker reconcilatie unnd 
voergevinge, etc. 

5. Dom. deputatis synodr wordt belastet, dat sie die saeke HEiNma 
MEiNAm)! , welcke he im synodo bi requeste ingegeven , up den landtsdag 
synodi nomine soDen verdragen unnd vorderen helpen. 

6. Iss dominus Hermannus Dreckius beschuldicht , dat hy einen man 
met siner vorigenn frouwen susterdochter , so he thovoren beslapen, 
hadde gecopuleirt, welcher sich heropen up classis ]^[iddelstunianae con- 
sensum, welche sulches tho doenn hem pannittiert, uth der oersake dat 
gemelte persoenen nit langer in hoererye muchten leven, unnde Ritzkeks, 
die redger ter piaetse, sulckes mede urgiert na luit sin egen schrivent, 
im synodo vorgelesen. 

Res. synodus, dat classis qualick gedaen und pecciert hebbe tegens Gottz 
woert und die gemeine regell: non esse facienda mala, ut eveniant bona. 



1) „wclchefi" YY heeft „welches synodus". 

2) „[klachten]" aangevuld uit YY. 



266 

Hefft darumb classem censureert undo vormanet tho tho siehen, dat sie 
Bick in tali vel simili casii dergestalt nit mehr verlopenn. 

Sequitur grava. 4 classis Dammonensis. 

7. Elaget classis, dat die echtestaet daerin ock seer van ontellike 
persoenen onteerett wordt , dat sie nae gedaner proclaraation einn geniyme 
tyt, jae wel ettelicke jaren by malckanderen als echteluden convereieren 
ende huyssholden sonder sick tho laten in der kercken copulierenn, 
welckes doch van den redgeren hier unnd daer niet gestraifet noch 
wedersproken wert. 

Res. syn., dat D. deputatis synodii) kumpstig sulckes an die E. E. 
hoechw. heren hovetlude sullen remonstrierenn unnd nomine synodi 
anholden, dat haer E. E. docr expresse mandaten die redgeren constrin- 
gierenn up diejenigen, so proclamiert synde ane copulatie tsamenleven , 
tho letten unnde solche grote unordnung unde enteherung des h. echte- 
standes tho straffenn na behooren. 

Gravamina classis Loppersumanae. 

8. 1. Dat doch ordening gestellet unnde underholden werde over het 
versoecken des h. ministerii, ne tam impudenter currant candidati antequam 
vocentur, ut ita scandala maxima vitentur et Anabaptistanim in s. mini- 
sterium calumniae praecidantur. 

Res. syn , dat classis up solche persoenen achtunge sollen hebben , dat 
diesulvigen dem 13 articulo der kerckenordenung gemess sick dragen 
und holden unnd denne, so sulcks tenbutengahenn , tegenstaen und 
straffen. 

2. üewile dagelicks viele unnd grouwelicke abusen int anverden van 
den ehestandt gesporet worden , dat doch die solanghe vorwachtede echt- 
ordenungc eenmael vorfeerdiget unde confirmiceret moge worden. 

9. Res. Syn. will D. deputati synodi sulckes in haer remonstrantie 
up den Jantdsdach mede avergegeven hebben, dat vortaen D. deputatis 
sulckes urgieren unnd urab resolutie anholden. 

3. üewile in den Omblanden vele syn, diewelcke gene Mennonisten 
en syn, dannoch haore kinderenn ongedoopt liggen laten, unnde ette- 
lickemael vermaent synde datselve moetwillich verschloffen , dat daer 
einige voerseninge in geschienn muchte. 

10. Res. synodusi), dat die prediger by alsulcken luyden haer ampt 
sullen neerstelick met vermanen ende straffen verrichten unnde den 
successum Godt befehlen. 



Ij „svnodi" naar YY en ZZ. Onze cod. heeft slechte de afkorting „s." 



267 

4. a. Hoe men sick holdenn sal mit sodanighe luden, die Mennisten synde 
sonder eenige wettelicke proclamatien sick van die Mennonisten vermae- 
neren laten copulieren, b. item die van unss vor die copulatien quasi 
uth dwanck gedoept synde , daerna den Mennonisten weder bi vallen ende 
onse ordeninge lasteren. 

11. Res. synodusi) up die eerste f rage a: willidt up den Westerwerff 
beslaten iss, dat sulcke copulatie vor unwettelick unnde keinder weerden 
sullen geholden werden , dat D. deputati synodi copie van sodanige resolutie 
forderen unnde anholden umb publicatie dessulvigen. 

Up die 2 frage respondiert synodusi), dat raen sick sall richten na 
der kerckenordening unnde bethere underlioldenen gebruyck, mede med 
vermanen vor unde na der copulatie anholden , dat ander Godt unnd haor 
conscientie befehlend. 

5. Dat doch S. G. unde die E. heren Gedeputeerden, willende 2) tot 
verhoedinge van die alienatie een register oprechten van die geistelike 
goederen, sodanige registeren door mandaten offte andere middelen van 
die heren collatom oift kerckvoegeden wollen vorderen unde daermede 
den predigeren niet beswaren , opdat si in harer stichtinge by edelen und 
unedelen nit verhindert mogen worden, unde meestelick daemm dewile 
voele predigeren syn, die wel lange gestaen hebben in einige plaetsen 
unde die weete niet krigen konnen van die geistelike goederen, by haer 
gelegenn. 

12. Res. syn. Blifft synodus by de vorgenamen resolutie in articulo 1 
sess. 5. 

6. Dat dese moderatie gebniycket worde in die jaerlicksche visitatie 
der h. deputatorum synodi , dat sy nergens anders en visitieren , als daer 
eenige groote swaricheit opstaet, welke vann den classis niet bygelecht 
kan worden, ende dat erstlick tot vermidinge van grote jaerlicksche 
kosten, 2. ende ock updat der classium authoriteit daerdoer niet ge- 
swecket worde. 

13. Res. synodus, dat idt sall vorbliven bij voriger resolution unnde 
angefangenen gebnicke. 

7. Dat doch domini Leonis Abelt zaliger, item domini Lucae, pastoris 
in Zeripe, ende domini Hendrici, pastoris in Woltersum kinderen tor 
schoeien liggende met einen behoerlicken stipendio versien mogenn 
werden na so lange versoeken, updat sy haer angevangene studia 
mogenn achtervolgen. 



1) „fivnodiis" naar YY. Onze cotlex heeft sleehts de afkorting „s.'' 
'^) „willende" YY heeft „willen". 



268 

14. Res. synod., dat domini deputati synodi by denn h. rentemeister 
J. HüissMAN sick sullen erkundigen, offte eenige allammatiol) gegahnn, 
linde den gemelte kinderen an die E. E. h, gecommitterden van die 
landtschap nomine synodi recommendieren vor anderen gefordert te worden. 

Gravamen classis Enerumanae. 
Wordt alsnoch de novo geklaget, dat eenige sick anmatigen om in 
kerckensaecken willen tho gebieden hebben, daer sie doch unser religiën 
unde alsoe der Gereformerder kercken niet toegedaen synn, sonder 
vianden derselver synt, unde daerup vorsocht, dat sulckes mochte afFge- 
schafFet worden. 

15. Res. synodus, dat idt nit behoere tho geschien, unde na allen 
vermogen sal gewehret unde tegengestahnn werden. 

Gravamen classis Suidthorumanae. 
Also die predigeren, op die frontieren van Frieslanndt woenende, 
klagen, dat se grote narede moeten hoeren wegen dess, dat sie unge- 
doepte persoenen niet willen copulieren, welckes dannoch in Yrieslandt 
gedaen wordt, so iss des classis versoeck, dat dese synodus een vrindelick 
schrivent an den synodum van Vrieslandt wolden laeten gelangen, omme 
comformiteit sowell in de ceremoniën als in de leer tho holden. 
. 16. Res. syn., dat sulckes nodig unnd behorlick sy, unde belastiget 
D. deputatis synodi eerster gelegentheit datsolvighe int werck tho stellenn. 

Gravamina classis Oldamptensis. 

Sess. 10, 18 May hora 8 antemeridiana. 
1. Classis doleert, dat die Mennisten niet alleene opentlich lerenn, 
stridende datelick tegenn der E. E. heren verbotsmandaet, gedateert unde 
gepiibliciert den 8 January anno 1614, sonderen oick boeken drucken 
laeten, daerin sy seltzame, schricketicke erroren openbaren tot nadeel 
der warenn gemeene Christi. 

1. Res. syn., dat domini deputati by den E. E. hochw. heren borger- 
meesteren unnde rath tho Groningen anholden sollenn umb executie 
haerders E. E. tegens der Wederdoperen exercitie gepiibliciert mandaten , 
unnd by den E. E. heren drost versoecken, dat Jajt Dericks wegen syns 
boecks to rede gestellet werde, unde sonderling van hem vorforsche, 
woe syne negest uthgegangen 2 boecken gednickt syn. 

2. Dat eenige kerckvogeden , diaconen noch geen lidtmaten der gemeene 
Christi sint, sonder eenige sint verachters des h. ministerii, unde ettelicke 
levenn seer dissoluit tot grote ergernissen der gantzscher gemeine unnde 

1) „eenige alummatio" YY heeft ,.ock enige alimentationes''. 



269 

kleinachtinge der vromer dienaren, unnde klagelike voertplantinge der 
sonden des dronckenheits, godeslasteringe unnde andersins. 

2. Res. synodus, dat classis die namen sulcker personenn ann D. 
deputatos synodi averschriyen , die datsiilvige an die E. E. heren borger- 
meisteren unnd rath sullen laeten gelangen om daerin tho remedieren. 

3. Dat noch die vastelavontsboven i) ongestraffet alle jahren ontrent 
vastelavont mit vermommingen, verkleeden, dansen, hoeveren 2) unde 
andere onchristelike idelheit ende moetwille lopenn, tot openbare voert- 
plantinge der sonden ende godtloosheyt, strydende tegen dat uthgedruckte 
woert Godes ende alle erbarheyt. 

3. Hes. synodus, dat tegenn annkumpstigen fasluachlen deputati synodi 
by die E. E. heren borgermeister unnd rath ansoecken om sulckes emstlick 
tho vorbeden unnde tho straffen, desgelicken sie oeck sullen doen an 
die E. E. heren Gedeputeerden, dewile desgelicken clage van allen clas- 
sibus geforet wert. 

4. Dat oick op eenige plaetsen den weerden unde krogeren des Son- 
dages voer ende under die predige bier tappen by den dronckers énde 
andere sittende gasten tot droeffenisse veeier fromen, daerdorch die 
godtlossheyt sowell bij sulcken weerden und krogeren alss by den 
dronckers gepleget unde gestercket wort. 

4. Res. synodus, dat deputati synodi ann die E. E. heren borgemeister 
unnd rath, woe ock wegenn der Ommelanden an die E. E. h. Gedepu- 
terden sullen remonstreren , dat sulckes emstlick verboden ende gestrriffet 
werde. 

5. Isst im synodo eine questie gemoviert, oft een stieffvader sins 
stieffsohns nahgelaten weduwe moge trouwen unnd echtigenn. 

Respondiert synodus, dat sulkes nit moge geschien noch bohoero tho- 
gelaten to worden. 

6. Eracht die ehrw. synodus, dat D. deputati synodi in haerén ampte 
sick trouwelick unnd behoerliken hebben gequeten, sick tegens haer w. 
voer haeren trouwen dienst vlitig bedanckende. 

7. Iss censura morum geholden unnd godtdanck nemant straffweerdich 
eerfundenn worden , alssdat sie sick by wehrendem synodo anders souden 
gedragenn hebben, alss behoret. 



1) „vastelaventsboven" YY heeft „vastelavontsboevon" , ZZ „vastelavontsbieren'*. 

2) „hoeveren" YY heeft „lioerieren". 



270 

8. Sint in deputatos synodi eligiert worden: D. üchtemannüs l) , D. 
Berxhaudüs2) Esingamis, Flacws'^), Rembertus Georgu^). 

Endtlich iss die christliche synodus met dancksaginge besehlatenn, 
unnd die acta vann die ahnwesende heeren broders underteckent 

Chrlstophorus Uchtexiannus , servus J. C. in ecclesia Groningana, synodi 

praeses. 

Berxuardüs Andreae, pastor iilsinganus, assessor synodi. 

Georoius PLAaus, pastor Dammonensis, scriba synodi. 

Henricüs Crevelt, prediger te Middelberth. 

KoDOLPHüS WicHERiNGE, oldefünge. 

UiDDO LAMBEitTi Groothusanus , in Fermsum pastor. 

TiTUs Theodori, in Slochtem pastor. 

WiLHEiJkiTJS Walraven, v. d. m. in Westererabden. 

JoHANNES Egberti, pastor in Lhermisz. 

Lucas Wiedemariüs , pastor in Zeeripe. 

Andreas Straetmannüs , pastor in Suidtwolda. 

IIermannüs Arkoldi RHEXA^^JS, pastor in Middelstiim. 

Wilhelmus Johaknis, pastor in Huesinghen. 

Adolphus Besten, pastor in Whee. 

JoHANNES ScuMALTZius, pastor in Tinallinga. 

Bartholomaeus Billerbeke, pastor in Werfliusen. 

NicoLAüs Petri, pastor in Visvliet. 

JoiLAjfNEs LuBBERTi, pastor in Gripskerken. 

Rembertus Georgij, pastor Medanus in Veteri Praefectura. 

Berxhardus GoLTsvERifEN , pastor in Bleiham. 

Desse acta synodalia sint van unss alss deputatis synodi overgesien 
und collationeret, unde mit den iindergeteeckenden originali overeen- 
stemmende befonden, ohrkonden wi ondergeschr. mit unsen egen handen. 
Actum Groningen den 13 Junq anno 1G15. 

Christophorus üchtemannus, deputatus synodi. 
Georgius Placius, deputatus synodi. 
Rejibertüs Georgii, deputatus synodi &). 



i} „Uchtenianniw" ZZ heeft „Christophorus Uchtemannus Gron." 

2) „Bcrnardus" ZZ heeft „Bernardus Andreae". 

3) „Placius" ZZ heeft „D. (ireorgius Placius DammonenR". 

4) „Georgii" ZZ lieeft „Georgii Medanus". 

^) Hierop volgt nog in YY: „Actorum synodalium anni 1G15 finis". 



271 

Acta synod/i proüindalis , deivelcke van onsen wel- 
geborenen genadigen heren stadtholder ende den E, 
E. heren Gedeputeerden van stadt Gronningen ende 
Omlanden is wtgeschreven ^ unde in Appingedam be- 
gonnen den 13^^ May ende qeendiget den 17^^^ ejus- 
dem dezes lopenden jaars 1616^ in presentie der E. 
E. hoochwysen heren Rudolf Wicheringe unde 
Pabo Broorsema, gedeputeerde heren des collegii, 
tvelcke hare credentzhrieven wetlyc hébhen vertoont. 

Sessio 1 hora ponierid, 3. 13 May. 

1. Is dese synodus met anroepinge godtlyckes namens van den praeside 
des vergangen synodi , domino Christophoro üchtemanno , pastore in Gron- 
ningen, christlyc angevangen. 

Unde syn daarop credentzbrieven omnium classiiim ingelevert unde 
gelesen, unde mede gelyc censura morum na gewoonheyt gehouden, in 
"welcke tegens niemandt der h.h. brooderen is ingebracht, waarom den- 
selvigen sessio solde mogen geweigert werden. 

Syn derhalven alle geadmiteert dese navolgende gecommiteerden : 

ex elasse Oronningana: 
dominus Christophoküs Uchtemannus, pastor in [ecclesia]!) Groningana, 
dominus IIenricus Crevelius, prediger in Gohrecht, 
de erentf. hooghgeleerden dominus Egbertts Halbes, ücentiatus; 

ex elasse Dammonensi: 
dominus Jou.vnnes Laxtemus, pastor in Holwirda, 
dominus Tiieodorüs Folckeri, pastor in Schilwold, 
dominus Reinerus Wolhus, pastor in Solwert; 

ex elasse Loppersumana : 
dominus Jesrael Vinckeliüs, pastor in Loppersum, 
dominus Wilhelmus Walraven, pastor in Westerembden , 
dominus Lucas Widesiarius , pastor in Zeerip; 

ex elasse Middelsumana : 
dominus Wolfgangus Agricola, pastor in Bedum, 
dominus Goüfridus Lomeirus, pastor in Usquart, 
dominus Antonius Strombergius , pastor in Rottum; 

ex elasse Enerumana: 
dominus Johannes Sjialtjus, pastor in Tynalling, 



1) „[ecclesia]" aangevuld uit YY. 



272 

dominus Petrus Crusius, pastor in Saxenhuysen, 
dominus Justinüs Havexbergius , pastor in Sawert; 

ex classe Suithormiana: 
dominus Johannes Schoneborch, pastor in Adwert, 
dominus Gerhardus Johannis, pastor in Northorm, 
dominus Johaxnes Lubberti, pastor in Gripskerck; 

ex classe Oldeampt: 
dominus Henrkus a Vreeden, pastor in de Schempte, 
dominus Jouannes Nicasiüs, pastor int fortres Burtang, 
do eersame und achtbaar Eppe Eltkens, kercvoget ende medelitmaete 
der gemeente in der Meden. 

2. Daarbeneven is per communia fratrum sufragia in pi'esidem eer- 
welet worden dominus Wolgang Agrigola, pastor in Bedum, in assessprem 
dominus Christophorus Uchtejiannus , pastor Groninganus, in scribam 
dominus Wilhelmus Walraven, pastor in Westerembden. 

3. Voorts zyn de h. U. broderen gekoren , de na older gewoonhey t 
de gravamina omnium classium solden innemen unde in ordine redigeren , 
alse naemtlyc dominus Johannes Nicasius, pastor in de fort Bourtang, 
dominus Johannes Schoneborgh, pastor in Adwert, dominus Petrus 
Crusius, pastor in Saxhuysen. 

4. Entlyek is deselve opgemelte dominus Petrus Crusius daarto eerwe- 
'let , dat he des volgenden Woonsdages de predige too Appingedam in de 
kcrcke solde [doen] i), juxta articulum ultimum sessionis 3 synodi superioris. 

Sessio 2 antemeridiana die 14 Maijj hora 7. 
1. Fusis ad Deum precibus, dominus preses voorgestelt hebbende 
de principale fines synodonim heft den christlycken synodo te bedencken 
gegeven, nademael het openbaar, dat de jesuitrie ende andere secten , de 
gereformeerde religie contrarye, meer ende meer in dese provincie in- 
reten, ofFte het niet solde raetsaem zyn, dat alle classis op middelen 
dencken met allen flyte, daardoor sulckes mochte verhindert ende de 
enigheyt der lere geconserveert werden. Heeft oock daarbeneven enige 
middel voorgeslagen, de hem duchten, dat daartoe goedt ende denstlyc 
te syn: 1. oft het niet laetsaem, dat alle classes de annotatien Francisci 
KosTERi, die hy over het nye testement geschreven heeft, daarinne dan 
vele absurde errores gevonden werden, kopen ende deselve nalesen om me 
do errores an te mereken ende hare auditores te waarschouwen : 2. item 
dat men in alle 2) classibus sich veerdigh make met goede redenen, wt 

^) „[doen]" aangevuld uit YY. 

2) „in alle" naar YY. Onze cod. heeft „alle in". 



Oodes woordt ende elders heergenamen , daarmede men den E. Ë. heren 
daartoe mochte bewegen, dat se dese sake wel ter hertten nemen unde 
na vermeuge mochten remedieren. 

2. Daarbeneven is in synode eerschenen Hakmannus Christophori , de- 
moedelyck versoeckende ende biddende , dewyle hy nu sodanige conditien 
hadde volgedaen, als hem in de limitatie der sententie op het intercéderen 
des erenfest redgers Conradi van Rensen in synodo Dammonensi anno 
1614 waren opgelecht, so wilde dennu synodus eenmael op syne saken 
letten ende hem konsenteren, dat he aldaar to Jucquaart weder ingestellet 
mochte worden. Heeft oock intercessionbreef van den E. E. junckeren 
Carolo Viotore Ripperda, juncker in Veerhusen, unico collatore tot 
Jucquaart, ende ooc getuchenisse der recopciliatie van sqn gewesene ge- 
meente tot Westerlee. Daarentegen is enige swarigheyt ingebracht, de- 
welcke tot verhinderingh van desen solde strecken, naemlyc dat Harmanus 
voorss. noch met den classe Oldeampt niet en was gereconcilieert, twelc 
nochtans in deselve gemelte limitatie was bescheyden. Was ooc noch niet 
versoenet met den personen , dewelcke he sonderlinge in desen synen val 
hadde gelederet. 

Synodus heeft hierop Hermano bevolen, dat he op ankomende namid- 
dagh benefTens syn ander bescheit de remissie des bannissements der E. 
E. heren sal vertonen. Alsdan wil den synodus vortan op syn begerent 
votiren na behoren. 

3. Voorts syn de acta synodi voorgenomen te revideren in presentie 
dominonim deputatonim. 

Wert befunden, dat angaende den 3 articulum sessionis 2 van de veer 
kercken in Vredewolt domini deputati synodi hebben soovele tewege 
gebracht, dat dese sake by die E. E. heren in consideratie is genomen, 
ende seer goede hope voorhanden is, dat aldaar in Vredewolt twee pre- 
digers gestellet ende met nooddruftige middelen verseen sullen werden. 
Ende de E. E. heren Gedeputeerden sel vest hebben in specie dese sake 
op enen provincialen landtdagh in hare propositie stellen laten. 

4. Item angaende articulum 2 sessionis 3 relateren domini deputati 
synodi, dat se na Inde der sententie der E. E. heren in bysyn veer 
brooderen ex classe Enerumana op den classe Middelstumana l) Albertum 
HusiNGiiJM wederom hebben geexamineert, ende het vorige gescheen 
examen classis Enerumanae also geconfirmeert. 



1) „ex classe — Middelstumana" verbeterd naar YY. Onze cod. en ZZ hebbon 
„op classe Middelstumana Enerumana". 

Acta mjn, provinc. VII, 18 



274 

5. Daarbeneven is den synode voorgestellet, dat nafolgende predigeren 
in dese provintie ad ministerium z^n toegelaten, als in classe Dammo- 
nensi Carolus Reneman, gestellet in Crewert, item Petrus Brrnuardi in 
Opwirda. Beyde sullen hare testimonia examinis den tokomenden deputatis 
sinodi moeten vertonen. 

In classe Loppersumana is toegelaten Leffardus Hajïting in Spiek, 
heeft syn testimonia examinis in vergangenen synode Gronningana vertoont, 

In classe Middelstumana Albertüs Hüsingtjs is in Santweer toegelaten , 
ie seg angenomen. Sal noch syn testimonium examinis vertonen. Item 
Wilhelmus Geruardi is in Wthusermeden toegelaten, heeft classi suae 
testimonium examinis, Gronningae in academie geholden, rede vertoont. 

In classe Suthormiana syn angenomen Johannes Hasenbechixts in Tolbert, 
welkes testimonium voor den sinode is gelesen. Item Wilhelmus Johannis 
in Nuiss, welke syn testimonium examinis den deputatis sinodi ver- 
tonen moet. 

In classe Oldeampt is int klooster ter Apel angenomen N. Meyer, 
item Matthias Fabricixts in Onstwedde, welckers testimonia noch den 
sinode sullen werden getoont. 

6. Ad gravaminum generalium 1 et 3, angaende de onderschiivinge 
novae formulae confessionis unde coUigeringe der argumenten pro et 
contra de quaestionibus et controversiis inter ortodoxos et Arminianos, 
werden alsnoch vermanet de classes, de den decreto synodi niet syn 
nagekomen, se willen sich henfemer bevlitigen daartoe na behooren. 

7. Quartum gravamen, belangende den kleinen catechismo des heren 
Aldegundi, wert ooc alsnoch een ider classi vermanet, se willen deselve 
sake bevordren tot stichtinge ende onderwysinge der jonger jeuget in 
deze provintie. 

8. Ad 5 gravamen , vermitz door sekere occasie van de abalienatie der 
vicarie tot Leens van de misbruc der geestlycker goederen int gemeyn 
airede [mentieji) is gefedlen, soo wert mitzdesen den deputatis synodi 
last gegeven, dat se eemstlyc by de E. E. Gedeputeerden mit remon- 
streren sullen aenhouden, dat haere E. E. beleven wil op enen vullen 
provincialen landagh in hare propositie mede te laten stellen, nameliken 
dat daar een gemeen register der kerckelike goedren dezer provintie 
mochte werden opgericht, opdat also de rechte oft onrechte gebruick 
derselviger te beter bekent ende verbetert meuge werden. 

9. Interim is den synodo advertissament gedaen ende gewaarschout 



1) „[mentie]" aangevuld uit YY. 



Ö7S 

worden, dat dewyie men vermoede ende vernomen hadde, dat een seker 
persoon, Johan Gerkitz Hovel genaemt, welcke suspect worde gehouden , 
dat hy een libertqn oft frygeest syn soude, alhier in deze provincie een 
kerckendienst [soeckt]!), ein jeder classis wolde sick wel voor sulc een 
persoon hoeden ende wachten. 

10. Ad revisionem gravamium spedalium in sessione 5, art. 2. 

1. Angaende dominum Jacobum Janicüu, pastoren in Noordyck, de- 
welcke beschuldiget was geworden , dat he sick enigermaten onkristelycken 
soude gedragen hebben, classis Ghroningana heeft op dese sake, als haar 
belastet was, eemstelyc gelettet ende in opentlycke visitatie bevonden, 
dat he daaran onschuldigh sy. Houdet hem dan ooc synodus billick 
onschuldigh unde wil, dat na desen, indien enigen broder wat op een 
ander weet te straffen, datselve niet voort den synodo dan velemeer den 
classi, daarunder persona delinquens sorteret, ordentlyc andene. 

11. Wat belanget der opentlycken introductie der nyen predigem, 
datselvige wert wel van alle classibus geobserveret. 

12. Qravamen 4 van den bededagen wort alsnoch voor gut angeseen, dat 
voorder tot bevoordringe deser deputati synodi by den E. E. heren Gre- 
deputeerden sullen anholden, dat hare E. E. wille beleven in een jeder 
karspel eyn gedruct mandaet van soodaniger inholt als voren toeschicken 
unde datselve eerstlyc publice proclameren laten unde ooc daarna affigeren 
laten, opdat dese sake by een jeder te meer autoriteyt gewinne, ende 
ooc diegene daarvan meugen verstendiget werden , de selden oft nummer- 
meer ter kercken komen. 

13. Gravamen 5 van de collecte der prediger dezer provincie tot profyt 
der nagelaten weduwen derselvigen, daaromme hebben domini deputati 
synodi, nadat haar was belastet, het beste gedaen in de visitationibus 
classium. Dan dewyie alsnoch enige classes in dese sake gantzlyc sick 
beswaret vinden , wert den anwesenden broederen belastet van den synodo , 
dat [se] 2) deze sake wederomme haren classibus sullen voordragen ende 
soovele meugelyc daartho induceren , unde aldan de verklaringe der clas- 
sium eerster gelegenheyt den deputatis synodi wederomme overschryven. 

14. Ad revisionem gravaminis classis Dammonensis angaende den 
duvelbander, de sick in den Dam erholdet, daarvan verklaren deputati 
sinodi, dat se een request den E. E. heren Ghedeputeei*den hebben over- 
geven , welck niet allene in den collegio , maar ooc in enen vollen landagh 



1) „[soeckt]" aangevuld uit YY. 

2) „[se]" aangevuld uit ITY. 

18^ 



2^6 

18 gelesen worden. Daarop dan den E. redger van Farmsom present 
zynde is angesproken, dewelcke heeft geantwoordet , dat disse duvel- 
banner sulc toverwerck nicht langer ofFende, maar dat hy sick stille 
hielde. Dan indien daar jemant ware, die hem jet^) konde overtugen, 
alsdan wolde hij in de sake doen na behooren. 

15. (Jravamen 2, wat angaet de vergaderinge der Wederdoperen , al- 
hoewel deputati synodi daarin haar last getrouwelyck hebben volbracht, 
wort nochtans den kimfftigen deputatis weder van den synodo last gegeven, 
dat se voorder by de E. E. heren Gedeputeerden anholden, dat indien 
die dagelycke ende gewoontlycke byeenkomsten derselver nicht allerdingen 
konnen werden verhindert, dat dannoch hare E. E. goede voorsorge wilden 
dragen, dat de extraordinarie quasi sinodale vergaderung, van dewelcke 
sekere blic is , dat tot Holwirda in vorigen tyden syn geholden geworden , 
muchte bekent ende belettet worden. 

16. Qravamen 3, van de excessive doodbeeren, unthilligung des sabbats 
ende andere abusen meer, is van 2) deputatis synodi in hare remonstrantie 
op enen provincialen landagh overgeven. Wert alsnoch antwoord ende 
resolutie verwachtet, ende een jeder prediger wert van den synodo ver- 
manet, dat he na syn beste vermogen ter plaetze, daar hy wonet, by 
synen redger oft overheyt bearbeyde ende anhoude, dat daarinne ver- 
sehung geschee. 

17. Ad gravaminis revisionem 1 classis Loppersumanae van den Ministen 
te weren van het gebruc der kercken oft provincialen landen, dat latet 
synodus by voriger resolutie. 

18. Gravamen 2 belangende het fraterhuss, dat datselvige provinciael 
mochte gemaket werden, sal alsnoch int versoeken van tselvige by den 
deputatis synodi werden gecontinueert. 

Sessio 3 pomeridiana 14 May hora 2. 
1. Na den gebede is geprocedeert ad revisionem gravaminum classis 
Middelst 

Ad 1, belangende de gelycheyt der ceremoniën in den kerkendienst 
deser provinciën, syn de classes alle van den synode vermanet worden, 
sy willen alletydt goede toesicht dragen, dat int gemeen gelycheyt der 
ceremoniën unde in specie de bedeninge des h. nachtmaels in alle kercken 
vlytich gevoordert mochte werden. 



1) „hem jet" ontbreekt in YY. 

2) „van" naar YY. Onze cod. en ZZ hebben „den". 



277 

2. Interim is Hermanub Christofhori wederumb, als hem bevolen, 
eerschenen den synodo vertonende sekere schriften, onder welcken ooc 
mede was ene sekere remissie van het bannissement der E. E. heren 
burgermeestren ende raedt der stadt Grronningen , waarinne hem de voor- 
geschreven heren consenteren, dat he wel in hare stadt Gronningen, 
stadtstaefel, Gerecht i) unde Oldeampt mach komen ende converseren, maar 
niet wonen ende verblyven, begeerde ende versochte noch als te voren, 
dat he weder tot het predicampt und in syn plaetze aldaer tot Juoquaart 
mochte toegelaten worden. 

Respon, synodi, dat Harmanus , dewyle de sake so wichtigh is, als 
blycket, sal eerst moeten vollenkomen remissie versoecken van de E. E. 
heren burgemeesteren unde raedt der stadt Gronningen van syn bannisse- 
ment, dat he niet allenne in haar E. E. gebede ofte juridictie meuge 
komen ende converseren, maar ooc wonen ende verblyven, ende daar- 
beneven2) dat hy oock met den classe Oldampt und oock andere van 
hem geledeerde personen plene gereconcilieert meuge werden. Dat gedaen 
synde, soo sal die gehele sake staen tot verklaringe des toekomstigen synodi. 

Dewyle overst Harmajtüs klagelyc daartegen protesteert unde begeert 
eenmael een finale decreet van syne sake, opdat hy entlyc eens na 
soolange lopent ende vorwachtent ten eynde meuge komen, antwoordet 
synodus, dat se blyft by hare resolutie eerst genomen, doch also dat 
Harmanus, indem he onderdes vriewilligh begeert te vertrecken und 
sick op een ander plaetse buyten dese provintie te begeven, so mach hy 
sick an den classe Oldeampt unde consistorio Dammonensi addresseren, 
dewelcke hem dan een testimonium na haar discretie , tot syn bevordringe 
streckende soovele meugelyc, sullen mededelen. 

3. Ad gravamen 3 van de reparatie der kercken tot Rottum is van 
den pastore loei illius geantwoordet , dat deselve kercke is angevangen 
gerepareert te worden, verhopet dat daarin sal worden gecontinueert. 

4. Ad revisionem gravaminis classis Suithormianae belangende het 
underholt emeritorum ministrorum, dewelcke swacheyt halven de kercke 
Kristi niet langer konnen bedienen , word den kunfFtigen deputatis synodi 
alsnoch belastet umb noch veemer daarop an to holden. 

5. Ad revisionem gravaminum Oldeampt van den kerckvooghden , 
welcke geen religioonsgenoten maar ooc vyanden van de relegie syn, 
domini deputati synodi hebben hierinne getroulyc haar devoir gedaen. 
Dan, dewyle de E. E. heren borgemeistere unde raet wt haren middel 



1) „(rorecht" naar YY en ZZ. Onze cod. heeft „gericht". 

2) „daerbeneven" YY heeft „daarenboven". 



278 

enige mannen hadden gecommiteert , de daarin solden remedieren na 
behoren , und deselve in die tydt harer commissie afgetreden syn , aoo ist 
voor ditmael daarby verbleven, und mach derhalven tselve op gelycken 
voet wederomme versocht werden. 

6. Angaende de kosteren ende schoolmeistren , de wt de geistlijcke 
guderen hare solarium geneten, dat deselve jaarlycks getuichenisse van 
classe sullen moeten hebben, alehr sy ehre penningen meugen geneten, 
tselve laet synodus noch daarby verblyven, ende wil dat het stichtelyck 
nagekomen werden. 

Volgen nu de gravamina, die op den verleden synodo syn 
ingelevert worden i). 

7. Ad revisionem gravam. classis Groninga. van den bevrundeden 
predigeren, de in einen classe tosamen staen, wil oock synodus, dat 
alsnoch voordan worde onderholden. 

8. Gravamen classis Dammon. van de enthilligung des sabbatdages. 
Hebben deputati sinodi , als haar belastet was , op den Oster und Wester- 
warf remedie daartegens versocht Doch dewyle de sake daar tor plaetze 
nicht competeerde, wordt wederom den thokonfftigen deputatis synodi 
belastet an tho holden by den E. E. heren Gedeputeerden, dat se Godes 
ehre ende den ministerie te gevallen deselve sake in hare propositien op 
enen vollen provincialen landagh willen laten voorstellen. 

9. Van de Mennonisten, dewelcke umbdat se sick niet willen laten 
dopen voor de copulatie, overtrecken na Marienhave und andere Lutter- 
sche kercken und sick aldaar laten coppuleren, duncket synodus guet, 
dat deputati synodi desfals ein schryven sullen laten gelangen an den 
eerweerdigen coetum Bmdanum, dat sulvige den wolgebomen h. Enno, 
graf und here tho Ostvreesslandt , sulckes wille tho kennen geven unde 
begeren dat sulckes van Syne Genade mochte geinhibert werden. 

10. Van de preposituren 2) int gemeen, gelyc hetselvige de E. here 
Dodo van Amsweer vaken den synode heeft overgegeven, tselve laet 
synodus alsnoch blyven by voorleden genomen resolutie. 

11. Belangende dat 4 gravamen classis Dammon., dat thot enteringe 
des h. eestandes vele lude sonder copulation by malcanderen wonen, 
hebben deputati synodi haar devoir gedaen, ende is van den E. E. heren 
hovetluden sodanige antwoort gepasseert, dat den predigeren, den sodane 



1) „Vulgeü — ingelevert worden" ontbreekt hi YY en ZZ. 

-) „preposituren" naar YY en ZZ. Onze cod. heeft „prepositie". 



279 

unheil bewust is, sodanige lude an den redgeren sollen overgeven, dat 
se daarmede procederen na rechte ende belior. Und ingevalle alsdan de 
redgeren haar devoir in dese sake nicht doen, soo sullen wederomb 
deputati synodi, des van den predigeren verwittiget synde, by h. h. 
hoftlude anholden, soo willen hare E. E. de redgeren daartoe tot vol- 
doninge haars offici constringeren. 

Sessio 4 antemerid. 15 May hora 7. 
Post fusas ad Deum preces seqiuita est revisio gravaminum Loppersom. 

1. Angaende het eerste van de unordenunge in de versokinge des h. 
ministeri, datsolvige latet sinodus verblyven by de vorige resohitien, vor- 
beholden nochtans hetgene dat hierna van desnlvige sake sal gehandelt 
werden. 

2. Ad gravamen 2 belangende de abusen, die in den h. estande ge- 
speuret worden, antwoordet synodus, dat alsnoch deputati synodi daarop 
eemstlycker und instanter sullen moeten urgeren, dat de eheordnungh 
meuge voorveerdiget werden. 

3. Ad 3, dat vele luden gene Mennonisten synde de dope harer kin- 
dren versloffen, tselve blift ooc by de resolutie des vergangenen synodi, 
eo addito nochtans dat ene jeder prediger ooc by synen redger behoret 
an te holden, dat deselvige door starcke mandaten sodanige versuminge 
entegenkome. 

4. Ad 4, waarin den deputatis belastet wordt copiam resolutionis van 
den Ooster ende Westerwerf tho vorderen, in welcke resd veert is, dat 
de copulatie der Mennonisten vermaneren imwettelyck ende van gener 
weerden sal geholden werden, relateren deputati synodi, dat se twaar de- 
selve gevordert hebben, doch dat ene van den secretarien geantwoordet , 
dat se de resolutie soeckende nicht hebben konnen vinden, wolden hen- 
vorder haar beste doen omb na tho soecken, waarop de deputati synodi 
sullen anholden. 

5. Van de alienatie der geestelycken goederen, nademael synodus 
nicht siet middelen, waardoor sulckes solde konnen gebetert werden, 
latet se het blyven by de resolutie, de op den synodo Dammonensi anno 
1614 ad gravamen classis Gronninga. genomen is, doch daarby voor 
raedsaem vindende, dat deputati synodi sullen anholden by den h. Ge- 
deputeerden, dat hare E. E. woUe gelieven in hare propositie op enen 
provincialen landagh tho versoeken, dat diei) studenten op enige pro- 



1) „die" naar YY. Onze cod. heeft „der". 



280 

pendel) studerende mogen geregistreert worden, opdat men wete, wat 
personen deselvige gebrucken, und alsdan gestellet worde een inspector, 
dewelcke op deselvige meuge opsicht hebben ende toeseen 2), dat de 
geconfeereerde guderen nicht worden misbrucket. Daarbeneven dat de 
vicarijen meugen geinployeert worden tot profyt der iztsiger predigeren, 
na inholt der kerckenordeninge imd resolutiones van vele synodis, ofte 
daarto dat in groten karspelen .beneven enen prediger noch ein adjunct 
mocht onderholden werden. 

6. Ad 6, belangende de jaarlycsche visitatien deputatorum synodi, blift 
datselve noch by resolutie voorgaende. Ende dewyle classis Groningan. dit 
voorleden jaar nicht visiteert is, sal datselvige de eerste syn, de na desen 
geholden synodum van den deputatis sal werden gevisiteert. 

7. Ad 7 van den kinderen salig. Leonis Abeu, dn. Asrom Stbom- 
BEROu, pastoris in Rottum, domini Henbici Woltersumani , Lucae Wide- 
MAiu, dat deselvige enich subsidium ad studia continuanda mochten 
bekomen, daarop sollen wol deputati synodi anholden in hare remon- 
strantie, dan synodum duncket intrem raetsaem, dat een jeder bisunder 
privatim voor syne kinder by enige personen behoret an te staen, de- 
welcke hem in dese sake mochten favoriseren. 

8. Ad gravamen classis Suithorm., in welcke de bredere des classis 
doleren, dat se narede moeten horen van deswegen, dat se ongedopte 
personen niet willen coppuleren, soo doch in Westvrieslandt contrarye 
geschiet, derhalven sollen alsnoch deputati synodi ein vrintlick schryven 
gelangen laten an den nakunfftigen synodum provincionalem , de aldaar in 
Westvrieslandt sal geholden worden, doch dat classis Suithorm. densel- 
vigen schriftlick sal moeten verwittigen van der tijdt, wanneer synodus 
aldaar sal worden geholden. 

9. Ad gravamen 1 classis Oldampt. van den Mennonisten opentlijc 
lerent ende boeckeschryvent tot verbreidinge hare dwalinge, daarinne 
hebben deputati synodi haar devoir getrouwelyc gedaen, soowel by de 
E. E. heren burgermeisteren ende raed der stadt Gronningen alse oock 
by den E. ende gestrengen heren drosten van den Oldenampte. De reste 
van desen wert den classi belastet vemer wt to richten. 

10. Ad 3 van de vastelaventloperen relateren deputati synodi, dat se 
derhalven ooc dat hare hebben gedaen, alsoo dat daarop sekere mandaten 
van onse christlycke overigheyt syn gepasseert. Doch dewyle geklaget 



1) propende" YY heeft „praebende". 

2) „eiide toi^seen" ontbreekt in ZZ. 



281 

wert, dat deselvige mandaten al to late syn wtgesonden, wert van synodo 
allen predigem int gemeen und jeder int besunder opgelecht, dat se 
vlitigh by eren redgeren intydes anholden, dat nicht allene het lopen 
der vastelavendesboven maer oock dat blakeren op Meyavent und 
andere tyden, item bnidegamschencken et caeteros abusus mochten 
werden verboden. Xlnd inden dan de redgeren in de sake nicht willen 
vorsehn, sullen de predigem tsolve by den E. E. heren Gedeputeerden 
ofte by den E. E. heren hovetluyden versoecken, dat deselvige dan in 
tydts dorch vroegh genoegh wtgesonden mandaten daarinne verseheu wollen. 

11. Voort hebben domini deputati synodi veemer relatie gedaen , hoe- 
dat se vlytelycken op hare overgeleverde remonstrantie van wegen des 
synodi op verscheiden landagen instantelyc resolutie versocht ende ver- 
wachtet hebben, alles na haren last und commissie. Dat se averst nicht 
meer hadden wtgerichtet, datselve hadde nicht an hare flydt sonder an 
hare macht gebroken. Synodus haren w. vlydt ende trouwigheyt speu- 
rende, latet sick deselve hertlyc gevallen, und bedancken harer w. grotelyc 
voor hare angewenden vlydt ende moeye. 

12. Daarna heeft dominus Geoboiüs Platius, pastor Dammon., getonet 
ene missive van synen vader domino M. Lakpaoio, pastore et professore 
Bremensi, waarinnde den synodo wert gerecommandeert een seker per- 
soon , Jaoobus Lambertus Pomeranus genomet , dewelcke alehr ein prediger 
was gewest, maar alsnu an syne tonge und sprake enigh gebreck gekregen 
hebbende, alsoo dat he tot het predicampt nicht langer bequaem were, 
versochte dat hy wahr tot ein ander conditie in dese provintie geholpen 
mocht werden. 

Synodus literas domini M. Lampadu recommandationis loco gelesen heb- 
bend , antwoordet dat itzunder gene plaetsen vorhanden syn, daar deselvige 
persoon bequamelyc solde konnen gepromoveert werden. Indeme doch 
etwes mochte verfallen, solde dor dominum Flaciüm hem weder geant- 
woordt werden. 

Sessio 5 pomerid. 15 May hora 2. 

1. Post fusas ad Deum preces heft synodus domino Petro Crusio 
bedancket voor de predige, de he desen dagh in Appingendam gedaen 
heft op der h. h. broederen eerwelinge , ende also enen anvangh gemaket 
van de ordeninge, de op vergangen synode is besloten. 

Daarna syn de gravamina classium voor de hand genomen worden. 

2. Gravamen generale 1. Wordt gedoleert over het afbedelen der steramen 
by den collatoren, daaronder dicwils symonie menget, desgelijcken over 
het onordentlyck lopen und indringent veler personen ahn sodanige plaet- 



282 

zen, daar de pastoren noch nauwelyck gestorven oft recht kolt syn, 
waardoor vele vrome geergert, dat h. ministerium by den vyanden der 
waarheyt gelastert unde de desolate weduwe noch meer bedroevet wer- 
den, dat doch synodus umb sulckes voor tho komen op enigh bequaem 
remedium wolde dencken. 

Hierop is ommegevraget worden, oft daar ooc enich special exempel 
conde werden voorgebracht van enige sekere personen, de sic daarin 
solden verlopen hebben. Xlnd is also voorgekomen, classis Enerumana, in 
welcken dominus Bernhardüs SAorrrARius , gewesene prediger in Nahndel , 
van den hooghgeleerden heren landtsyndico beschuldiget was , dat he sick 
in de pastorye tho Enenim hadde ingedrongen und de vota collatorumi) 
ostiatim geemendiceert. ünd eftewol sinentwegen van den classe ein ander 
schrift van enige coUatoren derselviger kercken worde ingebracht, de- 
welcke dorainum Bernhardum van alle sulcke unordentlychey t excuseerde , 
800 hadde nochtans Beiinhardus opgemelt inconsulta classe den kercken- 
deenst aldaar tot Enerum angefangen und sick mit der woninge begeven. 

Synodus dit betrachtet hebbende ende oock gehoret, hoe classis Ene- 
rum mit domino Bernhardo hadde geprocedert, stellet de procedure den 
classe veemer heim, nademael se sick in de vorige handel wel hadde 
gequeten, mits dat Bernhardüs geholden sal syn de aver hem gevellede 
sententie des classis te acquiesceren. ünd angesien dit ene saeke is van 
quader consequentie, soo is emstlyc van den synodo geresol veert und 
besloten, dat alle classes mitsdesen hooghlijck sullen vermanet sijn, dat 
se in sodanigen zaken stricktelijcken de kerckenoordeninge observeren 
und verhoeden, dat daar int geringhste nicht tegen en gesche. 

Und dewyle intrim is voorgestellet worden , dat een naemhaftigh joncker 
in dese Umblanden sulfst insonderheyt solde gedoleert hebben over het 
onordentlyck lopent und unverschaemde anstaen der candidatorum minis- 
terii, und besonder aver Hermantjm Drecktctm, pastorem in Middelstum, 
dewelcke mit Bernharpo Gerhardo, ministerii tum temporis candidato, 
solde by syne edl. und meer andren tot Gronningen opt wijnhuijs syn 
geweest unde merckelijcke onkosten gedaen , tot dien fine dat Bernhardüs 
opgemelt de favor derselviger mochte erlangen und also tot Leermes tot 
den kerckendienst mochte toegelaten worden, 2. dat dominus Lambartüs 
HENRïa, pastor tot Witte werom, oock buten kerckenordeningh voor enige 
candidato solde hebben geintercedeert , resolveert synodus , dat classis Lop- 
persumana dominum Lambertum Henriq , ende classis Middelst dominum 
Hermanum Dreckium derhalven sullen tot reden stellen ende eemstlyck 



ï) „collatoruin" YY heeft „coUationura". 



283 

examineren. Und indeme deselve broederen nicht kennen excuseren, soo 
sullen classis deselve suspenderen voor een tydtlanck tot harer discretie. 
Ende wert hiermit allen classibus hooghlyc belastet, dat se alsoo sullen 
procederen met allen denjenigen, de bevonden worden sick also verlopen 
te hebben. 

8. Hieretusschen is in synode eerschenen een seker vrouwe, Turyne 
Sywerdes gênant, gewesene weduwe van sa. Teünis Eysens, dewelcke 
door den schoolmester van Holwirda voorstelde, dat se na des voorge- 
schreven Teünis Eysens, hares vorigen ehemannes averlyden wederomme 
getrouwet hadde einen man, Johan Reunebs van Creuwert genaemt, 
was oock mits denselven wetlyck geooppuleert , ja hadde oock een half- 
jaar met hem in den estandt gelevet, was overst Jouan Reynebs van 
haar affgelopen, hadde ehr malitiose verlaten, was oock nu dree jaren 
van haar gebleven und dat gantz sonder oorsake, alleen pretenderende 
dat hy haar nicht lyden mochte. Sochte derhalven dese vrouwe raedt 
ende troost van den christlycken synodus, sick dermaten verklarende 
dat, indeme Johan Re^-ners weder inquam und sick voordan alse eyn 
oprecht eheman werde dragen, soo was se wol gesinnet weder met hem 
sick tho verenigen. 

Synodus verstaen hebbende, dat dese sake aler by den erentfest. 
redger dar ter plaetze gedenet heeft, wil sij tot reddinge deser vrouwen 
op haar versoec eyn schryvent an denselven redger laten gelangen, van 
syne E. versoeckende dat he in dese sake officii et conscientiae ratione 
soovele wolde doen, dat dese vrouwe mochte werden geholpen. Indien 
dan de redger nalatigh blyft, soo sal classis Dammon. tselve an den 
E. E. heren hovetluijden nomine synodi andenen. 

4. Daarboven is in synodo eerschenen Jaoobus Lambakti Pomerants, 
van welcken in verleden sessie gementioneert is, met sekere breven van 
recommandatie van den eerw. ministerie Bremensi, begerende alse oock 
tevoren van synentwegen begeret was, enige conditie oft schooldenst in 
dese provintie. 

Resp. synodus. Dewyle vermoeden is, dat de schooldenst tot Sandwehr 
noch vacerende is , wil synodus ein gutlyck schryvent synenthalven laten 
gelangen an den edl. junckeren collatorem ende pastoren daar ter plaetze , 
opdat he aldaar tot denzelvigen dienst bevordert mocht werden. 

5. Is daarenboven angebracht seker boeckschen van den edl. Dodo van 
Amswehr und daarby enige missive, waarin syne edl. begeret und ver- 
socht, dat synodus dit boec wolde examineren, na lude deses syne 
gantsche saecke (de prepositure angaende) namaels oordelen. 



284 

Op welcker versoeck synodus verklaret , alsdat sy avermaels noch dese 
sake considerende persevereert by den advysen ende resolutien, by velen 
voorgaenden synoden aver dese sake gestellet, dewyle insonderheyt dese 
sake nicht allein den E. E. Dode van Amswehr sunder ooc de gehele kercke 
is concernerende. Unde verklaart daarby , dat de hoogeste noodt und tho- 
standt der kercken Christi in deser provintie ereischet, dat de probstyen 
tot haren rechten und eigenen gebniyck angewendet werden , und dat unse 
christlycke overheyt als sogammen unde voormunderen der kercken und 
kerckenguderen amptshalven behoren op dese saken op soo veelvoldiges 
langduriges anholden des E. E. Dodo van Amswehr einmael tho dboen 
unde also tho ordineren, dat daardeur nicht allein voor syne persoone 
salveert (alse wy christlyck und billick achten) maar oock de groote unde 
vele abusen, soo dagelyx meer unde meer inryten unde de eerbouwinge 
der kercken Godes mercklycken verhinderen, mogen weghgenomen werden. 
Waartoe wy (gelyc wy amptes und conscientienhalven nicht hebben 
konnen underlaten) unse leve christlycke overicheijt demoedichlyck ver- 
manet und, umb Gades ere unde der kercken eerbouwinge willen, willen 
thom hooghsten gebeden hebben. 

Sessio 6 antemerid. 16 May hora 7. 

1. Na gedanem gebede is 2 gravam. generale voorgesteUet , nemlyck 
ofte nicht synodus sodanige middelen kan vinden, daardurch nicht alleen 
de abusen, soo by velen collatoren int beroepen nyer prediger sunder 
oock by den gemeenten sulvest gespeuret worden (als welcke den can- 
didaten beginnen voor overleringe der beroepinge conditien voor tho slaen , 
hoe, an wehm, woe duyr etc. se de pastorijelanden sullen verhuijren) 
geweret werde. 

Eesol. synodus, dat de classes alle eemstlyc daarop behoren te letten 
umme tho ca veren, dat soovele meugelyck nicht sulckes geschee. Sunst 
sal sodanige handlungh nul ende van gener weirde geachtet worden. 

2. Gravamen 3. Wordt den synodo tho bedencken geven , oft idt nicht 
solde stichtelyck und nodigh syn, dat de kercke, daar ein prediger ver- 
storven is, duyrende dat gnadenjhar nicht allein alle veertien dage maar 
ooc alle Sondage (gelyc in andre gereformeerde plaetzen geschut), daar 
het meugelyck is, bedenet worde, unde oock andre gude oordonantien 
desfals gestellet werde omme alsoo de collatoren, welcke soo heftig dat 
gnadenjahr bestrijden, des te beter te contenteren. 

Eesp. synodus, dat de classes met discretie daarop moeten letten, dat 
dan also geschee, dat idt sy tot contentement van de h. h. collatoren 
unde gemeente daer ter plaetse. 



285 

3. Gravam. 4, ofte het niet solde raetsaem sijn, dat door synodi bevel 
und resolutie in allen dassicalibus conventibus, gewissen thesibus [probatis 
anteaji), vrundlycke collationes und disputationes geholden werden , daar- 
dorch de prediger tegen de manigerley tegenwoordige 2) inritende secten 
opgescherpt worden, imd insunderheyt de novitii tho studeren angeporet 
und geexerceert worden na dem loflycken exempel des coetus Emdani. 

Resp. synodus, datsulve sal blyven by de resolutie, de anno 1613 
synodaliter daarvan genomen is. 

4. Gravam. 5, dewyle enige wt dese provintie by den vyanden der 
waarheyt in Jesuitische scholen und academiën worden opgetogen, dat 
desulve door ein edict hoger overigheyt mochten vandaar revoceert worden. 

Eesp. synodus , dat den deputatis synodi belastet sal syn , dat se by 
de E. E. heren Gedeputeerden daar emstlyck op sullen anholden. Interim 
sullen classes, indem sy enige weten, desulvige den deput. synodi 
namhaftich maken, opdat se des te gewisser gaen meugen. 

5. Gravamen 6, dat doch conventicula Papistarum clandestina et 
aperta, soowol int landt alse in der stadt, muchten dorch ein emstlyck 
edict der overicheijt verbaden und aver sodanigh edict strengelyck ge- 
holden werden in ansehn der emstlycken sententie unses Heren Jesu 
Christi: wol nicht mit my sammelt, de verstroyet. 

Ites. synodus , dat alsnoch 3) per deputatos synodi sal angeholden werden 
by den E. E. h. Gedep. , dat se doch in deaen hare E. E. ampt und den 
heyl des vaderlandts int gemein und der kercken int besunder wollen 
betrachten, und in dese sake vorsehen na behoor. 

6. Gravamen 7 , dewyle den inwoneren der Omlanden van den luyen , 
stareken bedelem grote molestatie geschut, wort versocht, dat sulckes 
soowol in den Omlanden alse in der stadt mochte gewehret worden. 

Res. synodus, dat deputati synodi oock sullen anholden by de E. E. heren 
Gedep., opdat sulcke onordnungh in den Omlanden moge gewehret worden. 

7. Gravamen 8, dewyle vele und grote misbrucken und lichtveer- 
dicheyt in dem h. ehestande gescheen, oock seltsame casus, daarinne^) 
men nicht lichtlycken can disponeren, voorvallen, wort versocht, dat 
doch entlich eenmael de lange verwachtede eheordnung van den E. E. 
h. mochte verveerdiget werden. 

^) „[probatis antcaj". Aldus door ons hersteld. In onzen codex staat hier zeer 
leesbaar „prolati antens" , YY heeft . . . . , ZZ ,,probatis an eens". 
2) „tegenwoordige" ontbreekt in YY. 
^) „alsnoch" ontbreekt in YY. 
^) „daarinne" ZZ heeft ,,daerinue vorfallen". 



286 

Bes. synodus, dat deputati synodi, om einmals soo meugelyck thom 
ende tho kamen, op dese eheordmmgh ernstlyc dringen sullen, und op 
einen vullen principalen!) provincionalen landtagh dit punct der voorge- 
schreven eheordnung angaende allene eens remonstreren. Unde opdat 
immers de E. E. heren des te beter daartoe induceert [mogen worden] 2) , 
sullen de classis enige enormia exempla der entehrung und sohaidung 
des h. ehestandes, de in plaetzen onder haar sorterende syn voorvallen 3), 
den deputatis synodi overschrijven, welcke se dan ere remonstrantie 
sullen byvoegen. 

8. Qravamen 9, dat het tappen van brandewyn, behr, alse oock wter- 
lycken arbey t van plogen , seijen under dergelycken , item het collecteren 
der hoomgelde by den pachteren op Sondagen meuge verboden syn. 

Re. Deputati sinodi sullen ernstlyc anholden by de geborlycke overic- 
heyt, dat se sodanige abusen unde onorduimg, tegen de hiUigung des 
sabbats strydende, door emstlycke mandaten an de redgem wollen soecken 
af te schaffen. 

Gravamina specialia. 

9. 1. Classis Dammonensis beklaget sick, dat den duvelbanner noch 
ongestraffet blijft, ende tot veler menschen vervoeringe ende ergemisse 
van der overicheijt in syne saken ongeturbeert voortvaret 

Res. synodus, dat classis Dammon. wolde ernstlyck und vlytigh daarop 
letten, ofte se nicht eenmal ein seker bewys konnen bekamen, daardoor 
deselve duvelbanner by em voor den E. redger muchte avertuget werden , 
opdat also den redger beter gelegentheyt mochte hebben tegens hem te 
procederen. Inden alsdan de redger nicht sal doen na behoor, soo sal 
men het hoger overighe^t andenen. 

ünd dewyle oock sodanigh duvelbanner in classe Loppersu. by Wir- 
dumertyl wonet. Lubbert Slow4) genomet, van welcken notoir is, dat 
hy syn toverwerc in Bedumer karspel und op ander plaetsen exerceert 
heft, wert classis Loppers. operlecht, dat se deswegen den edl. juncker 
und redger de Mepsche sal anspreken unde verwittigen, dat zyne edl. 
daarinne wolle vorsehninge doen. 

10. Gra vamen classis Loppers. L Classis vindet stichtelyc, dat Enum, 
under hoer sorterende, welcke suslange umb oorsaken mit Leermes ge- 
combineert is gewesen , mit einen eigen prediger mochte versehen werden. 



1) „principalen" ontbreekt in ZZ. 

2) „[mógen wordenj" aangevuld uit YY. 
•i) „voorvallen" YY heeft „voorvallende". 
4) „Slow" YY heeft „Slurp". 



287 

De middelen aldaar belangende achtet classis genoegsam tho syn umb 
einen prediger tho onderholden. 

Synodus gevet classis Loppers. mitzdesen last, dat enige, van haar 
daartoe gecommiteert , sullen sick addresseren by de h. h. collators nnd 
kerckvogeden aldaar und vrundtlijck vomemen, hoedanige middelen, de 
pastorye thoegehorigh , aldaar tho Enum syn , und offt se ooc suffisant syn 
einen prediger tho onderholden. ünd indem also, dat men dan versoeke 
an denselvigen , dat tot beroepinge enes eigenen predigers treden wollen , 
unde soo se nalatigh blyven, dat den classis tselve deputatis synodi 
andene, die het alsdan by hoger hant sullen versoeken. 

11. 2 Gravam. Dewyle de E. E. heren gecommiteerden nicht daartho 
geinduceert konnen werden umb einen eijgenen prediger in Thesinga tho 
stellen , soo bevindet dannoch classis noothwendigh , dat het met den Buir 
omme reden gecombineert wordt. Derwegen ordelt classis, dat synodus 
behore goede middelen voor de handt te nemen , daardorch sulckes entlyck 
einmal in effectum meuge gebracht werden. 

Ites. synodus, dat daarin van deput. sinodi gedaen is na haren last, 
und dat alsnoch resolutie van den landdagh deswegen verwachtet wort. 

12. Grav. 3. Dewyle classis lofweerdigh berichtet is, dat ein seker 
Jesuita, tot Jacob silvesters huis in Thesinger carspeli) syn anholt 
hebbende, in Theisinga vaken prediget, misse doet, oock instrumenta der 
afgoderye wt hetselve klooster bekomt, versocht classis, dat hiernamaels 
sulckes verhindert werden. 

Res. synodus. Dewyle notoir, dat twee Jesuitsche papen in dese pro- 
vintie ommelopen, de beide met einem name Johan Simons genomet 
werden, und alhier wt dese provintie geboertich syn, wordt deputatis 
synodi belastet, dat se eemstlyck vordan sollen anholden by de E. E. 
heren Gedeputeerde, dat denselven int besunder und allen andren int 
gemein tegenstandt mochte gedaen werden. 

13. Grav. 4. Synodus wolde doch vernemen van den classibus, ofte 
se oock na behoor mit dengenen, de sick enormiter hebben verlopen, 
procedeert hebben. 

Daarop syn van den synodo de protocolla classium, daar men enich 
gebreck geweten, naegeseen. Und also is gelesen, hoe mit sodanigen 
personen, de sich hadden verlopen, was geprocedeert und gebleken, dat 
sich de classes alle wol und trouwelycken daarinne gequeten hebben, 
welck sick den synodus heeft welgevallen laten. 



1) „carspel" YY heeft „clooster". 



28S 

Gravamen classis Suithormianae. 

14. Doleert aver de grote indulgentie, [die]i) in haar quartier tegens 
de doodtslagers wordt 2) gepleget, dat doch van der overigheijt daarin 
meuge versehen werden. 

Kes. synodus, dat classis sal moeten specificeren, war ter plaetze 
sodanige indulgentie werde gepleget, und die den dominis deput synodi 
andenen. So sollen se sick an de kamer der heren hovetluden addresseren 
und versoeken, dat hare E. E. beleven wolde de greetmannen daartho 
the holden, dat se sodanige doodtslagers geen geleide in hare gretenijen 
und juridictien vergunnen. 

Sessio 7 et ultima die 16®° May pomerid. hora 2. 

1. Post preces absoluta gravaminum tractatione, is im synodo voorge- 
stellet, hoedat de E. E. juncker Reint Alberda tho Spiek apentllyck 
etlycke malen den pastoren tot Wehe, dominum Adolph. a Besten, van 
horerye beschuldiget heeft und sick oock verluden laten , dat hy by syne 
beschuldiginge wolde bestendig blyven und domino Adolpho datselvige 
overtugen. 

Daarop heeft synodus beslaten, dat classi Enerumanae mitsdesen be- 
lastet sal syn, dat se dominum Adolphtjm daartho holden, dat he sick 
van desen graven anticht, soo leef alse em syn ehre is, mit dem aller- 
eersten purgere. 

2. It. is voorgestellet im synodo nomine pastoris in Winsum, nademe 
Winsum 3) und Obergum 4) , welcke he allene bedenet , twee grote caspelen 
syn und derhalven sin denste sehr swaar vallen, vorsocht he emstlycken, 
dat hem ein adjunct mochte werden thogefoget tho syner verlichtinge. 

Res. sijn., dat de gemeente tot Winsum sulckes behoort op den kunff- 
tigen landdagh in tho geven und voor heur und ehren pastoren sulckes 
tho versoecken. 

3. Entlijck is voorgestellet, dewyle de Mennonisten vaken sick laten 
heimlick copuleren sunder enige voorgaende proclamatie efte kundigungh , 
waarwt dan groot onheil kan errysen, und rede al vaken erresen is, dat 
den deput. sinodi emstlyc op enen provincialen landdagh in hare remon- 
strantie wolden anholden, dat de E. K heren beleven wolde mit starcke 
mandaten tho verbeden, dat niemant in dese provintie wohnen mochte, 
dewelcke nicht apentlyck in der kercken na kerckenordnungh was gepro- 
clameert und copuleert worden. 



1) „[die]" aangevuld uit YY. 

2) „wordt" ontbreekt in ZZ. 

3) „nademe Winsum" ontbreekt in YY. 

4) „Obergum" naar ZZ. Onze cod. en YY hebben „Ebergura". 



289 

4. Syn daarna in deputatos sinodi geeligeert worden: 
dominus Christophorus üchtemanüs, pastor Groningensis, 
dominüs Georchius Plahüs, pastor üammonensis , 
dominus Wolfganüus Agricola, pastor in Bediim, 
dominus Johannes Niavsius, past. in de forte Burtangh. 

5. Daarenboven is wederumb alse thovoren censura morum geholden 
worden , und is godtloff nemandt bevonden worden van den h. h. broderen 
in desen warenden sinodo, de sick anders dan ehristljc und wol solde 
gedragen hebben. 

6. ünd soo is dese ehristljcke sinodus mit dancseggnng beslaten , und 
de acta van den anwesenden broederen ondertekent worden, als volget. 

WoLFGAXGUs Agricola , pastor in Bedum, praeses sinodi. 

Christophorus üchtema>'üs, ecelesiastes Groning., assessor sinodi. 

Wilhelmus Walraven, d. m. in Westerembden , schriba sinodi. 

Heniucus Creveliüs. 

Egbertus Halbes. 

JoHANNES Lachten, pastor in Hollwird. 

Theodorüs Folkeri, pastor in Schil wold. 

Reinfjiüs Wolffius, pastor in Solwert. 

Iesreel Vinckelius, pastor Loppers. 

Lucas Widemariüs. 

GoDFRinus Lomeierus. 

Antonis Strombergius. 

JOANXES SmALTIUS. 

Petrus Crusius , [p.] i) in Saxenhusen. 

Justinus Havenberoius. 

JoHiVNXEs ScnoNEBORCH, ecclesiastes in Adwert. 

JOHANXES LuBBERTI. 
JOHANNES NiCASIUS. 

Hexricüs a Freden. 
Eppo Eltkens. 

üese synodale acten sint van ons deputatis synodi door- 
gelesen, tegen synen originalen gecollationeert, daarmit ge- 
lyckluydende bevonden den C**®" July 1616. 

Christhophorus Uchte\lvnus, ecelesiastes Groningensis. 
JoHANXES NicASius , ecclesiastcs [in] 2) Beurtange 3). 



1) „C-ruHius, [p.]" naar YY. Onze cod. heeft „Gusius". 

2j „[in]" aangevuld uit YY. 

3) Hieronder volgt in ZZ „Finis" , in YY „Finis actorum Bynodalium anni 1616". 

Acta syn. provinc. VIL 19 



290 

Acta synodi provincialis , dietvelcke van onsen 
genedigen und wólgehoornen heren stadtholder unde 
de JE. E. heren Gedeputeerden der stadt Groningen 
und Omlanden is wtgeschreven ^ unde in de stadt 
Grofiifigen anno 1617 dsn 6^^^ May angevangen. 

Die E. E. heren als der E. E. Geert Hoornkens und der E. E. Erenst 
IsELMUYDEN, dcnwelcken van den collegio om den loflycken synode by 
tho wonen sint gedeputeert und geeommi teert, synen noch nieti) praesent. 

1. Die synodus is mit anroepinge godtlycken namens van den w. w. 
domino Cornelio Hillenio , prediger in Groningen , in absentia des w. w. 
domini Wolfgangi Aoricolae, praesidis anteactae synodi, begunnen und 
credentsbrieven omnium classium ingelevert und gelesen, dewelcke allen 
sint voor goet gekent. Doch is hierby van den synode geresol veert , dat 
niemant van den classibus ad synodum gedeputiert de credentsbrieven 
mogen onderteikenen, oock dat sy hen vorder in vulgari idiomate sollen 
geschreven und van 2 predigeren des classis onderteyckent worden. 

2. Daarna is juxta morem in synodo usitatum censura der tegenwoor- 
digen predigeren und olderlingen geholden , und is tegens niemandt etwes 
voortgebracht , waarom sessie densulvigen sulden mogen geweigert werden. 
Doch dewijle nochtans dominus Geraiu)us Steniüs, pastor in Baffelt, by 
velen in religiën verdacht geholden, und overst synodus noch niet ten 
vollen bericht und versekert is, oft voorgedachten Stenius sick sal mogen 
genoegsaem van de suspectie gepurgeert hebben, is de sake Stenu bet 
op den namiddagh gedilfereert. 

3. De broederen samptlyck hierna genoemt sint geadmiteert und den- 
sulvigen sessie gegunt, als 

ex classe Groningana: 
dominus Corxelius Hillenius, ecclesiae in Groningen pastor, 
dominus Maktinus Meyer, pastor in Westerbroeck , 
de erenfesten achtbaren und hoochgeleerden 2) Egbertus Halbes, j. u. 
licentiatus ; 

ex classe Dammonensi: 
dominus GEORGins Placil's, pastor in Appingdam, 
dominus Tueodokus Kli^xuamekus , pastor in Tiaraswecr, 
dominus Johaxnus Ulkenius, pastor in Siddbuiren; 

1) „niet" naar YY. Onze cod. en ZZ hebhen „in". 

2) YY he<»ft hier „lioochgeleerdc und achthare" , maar door het bovenplaatsen 
der cijfers 1 en 2 is deze volgorde der titulatuur hersteld. 



291 

ex classe Loppersiimana : 
dominus Iesrael Vinckelius, pastor in Loppersum, 
dominus Johanxes Stoveritjs, pastor in Benim, 

dominus Lambartüs Hinricides Groning. , ecclesiastes in i) Post et Wite- 
werum ; 

ex classe Middelstumana : 
dominus Wesselijs Rodiüs, pastor in Cantes, 
dominus Wilhelmus Joannis, pastor tot Huijsingen, 
dominus Joachimüs Bürgesius, pastor in Westerwitwort ; 

ex classe Eenrumana: 
dominus Bartholomeus Bilderbeeck, pastor in Wartfluiysen , 
dominus Gerardus Stexhts, pastor in BafFelt, 
dominus Petrus Crusius, pastor in Saxehuysen; 

ex classe Suithormiana : 
dominus Gerardus Johannis, prediger tot Noorthorn, 
dominus Joillnnes Scroneborgh, pastor in Adwert, 
dominus Everhardus Valc, pastor in Old und Nijehoven; 

ex classe Oldampt: 
dominus Wigboldus Homerus, pastor tot Midwolde, 
dominus Joannes Nicasius, pastor in Burtang, 
den ehrb. und achtb. Wyert Ailken, senior in Winschoten. 

4. Daarbenevens syn dorch meeste stemmen in praesidem hujus synodi 
dominus Cornelius Hillenius, v. d. m. in Groningen, dominus Georgius 
Placius, pastor in Apingdam, in assessorem, und in scribam dominus 
Lambertus Henricidus, pastor in Post und Witwerum, geeligeert. 

5. Entlyck is juxta decretum synodi per communia suffitigia dominus 
Georgius Placius om de predige morgen Woensdaeghs in templo Martini 
te doen van den synode genomineert. 

Sessio 2 hora 2 pomeridiana. 

1. Effusis ad Deum precibus heeft dominus praeses den eergemelten 
heren gedeputeerden des collegii voorgestelt, dat men domini Geerardi 
Steni sake, bet op den namiddagh gediffereert synd, wolde voor de 
hand nemen , wesshalven dominus Christophorus I^htemannus verwittiget 
om hier te willen komen und rapport te doen van tgene in Stexi sake 
solde mogen in visitatione classium verhandelt wesen. 

2. Daarna is dominus Uchtemanus als medeaeputatus des vergangenen 
synodi in synodum gekomen , ende heft gerelateert in visitatione classium 



1) „in" YY hoeft „pastor in". 

19^ 



292 

bevonden te syn, dat dominus Steniüs de formulaer, eoneernerende de 
ondertekeninge der Nederlandscher Confession und Catechismi Heidel- 
bergensis, wal ooc mede heft onderteikent doch mit sekere clausuia, 
scilicet secundum scripturam. Derwegen he van den synode is gevraget, 
waarom und om welcker oorsaken he den opgemelter formular mit soo- 
dane clausuia und niet simpliciter gelyck alle andre predigeren deser 
provintie onderteykent hadde, daarbenevens door welcker occasie he 
Stenius in sulcke suspicie geraden were. 

Op de eerste questie heeft hy Stenius sick oprichtich verklaret, dat 
he sodane ondertekeninge niet om captie oft dubbelsinnigheyt willen 
heft gedaen, sonder velemeer om sick daardeur bekent ende openbaar te 
maken gesondt und suyver te syn in den older reformeerde religie. 
Angaende de anderde vrage heft voorgeroerten Stentos daarop den synode 
tot een response gegeven, dat he wal enige collation ende discoursen 
mit domino Bernhardo SAorrTAiuo hebbe gehadt, doch alleen exercitii et 
temporis fallendi gratia, vermeijnt overst daarmit gene occasie gegeven 
te hebben. 

3. Wider heft dominus Steniüs sponte voor den synode een confession , 
ortodoxae et reformatae nostrae doctrinae conform, tot goet benoegen der 
gantscher synode gedaen. Daarbenevens is hem van den praeside gevraget, 
off he wal van hertten und met goeder conscientie voor Godt begeerde 
simpliciter den formulaar opgemelt te subscriberen. Waarop Steniüs 
sich rotunde verclaart, dat he om sulckes te doen paraet und geneiget 
sy ende was. 

4. Heft derwegen synodus verordent syne vorige onderteickeninge te 
purgeren und simpliciter de novo tonderschrijven den Stenio belast, dat- 
welcke oock terstondt in presentia des gantschen synodi van Stenio is 
geschiet, ünd van hem dat gedaen synde, is den Stenio oock met den 
samptlycken broederen des synodi sessie toegelaten worden, mits noch- 
tans dat he ernstlyck van den synodo is vermaent ende geadhorteert om 
henvorders sick vlitich van sodane reden, collatien oft discoursen, daar- 
her sulcke quade suspicien und rumoren beide in Stadt und Omlanden 
(ach leyder) sint ontstaen , tsy gescheet dan serio vel joco vel quocunque 
modo, sal onthelden, daarmit niemant geoffendeert , in twiffeling gebracht, 
und occasie tot sulcke suspicie mach gegeven werden, dwelck he ooc 
met raondtlycke confessie und handtiekening i) tobserveren voor den synodo 
heft angelovet. 



1) „handtiekening" naar ZZ. Onze cod. heeft „handtieking" , YY ^jhandttostinge 
und handttieckinge". 



293 

Sessio 3 hora 7 antemeridiana den 7®" Mav. 

1. Na anroepinge godtlyckes namens heft synodus geresol veert , dat 
die h. h. broderen, dewelcke (gene suflBsante exciisatien hebbende) niet 
in tempore sullen mogen present syn, 6 stnyvers bb. tot multam sullen 
geven. Die overst sich gantschlyck sonder verheeflycke oorsaken absen- 
teren, sullen na des synodi discretie gemulteert worden. 

2. Daarna heeft men de acta des lestgeholden synodi voor de handt 
genomen te ^e^^de^enl), nnd sulx in presentia der E. E. heren gede- 
puteerden des coUegii. 

[3] 2). Wydere is den synodo voorgestelt de nabeschreven predigeren 
in deser provintie ad v. d. m. nieus sint geadmiteert, als: 

in classe Dammonensi dominus Antonius Wilech, pastor in Scharmer, 
van domino doctore Ravtksspergero geexamineert. Sal averst syn testi- 
monium examinis den komstigen deputatis synodi exhiberen. 

In classe Loppersumana dominus Bernhardus Coxradi, pastor tot 
Leermess. Syne testimonium examinis is den synodo voorgelesen und 
van den geapprobeert. 

In classe Middelstumana Gabiuel Assweri, pastor op de Briede, und 
moet noch testimonium anteactae >itae den komstigen deputatis vertonen. 

In Suithormiana classe Nicolaus Petri Knyphusaiojs , van D. D. Raven- 
spergero geexamineert , dan moet testimonium sui examinis den deputatis 
synodi sien laten. 

In classe Oldampt sint 2 toegelaten, als Petrus Meinardi in Vinser- 
wolt und Homerus 3) Buteri , welcken beyde ere testimonia anteactae 
vitae et examinis den deputatis synodi moeten exhiberen. 

4. Naderaael synodus bevindt, dat enige personen sick in de actuele 
denst des predigens instellen, eer und bevoren se sint soleranelycken 
geintroduceert, werd daaromme samptlycken classibus injungeert vlytige 
achtingo te nemen op sodanige personen und mit densulvigen na kerck- 
ordenungh und acta synodi te procederen. 

5. Also de deputati classis Suidth. ad synodum hebben te kennen 
gegeven, dat dominus doctor Alstorfius und Joua^'nes Hoornburgii noch 
niet den classe sick liadden gesisteert , is derwegen classi Suidthormianae 
operlecht , dat die dese personen om sick an den classem te addresseren 4) 



1) „te revideren" naar YY. Onze cod. en ZZ hebben „reviderende". 

2) „131" aange\'uld uit YY. 

^) „Homerus" Y'Y heeft „Henricus". 

4j ., addresseren" naar YY en ZZ. Onze cod. heeft „addressen". 



294 

nomine synodi doet citeren und sie daarhen holden, dat sy den kerck- 
ordeninge als andren voldoen. 

6. Daarbenevens i) dewyl appert imd openbaar is , dat Hakmantjs Chris- 
TOPHoui den decreto synodi int geringhste niet en heeft geoptempereert 
und noch conturaaciter in den denst continueert, resolveert synodus, dat 
sulcke een scandelose2) persene niet sal noch behoort langer getoUereert 
te werden, sonder dat die over hem genomene in vorigen synodis resolutie 
int werck gestelt worde, daartoe de deputati synodi den autoriteit der 
E. E. heren Staten der stadt Groningen und Omlanden solen versoeken. 

Sessio 4 hora 2 pomeridiana den 7 May. 

1. Finita precatione is dorainus Adolpuus Besten, pastor te Wehe, op 
syn begerent audiëntie vergunt und van den synodo versocht, dat daar 
enige luyden wt syne caspel , die hem voor een schelm gescholden solden 
hebben und hem also in synen name und fame geinjurieert , om in 
synodo te compareren muchten geciteert werden. 

Synodus verklaart averst, dat de sake niet sy synodi 3) hujus sed 
politici fori. Doch is den classe Eenrumana belastet, dat die goede ach- 
tinge nemet , dat dominus Adolphus in syne beschuldinge tegens sodanige 
personen sick defendiert und purgeert. Ende soo den classe sal mogen 
bekent worden dominum Adolphum onschuldigh te sijn , soo sal de classis 
(gelyck geboret) hem bestes vermogen in syn rechthebbende sake 
mainteneren. 

2. Bovendesen is synodus getreden tot revisie der gravaminura ge- 
neralium. Angaende de onderschryvinge der formulaar confessionis ende 
colligeringe der argumenten pro et contra de controversiis et quaesti- 
onibus inter Refomiatos et Amiinianos, worden avermael die classes 
vermaent, die de synodale resolutie noch niet hebben achtervolget , dat 
sy sulckes te doen alsnoch wilden bevlitygen. 

3. Gravamen 4 sessie 2, concemerende den cleynen Aij)EGoyDE cate- 
chismi, sullen alsnoch tot stichtinge der jonger jeuget de predigeren 
effectueren, dat die in de scholen geleert worden. 

4. Gravamen 5 artickel 8 , van die abalienatie und misbruick der geest- 
lycken goederen , heft dominus üchtman daarvan relatie gedaen , dat D. D. 
deputati aclitervolgende hare last daarin haar beste hebben gedaen. Und 
wordt voorts den komstigen deputatis operlecht, dat sy tselve voordan 

1) „daarbi'nevous" naar ZZ. Onze cod. on YY hebben „daarbevens". 

2) „scaudelose" naar YY'. Onze cod. en ZZ hebben „schandale". 
^) „syncHli" ontbreekt in YY. 



. 295 

met vlyte vervordren und sien te bekomen enigh register derselver 
goederen. 

Ad revis. gravaminum special, sessi. 2 art. 10. 

5. Wat angaet den gravamen van de opentlycke introductie der predi- 
geren, datselvige wort van allen classibus geobsen^eert. Averst alsoo dominus 
UcHTMAN relateerde, dat dominus ANT0^^s Wiuch, prediger tot Scharmer 
under classi Danimonensi, und Jouannes Hornebürgh, under Suithormiana 
classe sorterende, noch niet sint geintroduceert , sal dat van den beiden 
classibus verricht worden, als tevoren besloten sessi. 2. 

6. Gravamen 4 van de toUerantie der bededagen wort alsnoch voor 
goet gevonden, dat tot bevordringe deser deputati synodi by den E. E. 
heren Gedeputerden wyders anholden, daarmit sodane resolutie der voriger 
synoden int werck gestelt mach worden. 

7. Gravamen 5 sessie 2, belangendel) de collectie der predigeren deser 
provintie tot assistentie harer nagelaten weduwen, daarin hebben deputati 
synodi volgens hare commissie haren besten vlyt in de visitatie der dassen 
angewendt. Dan nademale sick noch enige classes beswaail; vinden, wor- 
den de tegenwoordigen predigeren van den synodo geinjungeert om 
haren midtbroederen , soveel mogelyck is, dat te induceren, ende dat de 
deputat. synodi moeten in visitationibus classi um daarop achtinge geven. 

Ad revisionem gravamin. classis Dammonensis. 

8. Wat angaet den duvelbanner in den Dam, daarover vake in ver- 
scheyden synodis doliantie is geraaket, und he averst sulckes van hem 
tgescheen negeert , heft dominus Placitts geredet , dat enige fratres classis 
Dammonensis hem soodane duvelbannerye tsyner tydt wollen averwijsen. 

9. Sovele angaet gravam. 2 sessie 2, de vergaderinge der Wederdoperen , 
oftwel de deputati des voorleden synodi by den E. E. heren Gedepu- 
teerden trouwelyc hebben geremonstreert , soo wordt nochtans den kom- 
stigen deputatis van den sijnode belastet om tot befordring des lö®^ artic. 
2 gravaminis des vorgangenen synodi by den E. E. heren Gedeputeerden 
widers an tho holden. 

10. Gravamen 3 sessie 3 art. 16 van de exessive dootberen, enthilli- 
gung des sabbatsdages und meer ander abusen. Wordt den deputatis 
voordren last gegeven om resolutie op den provincialen landdagh, daar- 
mit sulcke abusen und excessen mogen werden afgeschaffet , te versoeken. 



1) „lH.'langcnde" naar YY. Ouze cod. heeft „belange". 



296 

Ad revisionem 1 gravamin. artic. classis Loppersamanae. 

11. Van den Mennisten te weren van het gebruick der kercken oft 
provincielanden , dat blyvet by vorige resolutie synodi. 

12. Gravamen 2 ejusdem sessi., dat idt fraterhuis provinciael mocht 
gemaket worden. 

Res. synodus , dat daarin niet meer , also daar ist geschiet , kan gedaen 
worden, als namentlyck dat mensa gratuita blyvet voor de stadt alleen: 
de ander twe staen den provintie open. 

Sessie 5 hora 7 den 8 Maij. 

1. Post fusas ad Deum preces heeft men voortgevaren ad revisionem 
gravaminum classis Middelstumanae. 

Wat angaet de gelycheyt der ceremoniën in de kerckendienst wort 
alsnoch geapprobeert. 

2. Belangende dat de schoolmeestren und kostren , de wt de klooster- 
goederen eer tractement genieten, jaarlijxsche gctiiychenisse van den 
classibus hebben moeten, eer se haar tractement mogen bekomen, laet 
synodus noch daarbij verblijven, und sal oock van den deputatis synodi 
tselve den nijen rentmeester Yerrutio verstendiget worden. 

3. Interim i) heft dominus üchtman van de bevordringe der ehe- 
ordningh relatie gedaen, mit vorschriven van dat die deputati synodi 
haren vlyt wel hebben gedaen met remonstreren an den lantdagh und 
Syner Genaden wal hebben angewendet, dan nicht konnen wtrichten. Sal 
noch gelyckwal dat van den deputatis synodi soovele meugelyck geur- 
geert werden. 

4. Hierna volgen die gravamina , die op den synodo Dammonensi anno 
1616 sint ingebracht. 

Wat angaet de bevnmde predigeren, in een classis tsamenstaende , 
sal gelyck voorheen besloten is, geobserveert 2) worden. 

5. Wat angaet tgravamen van lijeden geen Mennonisten synde, [die]^) 
den doop harer kindren versloffen, tselve blyvet by de resolutie des 
verledenen synodi. 

6. Dat gravamen 4 sessie 3 artic. 4 van copiam resolutionis der Ooster 
imd Westerwerff tho vordren , hebben sulckes wal deputati synodi volgens 



Ij „interim" naar YY en ZZ. Onze cod. heeft „intrum". 

2} „geobserveert" naar YY en ZZ. Onze cod. heeft „obseert". 

8) „[die]" aangevuld uit YY. 



297 

liare commissie verricht, dannoch niet konnen erlangen, weshalven die 
komstige deputati tselve noch in achtinge sullen nemen. 

7. Gravamen 5 sessie 4 artic. 5, concemerende die alienatie der 
geistlycken guderen, hebben sulckes D. D. depntati an den E. E. heren 
Staten geremonstreert , dan verwachten noch antwoort, welcken den 
kumstigen depiitatis staet te vordren , opdat daarin vermoge des 5«" artic. 
sessie 4 des sinodi vorieden Damraon. anno 1616 gedaen mach werden. 

8. Wat anlanght de jaariyxsche visitatie deputatonim synodi, wort 
dat noch by de voorgaende resolutie synodi gelaten. 

9. Underdesen is gementioneert , dat classis Groningana voorhen niet 
sind gevisiteert verieden jaar van den visitatoribus geworden. Syn nu dit 
jaar d'eerste in der visitatie geweest. End also classis Oldeampt niet en 
is gevisiteert, soo sal die eerste anvanck van denselven geschien. 

10. Ad gravamen classis Suidthormianae artic. 8 sessie 4, die broederen 
des classis dolerende, dat noch in Westfrieslandt ongedopede personen, 
de hier de copulatie werd ge weigert, aldaar treckende worden gecopuleert, 
sal daarom van den deputatis synodi in achtingh genomen worden, dat 
so men niet kan eflBcieren , dat de van Frieslandt sick in allen mannieren 
ons corforraeren, dat se doch ten minsten niemand, wt deser provincie 
komende, sonder getuychenisse van voorgaende dope und proclamatie en 
wolden copuleren. 

11. Dat gravamen 1 classis Oldampt art. 9 sessie 4 blyft noch open, 
und sal de classis in Oldampt noch nakomen , wat haar daarin te doen staet. 

12. Ad gravamen 3 sessie 4 art. van de vastelavendsloperen relateren 
depntati synodi hierin haar debvoir gedaen te hebben , alsoo daarop sekere 
mandaten van den E. E. heren Staten sint gepasseert. 

13. Soovele angaet dat gravamen 1 generael sessie 5 art. 2 over het 
afbedelen der stemmen by den hee. collatoren , daaronder dicwils symonie 
menget, als oock over het onordentlyck lopen ende indringent veler per- 
sonen, heft daarwt synodus oorsake genomen een decretura om daarin 
te remedieren te maken, alse namentlyck soo enige personen werden 
hierna bevonden enige plaetsen te ontyde oft dorch ongebeurlycke mid- 
delen tarabieren, sollen niet tot dat predickampt in die plaetze, onangesien 
sy sunst mochten gequalificeert syn, geadmiteert worden. 

14. De sake Berniiardi Sagitarii, pastor tot Endrum, is in classo 
afgehandelt, waarin synodus acquiscert. 



298 

15. De saecke Hermani DRECEn , pastor tot Middelstum , luit den artic. 
2 sessie 5 wordt wtgestelt tot de koumste van domini Lügae, pastoris in 
Zeerype, van den synode verwittiget zynde. 

16. Wat angaet die sake van dominus La3£berti Hsimia, des pastoris 
te Wiltewenim, dewelcke buyten kerckordningh voor een candidatoi) 
solde hebben 2) geintercedeert 3) , is daarop van den classe Loppersumana 
verstaen, dat de in dese sake, alsoo haar belast was, hebben gedaen, 
und geen anelage vernemende, dat sy domini Lamberti defencie voor 
goet hadden angenomen, gelyc oock dieselve voor desen synodo bekent 
gemaeckt synde, by dezelve met genoegen is angehoort ende angenomen , 
daarby oock wederom de resolutie des voorleden synodi, anno 1616 in 
Apingdam gecelebreert , bevestiget, als namentlyck indien enigen broeder 
wat op een ander weet te straffen, dat tselve niet voort den synodo, 
dan eerst den classi, daaronder persona deliquens sorteert, ordenlyck 
andenen sal. 

17. De resolutie des verleden synodi 2 gravamen general. sessie 6 
artic. 1 sal vlytich van allen geobserveert worden. 

18. Dat 3 gravamen ejusdem sessie artic. [2] 4) blyft in syne esse 
und weerden. 

19. De resolutie 4 gravamen ejusdem sess. artic. 3 wort alsnoch 
geapprobeert. 

20. Dat gravam. 5, angaende dat enigen wt dese provintie in Jesuit- 
sche scholen worden opgetogen , daarvan hebben de deputati synodi relatie 
gedaen, dat sy hebben verricht, gelyck haar van den sinodo was oper- 
lecht, averst noch geen andwoordt bekomen. Sal derhalven van den 
deputatis daarom noch angeholden worden. 

21. Gravam. G artic. 5 sessie 6 van den clandistinis et apertis papis- 
tarum conventiculis , soo beyd in stadt und lande geschien, laet sinodus 
dat by voorgaende resolutie verblyven. 

22. Gravam. 7. Int omlopen der groter loyen bedelaren is van den 
E. E. hee. Gedeputeerden gedaen, alse sick gebeurt. 

23. Wt oorsaken van den schentlycken misbruycken und lichtveerdig- 



1) „candidato" verbitterd naar YY en ZZ. Onze ood. heeft „candito". 

2) „ftolde hebben" ontbreekt in ZZ. 

3) „geintercedeert" verbeterd naar YY en ZZ. Onze cod. heeft „getercideert". 
•*j »l'^J" bijgevoegd naar p. 284. YY heeft . . . 



299 

heyt in den h. ehestandt, sint eniger i) perticuliere personen exempelen 
hierna gespecificeert , als binnen der stadt: Philippüs in de Sleutel, de- 
welcke ter ehe heft genomen sijner vrouwen suster. 

JoAXNES CiRs te Middhuysen suld mit syn stiefdochter boleren, und 
van den redger daarom wal gebroket, averst blyft alsnoch daarin con- 
tinuerende. 

Ebele, schipper te Wirdum, die by zijns stiefsoons wyf licht. 

Item PiETER Frericx soon tot Onderwirdum wil tho ehe nemen sijne 
salige ooms vrouwe. 

Item tot Huijsingen Peter Weerts2), tegen woordigh in den Dam int 
gasthuijs , vader van Weert 2) timmerman in den Dam , heft tot Huysingen 
getrouwet ene weduwe mit namen Jantjen , unde daarna door syns soons 
vrouwe de trouwe wederom brengen laten. Daarop gevolget, dat der 3) 
vrouwe de trouwe wederomme van sick geworpen. 

Tot Leens een schoonmaker, heft sick van syne wetelijcke vrouwe 
gescheijden. 

Te Visvliet ener, die gekomen is van Franiker N. N., die sqner 
vrouwen suster heeft getrouwet. 

Item Kemppo, enen linnenwever, heft sijne voriger vrouwen halfsuster 
ter ehe genomen. 

Item to Midwold int Westerquartier in de Linde, met namen Plagge- 
MEYER, heft sick mit sijner vorigen vrouwen suster verehelyckt. 

Daarna Pauel, een linnen wever, heft sijn ehe vrouwe voormaels tot 
Grijpskerck sitten laten, sittet nu sonder copulatie by een ander vrouwe 
tot Marum. 

Item een lazarus, genoempt Christoffer, die in den Dam bij een 
ander wijfT sittet, daar de vorige noch levet. 

24. Wat angaet dat de pachteren under de predicatie geen hoomgeldt 
sullen beuren, daarin is van den E. E. heren Gedeputeerden versenungh 
gedaen. 

Und belangende de unthillingh des sabbatdages und ander dergelycken 
misbrucken, is den classis geinjungeert, dat sy, daarmit sulckes mach 
worden ge weert , an den redgeren versoeken om door eernstlycke mandaten 
tselve te doen inhiberen. 

25. Intrim sint enige exempelen der dootslageren , die grote indul- 
gentie wort gegeven, voortgebracht, als tot Grijpskerck is ener Romke, 



1) „eniger" verbeterd naar YY en ZZ. Onze cod. heeft „enige". 
-') „Weert" YY heeft „Wicrdt". 
:•) „der" YY heeft „die". 



300 

wonende tegens de kerck over in tselve huys voor desen , daar die dood- 
slagh is geschien. 

Item Wn.LEM Ritskens, tot Dosiim op enen dagh ende in twee uijren 
twee doodgeslagen hebbende i), wort noch getoUereert. 

26. Dewyl is gementioneert, dat Thesing mitten Buir om reden moet 
werden gecombineert , heft der E. E. Ernst Isselmuuden verklaret tselve 
6 weken voor des s. pastors [doodt] 2) geschien te syn. 

27. Also voorhen Adolphus Besten is van den E. E. juncker Reint 
Alberda tot Spyck opentlyc van horerye beschuldiget , und synodiis daarop 
besloten hebbende in vergangen synode, dat classis hem daartoe solden 
holden om sick van desen groven anticht, soo lief als hem syn ere iss, 
cerstesdages te purgeren, de classis averst Eenrumana daarvan ad syno- 
dum raport doende, is bevonden, dat classis haar devoir daarin heft 
gedaen, und is de sake den wereltlycken gericht anhengigh gemaeket, 
gelyck hij Adolphus met een sententie , van den E. E. hovetmannen daar- 
over geprononceert , in pleine synode heeft gedemonstreert , und moet 
datselve soo tot syne defencie als om des ministeri ere willen vervolgen 
und uytvoeren. 

28. De deputati des verleden sinodi van allen pointcn vermoge 
liarer commissie an den synodum raport gedaen hebbendel), sint daarop 
wtgegaen , oft sy oock ergent in te vermanen weren. Is averst van genen 
etwes voortgebracht, sonder sint velemeer van allen und jegelyck wegen 
haar trouwigheyt und praesteerde delligentie hooghlijck bedancket worden. 

29. Nademale per occasionem is gementioneert, dat die E. E. heren 
Gedeputeerden tot de administratie der cloostergoederen Antonio K, 
gewesene schoolmeester tot Loppersum, een vulkomen vocationbrief om 
dat predighampt tot Colham te betreden sullen ter handt gestelt hebben 
und den classem, daaronder de plaetze sorteret, voorbygegaen , heeft 
synodus voor goet angesien end geachtet drie predigeren wt t midden 
des synodi an den E. E. heren Gedeputeerden af te veerdigen om van 
densulven te verstaen, wat doch van haar E. E. daarin mochte gedaen 
pyn. Und sooveerne blycken weert, dat tselve van hare E. E., also boven 
geraelt, is geschiet, siet synodus voor goet aen, dat die h. h. predigem 
erenstlyc versoeken, dat daarin hiernamaels voorsichtiger mocht gehandelt 
werden und den dassen niet alsoo voorbygegaen werden. Hiertho om 
tgene te expediëren sint die w. w. h. h. pastores, als Wigboldtjs Homeri, 
Georgiüs Placiüs und JoAcriuiius Bürgesius genomineert. Und diewyle 



1) „hebbende" naar YY en ZZ. Onze cod. heeft „hebben". 

2) „[doodt[" aangevuld uit YY. 



301 

verschreven heren geen byeenkomste geholden hebben, sal sulckes van 
den deputatis synodi nevens Georgium Plaoum ter gelegener tydt ge- 
effectueert werden. 

Sessie 6 die 8 May hora 2. 

1. Na anroepinge godlycken namens is Adolphus Empeniüs, pastor tho 
Oldenzyl, in synodo erschenen iind heft den loflycken synodo mit 
doleantie voorgedragen, hoedat he van synen classe ad mensem was ge- 
suspendeert, waarin hy meend, dat hem van den classe ware ongelijck 
geschien, wesshalven he van des classis sententie ad futuram synodum 
te appellerende veroorsaket is geworden, welcker appel he klagede van 
den classe niet geacht te syn. Begeert daarop des synodi verclaringe, 
oft tselve wel oft qualyc van den classe gedaen sy. 

Synodus averst vlytich end wel opt voorstel domini Adolphi gelettet 
und des classis andwoordt und bybrengent daarop gehoort hebbende, 
declareret dat classis meer dan genoeghsame reden om soodane sententie 
over hem to vellende hebbe gehadt, ja is classis wegen haren iver und 
ernst daarin to lovende. Wat angaet syn appel, is ongefondeert und 
qualyc gedaen te syn van den sinodo erkant, weshalven he noch meerder 
is te reprehenderende , dat he den van dem classe geablegeerten prediger 
om den denst aldaar te doen tot excutie latae a classe sententiae gein- 
hi beert und tegengestaen heft. Daarom synodus decreteert, dat de sententia 
classis op ankomstigen Sondach, wesende den elfden May anno 1617, 
syn anvanck sal nemen. Na expiratie overst der 4 weken sal Adolphtjs 
tot synen dienst wederom , soovere hy sick niet mucht in der tydt sijner 
suspensie verlopen, geadmiteert werden, und dat mit naebeschreven 
conditien, als eerstlyck dat he sick mit den classe sal reconcilieren und 
van den classe afbiddinge doen, diewyl hy den classe als wt quader 
affecten mit hem te handlen beschuldiget, daarna dat ener wt den classe 
op den vierden ende lesten Sondagh hengesonden word, diewelcke sal 
die gemeente voorholden een formulaar, also hier volget. 

Andachtige goetgunstige vrunden ende thohoorders. Alsoo enige oorsake 
is voorgevallen , waardoor eerst die classis van Middelstum und daarna de 
synodus der stadt Gronningen und Omblanden , die sake tot haar gebracht 
sinde, is bewillight und noodsaket worden jouwen pastorem Adolphum 
Empemüm, tot synen besten und ten dienste ende stichtinge der gemeente 
Gods, voor den tydt van vier weken van den dienst der kercken tontslaen 
und daarvan op to schorten und te laten rusten, ten ende deselvige nae 
het endigen der gementioneerden tydt , te weten 4 weken , hem stichtelyck 
dragende wederom tot het predickampt to bewaren sold thoegelaten wor- 
den, soo ist dat j.1. by desen wt voorgemelten namen angedient und 



302 

bekent gemaect word, dat jouwen pastor mit die voornoemde [synode]!) 
und by name mit de classe versoent, ende des synodi resolutie voldan 
liebbende, van nu voort wort toegelaten synen kerckendienst wederom te 
betreden und waar tho nemen. Willen derhalven een jegelyck vermaent 
hebben desen jouwen pastor daarvoor te eerkennen, an te sien und na 
eysch des kerckendienstes in eren tho holden, und soo jemant sick an 
enige sijner daden oft woorden geergert mucht hebben, dat he hem 
sulckes ten besten wil duijden, omme Jesu Christi willen vergeven und 
alle gunst und ere wil bewysen umme in hem alsoo temmeer enen iver 
tot syn ampt und in u enen lust tot den h. dienst te verwecken, und 
alsoo over u beyden des Heren genadigen segen tho verwachten und te 
verkrygen, waarom wy tot nakorainge dessul ven een jegelyck orame .lesu 
Christi unses saligmakers willen vermanen und vrundtlyck ansoecken. 

Aldus gedaen in onse sinodale vergaderinge binnen Gronningen, den 
Qden May anno 1617. 

Oock is he Adolpho wel eernstlyck und scherpelijck van den synodo 
vermaent, dat he sick henvorder christlyck und stichtlijck drage, opdat 
de classis und sinodus niet mogen veroorsaect worden om hem gansslyck 
van synen dienst te deporteren unde af te setten. ünd wordt mitdesen 
den classe belastet goede achtinge op syn persoon end levendt te willen 
nemen. 

2. Daarbenevens tot naarder verclaringe des appels heft synodus hier 
geadjungeert end bijgedaen, dat namentlijc soo jemant van des classis 
resolutie ad synodum mucht appelleren, dat onder des classis resolutie 
sijn voortgangh sal nemen und deselve geexcuteert worden. Ingevalle 
averst synodus noch lange staet te verwachten , sollen alsdan de deputati 
synodi in loco et nomine ejusdem geautoriseert sijn om in sulcken sake 
na behoren te doen. 

3. Voort heeft sinodus voor goet aengesien, dat de deputati synodi 
van den curatoribus oft proffessoribus hujus academiae versoeken copiam 
van de resolutie, in welcken is gestatueert, dat de deputati synodi de 
examina, soo van professoribus teologiae mucht geschien, mede solen 
by wonen. 

4. Item dat wanneer enig artyckel int examineren van domino doctore 
Ravenspergio is geendiget, den anwesenden deputatis vrystaen sal dat 
horen na eren discretie daarby te doen. 

5. Alsoo doorgaens wort vernomen, dat enige verscheijden boecken, 



1) „[synode]" aangevuld uit YY, ontbreekt ook in ZZ. 



303 

tracterende de rebus theologicis a d. d. professoribus wtgegeven, worden 
gednict, eer se sint gevisiteert, acht synodus hooghnodigh, dat de deputati 
synodi van de E. E. heren Staten versoecken, dat haar E. E. wolden 
geleven voorsieningh te doen, dat de E. E. euratores hujus academiae 
und deputati synodi eenmael muchten by malcandren komen om daarover 
goede ordning te maken. 

G. Nademael bekant is , dat de deputati synodi niet mede die testimonia 
examinis candidatorum , die van D. D. Ravks'spergero sint examineert, 
hebben onderteyckent, verstaet synodus, dat de testimonia oock van den 
anwesenden deputatis behoren onderteyckent te worden. 

Oravamina classis Loppersum. 

7. Gravamen 1, dat Enum met een egen prediger mucht versien 
worden, diewijl die classis vermient, datter wel soovele middelen sint, 
daarvan een eygen prediger kan leven. 

Res. synodus, dat de deputati sinodi van den h. h. Gedeputeerden 
versoecken, dat hare E. E. tselven soovele mogelyck wolde beleven te 
effectueren. 

8. Gravamen 2. Dewyle een decretum synodi is gemaket, dat gene 
candidati, legitimam vocationem nondum habentes, sollen worden geexa- 
mineert, und averst a professoribus contrarie geschiet, soo gevet de classis 
Loppersum den lofflycken synodo te bedencken, oft tselve den classib. 
als den professoribus hujus academiae te mogen doen niet werd vrygestaen. 

Resolveert synodus na lange ende rype delyberatie , dat niet [een] i) 
der candidatorum wegen veler daarwt rysende inconvenienten , streckend 
tot onstichtinge van Gods kerck ende quaed bedencken tusschen den 
ministerium und vele collatoren, sick sollen onderstaen enige vocatie 
taccepteren, eer und bevoren sy mit enige preparatoriale ondersoeckinge 
haarder bequaemheyt, doctrinae et vitae oft van den professoribus theolo- 
giae oft den classibus is geschiet. Wan se averst na sodane ondersoeking 
een legitimam vocationem muchten bekomen, soo solen sy alsdan eerst 
plenarie worden geexamineert. Daarbenevens sal oock van deputatis synodi 
op den landsdagh vrundtlyck versocht werden, dat de heren collatores 
wolden beleven tho stichtinge van Godes kercke niemand hare stemmen 
te geven oft volkomen beroepingh te confereren, eer sy van den profes- 
soribus oft classibus hebben grontlyck erkent und vernomen , oft sodanige 
candidati tot sulcken hogen und h. ampt duchtigh und bequaem sint. 
Oock [sullen] 2) de deputati met den professoribus van dese resolutie 



1) „[een]" aangevuld uit YY. 

2) „[sullen]" mmgevuld uit Y^Y. 



304 

communicative coafereren, opdat gelijcheyt in desen beijdersijts mach 
geobseneert werden i) unde geholden werden, twelc oock strecket tot 
naerder verklaringe der voriger sententien in synodis, over dese sake 
genomen. 

9. Daarby noch synodus decreteert, dat gene predigeren enige candi- 
datos den coUatoribus sollen recommanderen sonder tevoren seker und 
vast wetenschop harer duchticheyt te hebben. Und soo jemant contrarye 
doende 2) bevonden wert , sal men mit densulvigen na behoor syner 
verwerckinge procederen. 

Oravamen classis Middelstumanae. 

10. Idt wert den synodo te bedencken gegeven , oft idt niet nut sij , 
dat de preceptores soowel in de latynsche als duitsche scholen und also 
oock professores in academia, gehorend under den synode der stadt 
Groningen und Omlanden, ad retinendum consensum et pacem in ecclesia, 
schola et republica hu jus provinciae gelyck den predigeren underteikenen 
formulam unionis, soo deselve alhier gebrucklyck [isJ^J), in betrachting 
dat se even soowal als die predigeren erroribus obnoxii syn en meer mit 
controversiis omgaen, ooc juventuti novitatis avidae praefecti syn, inson- 
derheyt dewyl causa erroris et dissidii liodie in Belgio gliscentis van 
den academiis eerst herroert. 

Res. synodus, dat tselve behoort te geschien, gelyc het ooc in lestge- 
holden synodo nationali Hagen si artic. 47 , woo oock te voren Dordracena 
secunda artic. 50, is geresolveert. 

11. Noch is gra vamen, dat het unfletigh dansen muchte afgeschaft 
worden. 

Res. synodus , dat deputati synodi daarom solen anholden by den E. E. 
Gedeputeerden , opdat sulcke idelheyt in dese landen mach geweert worden. 

12. Nadem classis Oldampt doleert, dat den Wederdoperen noch hare 
vryheyt van haar opentlycke vergadering wort toegelaten, res. synodus, 
dat den deputatis belast sal syn om te versoecken, dat hetselve door 
liet edict van der hoger overicheyt magh verboden worden. 

13. Wijders is geproponeert , dat enigen idioten tot dat predicampt 
toegelaten worden. 

Res. synodus, dat daarin sal gehandelt worden nae voorgenomene in 
synodis resolutie over dese saeke, conform artic. 21 synodi 1 Dordrachenae 
nationalis. 



1) „werden" ontbreekt in YY. 

2) „doende'' YY heeft „doen und". 
^J »[^J" aangevuld uit YY. 



305 

14. Entiyck wort den deputatis synodi mit desen belast, dat sy willen 
goede achtinge hebben op den derden artic. sessie 7, vermeldende van 
de heimlycke copulatie der Wederdoperen , sonder dat daar is te voren 
enige proclamatie oft afkundinge geschien^), imde dat sy in desen luijdt 
und vermeuge der voorgedachten artic. handlen. 

Sessie 7 den 9«" May hora 7. 

Finita precatione heft dominus Antoniüs Strombergius , pastor in Rottum , 
an den synodum libellum supplicem overgegeven, waarmit he [an den] 2) 
synodum claghlyc remonstreert , dat hy van synen classe Middelstum 
[sy]2) gesuspendeert, welcke classis senten tiae he wal obediert, dergestalt 
nochtans dat he sick beclaget beswaart te vinden in materia et forma 
suspensionis , daarvan een scnipnlum in syne conscientie dragende. Pro- 
testeert daarwegen contra classem van enige ongerechticheyt desen an- 
gaende unde versoecket, dat hem van den synodo word geconcedeert 
suam causam^) contra classem voor den deputatis synodi schriftlyck te 
mogen handelen. 

Synodus averst, des pastoris Strombergii supplicatie wel ingenomen heb- 
bende , decemeert und statueert , dat de sententie des classis syn voortgang 
sal nemen, und dat he syne sake doch op syne eegen kosten (si cadat) 
an den deputatis synodi niet schriftlyck dan mondtlyck sal mogen laten 
gelangen, dewelcke geschien sal in presentia und mede overstandt der 
twee afgaende deputatorum synodi, als domini Christophori üchtmanni 
und domini Georgh Placu. ünd soo he komt in syner vermeendt recht- 
hebbende saecke te succumberen, alsdan staet hem ooc een swaarder 
censura und straffe te verwachten. 

Bovendat wat die saecke Hermani Dreckh, pastor in Middelstum, 
daarvan in sessie 5 artic. 2 mentie geschiet , wort die a synodo ad classem 
tanquam primum judicem geremiteert, opdat de saeke daar eerstlyck ten 
overstaen van des synodi deputatis, als sy classem Middelst. weerden 
visiteren, moge volgens de acta synodi geagreert und 4) zoo roeugelyck 
afgedaen werden. 

3. Wyders is censura morum (gelyck in anvangh) over de anwesenden 
broedren geholden, und godtlof niemandt strafbaar bevonden. 

4. Nadesen sint in deputatis sinodi geelegeert dominus Corneltüs 



1) „getK'lüon" YY heeft „gedaen". 

2) aangevuld uit Y'Y". 

3) „dat hem — causam" ontbreekt in YY. 

4) „und" ontbreekt in YY. * 

Acta 8yn. provinc. VIL 20 



306 

HiLLf:Niü8 1) , pastor in Groningen, dominus Wioboldus Homerus, pastor 
Midwold, dominus Wolfoangus Agsicola, pastor in Bedum, dominus 
JoANNES ScHONBOBOoH, pastor in Adwert. 

Unde is alsoo de sinodus met dancksegginge besloten , und de acta van 
den anwesenden broederen (also volget) ondertekent: 

CoRNEUus HiLLENiusi), dienaar Jesu Christi in Groningen, synodi praeses. 

Georoius Placiüs, ecclesiae 2) Christi 3) in Apingdam, sinodi assessor. 

Lambertus Henricides, V. d. m. in Post et Wittewerum, sinodi scriba. 

Egbertus Halbes licentiatus, senior. 

Martinus Meyercs, pastor ecclesiae 4) Westerbroeck, in fidem praeceden- 
tium haec scripsi et subscripsi. 

Teodorüs Klixchamerus, pastor in Tiamsweer. 

JoANNES ÜLKENros, pastor in Sidbuiren, manu propria. 

Israël Vinckelius, pastor in Loppersum. 

JoANNES Stoverius, pastor in Berum. 

JoAcimnjs BuROESiusö), ecclesiastes in W. Wytwert. 

Wilhelmus Johannes, pastor in Huysingen. 

Wesselus Rhode, pastor in Cantes. 

Bartholomeus Bilberbeeck, pastor in Warfhuysen. 

Petrus Crusius, v. d. m. in Saxenhuysen. 

Gerardus Stenius, in BafFelt pastor. 

Everardus Valckius, V. d. m. in 01de und Nyehovcn. 

Gerhardus Joannes, pastor in Noorthorm. 

JoANNES ScHONEBERGH, ecclcsiastis ïii Groot Adwert. 

"Wioboldus Homerus, pastor Middwoldanus Oldampt. 

Wyert Ailkens, olderlinck tho Winschoten. 

Dominus Nicasiüs, wegen syner kranckheyt af wesen, heft niet onderteikent 

Dese acten sinodi by unss den deputatis deselven in alles over- 
gesehen ende gecollationeert sijnde , hebben die in alles mith 
de originele resolutie deses sinodi gelyckluydende bevonden. 
Actam den 18«" Juny anno 1617. 
CoRNEUus HiLLENius, dienaar Jesu Christi tot Groningen. 
WoLFG^YNGUS Agricx)la , pastor in Bedura. 
WiGBOLDUs Homerus, pastor in Midwold int Oldampt. 
JoAXNES ScnoNEBORGH, ecclcs. iu Groot Adwert fi). 



1) „Ilillenius" naar YY en ZZ. Onze cod. heeft „Heleniua". 

2) „ec<!lesiae'' YY heeft „minister ecclesiae". 

3) „Cliristi" ontbreekt in ZZ. 

4) „ecclesiae" YY heeft „in". 

ö) „Burgesius" naar YY en ZZ. Onze cod. heeft „Burgesis". 

^) Hieronder volgt in YY: „Actorum »$ynoclalitfm airni 1G17 fmis". 



307 

[Commissie voor de visitatoren der classes in het Wester- 
kwartier, inzonderheid classis Zuidhom. J 

Alsoe men voermaels vuyt het rapport van den heeren predigeren, 
gelast totte visitatie der dassen, claerlick vernoemen heefft, dat dselve 
visitatieii goede vruchten geschaffet hebben , ende daeromme alsnu noodich 
bevonden wordt, dat tot dienste van de kercke Christi ende entdeckinge 
van veele disoirdren wederomme eenige persoenen tot dien fine gecom- 
mitteert werden, soe ist dat dheeren Gedeputeerden der stadt Groningen 
ende Ommelanden alsnoch by desen authoriseren ende lasten den weer- 
digen ende welgeleerden heeren Corneuum Hillenium, Wolfoangum Agri- 

C0LAm\ WlGBOLDüM HoMERI CUde JoANNEM ScHONENBERGIUM 1) , OmmC Sick 

aen allen dassen int Westerquartier ende insonderheyt Suydthorruraanam 
te transporteren ende op de gelegen theyt van alle ongeregeltheyden ende 
abusen, die daerinne tegens die kerckenordeninge ende suyvere lere des 
godtlicken woordes gepleget worden, tinformeren ende daervan goede 
notule tholden, oock dienvolgens den heeren Gedeputeerden voorss. dselve 
te remonstreren ende an te dienen, opdat daerinne soevoele meugelick 
geremedieert ende alle quade gebruycken ende inreten teenemael affge- 
schaffet moegen worden. 
Datum Groningen den 17®" Augusti anno 1617. 

C. H0ERNKENS2). 

Ter ordonnantie der heeren voorss. 
W. Meunardi2), 1617. 



[Verscheyden remonstrantien aen de E. E. heeren, met de 
apostillen of resolutien der heeren over deselvej^). 

Edelen, eerentf esten , seer wijsen, voorsienigen heeren, den E. E. 
heeren Gedeputeerden der stadt Gronningen ende Ommelanden. 
Edele eerentfeste etc. heeren. 

Wij, ondergeschreven deputati synodi, connen volgende onsen last niet 
nalaten tot wechneminge eeniger grooter ongeregeltheiden, tot vorderinge 
der stichtinge van Godes kercke, ende dat alles tot grootmakinge van 



1) „Wipboldiim — Sclionenborgiuni" zijn met dezelfde hand op den r«ind bijj?e- 
schroven , en tusöohen „Hillenium , Wolfganginn" is „en<le" d(K)rgehaald. 

2) Deze undertet^kening is eigenhandig. 

3) Dit opschrift is niet een andere hand buiten op het stuk geplaatst. Daaronder 
,,Nuin. XII". 

20* 



308 

Godes ere sodanige volgende stiicken te vertoonen , als in laestgehoiiden 
synodo voorgestelt ende besloten sija, uwe E. E. wth haren name voor 
te dragen. 

Ten 1®»* dat Hermaxnus CniusTOPiioRi , die tot noch toe tegen den danek 
des synodi tot Juckwert den kerokendienst hefft betreden, ende die van 
den voorgaenden synodis van wegen sinen schantlicken ende seer erger- 
licken val ende sonden verclaert is niet bequam noch stichtelick te sijn 
den kerokendienst teeniger plaetsen te connen noch mogen bedienen , ende 
nochtans tegen de aensegginge ende verbott des synodi den kerokendienst 
oeffenende hem ongehoorsam, ja wederspannich vertoont ende gedragen 
hefft, eenmael tot wechneminge des groeten naesprekens, ergemisse der 
kercken ende de onteeringe des heiligen naeras Godes vandaer met den 
eersten doer uwe E. E. autoriteit geweert mochte worden, volgende de 
resolutie ende tversoeck des lestgehouden synodi sess. 3 art. 6. 

Die heeren Gedeputeerden sullen laeten opsoecken, wat 
desenangaende by oirdre van desen coUegie gedaen mach 
wesen i). 

Ten 2®" dat doch met vlijt achtinge genomen ende verhinderinge ge- 
daen werde, dat de sabbathdagen doer het tappen voer, in ende nae 
de predicatien, oock doer het bijeencomen der partidigen menschen 
op de gemeene wegen ende plaetzen om die te beschimpen, die ter 
predicatien gaen om Godes woort te hooren, ende doer meer andere 
middelen niet soseer ontheiliget werden, oock dat tot de seeckere an- 
dieninge ende bekentmaeckinge der bededagen an een jeder carspel een 
gedruckt mandaet van sodanigen inhoudt, als de voorgaende sijn gewest, 
mocht gesonden, daeraen publice geproclameert ende eintlicken aen de 
gewoonlicke plaetzen geaffigeert worden, ten eijnde deselve saecke, hooch 
noodich ende gemein sijude, meer autoriteit bij een ij der gewinnen, ende 
oock die bekennen ende weten mogen, de selden oft nimmermeer ter 
kercken koomen, sess. 2 artic. 12 anni 1616, et hujus anni sess. 4 
artic. 6. 

Tot verhinderinge ende affschaffinge van desen sall an 
den respective redgeren ende richteren wel emstlicken ge- 
schreven, ende voorts op de gedruckte mandaten der bedo- 
daegen, proclamatie ende affi x ie dersel ver behoorlicke oirdre 
gestelt werden. 



1) Dit apostU der Gedeputeerden en de volgende, door inspringende regels aan- 
geduid, zijn met een andere hand op den rand bijgeschreven. 



309 

Ten 3«n soo de dagelijckscho ende gewoonlicke bijcoemsten der Weder- 
dooperen niet in alles, hoewel seer nodich, connen werden verhindert, 
dat dannoch uwe E. E. goede voorsorge believen te dragen, dat de 
extraordinarie ende als synodale vergaderingen, gelijck in voorgaende 
tijden tot Holwierda ende oock op de Leegemeeden sijn gehouden gewest, 
mogen werden voorgecomen ende verhindert, volgende tversoeck des syuodi 
anno 1616 sess. 2 artic. 15 ende deses jaeres sess. 4 artic. 9, gelijck 
mede wort versocht, dat met vlijt achtinge mocht werden genomen ende 
door ein strickt verbodt orden gestelt, dat de Papisten niet so vrjj, niet 
alleen heimelick maer oock opentlick, gelijck insonderheit in het landt 
also mede in der stadt, en vergaderen, ja dat diegene sodanig edict 
strictelick ende getrouwelick executeren, de daerthoe gestellet sijn in de 
acten des synodi anno 1616 sess. 6 artic. 5 ende deses jaers sess. 5 arüc. 21. 

Sall op den landtsdach geproponeert ende daerop resolutie 
versocht moeten worden. 

Ten 4:^^ also vernomen wort, dat eenige studenten op Jezuitische aca- 
demiën sijn bestelt ende noch meer gesonden mochten worden, wordt 
van dem synodo versocht, also sulcks strecket tot nadeel so der kercken 
Gods alsmede der gemeijne saecke, dat den £. E. heeren soude believen 
daerop te letten, dat de wthgesondene doer een publiek mandaet inge- 
roepen ende voortaen het wthsenden mochte werden verhindert , in synodo 
praecedenti sess. 6 artic. 4 et hujus anni sess. 5 artic. 20. 

Hyrin is all voerdesen by publicque placcaten ende an- 
pleckingen versien. 

Ten 5®n angesien onder wilen eenige personen , niet wel duchtich sqnde, 
door de bestemminge eeniger collatoren tot den dienst der kercken worden 
gevordert, waerdoer daernae eenige moeijten ende ontstichtingen oomen 
te ontstaen, dat uwe E. E. soude believen de voorsieninge te doen, dat 
de E. E. heeren collatoren, also de stichtinge der kercken daeran son- 
derlinge gelegen is, doch niemant souden willen haere stemmen geven 
ende veelniin volcomen beroepinge confereren , eer se nae gelegenheit der 
personen off van den professoribus off van den classibus grontlick hebben 
erkent ende vernomen, off sodanige candidati tot alsulck een hooch ende 
heijlich ampt bequaem ende stichtich mogen sijn, sess. 6 artic. 8. 

Die heeren Gedeputeerden sullen, voer soeveele in haer 
is, die goede handt daeraen holden, dat dit artickel, in 
voegen alhier versocht, mach worden geeffectueert , ende 
geene persoenen van den collatoren totten dienst des pre- 
dichampts gepromoveert , die niet van den professoribus 
academiae offte classibus eerst behoorlick sullen wesen ge- 



310 

examineert, ende van heiir beqnaemheyt tot alsulcken hoegen 
ampt goede blycke conden verthoenen. 

Ten 6®" dewile om gewichtige redenen groot bedencken ende swario- 
heit int uitgeven ende dnicken van verscheiden schriften ende boecken 
temet voorvalt ende noch meer gevreest wordt, uit oorsaecke dat geen 
seecker orden is gestelt , waemae een ijgelick hem hijrin sal dragen , ver- 
soeckt de synodus, dat uwe E. E. believe te bevorderen, dat de E. E. 
heeren curatores academiae ende de deputati synodi tesamen eenmael 
mochten comen om van dat stuck der dnickerqe te spreecken ende eenige 
orden te beramen, waemae een ijder sick in toecomenden tijdt soude 
hebben te reguleren, sess. 6 artic. 5. 

Hyrop is by den heeren borgemeysteren ende raedt deser 
stadt goede oirdre gemaeckt. 

Ten 7«" oock dat uwe E. E. orden believe te stellen, waerdoer een- 
mael middel ende orden werde beraemt , dat doch het lichtverdich dantzen 
verhindert wordende temet een ende moege nemen. 

Sall op den landtsdach moeten voergestelt worden. 

Ten 8®"" also oock dagelicks wordt vernomen, dat de Mennoniten ge- 
meinlick haer heimelick laten copuleren sonder eenige voorgaende pro- 
clamatien offte kundigingen, waeruit dan geen klein disorder ende onheql 
kan ontstaen, ja oock temet ontstaet, dat uwe E. E. soude believen te 
beneerstigen, dat door een sterck mandaet verboden werde, dat niemant 
in dese provincie soude mogen woonen, die niet opentlick nae kercken- 
ordeninge in der kercken sij geproclameert ende gecopuleert, in synodo 
anno 1616 sess. 7 artic. 3 et hujus anni sess. 6 artic. 14. 

Golyck mede het inholden van desen. 

Ten 9®" hoewel de plaetze Enum van wegen de bequame opkompsten 
nootlick dient vereien te worden met een eijgen predicker, nochtans dewile 
het daerthoe voerdesen niet hefft conen gebracht worden , ende de classis 
van Loppersura, op de gelegentheit ende stichtinge der gemeinte aldaer 
lettende, opt begeeren des jonckers terselver plaetze voor raetsam hefft 
ingesien den pastori van Zeerijp bij provisie te vergunnen den dienst 
aldaer te betreden , mits hie van uwe E. E. daertoe consent soude mogen 
vertoonen, so wordt dan uit voorstel desselven classis an uwe E. E. 
versocht, dat uwe E. E. believe den voorn, predicker van Zeerijp toe te 
laten aldaer mede te mogen prediken, opdat den dienst tot Enum nu 
insonderheit om ongelegentheit des ankomenden winters niet naeblive, 
oock den collatoren eenen seeckeren tijdt nae het eindigen des winters 
te ordineren, ten einde se arbeiden ende haer beste doen mogen om 
binnen sjaers eenen eigenen predicker na orden te bekomen. 



311 

Die heere Ubbena verclaert wel te moegen lyden, dat 
die van Enum van eenen eygen prediger bedient ende in 
Godes hillige woordt onderwesen werden, indien sy een 
bequaeme persoen conden becoemen, die sick met d'up- 
kumpsten van de dartich grasen landes wilde laeten oon- 
tenteren. 

Ten 10®" is in visitatione classium versocht geworden: 

1. bij den classe van Appingadara, dewile Marsiim met üthwierda 
gecombineert sijnde seer qnalick wordt bedient, sodat in een jaer boven 
twee offte driemael niet wordt gepredickt, dat dan uwe E. E. soude 
willen believen te wege te brengen, dat Marsum voornoemt met Solwert 
mocht worden gecombineert ende de coUatoren van beide kercken bewogen 
orame samen tlick voor deselve plaetzen eenen bequamen predicker te be- 
roepen, ende daerbij doer uwe E. E. autoriteit te verhinderen ofF voor te 
comen , dat die van Solwert niet heimelick (so men verstaet) met de van 
Opwierda om een seecker stucke gelts söude accorderen om onder sick 
ein combinatie an te stellen. 

Die heeren gedeputeerden, sullende op den synodo in 
den Dam wegen des collegii naeme gesonden worden , sullen 
onderstaen, offte haere E. den collatoren van Marsum ende 
Solwert niet tot combinatie sullen coenen bewegen ende 
die saecke sulcx beleyden, dat bij heur tsamentlick een 
eygen prediger bij werde beroepen. 

2. bij de classe van Loppersum, dat uwe E. E. believen wil in tijdts 
bij mandaten het vastelavontloopen voor te comen ende te verhinderen. 

2. In desen is by mandaten , in de respectieve quartieren 
der Ommelanden vuy tgesonden , reede versien. 

3. bij de classe van Suithorrum, dat tot Sibaldeburen , alwaer jaerlicks, 
als den eedt van den redgers wort affgenomen, op Hemmelvaertsdach 
een kermisse wordt gehouden tot grooter ontstichtinge , oneerlicke ende 
schandelicke daden , ende tot verhindoringe des goddelicken dienstes bijnae 
int gantze quartier , deselve kermisse affgeschaffet ende in tijdes voor den 
Hemmelvaersdach mochte worden verboden. 

3. Desenangaende sall an de beyde grietsluyden , soe 
van oost als westerdeel van Langewoldt, wel emstlicken 
worden geschreven. 

Daerbeuevens dat uwe E. E. believen den collatoren tot Saexum daertoe 
te brengen, dat hare E. aldaer, daer men verstaet bequame middelen te 
sijn, eenen duchtigen schoolmeester metten eersten mochten stellen. 

Die collatoren van Saexum sullen versocht worden omtrent 



312 

institutie van de jonge jeiiget een bequaem sclioelmeister 
met den eersten te willen stellen. 

Aldus gestelt desen 30®** Septembris anno 1617 , uwer E. E. onderdanige 
ende dienstwillige dienaren in den Heere, de deputati synodi. 

CORNELITJS HiLLENlUS. 
WOLFGANOUS AgRIOOLA. 
JOHAIÏWES SCHONENBORCH 1). 

Aldus gedaen ende geresolviert in coUegie ter presentie 
van den heeren deputatis synodi op den lesten Aprilis anno 
1618. 

E. TiARDA det.i.) 

Ter ordonnantie der heeren voorss., abs. secret. 

FrEDEIUCK LuiTHIENSl). 



[Rapport der deputaten namens de synode aan de hoofd- 
mannenkamer over eenige disorders en ergerlijkheden.J 

Ann die edele, eerentfeste, hoochwijse, versienige ende seer 
discreete heeren, die h. h. hoevetmannen van die provintiale ge- 
richtscamer der stadt Gronningen ende Ommelanden. 

Edele, eerentfeste, hoochwijse, verseenige, seer discrete heeren. 

Also op laestgeholdenen provintialen synodo alhijr binnen Gronningen, 
onder andere dissorderen ende groote schandalen streckende tot veront- 
hilliginge des groeten namens Godes ende ergernisse sijner christlicken 
kercken, mede voergevallen sint seer groote indulgentien , so tegens den 
dodtslageren in den Ommelanden gepleget worden, item eenige miss- 
bruicken, so in den h. ehestandt tegens Godes h. woordt ende alle 
politische erbarheit sint ingereten, so hefft de christlicke synodus, lettende 
voemeemelicken op de eere Godes ende stichtinge sijner kercken, ons 
ondergess. deputatis synodi belastet daervan eenige particulariteiten , so 
haer sint voergekomen, te remonstreeren , met demoedich versoeck an 
ü E. E., dat desulvige alse hooge ende souveraine oevericheit daerinne 
behoerlicken remedieren ende mit christlicken ijver ende eemst sodanige 
missbruicken ende dissorderen bestes vermoegens , voreerst Gode ter eere 
ende demnegest siner kercken ten besten, affschaffen wolden. 



1) Deze onderteekeningen zijn eigenhandig. 



313 

Eerstlicken 1) dan de onthilliginge in den ehestandt belangende, behalven 
ontaDicke exempelen dergener, welcke onordentlickerwijse sonder eenige 
voerlieergaende wetlicke proclamatien [ende] eopulatien tsamenloopen , ende 
also hen keren tegen alle politische erbarheit , wordt insonderheit seer ge- 
claget over eenige excessive groote exorbitantien van bloetschande ende 
dergelijcken misshandelingen, strijdende tegens godtlicke, natuerlicke ende 
weltlicke wetten 2). 

Einer JoHAN^^:s Zijes, to Midhuisen woonende, welcker mit sijner 
stieffdochter in ontucht solde leven, unde offte he wel van dem redger 
ter plaetze daerover gebroecket is, dannoch gelijjckewel blifft conti- 
nuerende. 

Item Ebele, schipper toe Wirdum, welcker bij sijnes stieffsoenes 
frouwe licht. 

Noch Peter Frericks soene toe Onderwierum , mit sines vaders broeders 
frouwe boeleerende. 

Toe Leens ein schoemaecker, welcker sick van sijne wettlicke ehefrouwe 
hefft gescheiden sonder rechtes kennissen. 

Verners is toe Fissvliet einer van Franeker gekomen , de siner voerigen 
f rouwen suster hefft getrouwet, mit noch ein ander daerselvest, Kempe 
geheeten, ein linnen weever, de siner voerigen f rouwen haiffsuster hefft 
ter ehe genomen. 

Item toe Midwolde in Fredewoldt einer mit namen Plaggemeuer, in 
de Linde woonende, welcker sick oock mit sijner voerigen huissfrouwen 
suster hefft verhijlicket , met noch einer mit namen Paul, ein linnen- 
wever, welcker sijne ehefrouwe toe Grijpsskercke hefft sitten laten, 
ende nu tegen woordich sonder ordentlicke copulatie toe Marum bij ein 
ander frouwe sittet. 

Hijrtoe kumpt noch ein lazarus in den Dam, Christoffer geheeten, 
welcker bij een frouwe tegen woordich sittet, daer nochtans sijn voerige 
frouwe noch levet. 

Wat wijders anlanget de overgroote indulgentie, so tegens dat on- 
menscheJicke feijt van doodtslagen in desen Ommelanden wordt gebruicket, 
offtowel daervan ontellicke veele exempelen sint besonder in het Wester- 
quartier an die frontierplaetzen , so an Friesslandt grentzen, alwaer 
veele ballingen gevonden worden, so wth Friesslandt wegen sodanigo 
missedaet sint overgevluchtet , te woonen, so worden dannoch den mesten- 



ij Voor „eerstlicken" zijn doorgehaald de woorden: „Sint demnegest de parti- 
culiere exempelen , welcke sint voergevallen ende dem synodo bewoat , voemeemelicken 
de.se: albe". 

2j „Ijehalve ontallicke — wetten" Ls met een andere hand op den rand bijgeschreven. 



314 

deeli) voerb^gaende enige weinich van de enonneste ende reoenteste^ 
exempelen ü K K remonstreret , welcke nnangesien dat U K K doer 
opentlicke plaocaten den redgeren, grietmannen ende rechteren belastet 
hebben tegens desulvige te procederen , geligekewel met oonniventie ende S) 
oogeluickinge getolereert worden. 

Alse^) toe Grijpsskercke einer Romke geheeten, recht nerens de kercke 
over woonende in tselvige huiss, daer voer de doere he den doodtslach 
heflFt begongen. 

Ilem noch einer, Luthex Watze geheten, met noch Sithr-ert op de 
Waerten in Aart Willem huis corttebg, daer Cobxeles toeholdende met 
oock einer Sciiallebiter geheten , so onlanges in het leste Collumer merckt 
nu in Septemb. geholden, einen gaer schentlicken doodtslach begaen 
hefFt , ende niettemin toe Grijpskercke ende daeromtrent getoleriert worden 5). 

Item noch einer toe Doesum, WnxEM Rffzkexs genoeraet, so in einen 
daeh , jae in eine stunde twe enorme doodtslagen hefft gedaen , ende dies- 
niettegenstaende gelijckewel in goeden rust ende frede daer blifft woonen. 

Dese ende dergelijcke meer andere seer groove ende enorme feyten, 
alle welcke te verhalen onmogelick, in eine welbestellede heijdenesche, 
wij geswijgen christlicke politie ende republigcke niet behoorden tolee- 
reert to worden, worden nochtans dagelijcks in dese provintie tot leedt- 
wesent ende ergeniisse veler f romen gevonden, hetwelcke dan grootlickes 
is streckende tot onteeringe van den h. namen Godes ende verhinderinge 
van den voortgang des hillogen evangeliums, jae oock tot naedeel ende 
smaet van onse christelicke reformatie. 

Versoecken daarumme seer oetmoedichlicken uth name ende van wegen 
des gantzen ministerii deser provintie, dat U E. E. alse hooge ende 
suiveraine magistraet deselver ö) , oock lieffhebbers ende voortplanters van 
alle goede ende christlicke ordening, believen wolle mit aller eemst ende 
autoriteijt hijrinne te versien ende sodanige ordre stellen, dat disse ende 
dergelijcken dissorderen 7) teenenmale verhindert ende affgeschaffet moegen 



1) „worden —mestondwir' , doorgehaald is „sint dannoch dt»sulvige". 

2) „tanige — r<»cento8tc" , met andere hand op den rand bijgeschreven in plaat8 van 
de d(K)rgehaalde woorden „alh'ine twee". 

8) „welcke onaengenien — ende", met andere hand op den rand bijgeschreven in 
plaatH van d<» doorgehaalde woorden: „ende sulckes van sodanige perBoonen, welcke 
Heer enormelicken hijrinne binnen dese j)rovintie verloopen hebben ende nochtans rait". 

4) „alw^*' doorgehaald zijn de woorden: „alse te weeten eerstlicken einer". 

^) „item noch einer Lijthen Watze — wortlen", met andere hand op den rand 
bijgevoegd. 

*») „der»elv(T" ter vervanging van de doorgehaalde woorden „deser provintie ende". 

7) Na „dissorderen" is doorgehaald „geweerdt ende". 



H15 

worden , alles gereickende tot grootmaeckinge des godtlicken namens , ver- 
breidinge sines hilligen evangeliums, stichtinge siner christlicken kercken , 
ende oock tot maintenatie van goede wetten ende statuiten, tot voort- 
plantinge aller erbaerheit ende tot welstandt des gemeinenbesten. 

Dit doende, actum den 30 Septemb. anno 1617. 

U E. E. onderdanige dienars in Christo, de deputati synodi deses jares: 

CORNELIUS HiLLENIUS. 

WoLFGANGUs Agricola , past. in Bedum. 

JOHANNES SCHONENBORCH 1). 



[Versoek der deputaten om vergoeding van kosten] 2). 

Remonstreren cum rev. wij ondergesch. dep. syn., hoedat wg doer 
U E. E. advi^ss ende goetvinden om in de saecke Antohoi Strombergii 
unde siner gemeinte te Rottum noodigen informatie te nemen, derwarts op 
twe verscheijden tyden, als 7 ende 14 Augusti hebben moten reijsen, ende 
daerbenevens oock met U E. E. credentsbrieven de classes in den Omme- 
landen ende Oldenampte visiterende, eenige oncosten so van wagenfrachten 
so andersins in den herbergen hebben moeten doen, waervan de specifi- 
catie hg ronder volget, versoeken darommen, dat ü E. E. order wildo 
gelieven te stellen, daermede sodanige onkosten eerster gelegen theit be- 
taelt moegen worden. 

Copiaadclas«emJSJJ^l^t- 

Weerdige weigeleerde 1. medebroederen. Also seeckere swaricheit is 
voergevallen , over welcke de E. E. heeren Gedeputeerde nodich geachtet 
hebben de deputatos synodi te committeren umme met u. w. daervan te 
delibereren ende te concluderen, so ist dat wij tot sulcken ende voer 
goet ingesien hebben ons bij u. w. in juwer classe te vervoegen ende 
aldaer de saecke bekandt te maecken. Versoecken daeromme fnmdtlicken , 

dat gij wel doen wollen ende tegens anstaenden t) ^ dage wesende 

( 5 
den o Novemb. deses lopenden jaeres uwen classem op de ordinaris 

plaetze verbootschappen, op welcke tijdt wij alsdan mit Godes hulpe ver- 
meinen bij u. w. te komen ende onse ontfangen commissie te volvoeren. 

Actum den 29 Octob. 1617 wth Gronningen. 

U. w. toegeneichde ende goetwillige medebroederen deputati synodi. 



1) Deze onderteckcningen zijn eigenhandig. 

2) Deze remonstrantie en copie-inissive volgen in dit stuk op de laatste bladzijde. 



316 

[Remonstrantie der depntaten van de synode aan burge- 
meesters en raad van Groningen]. 

Ann die edele, eerentfeste, hoochwijse, versienige ende seer discrete 
lieeren , de heeren borgemeisteren ende raedt der stadt Gronningen. 

Edele, eerentfeste, hoochwijse, versienige ende seer discrete heeren. 

Also ini) laestgeholdenen provincialen synodo deser stadt Gronningen 
ende Ommelanden ende visitatione classium voergevallen sint verscheiden 
groote abniseri ende missbriiicken in kercklicken saecken , so hen ende heer 
niet alleen in den Ommelanden dan oock mede in den Oldampten, onder 
U E. E. jurisdictie behoerende, gespoeret worden, welcke billicken 
remedieeit unde afgeschaffet behoren te worden, so ist dat wij ondergess. 
deputati synodi 2) ampteshalven niet hebben koenen naelaten U E. E. 
deselvige nomine synodi in aller behoerlicken reverentie voer te dragen 
ende te remonstreren , met onderdanige versoeck dat deselvige alse supre- 
mus magistratus doer haere autoriteit daerinne behoerlicken versien wilden, 
daermit sodanige abusen gew^eeret unde afgeschaffet mochten werden. 

Eerstlicken doleert classis in Oldenampt, dat de "Wederdoperen , onan- 
geseen hare conventicula doer verscheiden placaten van U E. E. dickwils 
sint verboden, dannoch gelijckewel continueeren ende daerin voortvaren, 
haere vergaderinge niet allene bij nachte ende heimelicken, sunder oock 
bij dage ende opentlick holdende, dat U E. E. doch believen wolle ein- 
mael doer ein opentlick edict tselvige emstlick te verbeeden ende stricte- 
licken daerover te holden. 

Claget oock classis voergess. over einen schoelmeister toe Westerlee, 
mit namen Laurextius Albei^ti , welcker wegen velen oorsaecken onduch- 
tich solde wesen eine schoele te bedienen, ende versocht derwegen, dat 
U E. E. de verseenige doen wolle, dat deselvige alse onduchtich vandaer 
geremoveert mochte werden ende de plaetze mit einen anderen duchtigen 
persone wederomme bestellet. 

Also oock de schoelmeister te Borchsweer , Woltrk Gerbraistts geheeten , 
seer sober onderholt daer ter plaetze hefft, biddende seer demoedichlicken 
dat U E. E. denselven eenige benevolcntie wilden bewijsen ende sijn 
onderholt ein weinich soeeken te verbeteren offte tenminsten de verseliinge 
doen, dat dat landt, so he van de kercke gebruicket, hem f rij mochte 
toegestaen worden. 

1) „Also lil". Doorgi'haald zijn do woonlen : „Wij ondergess. deputati des". 

2) „ende visitatione — synodi" niet dezelfde band als verbetering aangebracht boven 
<h doorg(^baalde woorden : „koenen niet naelaten onnue mit aller l>eboerlicke reverentie 
T; E. K. voer te dragen eenige abusen ende niissbruicken onder U E}. E. jurisdictie 
btihf ►erende , so is daerop ons onderg(^ss. deput. des synodi voergess. I)ela8tet omnie 
U E. E. deselvige nomine synodi voor te dragen ende te remonstrerendc". 



317 

Also oock de ervaringe leeret, dat het ydele ende lichtverdige dansen, 
twelck oock bij den heijdenen onerbaer is geholden gewest, gelijck meest 
overal also oock in den Oldenampte seer wort gepleget i), dat ü E. E. believen 
wolde daerin te remedieren ende tselvige soveele moegelick affschaffen. 

Dewile2) ein seer onchristelick ende meer als heidensch gebruick ge- 
spoeret wordt, dat eenige menschen tegens den vastelavont sick onge- 
boerlickerwijse met kleideren vermommen ende also hen unde weder doer 
het lant loopen dantzen, oock den luiden geit, fleisch, speek unde 
anders affdrissen ende dringen, hetwelcke se dan namaels verswelgen 
ende onnuttelicken verteeren moegen 3), item dat de hooge fest ende 
sabbathdagen niet alleine met uterlicken groven arbeit , rennen ende jagen , 
dan oock met biertappen, drincken voer ende onder de predicatie des 
godtlickes woordes ende dergelijcke meer andere onbehoerlickheiden seer 
werden geprofaneert ende enthilleget, wolde doch ü E. E. eens voer 
all met ein generael ende algemein mandaet, twelcke jaerlicks te repe- 
teren niet ware van noden , sulcke ende dergelijcke inconvenienten in den 
Oldampten verbeeden ende affschaffen. 

Eindelicken 4) doleeren de predigeren in het Goorecht , oock onder U 
E. E. jurisdictie behoerende, dat het mandaet van den laetsten, nu den 
10 Septembris geholdenen vast ende biddedach eenigen seer spade als 
den naestvoergaenden dach , eenigen gantz niet is geinsinueret. Versoecken 
daerumme U E. E. wolde in toekumpstiger tijdt de voersorge dragen , dat 
hetselvige tijdtlick f roe den predigeren bekant mochte gemaecket werden , 
daermede idt also der gemeinte intijdes van hem angedienet mochte 
werden, ende se oock daertegen des te bequamer sick praepareren ende 
bereijden mochten. 

Dit doende werden ü E. E. Godes eere ende siner christlicken kercken 
erbouwinge grootlickes voortsetten ende daerdoer Godes segen over landt 
unde luiden erlangen. 

Aldus gedaen in Groninghen den 30 Septemb. 1617 , bij ons U E. E. 
onderdanige dieneren, de deputati des provincialen synodi. 

CORNELIÜS ELlLLENroS. 

WoLFüAjfGüs AomcoLA, past. in Bedum. 

JOHANNES SCHOXENBORCH 5). 



1) „wort gepleget" staat boven hot doorgehaalde „tocniiiipt". 
'^) voor „dewile" is doorgesc-hrapt „eindelieken". 

3) Op „moeden" volgden de doorgestreepte woorden: „woe dan snlckes oock voer- 
nemelicken in den Oldampten wort ge8ix)eret". 

4) „Eindelicken" enz. Dit is daarna bijgevoegd, want op „afschaffen" volgde, maar 
18 doorgeschrapt het slot van dit verzoekschrift ,,Dit doende — erlangen". Zie beneden. 

5) Deze onderteekenlngen zijn eigenhandig. 



318 



Acta sijnodalia vanft jahr 1618^). 

1. Up huiden den 4 Maij anno 1618 iss na uthschriving van dem 
wollgeboraen unsen gnedigen stadttholder etc. sampt den E. E. hoch- 
wijsen heren Gedeput. der stadtt Gronningen und Ummelanden, ther ehren 
Gades und tot uperbowing der christlicker kereken ein provineionaell 
sijnodus in den Dam angefemgen tho holdenn. 

2. De E. E. heren, welcke na oldem gebruike van dem coUegio der 
11. Gedeput. dem sijnodo mit haere authoriteit plegen b^ tho whonen, 
sind in dese erste session noch nicht tegenwordig gewesen. 

3. Dorainus CoiöfELiiis HnjiEyirs , welcke int vorige jahr is des synodi 
praeses gewesen, hefift mit de anropinge godtlickes namens angefangen, 
darup de credentzbrieven van de predigers eines jeglicken classis sin 
avergelevertt und gelesen, und darup niet tegengebrachtt, dan allein ditt. 
Vorerst dewile dominus Schonenborgius , pastor in Adewertt, vor ditmall 
woU niet is deputertt um van wegen classis Suidhormianae dem sijnodo 
bij tho wohnen dan in de platze van dn. Johanxis Haselbeku, pastoris 
in Tolbertt, (de sick umme enige reden, wowoll bij dem sqnodo niet 
genochsam erkant, hefft moten absentieren) van ehrer classis deputatis is 
upgenomen sunder classis verweten, nademmall classis darvan bij tijjden 
niet hefft koenen verwittigett worden , iss domino Scuonenborgio well sessio 
thogestahn , doch dat in solckem casu van niemandt hemamals sunder des 
classis verweten sall gedahn worden. 

Dewile ock dominus Stepiiaxus Cohnius , pastor in de Buirtangen , noch 
nieuwlick wth ein ander provincie aldaer is heropen, und mede tho dem 
sijnodum van classe Oldamptina is gesonden, alehr dat he noch sine 
testimonia vocationis et vitae anteactae dem synodo hefft vertoent , wowoll 
up sine persene sunst niet the seggen, sall solckes hemamals in neene 
consequentie getrocken worden. 

4. Dama is na olde christlicke maniere censura morum geholden mit 
de predigers und olderlingen, welcke van hare respective classibus an 
den synodum sijn geschicket, und is up niemant ichteswatt vorgebracht, 
darup hen althesamen is sessio thogestahn. 

5. De namen der predigers, welcke tho desen sijnodum sijn ge- 
schicket, sijn dese: 



1) Hierop volgt in YY: „Haec est aynotliw provinoialis urbis Groningae et 
Omblandiae XXIV". 



319 

ex classe Groning. : 
dominus Oorneuüs Hillenius, pastor ecclesiae Oroning., 
dominus Maktinüs Meierus, pastor in Westerbrock, 
de E. E. Koppen Jarghes, olderling; 

ex classe Dammonensi : 
dominus Georgius Placius, pastor ecclesiae Damm., 
dominus Reinerus Wolfius, pastor in Weijwertt, 
dominus Henricüs Banius, pastor tho Hellem, loco senior; 

ex classe Loppersumana: 
dominus Joachdius Sorius, pastor tho Loppersum, 
dominus Wilhelmus Walravius, pastor tho Westerembden , 
dominus Lambertus Henrictoes, pastor tho Witte wehnim; 

ex classe Enerumana^): 
2. dominus Alardus a Besten, pastor in Petersburen, 
dominus Johannes Smaltius, pastor in Tijnallinga, 
dominus Bernhardus Sagittarius, pastor in Ehnerum; 

ex classe Middelstumana: 
1. dominus Wolffgangus Agrioola, pastor tho Bedum, 
dominus Joachimus Borgesius, pastor tho Westerwitwertt , 
dominus Godfridus Lomeierus, pastor in üsquartt; 

ex classe Suidhormiana: 
dominus Gerhardus Johannis, pastor in Northorn, 
dominus Johannes Schonenborg, pastor tho Grott Adwertt, 
dominus Marctjs Marsmannus, pastor in Wij rum; 

ex classe Oldamptina: 
dominus Wigboldus Homerus, pastor in Midwolda, 
dominus Johannes Loeungius, pastor tho Nortbroke, 
dominus Stephanus Cohnius, pastor in de Buirtange. 

6. Dama sijn bij de meeste stemmen geeligert in praesidem dominus 
GEOK(iius Placius, in assesorum dominus Cornelius Hiixenius, und in 
scribam Henricus Banius. 

7. Entlick hefft sijnodus vor gudt angesien, dat dominus Wilhelmus 
Walraven, pastor tho Westerembden, de predige up mid weken in de 
kercke van den Dam soUe dhoen. Und is mede resolvert, dat ditt her- 
namals per vices bij de dassen sall ummegan, und mogen dan de prediger 
des classis, an wien de vices sollen fallen, uth ehrem middell einen uth 
dien, welcken se an den sijnodum werden schicken, dartho nomineren. 

Hiermede is de erste sessio geendiget. 



1) De vergissing in de rangorde der classcn, die in YY en ZZ in acht genomen 
is, wordt liier door de voorgeplaatste cijfers hersteld. 



320 

Secunda sessio antemeridiana Maij 5. 

1. Heift domiims praeses de actie mitt dat gebedt angefangen. 

2. De E. E. heren van den eollegio der heren Gedeput. dartho ge- 
committertt umme dem sijnodo bij tho wohnen , als de E. E. heren Joost 
Valgke und Willem Ubbena , sijn in sijnodo erschenen und hebben ehren 
credentzbriefF vortoent. 

3. Sijn de acta sijnodalia des vorigen jaers gelesen und vorerst gelettett 
up den 1 art. sess. 3, the weten van de mulcta der predigers, de in 
tempore niet present sin, als men sessie in sijnodo sall nemen, edder 
sunder verhefflike orsake sick absenteren , welckes alsnoch van dem sijnodo 
wertt approberett und vor goet ingesien. 

4. Is in achtervolg art. 3 ejusd. sess. in dem sijnodo vertoont und 
gelesen testimonium examinis van domino HENmco Stalio, pastore then 
Buer, welckes testimonium van dem sijnodo [is] approbertt. 

5. Ingeliken de testimonia vitae anteactae van Helxsio FkiDERia, pas- 
toren tho Calepende, sijn gelesen und geapprobertt. 

6. Dominus Eilardüs Roveriüs, pastor tho Behrum in classe Lopper- 
sumana, und dominus Stephanus Cohnius, pastor in de Buirtange in classe 
Oldamptina, sollen de testimonia van hare beropingen und vitae ante- 
actae den deputatis sijnodi, welcke finita sijnodo sollen eligert weidden, 
vertoenen. 

7. Artic. 5 ejusd. sess. van domino doctore Alstorffio und Johanne 
HoRNEBURCH iu classe Suidhormiana , datselve is van dem classe mit de 
predigers bovengemeltt afPgehandeltt. 

8. Hefft de E. Conradtt van Rensen, redger, dem sijnodo avergelevertt 
ein schrifftlicke vorbede vor Hermanno Chrktophori tho Juckwertt thot 
solcken ende streckende, datt HermjNjjnüs in dat predigampt tho Juck- 
wert, allwaer he beth hertho invita sijnodo hefft gestanden, moge continuertt 
und ten vullen wederom angenomen werden, dartho vortbrengende enige 
reden, in sin E. schriften wittlofftich verhaeltt. 

Is dese sake in bedencken genomen und well ripelick darup gelettett 
und van dem sijnodo resolvert. Dewile Hermannus Christophori beth hertho 
noch niet iss nagekamen, watt hem up andere tijde van verscheiden sijnodis 
is uperlechtt, so blifft ock alsnoch sqnodus bij de vorige resolution, tot 
verscheiden malen darvan genamen, mits dat de domini deputati sijnodi 
mit thodoent der E. E. h. Gedeput. sollen den E. E. juncker Caroll 
YicTOR RippERDA, als sijudo collator tho Juckwertt, enttweder muntlick 



321 

80 mogellck edder schrifftlick darvann adverteren nnd mit reden dartho 
induceren , datt de resolutiones sijnodales tot verseheiden malen Hermanni 
saken angaende mogen int effect gestellet werden. 

9. Bernhardus de Indema , pastor in de Harekstede , hefft in den sijnodo 
proponert, woverre dat he mit de gemeinte tho Marsum up eine ordent- 
licke beroping is angekamen, jedoch van ehnen nu frustrertt und ge- 
schuinet werde, versoeckende damp datt enige van de gemeinte aldahr 
als Frerick Cornelus, Willem Peters, Harcke Peters, und Johan van 
LiNGEN, ingeliken Johannes Laxtenius junior mochten geciteertt werden, 
welckes hem thogestahen. Darup twierleij verscheiden schrifFten afiFgefer- 
diget, datt de personen bovengemeltt jegen den 6 Maij, sijnde Woonssdag, 
namiddage jegen 2 uhren in sijnodo erschinen sollen umme van dese 
sake the handelen. 

10. Art 2 sess. 4 van de collection der argumenten in de controversia , 
de dar pro èt contra van de Reformerden ter eener und den Arminianen 
ter ander sijde vortgebrocht werden, darvan hefft dominus Hillenius 
rapportt gedahn, dat darvan alberei t enige theses und antitheses wehren 
geconcipiertt. Sollen overst tho siner tidtt gedrucket und den classib. 
thogeschicket werden. 

11. Art. 4 sess. 4 van de entfrombdinge und missbruck der kercken- 
goederen, darvan hefft dominus Hillenius ock dem sijnodo angedient de 
sake albereitt up einen goeden voet angefangen tho sin. 

Sessio 3, 5 Maij pomeridiana. 

1. Hefft dominus praeses de actie mitt dat gebedtt angefangen. 

2. Is in sijnodo erschenen Dooke Walpaertt , tho Norttdicke ingeseten , 
und hefft vorgegeven, wodat de junge joget tho Nortdicke door gebreck 
van einen bequamen schoUmester versuimet worde. Hebben de prediger 
wth dem classe Groningensi verklaertt, datt de sake haeren classi was 
anhangig, und datt se darmede besig wehren darin gedahn the worden. 
Wertt derwegen datselve van dem sijnodo an denn classem upgemeltt 
renvoijertt. 

3. Art. 7 sess. 4 van den collecten der predigers in dese provintie 
tot assistentie van haeren nagelaten weduwen etc. Sijn de artikelen, gelick 
de darvan up andere tijde concipiert sin, wederom doergesien und enige 
mitt gemeine ad vis daerinne verandert , und sullen de predigers , up desen 
sijnodo versamlet, haere respectieve classen daerhen vormanen, dat sodane 
penningen den deputatis sijnodi jegen ankumpstige classicale visitation 
mogen ter handt gestelt werden. Jedoch is mede resolvertt, datt so ein 

Acta 8yn, provinc, VIL 21 



322 

prediger, de mede de artikelen van de collecten nndertekent hefFt und 
bereit is nu van dato a£f up the brengen, tusken dit und thokumpstige 
visitation mochte sterven, so sall hetselve syne nagelaten wedwe mogen 
genieten. Und wert vor guedt iugesien, dat de predigers, de in den 
respective dassen undertekent hebben, sick underdes mit malckanderen 
bereden sollen, in watt forma, in wiens name und an watt orden und 
plaetsen de penningen ten bequaemsten moegen uthgedaen werden. Sullen 
ock de classes omtrent twee weken the voren darvan doer de deputatos 
sijnodi geadvertert werden umme jegen de anstaende visitation de pen- 
ningen verdig the hebben. 

4. Ad artic. 8 sess. 4 van den duvelbander in dem Dam, beloven de 
predigers des classis Dammonensis hirinne na vermogen haer beste tho 
dhoen und darvan an de deputatos sijnodi in de thokumpstige classicall 
visitatie tho relateren. 

Sessio 4 antemeridiana G Maij. 

1. Post fusas ad Deum preces is men vortgefahren om acta sijnodalia 
des verleden jahrs na the lesen. 

Ad artic. 2 sess. 5 van den schollmesteren und kosteren, de uth den 
klosterguderen haer tractament genieten , dat se sullen jahrlicks ein testi- 
monium van dem classe, dar se under geseten sin, hebben, is datselvo 
woll an den rentemester Verutium remonstrert , und dewile men vermerckt 
damp niet gelettet the sin, sollen domini deputati sijnodi noch damp 
anholden. 

2. Datt den Wedderdopers allerleij boeken the Gronningen drucken 
the laten wert thogestahn, und deselve hen und wedder under de luide 
uthstroijen, darmit hetselve raoege afgeschaffett werden, hebben domini 
deputati sijnodi hirin haer devoir gedahn, verwachten darup alsnoch ein 
thovorlatige antwordtt. 

3. Ad art. 12 sess. 5 belangende dat vastelaventlopen hebben deputati 
sijnodi darvan relatertt darin bij den heren Gedeput. gedaen tho hebben, 
welckes ock van den heren is int werck gestellt. Sullen ock de domini 
deputati sijnodi jarlicks bij den heren Gedep. anholden , datt solcke man- 
daten ajle jahr continuert werden. 

4. Ad art. 20 ejusd. sess. van neene studenten uth dese provintie in 
de Jesuitische scholen the laten studeren etc, hebben domini deputati 
sijnodi den E. E. h. Gedeput. datselve remonstrert. Sullen deputati sijnodi 
alsnoch bij den heren anholden, dat het mandaet darvan einmall uthge- 
gaen moge renovert und int werck gesteltt werdenn. 



323 

5. Artic. 22 sess. 5 van den loijen xmd stereken bedelers, hoewell 
van den heren Gedep. darin is gedahn, so sollen evenwell de deputati 
sijnodi bij den heren anholden, datt mit raerder ernst daraver moge ge- 
holden werden. 

6. Art. 23 sess. 5 van de schentlike missbruken, lichtferdlcheiden , 
ehebrekerien , bloetschande, lichtferdige ehescheiden iind andere enormi- 
teiten, so dagelicks in den ehestant vorfallen, worden domini deputati 
sijnodi belastet emstlick bij den E. E. heren hoof tmannen an the holden , 
dat darinne moge remediert werden. 

7. Artic. 24 sess. 5, datt de pachters des Sondages plegen the sitten 
und de luide daerdoer an de anhoeringe des gottlicken wordes verhindertt 
werden, klaget sijnodus, dat van den heren Gedeput. datselve well ver- 
baden wert, overst van den pachters niet in acht genohmen. Werden 
deputati sijnodi alsnoch vermaent bij den E. E. h. Gedep. an tho holden, 
datt solcke inhibitie moege verniewert und den pachters emstlick inge- 
bunden werdenn up Sondagen nene sessionn the holdenn. 

Sessio 5 pomeridiana 5 Maij. 

1. Hefift dominus praeses de action mitt datt gebedt angefangen, und 
dama is men int lesen der acta sijnodalia des vorigen jahrs vortgefahren. 

2. Angaende art. 25 sess. 5 van den doetslageren etc. hebben de heren 
deputati sijnodi mit haere nersticheit sovele thowege gebracht, dat van 
den E. E. warfsheren ein mandaet desenangaende is uthgegaen, darvan 
men ock verhopet, dat tho sijner tidt sall na behoer executeert werden. 

3. Ad art. 27 sess. belangende de questie van Adolpho Besten, pas- 
toren tho Wehe, welcker van den E. E. juncker Reint Alberda tho Spiek 
van ene leelike daet is beschuldiget worden etc, iss darup Adolphus 
Besten in sijnodo erschenen. Und gefregct, woeferre dat he mitt dem E. 
E. juncker in sine pleitt iss angekamen, darup he sick in sijnodo beklaget, 
dat he mit de sake niet koende ten ende kamen, nademaell de E. E. 
juncker Alberda mannigerlei uthfluchten soecke, begerende darin des 
sijnodi assistentie, versoeckende ock ad vis und raet, woedat he mit behol- 
dinge sijner ehre und sonder scandalizatie des predigamptes moge van 
de tedieuse pleitt afgeholpen werdenn. 

Is dama ripelick gelettet und befunden, dat AnoLPHus in modo proce- 

dendi sick hirinne watt heft thobuten gegaen. Derwegen in ansehn der 

heren hof tmannen sententie, imd dat de E. juncker Alberda sick up 

tuigen, van welcken sine E. solckes solde gehoret hebben, beropet und 

tot solcken ende producert heft den ehrn. Sweer Hoenderickx, dessen 

21* 



324 

getuchnis ock gelesen, sullen deputati sijnodi mit thodoen des classis 
van Enerura sick van de gelegentheit deser saken bij den em. Hendrickx 
erkunden und alsdaen in de sake dhoen, wo se upt bequaemste doenlick 
und behoerlick koenen erfinden. 

4. Sijn in sijnodo verschenen de vulmachten van Wirdum, the weten 
PoPKE Abels, kerckvoget, und Allert Aris mit haeren advocaet, vorstel- 
lende woedat se na vortreck van liaeren pasteer Hermannüs Dungkerus 
in sine plaetze samptlicken vociert hebben Antonium FRmERicuM, itziger 
tidtt pasteer tho Öarrelswehr , und thot solckem ende dem pastori upgemelt 
eine beropinge, van enige collatoren und ingeseten aldahr undertekent, 
ther handen gestelt, overst darinne van den jufferen van Froma, de ock 
medecoUatoren aldaer sin, ingesperrett worden. Hebben damp de beropinge 
dem sijnodo vertoent umme darup the letten, offt deselve unwettelick 
und niet solle ratificeert werden. 

Wertt van dem sijnodo resolvert, dewile de heren gecommitterden als- 
mede collatoren in dese sake doende [sindt] i) , dat het binnen korten 
dagen tot enen goeden ende sall komen. Woe overst niet mochte gescheen , 
wert solckes den deputatis s^nodi ther handen gesteltt, darmede de 
vidlmachten sijn thevreden gewest. 

5. Sijn Frerick Cornellis und Johan van Lingen tho Marsum up de 
citation an hoer gedahn in dem sijnodo verschenen und the reden ge- 
stellet, dewile se sick mit worden und thosagen mit Bernhardo de 
Indema, pastoren in de Harckstede, hebben ingelaten belangende de 
beropinge aldahr tho Marsum , worumme se sodaene belofftenn wolden 2) 
retracteren und also Bernhardum spotten und schuinen. Waerop de van 
Marsum sick hebben verklaert, wodat de kerckvogden aldaer weinich 
tits na de doott van domino Egberto Mengerinck, saligen pastoem tho 
Uthwijrda, de Marsum eine titlanck mede bedient hadde, mit domini 
Laxtenu tho Hollwirda sohne enige worden hebben gehatt und belofften 
an hem gedahn, und dat se niett wusten sick soferre mitt Bernhardo 
ingelaten the hebben. Darup Bernhardus wittlofftige verklaring gedahn, 
wodanig de sake beschapen, wanip de van Marsum niet sonderlikes 
hebben koenen togenbringen, dan uth ehre ungestadige worden sick 
mercklick entfallen laten, dat se sick mitt uthfluchten wolden behelpen. 

6. Is ingeliken dominus Johannes Laxtenius junior up de citation an 
hem gedahn in sijnodo erschenen und gefraget, woeverre dat he mit de 



1) „[«indtj" aangevuld uit YY. 

2) „wolden" onthreekt iu YY. 



325 

[van]l) Marsum we re angekamen, und offt he ook eine beropinge van de 
gemente aldaer hadde. Darop LAXTEinüs eine beropinge dem s^nodo 
exhibertt, de ook gelesen. 

Is 2) in dem sijnodo hirup vele consideratie und bedencken gefallen 
und vor goet angesien, dewile up andere tijden damp versciieiden reso- 
lutiones s^nodales gepassert belangende de combination van Marsum und 
Solwertt, werden deselven resolutiones sijnodales alsnoch van dem sijnodo 
approbertt, und is doininus Laxtenius mitt emste darhen vermaent sodane 
resolutiones na tho kamen imd sick der combinatien van Uthwijrda mitt 
Marsum the entholden. Und imgefalle he sick dem sijnodo woUé tegen- 
setten , is classi Dammonensi van dem sijnodo woll emstlick ingebunden , 
datt he alsdan tot dat examen niet soUe thogelaten und vor geen mem- 
brum classis erkant werden. Wert ock de beropinge van Marsum vor 
nuU und nener werden gehalden, ensdels stridende jegen de resolutiones 
sijnodales und anderdels in sine behorlike forma niet gestellet sijnde. 

De 3) ingesetenen van Marsum sijn ingeliken vermaentt van de combi- 
nation haerer kercke mitt Uthwijrda af tho treden und sick hirinne ver- 
holden na verscheiden resolutiones sijnodales, hirup genomen. Un<J so se 
bij de gedaene belofften an BERNHAm)UM niet willen persisteren, datt 
sijnodus hirdoer sall verorsaket werden the arbeiden doer behoerlike 
middell, dat de van Marsum entwedder allein einen egenen prediger 
sick sollen heropen ofte ten minsten mitt de van Solwerdtt tho de ver- 
kiesinge van einen anderen treden. 

Sessio 6 antemeridiana 7 Malj. 

1. Hefft dominus praeses de action mitt dat gebed tt angefangen. 

2. Hefft de E. E. Dodo van Amswehr dem sijnodo vorehrtt enige 
boeken, van sin E. uthgegeven, darvan de vorrede is gelesen om den 
inholtt darvan te verstaen, welckes werck sijnodus sick hefft woUgefallen 
laten, und doet sine E. fruntlick bedancken vor de vorehrde exemplaria. 

Ingeliken is ock ein geschrift desselven heeren Amswehr dem sijnodo 
thogeschicket om gelesen tho werden. Dewile overst datselve schriven watt 
lanck, sijn dartoe nominertt dominus Cornelius Hillenius, sijnodi assessor, 
dominus Joaciiimüs Soriüs und dominus Gerhardüs Johanitis datselve 
schriven mitt flite doer the lesen und an den sijnodo rappartt the dhoen, 
watt de inholdt darvan und des E. E. Ajiswehr versoeck is, darmit als- 
daen darin mag gedahn werden. 



1) „fvan]" aangevuld uit YY en ZZ. 

2) Hiervan maakt YY een afz. artikel door het nummer 7 voor te plaatsen. 

3) Hieraan geeft YY het nummer 8, 



326 

3. Is8 men vortgefahren in dat lesen der acta sqnodalia des verleden 
jahrs. Und belangend art. 1 sess. 6 van de suspensie Adolphi EicPEini , 
pastoren in Oldensijll , hebben de predigers uth dem classe Middelstiunana 
an den sijnodiiin relatertt, datt achtervolgende de sijnodale resolutie mitt 
Adolpho geprooedertt sij und solckes niet fruchtlos affgegaen. 

4. Artic. 2 sess. G int stuck vant appelleren a classis sententia an 
einen sijnodum, wertt de resolutie, darup in sijnodo genomen, alsnoch 
approbertt imd vor goet ingesieni). 

, 5. Ad artic. 3 et 4 sess. 6, belangende dat men copiam moge 
erlangen van de resolutie, datt deputati sijnodi sullen mogen bijwohnen 
dem examini, so wanneer enige studiosi theologiae in academia Oroning. 
van denn professoribus theologiae mochten examinertt werden, darvan 
hebben domini deputati sijnodi relatertt, dat se b^ dominum doctorem 
Ra.vensbergerum angeholden hebbenn om copiam darvan the mogen hebben, 
und dat dominus doet. Ravensb. belofften gedahn deselve an handenn 
van deputatos sijnodi tho stellen. 

6. Ad artic. 7 sess. 6, datt Ehnum mitt einem egen prediger mochte 
versehn werden etc, hebben deputati sijnodi darvan relatert darin van 
hen gedaen the wesen sovele mogelick. Und hefft de E. E. Willem 
ÜBBENA geklaget tho Enum gene sufficiante middelen tho wesen umme 
einen prediger allein te underholden, und darup versochtt, ofF niet eine 
bequame combinatie mitt Ehnum konde getrefiFet werden. Waerup synodns 
verklaert, off se woll achtet, dat well solden gefunden werden bequame 
mannen , de sick mit de upkumste tho Ehnum well solden genoegen 2) 
laten, und doer solcke exceptie de sake men verlengett wertt, doch ver- 
wachtende den uthganck der beropinge pastoris in Garrelswehr na Wir- 
dum, leth sijnodus dese sake den deputatis sijnodi bevolen sijn umme 
neffens classem Loppersumanam der gelegenheit van Ehnum und benach- 
berde caspelen , van welcke combination gesproken is , sick tho erkundigen 
und daen darin the dhoen, als se solckes behorlick the sijn sollen erfinden. 

Wertt ock de combination van Zeerip mit Ehnum in sijnodo unbehoerlick 
the wesen verklaert. 

V 7. Ad artic. 8 sess. 6 , datt de heren collatoren haere stemme velemin 
plenariam vocationem an neene persene behoeren the confereren, voor 
und alehr se sick desselven bequamheit, idtsij dan bij de respective 
dassen edder bij de professores tho Gronningen, erkundiget hebben etc, 



1) Dit art. 4 is in ZZ met een andere hand in niarg. bijgeschreven. 

2) „genoegen" naar YY en ZZ. Onze cod. heeft „genegen". 



327 

hebben deputati sijnodi den E. E. h. Gedeput. solckes remonstrertt 
Und derselven B. E. apostille danip gelesen sijnde leth tegen wordige 
sijnodus sick deselve woUgefallen , und achtet sijnodus, datt noch de 
vorgaende noch dese resolutie niet sail edder kan strecken tot enige 
prejuditie der heren collatoren. Und hebben de E. E. heren, up dem 
sijnodo tegen wardig, angenomen (dewile haer E. E. sick verklaerden 
darvan nene last the hebben) deselve sake up den ersten ankomenden 
landsdag upt feivorabelickste vor tho stellen. 

8. Ad artic. 10 sess. 6, dalt de praeceptores und mesters, sowoll in 
de duitsche und latinsche schole, alsook mede de professores in de 
academia tho Gronningen sollen mede undertekenen de formulam unionis , 
gelick hier gebruickelick ad retinendum consensum et pacem in ecclesia , 
schola et repub. hujus provinciae etc, iss na relatie der deputati sijnodi 
van gemelten doniinis professoribus Groning. darin gedaen tot goet genoegen 
des sijnodi. 

9. Ad artic. 12 sess. 6, dat den Wedderdoperen int Oldeampt noch 
eine vrije und apenbare vergadering wortt thogelaten etc, hebben de- 
putati sijnodi daervan relatert solckes den heren borgemesters und raett 
tho Gronning. van hen remonstrert tho wesen, averst geen effect damp 
gefolgett Werden deputati synodi alsnoch belastet ferner bij den heeren 
borgemesters und raedtt an tho holden , datt darin moege gedahn werden. 

10. Artic. 14 ejusd. sess. van de hemelicke copulatien der Wedder- 
doperen etc. Damp van den deputatis sijnodi geantwordet, datt himp 
van den E. E. warffsheeren alberei tt resolutie is genomen. Und werden 
deputati sijnodi vermaentt mit den ersten copiam hirvan tho lichtenn. 

Sessie 7 pomeridiana 7 Maij. 
1. Post effusas ad Deum preces iss men vortgefaren. Domini deputati 
sijnodi und de neffens hen wehren gedeputertt tho verhandelinge der 
sake Antonu STROMBEiian in Rottum, van all hetjenige in deselve sake 
was vorgefallen und verhandeltt int lange rapport doende, hebben ver- 
klaertt, wowell se noch in lehre noch in leven sodanige stucken niet 
hadden vernomen, worumme he sinen denst hadde moten verlaten und 
afgestelt the worden, nochtans befunden hadden, niet allein dat he hem 
doer hevige worden und schelden so an enige particuliere personen als 
insonderheit dem classe van Middelstum hadde verlopen , woraver he sine 
schuldt bekent, mitt deselve versonet und ock apenbare satisfactie hadde 
gedahn, maer ingelicken sodane verbittemnge und verfrembdinge der 
gemoederen so bij de ingeseten van Rottum insonderheit alsmede in 
Antonio Strombergio tegen den anderen hadden vernomen, waeruth an- 



328 

gemerckt wirdt, dat he aldaer weinig solde koenen stichten etc., dat 
se oversolckes mitt verweten und advis der E. E. heren Gedeput. vor 
goet ingesien und geresolvert hadden , dat ANTOimis Strombergiüs tot Maq 
deses jahrs 1618 den dienst tott Hottum betreden und undertuschen na 
ein andere platze offte beropinge uthsien solde om alsdan, hem middeler- 
tidt well dragende , mitt ein gudt getuchnis vandaer the vertrecken , gelick 
dan deselve resolutie ock bij Stbomberoio ingewilliget «itde, deselve bg 
haer, de E. E. heren Gedeput. und Anton. Strohb. was undertekent. 

Hebben vorts de deputati verklaert , datt Strosibergiüs midlertitt neene 
beropinge hadde koenen bekamen, dat he hem (vor sovele bekent was 
und mede by dem classe verklaertt wertt) well hadde gedragen, ock 
datt de E. E. heren gecommitt. haer hadden angeseit, dat de inwonders 
nu beter tegen Strosibergium geneigt solden sin und darbij vor goedt 
insagen, datt he noch by provisie tott Rottum solde mogen verbliven, 
totdat he eine andere beropinge solde bekomen , gelick mede Strombergiüs 
ten selven ende ein othmodige supplication an sijnodum hef t avergegeven , 
de ock is gelesen, versoeckende dat de ehrwerdige sijnodus wolde ben- 
dencken, wadt hirin solle dienen gedahn the worden. 

De sijnodus up alles well lettende, de sake well overwegende und 
averleggende , dat he was geordinertt umme the vortrecken, niet ten ansien 
der lehre und quade stucken maer insonderheit ten ansien der verfrembdinge 
der gemoederen, ock dat he hem middelertijdt well hadde gedragen, in- 
gelicken dat de heeren gecommitt. van veranderinge der gemoderen andere 
verklaringe deden und de provisionele tholatinge in den denst vor gudt 
solden insien, und datt Strombergiüs niet en diende ock niet verdient 
hadde so hastelick und hardelick verstoten the worden, helft vor goedt 
ingesien, dat Strombergius bij provisie tho Rottum noch sall verbliven, 
totdatt he eine ander beropinge dartho arbeidende sall bekamen , ofte dat 
he mit sijnen inwonderen also kame the verdragen, dat se selven sijn 
bliven solden moegen versoecken, und dat alles up conditie datt de 
deputati sijnodi mit de van dem classe van Middelstum mit den E. E. 
heren Gedeput. sullen spreken und de gantze sake vorstellen , und so haere 
E. E. solckes mede vor goedt sollen insien, dat alsdan de resolutie vor 
vast geholdenn und Strombergiüs vermaent sall worden hem fredelick 
und sticlitelick so in sin gemeinte als in classe van Middelstum int gemein 
und besonder te dragen, ofte so he hem darin wederumrae solde komen 
te verlopen , datt lie datelicken solle nae befindinge der saken geremoviert 
worden. Und sall de classis van Middelstum up denselven in der tijdt 
goede und flitige achting geven. 

2. Sijn de olderlingen van den Dam in sijnodo comparert, the weten 



329 

DuiRTT Ehmens, Antonij van Breda, Dooke Luninckhtjisen l), Gertt 
Habmens , vorwendende datt na de reductie van de stadt Gronningen und 
Omlanden achterfolgende de kerckenordeninge ook ein bruick is gewesen , 
datt de olderlingen van den Dam stedeshen de elassicale vergaderingen 
hebben bijgewont und nu eine titlanck sij thoruggegebleven, versoeckende 
in sodane olde gebruick wederom ingewesen the worden oft orsake the 
weten, warom dat idt hen niet solde wederom thogestaen worden. 

Is ditt versoeck der olderlingen in acht genomen und darup gelettet und 
resolvert, dewile darvan in den nationalibus sijnodis verscheiden resolutiones 
sijn genomen , dat se sullen to de elassicale vergaderinge thogelaten wer- 
den, kan ock den olderlingen van den Dam hoer versoeck niet afgeslagen 
werden, mitsdien dat uth haerem middell van den consistorio aldaer ein, 
de daertho schintt de bequaemste the wesen, sall eligert worden umb 
sick nefPen den pasteer aldaerhen te vervoegen, j edoch dat ditt den van 
dem Dam dermaten niet sall thogestaen werden als hebbende eine pree- 
minentie boven de andere kercken in dem classe , sonder dat idt ock den 
anderenn kercken , dar idt bequamlick gescheen kan , sall thogelaten wer- 
den, bij sovere se ditt in den classib. werden versoeken. 

3. Dominus Cornelius Hilleniüs, dominus JoAcmMus Sorius und 
dominus Gerhardus Johannis hebben wederom dem sijnodo rapportt ge- 
dahn de schrifft des E. E. Doode van Amswehr doorgelesen the hebben, 
und verklaren den inholdt darvan the wesen sijne truwe arbeitt, ner- 
sticheitt und grote kosten vor de kercke und armen van hem angewent 
bekant the maken, twelck de sijnodus mit benoegen hefft angenomen. 

Sessie 8 antemeiidiana 8 Maij. 
1. Hefft dominus praeses de actie mitt dat gebedt angefangen. 

Van den gravaminibus classium. 

Gravamina classis Dammonensis. 
Ad 1 gravamen, dewile de geruchten gaen streckende tot verkleine- 
runge des h. predignmpts und verhinderung gueder prediger, de hoere 
conscientie hirin niet beswaeren willen, datt enige sick understahn deer 
geschencke und gifften der collatoren stemmen an sick te kopen und vor 
pastoriedensten grote summa van penningen uthbieden , oft niet de ehrwer- 
dige sijnodus enen weg koene finden, woerdoer den collatoren de hope 
umme geschenck tho genieten afgesneden und den anderen de hant ge- 
sloten werden moge, resolvert sijnodus, datt alle predigers, de van nu 
vortan tho dat predigampt mochten heropen werden und sonst van de 



l) „Luninckhuisen" YY heeft „Luijnckhui»en". 



330 

eene platse iip ein ander mochten vertrecken, allehr datt se van den 
classibus angenoraen werden, behoeren in dem collegio der E. E. heren 
Gedeputerd. mit eede the verklaren, dat se per simoniam edder doer 
belofften van geschencken, an den collatoren gedahn, de beropinge niet 
erlanget hebben, dat ock domini depiitati sijnodi sullen bij de E. E. 
heren Gedeput. anholden, datt siilckes efFectiiertt moge werden. Sall ock 
up den lantsdag vorgestellet werden, wo den collatoren, hirinne delin- 
querende, sall mogen tegenstan worden. Sullen ock de predigers vor 
haere respective classen sancte betuigen neen simonie van hen gebruicket 
the wesen. 

2. Ad grava. 2, dewile men spoertt, dat idt den kerckvogden und 
caspelluiden an velen orden mehr umme de pastorielanden , dat se deselve 
umme halve hure mogen an sick holden als umme einen pastor tho 
doende is, woerdor se de beropinge einer predigers soken te verhinderen 
und retardieren, ofte ten minsten enen prediger vor overleveringe der 
beropinge darhen dwingen , datt he hen de belofften moet dhoen de landen 
ehnen the laten holden vor gewisse und minder huiringe, off men solcke 
unordnung niet koene bejegenen edder affschaffen, res. sijnodus, dat 
solckes van den dominis deputatis sijnodi an de heren Gedeputerd. sall 
geremonstrert werden, datt hen van den E. E. heren de hant darom 
gelentt worde, dat solcke abusen afgeschaffet mogen werden, und wadt 
van den heren Gedep. niet kan gescheen, solckes wijders up enen lants- 
dag versocht the werden. 

3. Ad 3 grav. , offt dar iemandt uth den classen wolde wadt drucken 
laten , of he dan niet sall geholden sijn solckes erstlick dem classi , under 
welckem he sorterende is, the laten visiteren, ehr he idt tho dem ende 
den heren professoribus tho Gronningen exhibertt, iss resolvert, dat hirinne 
na de kerckenordning und verscheiden resolutiones synodales sall gedahn 
werden, und datt men de respectieve classes niet sall vorbijghaen. 

4. Ad grava. 4 solde classis geme sehn, dat nochmals om ein sekere 
eheordening und affschafFung des missbruickes des sabbathdages und der 
grote leedtbehren muchte angeholden werden. 

Res. sijnodus, angesien do kerckenordnung dat in denn mundt hefft, 
und hett landtrecht selven lib. 3 art. 66 sick referiert tho sekere wetten 
der h. kercke, dat men up de lantsdage solle anholden, dat solcke 
wetten gestelt und apentlick bekant gemaket werden. Desgelikenn ock 
wegen den missbruick des sabbathdages und de excessive kosten up den 
leedtbehren. 



331 

Gravamina classis Loppersumanae. 

5. Ad grav. 1 , dewile ehrtits ein decretum up den sijnodis is genomen 
worden, dat sick niemandt sall verdriesten ein beroep des h. ministerii 
an te veerden sunder consent der vacerende gemeinte und approbatie 
des classis, und doch van enigen dar platt tegen gedahn wertt, so wolle 
de ehrv, sijnodus verklaeren, "wattvor censura aver sodane delinquenten 
beheert the ghan. 

Res., dat de censura daraver sall ghan, dat de vocation niet beheert 
legitima geachtet te werden, dat ock de persona, daraver dit gravamen 
vomemelick gesteltt, niet geachtet wertt tegen classem Loppersumanam 
delinqiiert the hebben. 

6. Ad grav. 2, nademale befunden wert, dat enige personen sunder 
verlofF des classis up enige vacerende platsen predigen, und ock (de be- 
ropinge darvan erlangett hebbende) sunder verlofF derselver datelick sick 
mit de woninge aldaer nedersetten, gifft classis dem sijnodo tho bedenc- 
ken, watvoer censura hemamals aver solcke personen beheert geholden 
tho worden. 

Res. , datt classis , lettende up alle circumstantias , indien solcke exem- 
pelen mochten vorfallen , entweder allein edder mit ad vis der deputatonim 
sijnodi darinne solle dhoen. 

7. Hirtuschen hebben de ingeseten van >Iarsum ein schrift ingelecht 
deses inholdens sehr verwundert the wesen, datt sijnodus haere beroping, 
an Laxtejstum juniorem thogesonden, als unwettelick the wesen cassert 
hefFt, betuigende dat se by sodane beropinge gedachten the verbliven 
und nummermehr darvan af tho treden, mit vele andere ungeschickedo 
und ten dele unwaerhaftige reden, wittlopig darin verhaelt. 

Res. sijnodus alsnoch the verbliven bij de vorige resolutie. 

8. Ad grav. 4, nademall ehrmals ein decretum in sijnodo is gepassertt, 
datt men in platse der disputatien sick in allen classibus exercere in 
concionando, welckes denn sehr profitelick is umme vele reden, datt 
solckes sowell in dem einen classe als in den anderen sonder under- 
scheitt moge werden geplegett, wertt van den sijnodo angenomen, und 
sall van denn deputatis sijnodi in allen classib. hirup gelettet werden, 
oft dar ock in gedahn werde. 

9. Ad grav. 5 entlick, dewile nu ein jahr edder twee hett verletten 
van ossen, peerden und dergeliken sehr is ingereten, welckes dan is 
eine occasie van de enthilligung des sabbathdages und van vele unor- 



332 

dentluïheiden und enomie sunden, wert versocht, dat solckes doch van 
unse christlike overicheitt mochte werden gewehret 

Ees., dat deputati sijnodi solckes den E. E. h. up den lantsdagen 
sollen remonstreren. 

Gravamina classis Middelstumanae. 

10. Grav. 1, ofFt niet de inlandische und prediger kinder in de pro- 
vintie in promotionibus voor den anderen behoeren befordert the worden 
caeteris paribus. 

Hes., datt idt billick behoere te geschieden und b|j den heren an tho 
holden, datt idt ock moge effectuertt werdenn. 

12. Grav. 2, dewile grote negligentia wert gespoert in de classicalo 
vergaderingen , datt vele sick absenteren und in langer tijdt niet tho den 
dassen komen, wadt remedie men sall vor de hant nemen umme solcke 
negligentiam aff tho schaffen. 

Res. sijnodus, datt de predigers sullen emstlick vermant werden de 
kerckenordnung desenangaende the volgen, de classicale vergadening 
flitig bij tho wohnen, und de hirtegen mochten dhoen, bij soverre se 
nene wettlicke entschuldigung ehrer absentie koenen inbringen, daraver 
van haere respective dassen sollen censurert und mulctert werden, ünd 
so enige de authoriteit des classis werden verachten, sullen de deputati 
sijnodi in denn visitationibus de hant daran holden. 

Gravamina classis Enerumanae. 

12. Grav. 1, oft idt niet nottsakelick wehre, dewile de kremer allerleij 
papistische boeken allenthalven in de ümmelanden bringen the verkopen , 
daerdoer vele abuijscn und andere ungeregeltheiden ontstaen, datt men 
bij de E. E. h. Gedep. vant stadt Gronningen und Ümmelanden anholden 
soUe, datt se dariu remedieren und die versieninge dhoen, datt sodan 
laster und afPgodische boecken henfemers niet mogen allenthalven the 
verkopen ummegedragen werden. 

Iss resolvert, datt men solckes doer de deputatos sijnodi an de h. 
Gedeput. soUe versoecken. 

13. Gravamen 2 , dewile Adolphus vax Bestex doer andrivinge des in 
dem jahr anno 1616 in dem Dam geholden sijnodi in einen swaren pleitt 
tegens den E. E. juncker Reint Albeiida tho Spiek van wegenn enige 
famose beschuldingen , so dem sijnodo bekent, iss gekamen, welcker 
juncker allerhande uthfluchten soecket, also dat de sake tho nenem ende 
kumpt, und derwegen hem domino Adolpho allein tho swahr sall fallen 
sodaenen pleitt tegens den E. E. juncker vorschreven uth the foeren, so 
noch sub judice hanget, of den niet behoerliken was, datt de ehrw. 



333 

sijnodus hem Aix)lpho de behulplike hant darin the leisten, darmit sine 
ehre und gude name geredde t moge 'werden. 
Hes., datt darin van dem s^jnodo sall gedahn werden. 

Oravamina classis Suidhormianae. 

14. Grav. 1. Klaget hett classis noch aver datt punctt van de doope, 
datt hirinne niet gelick gehandelt wertt als in Fresslandt unse naberschup , 
angesien datt de prediger alldahr ungedopte personen copuleren , nnd also 
datselve bij uns niet mach gescheen, so werden unse medebroders sehr 
gemolestert und de kerckendienst bij uns gelastertt. Iss derhalven des 
classis versoeck, oft idt den predigers ter platse, daer solcke moijte 
entstaet, niet mag fre^stahn up alle circumstantien te letten. 

Res. Is in sijnodo resolvertt, dat men desenangaende doer de deputatos 
sijnodi sall schriven an den coetum Embdanum und ock an den sijnodum 
in Westfriesslantt, datt se sick mit uns hirinne sovele mogelick wolden 
verenigen, und so solckes niet gescheen kan, dat tenn minsten de pre- 
digers in hoeren respective coetu und sijnodis darhen tho holden de 
personen uth deser provintie, de ungedoopt sin und copulatie aldaer 
versoecken, niet willen copulieren. 

15. Grav. 2, of de dope, so van den circumforaneis papistarum 
bedient wertt, sall vor legitimus geholden worden hir bij uns in unsen 
orden, dar ordentlick kerckendienst is, und daer hoer dienst van den 
magistraet verboden is. 

Verklaertt sijnodus, datt se sick hirinne gelickformich holdett der 
antwort des sijnodi nationalis , tho Middelborch geholden , in quaestionibus 
particularibus quaest. 73, luidende van wortt tho wortt wie volgett: 
Waervoer men de doop der vagabunden papenn holden sall? Res. indien 
sie macht hebben umme the doopenn volgende der regulen der Komischer 
kercken , so sall de doope bij haer bedient (hoewell sie uth haeren platsen 
verdreven sin) niet wederhalt werden. Maer de doope van monniken und 
dergeliken, de nene macht hebben om the dopen volgende derselver 
regulen, sall van neener werden geholden werden. 

Sessie 9 pomeridiana 8 Maij. 
HetTt dominus praeses de actie mitt datt gebedtt angefangen. 

Gravamina classis Oldamptinae. 
1. Grav. 1, of niet christelick, dat van dem sijnodo doer dessen 
deputatos nerstig werde gearbeidett, dat dat affgodische altaer in do 
kercke tho Siddebuihren , sijnde ein schandelos averblifsell des heillosen 
paussdoemss, doer autoriteitt der wettelicken magistraten weggeschaffet 
werde. 



334 

Res. Yerklaert sijnodus, datt solckes van hoeren deput. den E. E. h. 
Gedeput. soUe remonstrert werden, darmitt hettselve moge afTgeschaffet 
werden. 

2. Grav. 2. Also im voerganden sijnodo sess. 6 art. 11 rede is besloten, 
dat de christlicke overieheit tho affschaffing des nnfledigen dansens sall 
werden sollicitiert, of niet nodig, datt de kercke ock hirin dat hoere 
dhoe, dat solcke lichtferdieheitt doer eine synodale resolutie an alle 
ledematen der gemeinten verboden imd den pastoribiis uperlecht werde, 
dat ein jeder bij siner gemeinte und dessen ledematen mit vermaningen, 
und by den halsstarrigen mit kerckelike censura doer thodoent der respective 
olderlingen van allsulck ergerlick huppen imd springen soecke the siii- 
veren, und datt ten volge de classes in haere elassicale censuren damp 
letten, of ein jeder hirin sin ampt genochgedahn hebbe. 

Res. sijnodus, datt de predigers hirinne haer beste dhoen sollen, datt 
solckes erstlick bij haere ledematen , darna doer de autoriteit der overicheitt 
by den anderen moge afgesehafTet werden. Und sollen de classe haere 
respective predigers darhen emstlick holden und vermanen hirin hoer 
ampt trowlick na tho kamen. 

3. Nadem de gravamina classium sin afgehandelt, und de deputaü 
des verleden sijnodi an desen sijnodum rapport gedahn hadden, watt se 
vormoege haerer commission gehandeltt hadden, sijn se uthgegaen, of se 
ock ergentwaer in vermaentt behoren the worden. Is nichtes vorgebrachtt, 
dan sie van dem sijnodo samptlick ehres truwen denstes, vlitt und 
nersticheitt hochlick bedancket wordenn. 

4. De prediger des sijnodi gefraget sijnde, of se ock noch ichteswatt 
vor tho stellen hadden , sijn enige reden vorgefallen , datt de E. E. juncker 
Starckenborch tho Wetzinga an den collegio der h. Gedeput angegeven 
liadde, wodatt ein prediger uth dem classe van Enerum sick dermaten 
mit drunckenschop verlopen , dat he up und van dem wagen hadde moten 
getiltt worden. 

Sullen deputati sijnodi darhen arbeiden, datt sodane person namhafftig 
gemaket moge werden, und solckes dem classi an tho dienen, darmit 
na behoeren darin gedahn werde. 

5. Is doer enige fratres dem sijnodo van dem classe Middelstumana 
angedienett, dat se tegen de vorige resolutiones sijnodales des pastoris 
tho Middelstum sohne thogelaten hadden den predigstoell in sines vaders 
absentie enige weeken tho verwahren , welckes sijnodus ten hogesten hefft 
improbertt, in betrachtung datt he noch sehr junck und tot sulcken denst 
unbequam geachtet wertt, so van wegen sijn habijt wo ock andere mores 



335 

indecentes, und dewile he ock noch niet to dat predigampt thogelaten. 
Daraver classis tho reden gestellet s^jnde darup verklaertt, dat se hem 
woll solckes uth enige reden hebben thogelaten, doch niet absolutelick 
sunder mit gewisse restrictie, und dat de sake noch in integro sij. 

Resolvert ergo sijnodus, dat em sall hirmede verboden sin in solcker 
forma the predigen, doch of he mochte vor einmall loco patris predigen, 
dat solckes sall gescheen in bijwesen eines edder twier predigers. 

6. Sullen ock domini deputati sijnodi mit domino doet. Ravensbergero 
sick bespreken, dat de studiosi theologiae, de ad s. ministerium aspireren 
und in Gronningen in concionando sick exerceren , sullen vermaent werden 
sick watt matiger in haeren kledingen the dragen. 

7. Is ock vorgef allen eine f rage, of niet vor guedt geachtet wertt, 
datt de nederlantsche catechismus mit de gétuichnisse der sproken , darvan 
up de kant alleinlick anwisinge gedahn wertt, ten vullen achter ein jeglike 
frage gednicket werde, gelick de hochduitsche catechismus und Neder- 
lantsche Confessie gedrucket sijn. 

Achtet sulckes sijnodus nutlick the wesen, und dat derwegen deputati 
sijnodi einen edder twee dartho sollen nomineren, de hen dartho dunckt 
bequaemst the wesen, umme sulckes int werck the stellen und bij den 
E. E. h. Oedeput. umme de kosten dartho an the holden. 

8. Sall ock ein geschrift van sijnodo afgeferdiget worden an Jodocüs 
BuLow, sick uthgevende vor pastor tho Veerhuisen, datt he sick des 
predigamptes solle entholden, beth dat he sall dem classi Enerumanae 
vullgedaen hebben, und so he contumax mochte befunden werden, solckes 
den deputatis synodi angedient te worden om alsdaen nae behoer daerin 
gedaen the worden. 

9. Sijn deputati sijnodi genominert, und bliven vann den vorigen de- 
putatis doniinus Corneliüs Hillenius und Johannes ScHONENBORorüs , bij 
welcken nu adjungert werden dominus Georgius Pi^aus und dominus 

JOHANNES LOLINGIUS. 

10. Indien ock enige predigers uth desem sijnodo mochten van den 
broderen uth Hollandt entboden worden, syn dartho elegert dominus 
CoRNELTOS HiLLEinus uud domiuus Georgius Plaous. 

11. Is censura morum geholden, wo anfencklick geschen, und up 
nemant ichteswat strafbarlick vorgebracht. 

12. ünd is also de sijnodus mit dancksegging geendiget, und de acta 
van den anwesenden pi*edigeren, up den sijnodo vergadertt, undertekent 
worden. 



336 

Georgius Plaoijs, pastor Dammonensis , sqnodi praeses. 

CoRNEiJus HiLLENius, sorvus Jesu Christi Oroningae, sijnodi assessor. 

Henricüs Baniüs, pastor in Hellem, sijnodi scriba. 

Martinus Meierus, predicant tho Westerbroeck. 

CoppEN Jarges. 

Reqnerus Wolffius, pastor in Weijwerdt 

Walraven!), servus J. C. in ecclesia Westererabdana. 

JoACHiMus Sorius, pfcdigcr tho Loppersum. 

Lambertus Hexricides, prediger ten Post und Wittewerum. 

WoLFFGANGus Agrioola , prcdigcr tho Bedum. 

JoACHiMTJs BoRGESius, ccclesiastes in Westerwitwert. 

QoDEFRrous Lo3£EiERius, p. tho üsquafdtt. 

Alardus Besten, ecclesiastes in Petersburen. 

JoHANNES ScHMALTiTJS, pastor in Tynallinga. 

Bernhardus Sagittarius, pastor tho Enerum. 

JoHANNES ScHOONENBORCH , ecclosiastes in Groot Adewaert. 

Gerhardus Johannis, pastor in Noorthorm. 

Marcus Marsmannus, dienaer Christi in Wirum. 

JoHANNES LoLiNGius, occlesiastes in Noortbroeck. 

WiGBOLDiTS Homerus, pastor tho Midwolda. 

Stephanus Cohnius, pastor Bourtanganus. 

Dese acta synodalia mit den originali exemplari gecolla- 
tioneert, syn mit denselven accorderende bevonden. 
Actum 3 July anno 1618. 
CoRNELiuB HiLLENius, doputatus synodi. 
Johannes Schonenborch , deputatns synodi. 



[Missive der deputaten namens de synode van Groningen 
aan die van Friesland]. 

Eerweerdige, godsalige, welgeleerde, wyse, voorsienige broeders. 

In den laetsten synode nationali is geresolveert, als de e. w. broeders 
weten, dat geene persoenen tsy beyde tsy eene derselver ongedoopt synde 
in den hou wely eken staet souden tsaraengegeven worden, ten ware dat 
die beyde off immers de eene, ongedoopt synde, na orden den doop soude 
ontfangen. Dit wort by ons, wanneer wij sulx vernemen, onderhouden. 
Doch verstaende dat sulx by den predickers, onder uwer e. w. synodo 



1) „Walraven" YY heeft „W. Walraven". 



337 

behoorende, niet alleen niet soude nagecomen worden, maer oock dat in 
eenige plaetsen ons nabygelegen sodanige tsamengegeven souden worden, 
dien in onse quartieren sulx wordt geweygert, waerdoor de predickers 
deses synodi, die uwer e. w. quartier naestgeseten syn, niet weijnig 
worden beswaert, ende eenige nasprake ende onstichtinge coemt te ontstaen, 
soo en connen de broeders des synodi deser provincie niet nalaten de 
e. w. broeders vrientlyek te versoecken , soo hierin deselve met ons ende 
andere quartieren geene gel^ckheydt connen houden, dat ten minsten in 
de plaetsen off kercken uwes sijnodi de predickers die niet souden in 
den echtenstaet tesamengeven ofT bevestigen, dien sulx om sodaniger 
oorsake by den kercken alhier wordt geweygert, tenware dan dat de- 
selve kercken oft predickers sulx om eenige insichten schriftelyck mochten 
versoecken, ten eyndo het quaetspreken der Mennoniten ende andere 
voorgecomen , sodanige onse predickers niet door misnoegen ende beschul- 
digingen beswaert ende alsulcke ongelycke handelyngen in plaetsen, soo 
na den anderen gelegen, bevonden souden worden. Wij twyfFelen niet, ofF 
uwe e. w. sullen dit tot stichtinge bedyncken ende sooveel mogelyck ons 
de vrucht laten vernemen, bereyt synde mede alles te doen , des versocht 
wesende, wat tot ruste ende stichtinge der kercken onder uwe e. w. 
geseten soude mogen dienen. 

Eerw. , godsalige, welgeleerde, wyse, voorsienige broeders, de goede 
God wil uwe e. w. genadelyck segenen, verstercken ende in uwe e. w. 
vergaderinge door synen geest praesideren. 

üyt Groningen desen 29®» Maij anno 1618, ende uyt last ende den 
name onses synodi, in desen jare in Appingadam gehouden, by ons de 
deputati desselven synodi. 



Ada synodi provincialis extraordinariae , uytge- 
schreven ^) van Syn Gn. stadtholder und den E, E. 
heeren Gedeputeerden der stadt Groningen und Om- 
lafiden , begonnen in Gronifigen den 7^^^ Septembris 
ende qeeyndigt den 10^^ ejusdem anno 1618. 

Sessio 1» den 7«« Septemb. hora 3» pomeridiana. 
1. Is synodus van Georgio Placio, jongstgeholden synodi praeside, 
met den gebede aengefangen. 

1) „Acta — uytgeschreven" YY heeft: ,,Acta extraordinariae synodi provincialis 
(haec fuit secunda anni 1618 et XXV in ordine) uthgeschreven". 

Acta syn, provine, VIL 22 



2. Syn uyt allen classibus deser provincie volgende personen met 
credentien verschenen, gecompareert und in censura inculpabel befunden 
synde, om sessie tho hebben toegelaten: 

ex classe Oroningana: 
Dn. CoRNELius HiLLENius, predigcr in Groningen, 
Dn. HuBERTUs Brucherüs, p. in Haren, 
Dn. licent. Egbektüs Halbes, senior; 

ex classe Dammonensi: 
Dn. Qeorgius Placius, p. Dammonensis, 
Dn. TiTus Theodori, p. in Slochteren, 
D. Regnerus WoLFFiüs, p. in Weywert; 

ex classe Loppersumana : 
Dn. JoACHiMus Zoritjs, p. in Loppersum, 
Dn. W1LHE1.MU8 Walraven, p. in Westerembden , 
de E. E. joncker Johan RmFFELAERT , senior van Stediim opt Woel; 

ex classe Middelsumana : 
Dn. WoLïxsAKOus Aokicola, p. in Bedum, 
D. Andreas Straetman'nus , p. in Suytwolda, 
D. JoAciimus BoRGESirs, p. in Westerwy twert ; 

ex classe Enerumana: 
Dn. JoHANNES ScHMALziiTS, p. in TynaUinga, 
D. Petrus Crusius, p. in Saxiimhiiysen , 
D. Bernhardus Sagittarius, p. in Enerum; 

ex classe Suythomimana: 
D. Bernhardus Andreae, p. in Esinga, 
D. JoHANNES LuBBERTi, p. in Grypskcrcke , 
D. Gerardus Valckius, p. in 01de und Nihehoven; 

ex classe Oldampt: 
D. WiGBOLDUS HoMERi, p. in Midwolda, 
D. JoHANNEs LoLEVGius, p. tho Noortbrock , 
D. Stepilvnus KoHNius, p. in Bourtanga. 

3. Censiire over eenige credentien^), — Synodus in eenige credentien, 
den E. broederen van verscheyden classibus mitgegeven , de gewoonlycke 
clausulam desiderende (alsdat classis sich den judicio synodi submittere, 
derselven resolutien aenneme tho achtervolgen) daerenboven aenmerckende, 
dat de restriction , van eenen classe haren credentzbrief inverly vet (alsdat 
hare deputati sich sullen hebben tho reguleren na haer classicael boeck), 
niet alleen niet gewoontlyck is, sonderen tho praejudicie des synodi 



1) De randschriften in deze acta , die ook in Y Y voorkomen , ontbreken in ZZ. 



339 

conde geduydet worden, res. synodus, oft sij wel voor ditmael in der 
verandtwoordinge der tegenwoordige h. broederen, over dese hare credentien 
gedaen, acquiesceert erachtende, dat de faulte meest by den schry veren 
derselver syn begaen, doch de classes hiermede wil vermaendt hebben, 
dat hiemamaels in sulcken saecken voorsichtiger gehandelt und die 
voorsorge gedragen werde van de classibus, dat op anderen t\jden de 
credentzbrieven in debita forma gestelt werden , imde hebben classes hare 
deputatos eeniger poincten wegen te belasten, dat densel vegen particuliere 
instructien daervan gegeven werde. 

4. Electie praesidis, assesaoris et scnbae. — Syn met gemeijne stemmen 
eligeert in synodi hu jus praesidem D. Corneliub Hillexius, in assessorem 
D. WoLFGANGUs Agricola, iu scribam Georgiüs Placius. 

_5. Professores theologiae ad synodum te noodigen etc. — Is van D. 
praeside voorgestelt, dewyle in synodo nationali Dordracena anno 78 
Inyth des 52®" articuli goedtgevonden und resolveert is, dat soo classes 
oft synodi quamen tho vergaderen in plaetsen , daer professores theologiae 
syn, deselve sullen Itegroetet werden sulcken classicalen of synodalen 
vergaderyngen by tho wonen und met haren raedt und instemmingen 
tho assisteren, of deswegen D. D. Gomarus, synde van den theologis 
alleen tegenwoordig in Groningen, niet solde begroetet worden. 

Res. Welckes , dewijle synodus sich heeft laten gefallen , syn D. praeses 
und D. assessor belastiget sulckes nomine synodi aen D. D. Gomarum te 
versoecken. 

6. Predicatie op Mittweecke nomine synodi. — Heeft D. praeses uyt 
begeerte D. Bernhardi TnEODORia, pastoris Groningani, aengediendt und 
versocht, dat op volgende Midtweken een uyt dese vergaderinge syne 
vices int predigen wolde vertreden volgende de synodale resolutien, nu 
etlycke jaren achtervolgt, waerthoe D. Joachimus Borgesiüs, p. in Wes- 
terwytwert (synde de ordininge gecomen ad classem Middelsumanam) 
genomineert is. 

7. Tydt der vergaderinge. — Is besloten morgen onx.9 uren weder tho 
vergaderen. 

Heeren Gedeputeerde te versoecken. — Desgelycken van D. praeside und 
assessore begeert, dat hare w. de E. E. h. Gedeputeerden versoecken 
wolden, daromit uyt haren collegio eenige heeren mochten committeert 
werden desen synodo als gewoonlyck by te wonen. 

Sessio 2^, 8 Septembris hora 9 antemeridiana. 

1. Rapport van wegen D. D. Gomari eoccuse om niet te compareren. — 

22* 



340 

Heeft D. praeses relateert, dat syne w. neffens D. assessore D. D. Gomaro 
des synodi versoeck insinueert hadden, ende dat D. D. twaer geneyget 
Tind bereydt was den synodo to wilfahren, sich averst excuserende, dat 
solckes niet conde geschieden buyten versuuymenisse der lectionum und 
noodtwendiger occupatien, voorneemlyck wegen eener disputation, soo 
geholden solde worden, begeerende dat synodus dese syne excusation 
und uy tbly ven ten besten wolde opnemen , verclarende oock indien synodus 
syn advys und stemme over eenige puncten solde forderen, bereydt und 
willig tho syn den synodo na vermogen daermet tho dienen. 

Wordt wederom aen ü. ü. Qomartjm gesofiden. — In welcke excusation 
D. D. GoMARi synodus niet acquiescerende, heeft D. Stratemannum met D. 
licentiate i) Halbes afgeveerdigt nochmaels syne E. te begroeten, dat deselve 
onbeswaert wolde syn, wo niet desen voormiddag doch tenminsten na 
den middag in synodo to verschynen und denselven in dese wichtige 
saecken, die den lectionibus und anderen occupationibus behooren voor- 
getrocken te werden, mit syn raedt und stemme behulplick te syn, 
welckes van D. Stratoianno und D. licent. Halbes alsoo baltt verrichtet is. 

Belovet te covien, — Und heeft D. D. Gomauüs belovet sich opt begeeren 
der heeren broederen in tho stellen. 

2. Rapport van wegen der E, E, Iieeren comparitie, — Heeft D. praeses 
mede den synodo te verstaen gegeven, dat hy neffens D. assessore mit 
den E. E. Bocco Auma2), idtzo praesiderende in den collegio des heeren 
Gedeputeerden, gesproken hadde, dat eenige uyt den collegio, gelyck 
gewoonlyck is, der synodalen vergaderinge und handelynge mochten 
by wonen, waerop syne E. E. belovet heeft, dat sulckes solde geschien. 

Dewyle averst tegenwoordig noch niemandt was van den voorss. collegio 
gecompariert , syn D. Crüsius ende D. Borgesius aen dat collegium we- 
derom gesonden uyt namen des synodi te versoecken , dat de E. E. heeren 
uyt haren middel wolden believen te committeren sodanige, die der 
religiën toegedaen und membra ecclesiae syn, gelyck geschiet is. 

Comparitie der E, E. heeren ende D, 1), Gom^vri. — Unde syn daerop 
in synodo tot dien eynde erschenen de E. E. Johan Drews und de E. E. 
Bocco Aitma2), waerna D. D. sich oock ingestellet, die deswegen van 
den praeside nomine synodi syn bedancket worden. 

3. Uyischrgnnge ende articulen des synodi naiionalis. — Hebben de 
tegenwoordige heeren Gedeputeerden des collegii die uytschrijvinge des 



1) „licentiata'* naar YY. Onze cotl. heeft de afkorting „li". 

2) „Auniu" YY heeft „Ainvoma'*. 



341 

synodi nationalis und d'articulen dienaengaende , bij den Hooch Mogenden 
heeren Staten Generael gearresteert und gestelt, den synodo insinueert. 
Die voorgelesen syndel), soo heeft synodus tot achtervolginge volgender 
puncten volgende resolutie genomen. 

4. In actis synodorum na te sien^ of eenige saken ad s^ynodum natio- 
nalem gerefereert »yn, — Eerstlyck aengaende de quaestien ofte swarichey- 
den, soo in provincialen synodis niet hebben connen afgehandelt werden, 
sonderen ad synodum nationalem geremitteert syn, siet synodus voor 
goet aen, dat de acta synodonim praeteritarum in dese provincie van 
anno 94 aen doorgesien , und die saken , soo tot den synodum nationalem 
refereert syn , gecoUigeert und den synodo bekendt gemaeckt worden. Und 
om sulckes te verrichten syn D. Bernhardus Andreae ende D. "Walraven 
besteraraet worden. 

5. Dat de vyf articule ende ander dwalingen der Arminianen sullen 
ondcrsocJit werden. — Aengaende de 5 articulen , soo van den Remonstranten 
in controversiam getogen, die na goetvindinge der Hooch Mogende heeren 
Staten Generael in synodo nationali sullen geexamineert worden, is van 
D. praeside voorgestelt, dewyle niet alleen de gereformeerde leere door 
de vyf articulen, in der conferentie gestelt, van den Harminianen ende 
Vorstianen bestreden, sonderen vele andere grove dwalingen daeronder 
schuylen, und meer articulen und puncten der waren gereformeerden 
religiën aengevochten worden, oft niet noodig solde syn, dat niet alleen 
op de voorss. 5 articulen, sonderen op alle articulen der gereformeerder 
leere na ordre des Heydelbergschen Catechismi und der Nederlandtscher 
kercken Confession, und woefeerne der Harminianen gevoelen und schriften 
daermet overeencomen of niet, gelettet worde tho merder openbaringe 
der valscher leere der adversanten und tho befestigung und versterckung 
der rechtgelooviger kercken. 

Res. synodus, dat solckes goet und noodtwendig sal syn. 

Sessio 3» hora 2* pomerid. 80 Septembris. 
1. Oordeel des synodi over de 5 articulen der Bemonstranten. — Fusis 
precibus sindt de 5 articulen, gelyck se van den Remonstranten in der 
conferentie gestellet und van henselvest in horen eygen schriften ende 
boecken verclaret worden, in der vreese des Heeren overdacht und na 
den regel des geloovens der h. schrift examineert worden. Und verclaert 
synodus eynhellig: 

Over den l^^o artyckel. — Aengaende den 1®° articulum van der prae- 



1) „synde" YY heeft „sijn". 



342 

destination, dat deselve Godes woordt niet is conformlyck gestelt iind 
insonderheydt na hoer eygen verclaringe , soo in der eonferentia als andere 
horen schriften by henselven over dussen artyckel gedaen , gantzlyck stryde 
tegen Gods h. woordt und gevoelen der rechtgelooviger kercken. 

Over den 2^. — Desgelycken van den 2®" articulo, dat Christus voor 
alle und een yder gestorven sy etc, verdaert synodus, dat deselve 
directelyek tegen de h. schrift stryde , und van den Remonstranten vreemde 
und onschriftmatige reden in denselven gebruyckt worden. 

Over den 3«". — Tertius articulus van de oorsaecken des geloofs, oft 
het wol in rechten verstandt konde geduldet worden, jedoch ten aensiea 
harer verclaringen und geduirige leer der Arminianen van desen puncte. 
werdt gelyckerwyse als onschriftroatig und bedrieglycken gestelt, van 
synodo verworpen. 

Over den 4«". — Articulum quartum van de werckingen der genade 
Godes, item de gratia resistibili etc. verwerpt synodus mede ten aansien 
sonderlyck harer eygen verclaringe und clausulam, desen articulo byge- 
voegt, als valsch und mit Godes woordt strydig. 

Over den ö®». — Articulus quintus aengaende dat gevoelen und twijffel 
der Arminanen, soo van de volharding der gelooviger als derselver totale 
und finale afwyckinge van Christo, werdt mede als onrecht und tegen 
Godes woordt, natuir und beloften strydende verworpen. 

Sessio 4», 90 Septerabris hora 9* ante meridiem. 

1. Of eenige ie citeren syn. — Is van D. praeside omgefraget, of 
eenige classes in saken und quaestien mede aengaende persoenen, die 
absent syn, synodum hadden te consuleren, opdat d'absentes, soo idt noodig 
und doenlyck was, mochten om te compareren citeert worden. 

Classis Loppersumana doleert aver eenen Vito tot Garsshuysen, — Is 
daerop alleen van classis Loppersumanae deputatis voorgestellet , dat haer 
classis doliantien hadde over D. Vitum, voceert thom pastorem und 
wonende in Garshuysen, in welcker saken sy uyt last hares classis des 
synodi advys und raet hadden te versoecken. 

Res. synodus, dewyle D. Vitüs absent und de tydt tho kort is hem 
te verwittigen, oock in negestgeholden synodo aireede etwas in deser 
saecke gedaen is, dat de reste, soo niet kan in classe Loppersumana 
afgehandeJt worden, ad deputatos synodi devolveert wordt, conform der 
resolutie des voorgangenen synodi, 

2. Gravamina, die ad synodum nationalem dienen gebracht te worden, — 
Sint volgende gravamina van den classibus ingebracht und noodtwendig 



343 

befunden, dat deselve nomine hujus synodi den aenstaenden synodo 
nationali voorgestelt werden, als het mede den landtstanden sal believen 
und van denselvigen approbeert worden. 

1. Van een cUgemeyne kerckenordininge ende gelyckheydt der ceremo- 
niën. — 1. Dat een algemeene kerckenordininge in synodo nationali ver- 
feerdiget werdo, waerin van het beroep der dienaren der kercken, van 
wien und woe deselvige behoort te gescliieden, daerbenevens oock van 
gelyckheydt der ceremoniën und der feestdagen gehandelt werde. 

2. Van een gemeyne eheordininge, — 2. Dat oock een algemeene ehe- 
ordininge, daerna een ygelyck sich hebbe tho richten, gestellet werde. 

3. Vant mishruyek der geestelycker ende kerckengoederen, — 3. Dat de 
misbruycken der geestelycken und kerckengoederen gecorrigeert und ge- 
betert moge worden. 

4. Of eener, in syn ouderdom alleen van den Wederdooperen gedoopt 
synde ende hem nu by ons gevende , ten avontmael begeert te begeven , eerst 
dient by ons gedoopt te worden. — 4. Wat men solde doen , wan yemandt 
van der Wederdooperye , soo niet in syn jonckheydt maer van den Weder- 
dooperen to syn jaren gecomen synde gedoopt is , nu sich tho der Refor- 
meerden kercken begeeft und tho den avondtmale des Heeren toegelaten 
te worden begeeren wurde, of hy, te voren van den Wederdooperen ge- 
doopt synde, in onsen kercken behoeve eerstlyck gedoopt tho syn. 

5. Vant weeren der conventiciilen der Papisten ende Wederdooperen, — 
5. Dat oock der Papisten und Wederdooperen hoog schadelycke conven- 
ticulen van der christlycker overheydt ernstlyck afgeschaffet und verboden 
mogen worden. 

6'. Van de onbehoorlycke vuyttingen ende doodtbieren, — 6. Dat de on- 
behoorlycke utyngen und doodtbieren, woe niet gantschelycken afgeschaffet, 
doch ten weynigsten met meerder moderation mogen geholden worden, 
tenware dat onderdussen de standen van Stadt und Omblanden, daertoe 
door deputatos synodi versocht synde, door behoorlycke middelen solcke 
abusen mochten alTschaffen oft deswegen orden stellen. 

7. Van de legibus sumptuariis^ de cxcessive bruyloften ende dansen der 
lidtmaten. — 7. Dat oock leges sumptuariae gestellet, insonderheydt de 
excessive bruydtloften door de christelycke magistraten gematiget, und dat 
dantzen onder der ledematen der gemeynte eens voor all afgeschaffet werde. 

8. Dat aUe diie jaren synodiis natümalis moge gehouden worden, — 
8. Dat men by den Hoog Mogenden heeren Staten Oenerael aeuholde om 
eenmael vast und seker te ordineren, dat alle drie jaren een synodus 
nationalis tho onderholdinge der waren christelycken religiën und disdplyn 
der kercken aengestelt und geholden werde, na luyt und inholdt des 
44®" artyckels synodi nationalis Hagiensis. 



344 

9. Waervoor ie houden sy de doop ende eopulatien der omhapende 
papen, — 9. Wat van der doope und copulation, by den omloopenden 
papen administreert, tho holden sy, van welcken vaganten men niet weten 
can , oft sy van den Papistischen kercken authorizeert syn tho doopen oft 
niet, und word begeert, dat tegenwoordige synodus nationalis hierop 
wolde naerder verclaringe doen van die antwoordt, in synodo nationali 
Middelburgensi op den quaestionem 73 gegeven. 

10, Hoe men met die sal handelen j die niet weien ^ of sy gedoopt syn ende 
daerover ongerust syn, — 10. Desgelycken woe men niit den persoonen, 
van welcken men niet can weten, of se in hare jonckheydt gedoopt syn 
ofte niet, sy selve daeraen twyffelende und deswegen ongerust synde 
in haer gemoedt, sal handelen. 

3. Van de redgers, die op geldtstraffe den doop voorderen^ ende igeldi 
onifangen hebbende die naderhandt met vreden laien, — Is van classe 
Middelsumana den tegen woordigen synodo voorgestellet und remedium 
versocht legen die redgers, die by geltstraife den luyden gebieden hare 
kinderen ter doop te brengen, averst dat geldt genoten hebbende sie 
uamaels met vreden laten. 

Res. synodus, dat classis, daervan exempel hebbende, hetselvige den 
deputatis synodi bekendt maecke , die by den E. E. hoeren Gedeputeerden 
sullen aenholden, dat daerinne moge gereraedieert werden. 

4. Classis 1) Enerumana int particulier doleert: 

1, Vant mishruyck der vicarien ende praebenden tot voorderinge der 
Paepsdier afgoderie, — 1. Dat de geestelycke goederen als vicarien und 
praebenden seer werden misbruyckt, oock mede tot bevorderinge und on- 
derholdinge der Papistischer afgoderie int stift Munster ende benach- 
buyrde landen. 

2, Van herckvoogden , die geen lidi?naten en syn, — 2. Dat soo in hare 
als in anderen classibus verscheyden kerckvoogden syn , die nene lidtmaten 
der Gereformeerde gemeynte syn , waeruy t niet gerynge onlust und moy te 
in der kercken ontstaet. 

5. Van diegene , die by ons gecopuleert ende gedoopt synde , by de papen 
weder copukert ende gedoopt worden, — 3. Dat eenige sich laten in onsen 
kercken proclameren , averst van Papistischen omloopenden papen trauwen , 
desgelycken eenige sich laten copuleren in onsen kercken und hore kinder 
doopen, averst by den Papistischen sich und hare kinderen namaels 
wederom laten copuleren und doopen. 

Die stucken sullen dcputati goede kennisse krygende aen den heeren 

5) \V>ór (lezen regel lii^eft YY in margine: „Classis Eneriimanac doleantien". 



345 

rernonstreren. — Res. synodus , dat classis , van sodanige stucken gewisse 
kennisse hebbende, sulekes mit den eersten den depiitatis synodi mit den 
circumstantiis , soo noodig syn tho weten , sollen bekendt maecken , welcko 
den E. E. heeren des coUegii tselve sullen rernonstreren und aenholden, 
dat mit den eersten und mit ernst solcker onordininge moge bejegent 
worden. 

5. Van den Mennoniten^ dien de copulatie hy ons geweygert synde, in 
Oostvrieslant hoer by de Lutersche laten copuleren^ sullen de E, heeren 
versocht worden oen graef Enno te unllen schryven. — Is oock van den 
classe in Oldampt tho erkennen gegeven, dat Mennoniten, weleke als 
ongedoopte persoenen, de proclamation und copulation in onsen kercken 
geweygert synde, sich in Oost-Vrieslandt by de Lutersche predigers ver- 
foegen, de copulation van denselvigen erlangen. Und synt eenige dersel- 
vigen genoemt und die plaetse, daer se copuliert sint 

Res. synodus, dat door den E. E. heeren Gedeputeerden des coUegii 
aen Syn Genade graef Enno geschreven und Syn Gn. begroetet werde, 
dat Syn Genade believe solckes in syner graefschap te verbieden und 
tegen den delinquanten behoorlycken te animadverteren. 

Sessio 5* hora 3* pomeridiana. 

1. Oniheyliginge des sabbatsdags door den pachters ende andersins ^), — 
Classis Suythornimana neffens den anderen mede doleert seer over de 
ontheyliginge des sabbathdags soo door de pachters als anders, und dat- 
selvige , of t reede de E. E. heeren Gedeputeerden een mandaet daertegen 
hebben laten uytgaen, doch niet cessiert sonderen veelmeer thoneemt. 

Res. Synodus siet voor goedt aen, dat elck prediger sulcke abusen 
und nalaticheydt der redgeren den classi, daeronder sy respective ge- 
hooren, bekent sal maken, dat sulx aen den deputatos synodi sollen 
overschry ven , weleke met allen vlydt by den E. E. heeren Gedeputeerden 
daerop sollen aenholden, daermet einmael emstlyck hierin mochte versien 
werden. 

2. Des caspels van Wirdums clachte over het incomen D. Aknoldi Hou- 
BiNon in den dienst tot Wirdum, — Sint vulmachten des caspels Wirdum, 
als de eerb. Popko Abels und D. Johanites Bertlyiïg, secretarius in den 
Dam, verschenen, dagende dat D. Arxoldus Hubingius 2) door eenige 
coUatoren tegen der meesten collatoren danck und der gantscher ge- 
meynten wille in den kerckendienst tho Wirdum is ingesettet, und den 



1) „OntheyligiDge — andereins" YY heeft „Doleantie classis Suidhomimae et 
alianim over die onthelliginge des sabbaths". 

2) „Ilubingius" YY heeft „Houbingius". 



346 

dienst aldaer verrichtet, oock van classe Loppersumana tegen ordre der 
kercken und resolutie des synodi op haer eerste gravamen, in jongst 
geholden synodo genomen , is introduceert und gemanuteneert worden tot 
destructie der gemeynte aldaer, versoeckende dat synodus wolde ver- 
claringe doen, off des voorss. D. HouBmon beroepinge sy wettelyck ofte 
niet, und deselvige onwettelyck und der kerckenordininge niet conform 
synde, of dat caspel niet behoort te verblyven by de beroepinge aen D. 
pastorem in Garrelsweer , daertho sy noch geneyget waren , ofte tenminsten 
tot kiesinge eenes anderen pastoren moge treden, als nu und nummer- 
meer in die beroepinge D. Arnoldi Houbingii tho konnen consenteren, 
doende van allen, wat by hen desfals gepasseert was, openinge. 

Waertegens D. Walravius tot voorstandt des classis Loppersumanao 
und D. HouBiNon ingebracht heeft: 

1. Dat in aenfange D. Arnoldus predigende met goedt genoegen der 
gemeynte sy gehoort worden , averst tusschen Popko Abels und de juffer 
FromaI) eeno particuliere quaestie erresen synde, heeft gemelte Popko 
Abels andere des caspels aen syne sydt getrocken und gesocht den 
pastorem tho Garrelsweer aldaer te beforderen, niet ten aensien van syne 
gaven und persoon (gelyck Popko Abels selves sich solde hebben laten 
vernemen), sonderen dat hy alleine der juffer mochte tegenstaen und 
haer voornemen verhinderen, welckes van Popko alles ontkendt werdt 

2. Heeft D. Walravius ingebracht, dat de E. E. burgmeester Gruijs 
unde de E. E. heeren gecommitteerden der cloostergoederen , dese on- 
eenicheydt vernemende, sich daerentusschen gestelt und D. Arnoldum 
HouBiNGiüM aldaer gesonden to predicken, welcke prodigt den caspel- 
luyden gevallen hebbende (welckes doch van den volmachten ontkendt 
werde), hebben se Popko Abels neffens andere des caspels Wirdum 
voorss., die als volmachten des voorss. caspels tho Groningen erschenen 
syndt, alwaer se met den voorgedachten heeren wegen der beroepinge 
Arnoldi op folgende condition syn eenig worden: 1. dat Arnoldus by 
provisie op een jaer solde blyven als pastoor; 2. dat hy de 30 daelders, 
soo syn antecessor Dunckerus uy t de vicarye jaerlix hadde genoten , solde 
missen, daerby doende dat hy D. Walravius solckes van den E. E. burg- 
meester Grui's und D. Verrutio, rentmeester, verstaen hadde. 

Waerop tegenwoordige volmachten excipieerden , dat de committeerde 
des caspels Wirdum doenmaels solckes niet hadden aengenomen , sonderen 
allen uytstal begeert op acht dagen om datselvige den caspelluyden 
und den anderen collatoren tho communiceren, welcke solcken voorslach 
niet hebben willen aennemen , oock noch niet aen to nemen gesinnet syn. 

1) „Froma'* naar YY. Onze cod. hoeft „Frona''. 



347 

3. Femers heeft D. Walkavius ingebracht , dat de E. E. heeren hooft- 
mannen, door de E. E. heeren gecommitteerde van deser saecke, und 
insonderheydt wat D. Arxoldo tho Wirdum bejegent was, verstandiget , 
eerstlyck door een mandaet den caspelluyden injungeert, dat se D. Arnoldum 
in syn predigampt solden onperturbeert laten, nachmaels na verhooringo 
beyder partien by sententie verclaert, dat Popko Abeus niet qualificeert 
sy over de vocation D. HouBmon te disputeren, und dat classis op be- 
geerent der E. E. heeren gecommitteerden, de saecke aldus staende, D. 
HoijBiNüiuM introduceert hebbe. 

De volmachten daertegon verclaerden, dat sy der heeren hooftmannen 
doen in syn weerden lieten blyven. Voor sooveel averst als dese sake 
kerckelyck was und eygentlyck tho kennisse und oordeel des synodi 
staende, soo erachteden sy, dat classis tegen kerckenordininge und 
haer eygen gravamen und daerop gefellede resolutie in negest geholdenen 
synodo procedeert hadden, begeerende und verwachtende des synodi 
oordeel in dusser saken. 

D. Bernhardus Andreae ende D. Bernhardus Sagittarius om by eenigen 
heeren na de ivyse der vocatio D. Arnoldi te vernemen i). — Res. Synodus 
op de saecke lettende, eer sy daerin coemt te resolveren, siet voor goet 
aen door eenige committeerden uyt desen middel den E. E. borgmeester 
Grfys sampt den E. E. heeren gecommitteerden to verstaen, wat order 
by hare E. E. int voceren D. Arnoldi is geholden, of sulcks is geschiet 
na voorgaende wettelycke proclamation und convocation der collatoren 
und caspelluyden, conform den landtrechte und kerckenordininge. ündo 
syn daerto bestemt D. Bernhardus Andreae und D. BERimARDus Sagittarius. 

Sessio 6*, 10 Septembris hora 8 antemerid. 
1. Hermanni Trecti versoeck om eenig voorschryven des synodi te ver- 
crygen aen de Ho. Mo, heeren Staten QeneraeL — Heeft D. Hermannits 
Treccitjs by requeste den synodo dagende tho verstaen gegeven, dat hy 
doort beleydt der papen und insonderheydt des papen to Renen int stift 
Munster in synen aldaer liggende^ landen und goederen merckelycken 
vercortet wordt, und gesinnet is derhalven by de Hoog Mogende heeren 
Staten Generael dese ünieerden Provinciën tho versoecken, dat hare 
Hoog Mog. wolde believen hem een voorschrift mede tho deelen aen de 
overheydt ter plaetse, dat hy in syn hebbende recht und goederen niet 
moge vercortet worden, offt hem mochte vergunnet worden repressalie, of 
dat hy sich mochte holden aen de landen und opcoemsten , soo in dese landen 
den papen und monnicken toestendig, beth hy tot den synen, daertoo 



1) „vernemen" YY heeft „vernemen geablegiert". 



348 

liy genoegsaem is berechtiget, moge gelangen etc. Versochte tho den 
eynde van den synodo, dat deselve door schriftelycke intercessie aen de 
Hoog Mog. heeren Staten hem wolden behulpig syn , dat hy desto lichter 
tho synen voornemen mochte gelangen. 

JJe depuiati sullen deselve aen den E, E. heeren Gedeputeerden versoecken, — 
Res. Svnodus verstaende, dat solckes niet alleen D. Hermanno TREoao 
sonderen dergelycken meer anderen, insonderheydt mede D. Johanni 
Friderici, pastori in Onstwedde, van den papen der orter bejegent, siet 
voor goet aen, dat deputati synodi sullen by den E. E. heeren Gedepu- 
teerden nomine synodi aenholden, dat hare E. E. selvest de saecke aen 
de Hoog Mog. heeren Staten Generael laten gelangen und voor gemelte 
broederen intercéderen. 

2. D. Bernhardi Andreae ende D. Bernh. Sagittarh rapport^), — 
Hebben D. Berxhardus Andreae ende D. Bern. SAGiTTARms na verrich- 
tinge haerder commissie den synodo weder ingebracht, dat sy de E. E. 
heeren borgmeester Gruys, D. Verrtttium met eenige der heeren gecom- 
mitteerden gesproken und van denselven verstaen hebben als volgt: 

1. Dat haer E. E. de vocation, aen D. Hotjbingium geconferiert , voor 
wettelyck holden, dan te voren alle caspelluyden und collatoren tot ver- 
scheyden malen verwittigett sint om neffens hen de beroepinge mit ge- 
meynen consent te doen, und of sy sich rede niet alle hebben ingesteltj 
hadden sy doch solckes te willen doen belovet. 

2. Dat volmachten des caspels Wirdum in de beroepinge D. Arnoldi 
op voorgenoemden condition geconsenteert hadden, und tom teycken 
haers consens de 30 daler voer sich wolden holden und Arnoldo niet 
laten volgen. 

3. Welckes den E. E. heeren hooftmannen mede aengediendt synde, 
hebben deselvige voorgedachte hare sententie daerop fundieret. 

4. Mede verclarende, dat sy achten, dat Popko Abels uyt privaten 
haet und affectie D. Arnoldüm tegenstaet, und andere van den gemeynen 
luyden, die dagelycks met hem convercieren und ommegaen, aen sich 
hangen und derwegen op syn voorgeven niet sy te letten. 

5. Concluderende, dat hare E. E. by hare gedane beroepinge aen D. 
Aknoldum gedencken te persisteren, naemtlyck dat hy dit jaer tho Wir- 
dum sal verblyven. Na verloop deses jaers sint se niet gesinnet hem 
tegens der gemeynten wille aldaer to holden, ofte einen anderen ane 
hore bewilligung te stellen. Und begeerden, dat synodus sich deser 
sake wolde ontslaen und by haren voornemen laten berusten. 



1) „rapport" YY heeft „rapport van hare commissie in causa D. Houbingii, 
v<K'ati pasloris in Wirdum". 



349 

Synodi resohitie over de beroepinge D. Arnoldi etc. i). — Res. Synodus , 
op alle ingebrachte redenen und circurastantien rypelyck lettende, befinden : 

1. Dat beyde beroepingen, soo aen D. Arnoldum als oock aen dominum 
pastoren! 2) in Garrelsweer geconferiert , niet in alles conform syn den 
woorde Gods und der kerckenordininge. 

2. De saeke averst alsoo staende befindt synodus goet, dat den E. E 
heeren Gedeputeerden wolde believen de heeren collatoren und caspel- 
luyden tho Wirdum door manniere van inductie te bereden soo mogelyck, 
dat D. Arnoldüs de reste van dit jegenwoordige jaer tho May toe mochte 
tot Wirdum in dienste geduldet werden om meerder swaricheydt te 
verhoeden. 

3. Dat na verloop desselvigen die heeren collatoren und caspelluyden 
tosamen ein nieuwe beroepinge, den landtrechte und kerckenordininge 
conforralich, oft aen D. Arnoldum ofte eenen anderen behooren uyth 
to brengen. 

4. Und so nene reconciliation tusschen D. Arnoldum und de gemeynto 
aldaer conde getroffet worden , dat men ondertusschen sal arbeyden , datter 
een permutatie mochte geschien tusschen D. Arnoldum und einen anderen 
prediger, tot beter contentement der heeren collatoren und gemeynte. 

5. Eyntlyck verclaert synodus, dat classis Loppersumana in verhan- 
delynge deser saecke sich feeme hebbe te buyten gegaen und gehandelt 
directlyck tegen ordre der kercken und resolution, mede op haer eygeu 
gravamen in jungst geholdenen synode genomen, und deswegen fratres 
classis Loppersumanae scherpelyck gecensureert. Und nadat sy depreca- 
tionem culpae gedaen hadden, is hen geinjungeert worden hen verners 
voorsichtiger und sonder affecten in soo een gewichtige sake der kercken- 
ordininge und Godes woordt gemes sollen handelen. 

3. De E. E, Dodo Amsweer recommandeert de sake der prohatie , ten 
eynde die ad synodum nationalem mocht gebracht worden, — Heeft de 
E. E. Dodo van Amsweer door een schrift de sake van de probstien 
den synode commendiert und begeirt , dat deselve mede mochte in synode 
nationali voorgestellet worden. 

Res. Synodus achtet , dat solcks mede in de artlc. , van den geestelycken 
goederen und derselven abusibus handelende, begrepen sy und daerby 
cone und behoore verhandelt te werden. 

4. Dat geen ander stuiken in voorgaende synodis ad nationalem fiyn 
gerefereert^ als in voorgaende gravaminibus begrepen syn. — Hebben D. 



1) „etc." YY heeft „Houbingu tot Wirdum." 

2) „als— pastorem" naar YY. Onze cod. heeft „als D. P." 



H50 

Bernhardus Axdreae und D. Walraviüs de puncten, soo sy int doorlesen 
actorum synodalium hujus provinciae na hebbende last van den synodo 
befunden, dat van den synodis hujus provinciae op synodum nationalem 
geremitteert syn, ingebracht. Und befindt synodus, dat deselve in voor- 
gestelden gravaminibus, so ad synodum nationalem sollen gebracht wer- 
den, mede begrepen syn. 

5. Electie der persoonen ad synodum naiioficUem. — Syn met geme|jne 
stemmen eligeert und bestemt worden wegen deses synodi om op synodum 
nationalem te reysen und denselvigen by te wonen folgende persoonen: 

D. CORNEUUS HiLLENIÜS, D. JoHANNES LoELINGIUS , 

D. licent. Halbes, senior, 

D. WOLFGANGÜS AORIOOIiA , D. GeORGIUS PlACIUS, 

de E. E. juncker Johan RurraLAERT senior. 

Sessio 7 hora 2* pomerid. 10 Septemb. 

1. Geen particularia^). — Is omgevraegt worden, oif oick yemandt 
van de h. broederen etwas int particulier voor hare peraoon hadden voor 
te stellen, und is niet voorgebracht worden. 

2. Oncosien deses synodi extraordinariae suUen uyt de cloostergoederen 
hetaelt worden, — Is voorgestelt, waerher de kosten sullen genomen 
worden , die in desen synodo extraordinaria gedaen syn , waerop de E. E. 
heeren Gedeputeerden desen synodo bywonende belovet daerhen to arbey- 
den, dat dese kosten mochten uyt den cloostergoederen betaelt worden. 

3. Van D. Viti versoeck om tot Garshuysen ie predickeny iwelck hem 
a dasse om volgende redenen tvas verboden. — Is D. Vrrus, gewesen 
pastor in Horhuysen , nu beroepen und wonende tho Garshuysen , gecom- 
l^areert und gebeden, dat in syn saecke van den synodo mochte gedaen 
und hem vergonnet worden tho predigen tho Garshuysen , synde hem van 
classe Loppersuraana solckes verboden om volgende redenen , die van den 
deputatis classis Loppersumanae gementioneert syn, als: 

1. dat de beroepinge tho f roe und untyde, alse binnen twee maenden 
na des za. pastons Sibrandi doodt, aen hem gedaen is; 

2. dat de beroepinge sonder weten ende consent der gemeynte ge- 
schiet is, die alsnoch niet en consentiert; 

3. dat D. ViTus sich mit der woning tho Garshuysen begeven heeft 
sonder des classis begroeting und consent, ende dat solckes strecket tot 
krenckinge des genadenjaers voor de weesen des zal. Sibrandi. 

Waerop D. Vitus syne verclaringe gedaen, welcke synodus met de 



Ij „partioularia" YY heeft ,,particularia in hao synodo vörgebracht". 



351 

voorgedachte redenen des classis overlegt hebbende erachtet, twaer dat 
D. ViTüs sich daerinne hebbe te buyten gegaen, dat hy sonder weten 
des classis sich tho Garshuysen met der woninge gesettet und deswegen 
censurabel sy. Doch dewyle samptlycke collatoren syn vocation onder- 
teyckent hebben und de gemeynte sich itziger tydt daertegens niet op- 
poniert , laet synodus de beroepinge passeren , consentierende domino Vito 
den dienst aldaer als prediger nu voortaen tho bedienen, doch dat D. 
YiTus aenneme und mit syn eygen handt becrachtigen die kinderen in 
den genadenjaer in geryngsten niet te willen vercorten, soo wyt als 
datselvige strecket na goetvindinge des classis und deputatorum synodi. 
Welckes D. Vitüs heeft belovet te doen und dese acte met syn eygen 
handt onderteyckent. Johannes Vitüs. 

4. Depuiati hy provisie gestdt in plaetse deputatonim^ die ad syn, 
nation, reysen, — Dewyle drie van den deputatis synodi na den synodum 
nationalem te verreysen geeligeert syn, und D. Schonenborgius alleen 
van den deputatis thohuys blyft, soo syn genoemt D. Uchtemannus und 
D. Stratemanntjs , welcke loco deputatorum synodi absentium sullen in 
voorfallenden swaricheyden domino Schonenborgio (van hem daerto ver- 
wittiget synde) assisteren, oock nomine synodi de credentzbrieven und 
instructien, soo den deligeerden ad synodum nationalem sullen mede- 
gegeven worden, tho subscriberen. 

5. Deputati synodi suUen class, Enerum assisteren om hare synodale etc, 
oncosten van jonc, Stejikenborq te hecmnen, — Dewyle noch van classe 
Enerumana werdt begeert, dat haer mochte de handt geleystet worden, 
dat sy de synodale und classicale costen , by joncker Sterckenborg reste- 
rende imd van hem geweygert worden, tot nu toe mochten genieten. 

Res. synodus , dat deputati synodi daerhen by den E. E. heeren Gede- 
puteerden bestes vermogens sollen aerbeyden, und dat mit den eersten. 

6. [Censura morum geholden^ ende niemandt censurabel hefonden\'^), — 
Eyntlyck is censura morum geholden und godloff niemandt censurabel 
befunden. 

Und syn daerop dese acten van den samptlicken aenwesenden broe- 
deren onderteyckent: 
Corneuüs Hillenius, minister Jesu Christi Groningae, synodi praeses. 
WoLFFGAjfGUS AoRicoLA, pastor iu Bedum, synodi assessor. 
Georgius Placixts, pastor in den Dam, synodi scriba. 
Hubertus Brücherus, p. in Haren. 



1) Dit bijschrift aangevuld uit YY. 



352 

Egbertxts Hai.bes licent. , senior. 
Trrus Theodori, pastor in Slochteren. 
Reonerüs Wolffius, pastor in Weiwert. 
JoACHiMus ZoRius, pastor in Loppersum. 
Wilhelmus Walravhts, pastor in W. Embden. 

JOIÏAN RUFFEI.AERT. 

Andreas Straetmannüs , pastor in Suytwolda. 
JoACHiMus BoROEsnis, V. d. minister in Westerwytwertt. 
JoHANNES ScHMALTius, p. in Tynallinga. 
Petrus Crusius, v. d. m. in Saxumhiiysen. 
Bernhardus SAorrTARius, p. Enenimanus. 
Bernhardus Andreae, V. d. m. in Esinga. 
JoHANNES LuBBERTi, m. V. d. in Grypskercke. 
E\'ERHARDU8 Valckius, V. d. Hl. in 01de und Niehove. 
Steiiiaiojs Kohnius, pastor Bourtanganus. 
WiGBOLDüs HoMERi, pastor tho Midwolda. 
JoHANNES LoLiNGius, pastor tho Noortbroeck. 

Dese acten des eersten synodi extraordinariae , met den 
originale acten gecollationeert synde sint in alles gelyck- 
luydende befunden. 
Actum desen 15«" Octobris anno 1618. 
CoRNEuus HiLLEXius, doputatus synodi. 
Georgiüs Placius, synodi deputatiis. 



Synodm provincialis extraordinaria secunda anno 
1618 ^). 

Den 2) 23«" Septembris is jungsigeholden synodus in Groningen op 
iiytschry vent ende bevel der E. E. heeren Gedeputeerden des collegii 
wederom vergaderdt unde nevens den E. E. heeren gedeputeerden , soo den 
vorigen synodo bygewesen, syn de volgende heeren van stadt Groningen 
und Ommelanden den synodo by tho wonen gecommitteert erschenen als : 

die E. E. heeren borgermeesters Johan Wyfferinoe , Johan Northoorn ; 



1) y^secunda anno 1618" YY heeft ,,sccunda, quae est tertia anno 1618 celebrata 
et XXVI in ordine". 

2) „den" YY heeft: „Anno 1618 den" en plaatst daarvoor het randschrift: 
„Synodus extraordinaria secunda, celebrata revisionis et eniendationis articulonim 
synodi superioris gratia." 



35ar 

die E. E. und achtbare raetsheeren Roelof Wicheringe i) , Onno Bau- 
WENS unde de E. D. Winshemius; 

voorts 2) de E. E. jonckeren Reynt Albarda opt Sandt, Julius Meckema, 
SioER SioERS, Edsart Clandt, Remdt Jenbema, Johan de Mepsche und 
de E. E. D. ScHATO Gocsinoa, mit den E. Wiardo Meinardi, secretario 
des collegii der E. E. lieeren Gedeputeerden. 

Desgeljcken is oock D. D. Gomarus opt versoeck des synodi gecom- 
pareert. 

Sessie 1» liora 2» pomeridiana 23 Septerabris. 

1. Voorstel der E, E, heeren tot resufnptie der acten des voorgaenden 
synodi, — Heeft D. D. Winshemtos cortelyck wederhaelt und voorgestelt , 
lietgone soe in laestgeholdenen synode aengaende synodum nationalem resol- 
veert und van den deputatis synodi op den landtsdag remonstreert was, 
unde dat dewyle de Mogende heeren Staten deser provinciën merckelycke 
swaricheyden in sodanige resolutien fonden, soo hebben hare Mogent- 
heyden goetgevonden synodum wederom te convoceren und deselve 
resolutien ter presentie der gemelte heeren toe resumeren und daerop 
te resolveren, woe sulckes tot de meeste stichtinge der kercken, ruste 
ende eenicheydt in dese provincie sal mogen dienen. 

2. Of alle leden des vorigen synodi tegenwoordig waren, — Heeft D. 
doctor gefraget, oft deselvige persoenen, soo den vorigen synode byge- 
wonet und van denselvigen met genoegsame credentien van de respective 
dassen verschenen und geaccepteert synd, nu wederom gecompareert 
waren conform de uytschryvinge der E. E. heeren Gedeputeerden des 
collegii. Waerop de praeses geandwoordt, dat dem alsoo sy , alleen absent 
te syn een persoon Johannes Lübberti, past. in Grypskercke, die syn 
absentie hebbe laten excuseren als wegen lyvesswackheydt niet te connen 
compareren. 

3. Rapport der voriger resolutien aengaende den synodum nationalem, — 
Heeft D. praeses van die handelyngen des vorigen synodi, sooveel die 
aengaen synodum nationalem, folgende verclaringe gedaen, alsdat in 
synodo des Hooch Mogende heeren Staten Generael uytschryvinge und 
project sy gelesen und ten achterfolge desselvigen folgende resolutien 
genomen. 

Van den vyf articulen der Bemonstranten, — 1. Hadde synodus goet- 
gefonden haer gevoelen van den vyf aiüculen , soo van den Remonstranten 



1) Bij „Wicheringe" teekent ZZ aan: „N.B. Defuit". 

2j „Wicheringe — voorts". Tusschen deze naoien zijn in onzen cod. en ZZ ruimten 
opengelaten. 

Acta m/n. protinc, VIL <i^ 



354 

in de cx)iiferontie gestellet und gecontroverteert worden, te stellen, niet 
dat sulckes solde strecken tot eenig praejudicium des synodi nationalis, 
sonderen solde syn een getuygenisse van het gevoelen deses synodi over 
gemelte puncten, daermit niet alleen van den gecommitteerden int stuck 
der leere merckende de conscientien etwes toe nadeel der kercken ia 
dese provincie mocht gehandelt worden, sonderen als des noodig und 
verheyst synde, die gecommitteerden tot beforderinge der waerheydt deses 
synodi ad vijs conden vertoonen, conform den gebruyck in der kercken 
Gods geobserveert, und dat synodus erachte, dat sulckes niet stryde 
tegen het intent der Hoog Mogenden Staten Gtenerael, gelyck blyckt uyt 
voorgemelten harer Hoog Mogentheyden project, datnamentlyk van desen 
vyf puncten alsoo sal worden gehandelt, dat doch de suyverheydt der 
leere altijdt sal worden beholden. 

Van de generalia ende specialia gi-avamina ad nationalem synodum niet 
sander consent der m. h. Staten desci' pronncie i). — 2. Hebbe synodus 
die gestelte soo generalia als specialia gravamina twaer goetgefunden ad 
synodum nationalem te brengen , a verst met deser conditien dat deselvige 
den Mogenden Staten deser provincie eerst sullen bekentgemaekt werden , 
und daerop hare Mogentheyden consent und approbatie versocht worden, 
synde daermit deputati synodi belastet, und dat synodi meeninge niet 
geweest was , oock noch niet ware in deser saecken buy ten kennisse ende 
believen harer Mogentheyden het geryngste te handelen oft te attenteren. 

4. Antwoort D. D, Gociongae, op het voorgaende dricpoincten te hedyncken 
gevende, — Op dit voorstel und verclaringe, by D. praeside gedaen, heeft 
de E. E. D. GocKiNGA wytloopig geantwoordet , insunderheydt dat die 
tegenwoordige heeren niet alleenlyck als gecommitteerden van Stadt unde 
Landt, sonderen mede als ledematen der Gereformeerden kercken com- 
pareerden, und dat hare E. E. eenig oogenmerck mede sy Godes eere 
imde de ruste und stichtingo syner kercken, und daerop in tegen woör- 
diger handelgnge voor alles sullen letten. Voorts begeerde syne E. E., 
dat synodus op folgende drie puncten wolde letten, waervan dit syner 
E. E. gevoelen was. 

i. Dat het stellen des oordeels over de 5 articulen tot praejudicium synodi 
nat, ende tot opspraeck der partien soude strecken 2). — 1. Aengaende de 
resolutien, van synodo over die 5 articulen genomen, dat ofwel synodus 
van gemelten articulis, voor sooveel als die noch bekennet und geventi- 
leert waren , conde haer gevoelen geven , doch niet dienstig solde syn tot 



1) „provincie" YY voegt daarbij „te senden". 

2) „strecken'' YY heeft „strecken ende geduidet wonlen". 



355 

beforderung der gemeenen saecken und afweeringei) der calumnien den 
gecommitteerden daervan instructie te geven, als welckes niet alleen tot 
praejudicium synodi nationalis solde strecken, sonderen oock den adver- 
sariis oorsaecke ende gelegentheydt geven de handelyngen des synodi 
nationalis te traduceren, alsdat sy, eer sy tot audiëntie gestellet, prae- 
judicio synodonim provincialium aireede veroordeelt worden. 

Dai het versoecken eener kerckenordininge in den synodo nalionali behoort 
nagelaten te worden. — 2. Was den besluyt by den Hoog Mogenden heeren 
Staten Generael over het holden synodi nationalis genomen entegen, dat 
men sodanige gravamina , als eenige van den laetsten synodo gestelt syn , 
solde tot kennisse und oordeel synodi nationalis brengen, dan aengaende 
het gravamen van de kerckenordininge hebben de standen deser provincie 
int consenteren synodi nationalis conditioneert und bedongen, dat van 
kerckenordining , daeraen men in dese provincie solde syn verbonden, in 
synodo nationali gantsch niet solde gehandelt ofte gedisputeert worden, 
warom synodus tot erholdinge van rust und eenicheydt in dese provincie 
oock mede te eviteren die calumnien, van den adversariis tot vercleyne- 
rung des ministerii veelmaels uy tgestrooy t , als wan die predigers der 
overheyt sochten in haer ampt te grypen und derselven gerechticheydt 
und hoocheydt in dit stuck aen sich te trecken, behoorde dit gravamen 
gantschlycken uyt te laten. 

Dat eenige andere gravamina hier connen afgedaen worden, — Voorts 
dewyle eenige andere gravamina sodanig syn, dat sy, daervan genoegsaem 
blyck und specification gedaen synde, in dese provincie wel connen afge- 
handelt worden , derwegen onnoodig und tot vercleenerung deser provincie 
was streckende deselve buyten deze provincie op synodo nationali tho 
oordeelen. 

Dat wol den synodo ioecoemt dejyersoonen te nomineren j maer den E, E. 
heeren de commissie ende credentxbrief te geven. — Eyntlyck aengaende 
die election und credentsbrief , van den synodo haren gecommitteerden 
midt tho deelen gestellet, stonde twaer die election und nomination der 
persoenen by den synodo, maer die commissie unde credentsbrieff by de 
overheydt der provincie gegeven te worden, gelyck mede uyt den project 
der Hoog Mogende heeren Staten Generael was blyckende. 

Concluderende dat derwegen noodig sy op dese drie puncten wat 
naerder te letten. 

5. Resoluiien^), — Is goetgevonden dese drie puncten teen na het 
ander te resumeren. 



1) Boven „afweeringe" staat met dezelfde hand „refutatie". 

2) „resolntien" YY heeft „resolutiones synodale»". 

23^ 



356 

Opt 1® pwict , dat hei speciad oordeel over de 5 artieulen sol nablyven. — 
ünd aengaende het eerste punct volgende resolution eendrachtelyck ge- 
nomen , dat die speciale uytdruckinge van het gevoelen deses synodi over 
die voorgemelte artieulen gantsclyck sal nagelaten worden. 

Commissie den gecommitteerden ad synodum ncUionalem over dit punct 
mede te geven, — Und den gecommitteerden ad synodum nationalem acte 
medegedeelt worden, dat sy geauthorizeert worden van desen synode te 
handelen die vyf bekende puncten und die swaricheydt, daeruyt resulte- 
rende , und te sien woe men mit ruste van der kercke (beholdende alty ts 
die suyverheydt van der leere) deselve opt geboerlyckste solde konnen 
nederleggen. Ende sullen sy met behoorlycke und volcomen ondersoeck 
alleen öodes woordt ende niet eenige andere schriften thoe richtsnoer 
nemen, waertho ende dat sy niet anders dan die eere Godes und rust 
van de kercken en sullen voor ooge hebben, sy behooren met eede 
verplicht te worden. Ende wat alsdan by die meeste stemmen voor goet 
gevonden sal werden, sal voor een synodael besluyt und regel by ons 
geholden und geaccepteert worden. 

6. Is goetgevonden , dat die ander twee puncten in deliberatie genomen 
worden tot margen, ünd is die vergaderinge wederomme gestemmet op 
9 uren. 

Sessio secunda hora 9 antemeridiana 24 Septembris. 

1. tVersoeck der kerckenordining op den syn, naiio, sal nablyven '^y — 
Heeft D. D. Winshemius den synodo te erkennen gegeven , dat aengaende 
het ander punct van den gravaminibus , dewyle verscheyden gravamina 
und dyngen in denselven voorvallen, der tegenwoordigen meenige was, 
dat punctuelycken een gravamen naer het ander ponderiert ende daerop 
geresol veert worde, gelyck gescheen. 

Und is met believen der E. E. heeren tegenwoordicheydt van synodo 
goetgevonden , dat gravamen 1""* , voor soovele hetselvige handelt van der 
kerckenordining, soo int gemeyn als int particulier, wie und door wien 
de beroepinge der dienaren behooren te geschieden, ad synodum natio- 
nalem niet gebracht sonderen voorbygegaen werde, und synodus de 
stenden deser provincie die abusen und onordiningen , soo in dit stuck 
voorvallen, sal remonstreren und aenholden, dat hare Mogentheyden 
sulcke abusen met behoorlycken ernst begegene und goede ordre handt- 
have thoe bevoorderinge und voortplantinge der reyner leere und meeste 



1) YY voegt hier nog bij: „ende sullen d'abüsen, die int poinct van beroepinge 
nioogen voorvallen, aan d'Pxl. Moo. h. h. Staten deser provincie gereraonstriert 
worden". 



357 

stichtinge der kercken Christi, waerin die tegenwoordig heere versocht 
syn haer beste te doen tallen tyden, und synodus het beste verhoopt 

2. Oelyckformicheyt in ceremoniën te versoecken, — Wat averst aen- 
langt die gelyckformicheyt in kerckelycken ceremoniën te onderholden, 
sal van den gecommitteerden op synodum nationalem voorgestellet iind 
versocht worden, dat gelyck op het stuck van de leere also oock hierop 
gelettet worde, dat gelyckheydt und eenparicheydt in den dienst und 
feestdagen na gelegentheydt der plaetsen und meeste stichtinge mochte 
observiert worden. 

3. Eheordininge te versoecken sal nablyven. — Oravamen 2"™ van de 
eheordining is geresol veert , dat mede sal uytgelaten worden, und die 
misbruycken und sonden , soo in den ehestandt hier thoe lande voorfallen , 
van den predigeren der dassen den deputatis synodi und door dieselvige 
den E. E. heeren (Gedeputeerden sullen bekendtgemaecket worden, dat 
deselvige amptshalven daerinne doen na behooren. 

4. Maar sal deselve aen heeren deser provincie versocht worden, — 
Wordt oock goetgevonden , dat men voortaen instantelycken aenholden 
sal , dat eene gewisse eheordining by den stenden deser provincie , waema 
een yder sich hadde te reguleren, gestelt werde, gelyck sulckes in onse 
kerckenordiningen belovet is. 

5. Men sal ad synodum nationalem niet brengen de gravamina van den 
misbntycke der geesiel, goeder ^ van den conventiculen der Papisten etc,^ 
van den lietbieren ende legibus sumjytuariis ^ maer wel vant dansen der 
lidtmaten, — Is onnoodig und verachtsaem befonden folgende gravamina 

4 

op synodum nationalem te brengen , als gravamen 3""* van den misbruyck 
der geestlycken und kerckelycke goederen, gravamen 4""* van de con- 
venticulen der Papisten und Wederdooperen , gravamen 5""* und 6""™ van 
den onbehoorlycken lietbieren und legibus sumptuariis, sonderen dat 
deselve in dese provincie op behoorlycke plaetsen renionstreert unde 
decideert werden, uytbesondert wat gestellet is van den onbehoorlycken 
dantsen in den lidtmaten der Reformeerden gemeenten. 

Is bestemmeti) op drie uren namiddag wederom te vergaderen. 

Sessio 3* hora 3» pomeridiana 24 Septembris. 
1. Particularia gravamina sal men ad syn. nationalem brengen, — 
Syndt gravamina particularia revideert und alsnoch noodig befonden, dat 



1) „Ijcstemmet" YY heeft „beslooten". 



358 

deselve ad synodum nationalem gebracht \ind desselvigen advys daerop 
versocht worden. 

2. Credentibrüf des synodi gelesen ende op sekere conditie geappro- 
beert. — Aengaende dat derde punct van de credentien is de credentzbrief , 
van den synode gestellet, voorgelesen und daerin eenige woorden veran- 
dert, und 800 veel mogelyck den project der Hoog Mogenden heeren Staten 
Generael conformeert synde geapprobeert , doch mit dese conditie dat 
sodanige credentzbrief des synodi in synodo nationali niet overgelevert 
noch te voorschyn gebracht werde, idtsy dan dat die gecommitteerden 
uyt d*ander provinciën met dergelycke credentien van haren synodis 
instrueert syn und dieselvige den synodo nationali vèrthoonen. 

3. Wort gevraecht , 1, offer eenige meer gravamina waren , 2. of synodus 
oen den geeligeerden persoofien ad syno. nation, hoer benoegen hadden. — 
Is van den E. D. Winöhemio gevraget: 1. of oock eenige andere soo generalia 
als particularia gravamina voor te stellen waren , waerop omvrage gedaen 
und niet ingebracht worden, soo noodig erachtet is boven die voorgemelte 
gravamina op synodum nationalem te brengen; 

2. of de synodus aen den geeligeerden persoenen haer contentement 
hadden, waerop omgevraegt synde is geantwoordt, dat het synodus by 
voriger election uud nomination laet verblyven. 

Is besloten raargen op halfachten wederom te vergaderen. 

Den 25®" Septembris is ultima sessio geholden hora 8 antemeridiana. 

1. Voorstel van de saecke Arnoldi HübinguI) tot Wirdum om die ie 
resumeren. — Heeft de E. E. D. Gocionga proponeert, dat die sententie 
by synodo over de beroepinge , aen D. Arxoldum Hubingium l) tot Wierdum 
efgaen, erachtet wordt te strecken tot nadeel der coUatoren und infrin- 
gering harer gerechticheydt, derwegen op erforderung der landtsstenden 
(deeren sententie op den landtdag, over die voorgemelte sententie des 
synodi genomen, voorgelesen is) behoorde resumeert te worden. Is oock 
mede D. Verrutius rentmeester compariert und verclarung gedaen, welcker- 
gestalt die beroeping aen D. Arnoldum HubingiumI) ergaen. 

Is na erwegung der saecken van den E. D. WmsHEmo voorgestellet , dat 
die volgende reden in des synodi resolutien gestellet, daermit deselvige 
niet tot nadeel der collatoren mochten misdudet worden, dergestalt 
verandert worden, dat de E. E. heeren collatoren sullen versocht worden 
eenen pastoren aldaer (soo geen reconciliation 2) tusschen D. Arnoldum 



1) „irubingii" YY heeft „Houbingii". 

2) „reconciliation" verbeterd naar YY. Onze cod. en ZZ hebben „resolution". ZZ 
teekent op den rand aan: „forta. reconciliation". 



359 

und der gemeente kan gedrapen l) worden) te stellen , daer die gemeente 
mit reden niet op hebbe te praetenderen. 

Syn twee predigers na Wirdum gesonden 2). — Is voor goet gef unden , 
dat uyt desen middel twee predigers aen die caspelluyden toe Wirdum 
afgeveerdiget worden om thoe versoecken, oft D. Hubingiüs und die 
caspelluyden solden connen reconeilieert worden, und daervan rapport 
doen aen die E. E. heeren Gedeputeerden des collegii. ünd sind daertho 
gedeputeert D. Andueas Stratejüannus ende D. Bekxhardüs Andreae. 

3. Ttvee predigers versocht om op den synodum tot Delf te verschynen , 
moer om redenen geexcuseert. — Is een missive van de classe Dordracena 
ad ministerium deser provincie gesonden und van D. praeside voorgelesen , 
daerin versocht wordt, dat uyt dese provincie mochten 2 predigers ge- 
sonden \md volmachtiget worden om haren synodo, die den 8«o Octobris 
stilo novo binnen Delf sal geholden worden, mede by te wonen om, gelyck 
te voren gedaen, goede correspondentie tusschen die kercken deser pro- 
vincie und de hare te onderholden. 

Dewyle averst de tydt te cort is und dese synodus selvest doende is 
om praeparatie te maecken tot den synodum nationalem, is goetgefonden 
dat nomine hujus synodi aen den gemelten synodum in Delff geschreven 
werde, dat men om voorgemelte reden voor ditmael haer begeerte niet 
heeft connen voldoen. 

4. Wie den gecommitteerden ad synodum nationalem sullen volgen , soo 
eenige derselver door sieckte verhindert unerden, — Is oock besloten, dat 
ingevalle van den gecommitteerden ad synodum nationalem yemants solde 
door lyvesswackheydt verhindert worden, dat hy niet conde vertrecken, 
denselven sullen succederen , die soo volgens de meeste stemmen hebben , 
als wegen die stadt und Oldampt D. Beunhardüs THEonoiua, hebbende 
twee stemmen, D. üchtemaxxus een stemme, D. Wigboldus Homeri acht 
stemmen; wegen die Omblanden D. Borgesius 5 stemmen, D. Andreas 
Stratemannus 3 stemmen, D. Bernhardus Andreae 4 stemmen. 

Und dewyle aengaende de olderlyngen soo van stadt als vant landt 
die meeste stemmen sich steecken, soo sindt opt nieu met de meeste 
stemmen gecoren om den gecorenen olderlyngen, soo die of een dersel- 
vigen door kranckheydt of andersins verhindert werde te trecken, sullen 
succederen, als wegen der stadt die E. E. Wu^helm Barnda, vant landt 
de E. E. Reindt Albarüa upt Sant. 



1) „gedrapen" in alle codd. Zal moeten zijn : „getroffen" of iets dergelijks. 

2) Op „gesonden" volgt in YY „omme onderlinge versoeninge tosBchen D. Hou- 
1)ingiuui pitótoren und die caspelluiden van Wirdum the treffen, soe docnlick". 



360 

[5J1). Aldus is dese synodale handelynge geeyndiget iind mit den 
gcbede besloten, oock van allen aenwesenden h. broederen mit eygener 
handen ondergeschreven desen 25®'» ISeptembris anno 1618. 

CoRNEUüs HiLLENius, synodi praeses. 

WoLFGAXGUS Agrioola , assessor. 

Georgius Placiüs, scriba. 

HuBERTUs Brucherus, p. in Haren. 

E. Halbes, licentiaet 2) , senior. 

TiTus Theodori, p. in Slochteren. 

EIegnerus Wolfiüs, p. in Weiwerdt 

JoAanMus ZoRius, p. in Loppersum. 

W. Waliravius, p. in Westererabden. 

JoiiAN Ruffelardt 3) , senior. 

Andreas Strateman, p. in Suytwolda. 

JoACHiMus BoRGEsroa, p. in W. Wydtwert 

Johannes ScHMALznjs, p. in Tynallinga. 

Petrus Crusius, p. in Saxumhuysen. 

Berxh^vrdus Sagittarius, p. in Enerum. 

Bernhardüs Axdreae, past. in Tesinga. 

EvEUHARDus V^vLCKiüs, p. in 01de Nienhove. 

Stephanus Khonfüs, p. in Bortange. 

WiGBOLDUs Homerus, p. in Midtwolda. 

Johaitnes Lolingius, p. in Noortbroeck 4). 



Acta sijnodi Groningensis ^) anno 1619. 

Also S. Gn. ende die E. E. heren Gedeputeerden van stadt Groningen 
ende Ommelanden einen synodum provincialem tegenss den 21 Junq binnen 
Groningen tho holden hebben uthgeschreven , sindt darup undergeschreven 
personen ter plattze ende tydt erschenen, alss: 

ex classe Groningana: 

D. Bernhardüs Theodoiuci, p. in Groningen, 

D. HüBERTüs Brucherus, p. in Haren, 

die E. hochgelehrde D. Egbertus Halbes, 1. senior; 



1) „[5]" naar YY. 

2) „licentiaet" is later l)oven den regel bijgeschreven. 

3) „Ruffelardt" YY heeft „Ruijffelaert". 

**) Hierop laat YY volgen: „Actorum synodalium anni 1618 finis" , ZZ „finis". 

5) Op „Cironingensia" laat YY volgen: „quae est XXVH in ordine". 



361 

ex classe Dammonensi : 
D. HiDDo Lamberti, p. in Farmsum, 
D. Reonerus Wolfius, p. in Weijwaert, 
D. Bernhardus Iin)EMAl), p. in Harckstede; 

ex classe Loppersumana: 
D. Henricus Hoübingius, p. upt Sandt, 
D. Lambertus Henricides, p. tot Wittewijnira , 
ü. Wilhelmus Walrave, p. tot Westeremden ; 

ex classe Middelstumana : 
D. WoLFGANGus Agricola , p. in Bedum, 
D. Ain)REAS Straetmannus , p. in Suitwolde, 
D. JoHANNES Alberti, p. in Noortwolde; 

ex classe Enrumana: 
D. Bartholomaets Billerbeke, p. in AVarffhusen, 
D. Petrus Crusius, p. in Saxenhusen, 
D. Adolfus Stükerus, p. in Wetzinge; 

ex classe Suithormiana: 
D. Samuel Smaltzius, p. in Suithonn, 
D. JoHANNEs LuBBERTi, p. in Grijpskerckc , 
D. Marcus Marsmannus, p. in Wijrum; 

ex classe Oldamptina: 
D. Wigboldus Homeri, p. in Middewolda, 
D. Rembertus GEORGn, p. up die Meden, 
D. Bernhardus Qoldsweerden , p. tot BleyhanL 

2. Heft dn. Wolfgangus Aqrioola, assessor dess vorigen synodi, in 
absentia dess gewesene praesidis den synodum mit dem gebett angefangen. 

Damp sindt die credentzbrieven overgeleevert , ende iss censura monim 
over die anwesenden broedem geholden, ende iss nicht beswaerliches 
vorgefallen, darup jemandt sessie mochte geweigert worden. 

3. Hierup iss man getreden tot die electie dess praesidis, assessoris 
et scribae, und sind bq die meeste stemmen geeligeret in praesidem 
D. Bernhardus Theodorici, in assessorem D. Andreas Straetmannus, in 
scribam Samuel Smaltzius. 

4. Also die ordeninge tho predigen an het classis van Enrum gekomen 
iss, heft het classis angenomen up thokumpstigen Woenssdag den dienst 
te verwaeren, ende heft also D. Adolfus Stukerus denselven verrichtet. 



1) „Indoma" YY heeft „de Indema" 



362 

Sessio 2 antemeridiana et poraeridiana 22 Junq. 

1. Na gedaen gebett heft D. praeses proponeret, oft het ock nodig, 
dat jemandt van den D. D. professoribus academiae in unse synodale 
vergaederinge gefordert worde. 

Res. synodus, dat man het voor ditmael sal laten berusten ende ver- 
wachten die kerckenordening dess synodi Dordracenae om sick hiema- 
maels daemae tho reguleeren. 

2. Sindt twe uth unsen middel, alss D. Wolfgangüs Agricx>la ende 
D. Bartholomaetjs Billerbeke affgefehrdiget om bij den E. E. herm 
Gedeputeerden an tho holden, dat haere E. wolde believen twe uth 
haeren middel tho senden om den synodo bq tho woenen. 

Damp sindt in synodo erschenen die E. E. heren Geert Hornkens 
ende Eembt Rengerss. 

3. Sindt die vorige acta dess synodi Dammonensis vorgcnomen tho 
revideren ende nafolgende consideratien daerover gefallen int bqwesend 
der heren deputatorum dess verledenen synodi, die up begehrend dess 
synodi sindt gecompareret ende up nafolgende puncten relaess gedaen. 

4. Ad art. G sess. 2 werd befunden, dat D. Stephanus Cohniijb syn 
testimonium examinis dem synodo noch haeren deputatis niet heft ver- 
toenet. Sal derenthalven noch geholden sijn den thokumpstigen deputatis 
tho verthoenen. 

5. Ad art. 11 sess. 2, dat die kerckengoeder nicht mochten miss- 
bruicket ende verfrembdet worden, damp hebben die deputati synodi 
ein seker register van kercken, pastorijen, vicarijen, praebenden, kosterqen 
ende calendengoederen int oosterdeel liggende i), alss Hunsinga ende 
Fivelingoe dem synodo overgegeven , nae welches hiemamaels sal achtinge 
gegeven worden, dat na dit register nichts moege veralieneert worden. 

G. Ad art. 3 sess. 3 , van dat coUectum dess pundtgröthes hebben die 
deputati synodi driehundert daler verleden jahr entfangen ende dieselvigo 
der stadt Groningen op rente gedaen, jahrlicx 21 daler daervoer tho ge- 
nieten nae luith dess verzegelden brieves, van der stadt entfangen ende 
dem synodo vorgelesen. Daerop D. Cornelixjs Hilleniüs ein boeck ver- 
ordineert, darin die rekenung van deser handelung sind angefangen tho 
noteren. 

Bij dissem iss vorgestelt , oft niet die personen , so undertekent hebben 
ende noch niet betaelt, schuldig sind haere belovede penningen op tho 
brengen. 

1) „liggende" ontbreekt in YY. 



363 

Res. synodus, dat diesel vigen sullen geholden sijn nae hiith haer egen 
handen tho bethalen, ende dat nae ordenung der articulen dieses wercks. 

EntUeken also die anwesene broeders van haere classicale mitbroeders 
liet pundtgroet voor die weduwen nae luith der articulen niet hebben 
mitgebracht, res. synodus, dat die tegenwoordige heren broeders sollen 
geholden syn nu ter plaetze nae ordenung der articulen haer geit tho 
erleggen, ende die niet praesent hebben, sollen mit die andere classicalen, 
denen het die tegenwoerdige broeders sollen eerster gelegenheit tho weten 
doen , dat sie samptlick haer geit sullen contribueren met ock denselvigen , 
die daer hebben undertekent ende noch niet betaelt, bij cassatie van 
haere naem tegen thokumpstigen Jacobi, welcker werd sijn den 25 Julij, 
erleggen ende bethalen. 

7. Ad art. 4 sess. 3 van den duivelbanner in den Dam wort het 
classis in den Dam ende einen ideren prediger vermaent achtinge op 
hem ende sine wercken tho geven, updat men etwas gewisses daervan 
mochte bekomen om dat der overheit over tho leveren. 

8. Ad art. 1 sess. 4 van den schoelmeisters , so haer tractament van 
der provincie genieten, sollen jaerlicx den rentenieister testimonia van 
classe oder haeren predigern exhiberen. 

Respondent!) D. deputati synodi, dat sie bq dem E. rentemeister Ver- 
Runo hebben angeholden. Daerop antwoordt entfangen , dat hie hem hier- 
naemaels daema wille reguleren. 

9. Ad art. 4 sess. 4, dat geimpedieret moege worden, dat gene 
studenten uth dese provincie in der Jesuiten schoeien gesonden worden, 
hebben D. deputati hierin haer devoir ock gedaen, ende werd den vol- 
genden ock belastet om bij die E. E. heren an tho holden, dat haer 
wolde believen haer placaet, vor dissen hiervan gepubliceert , moege 
geexecuteert wordeu. 

Ende bij desen siet ock het synodus vor goet , dat dem E. rentemeister 
wolde believen den D. deputatis daer ock kentnisse van te openen, dat 
sie mogen weten die namen van den alumnis studiosorum provinciae. 

10. Iss ock noch den D. deputatis van dem synodo belastet bij tijden 
by den E. E. heren an tho holden, dat haer wolde believen door haer 
placaet en die vastelavenslopers ende bieren tho verbieden. 

11. Ad art. 6 sess. 4, dat die schendlicke missbruicken im h. ehe- 
standt moege afgeschaffet worden, res. D. deputati, dat disse sake doer 



1) „respondent" naar YY. Onze cod. heeft alleen de verkorting „Rd." 



364 

deselver vortreck na Hollandt up het synodus national. noch niet iss 
gereraonstreert. 

Bekstet derenthalven synodus den folgenden deputatis hierover bq die 
E. E. heren an tho holden, dat die abusen mogen afgeschaifet worden. 

12. Ad art. 2 sess. 5, dat die dootschlagers uth dese provincie mochten 
removieret worden, res. synodus, dat die ü. deputati dar noch sullen 
achtinge up nehmen ende anholden, dat die placaeten, b^ die E. warifs- 
heren genomen, ter executie moegen gestellet worden. 

13. Ad art. 3 sess. 5 van die sake D. Adolfi van Besten, woeveer 
hie met sijn process tegens den E. Reint Alberda ende Sweer Hoenricx i) 
gekomen sij, refereren D. deputati, dat sie hebben den E. Sweer Hoen- 
ricx i) na haere last angesproken, fragende oft hie bq sinen woorden 
wolde stendig bliven, die he van D. Adolfo gespargieret hadde. Darop2) 
geantwoordet , wat hie gesecht heft, waar tho sijn, maer dat hie hem 
niet will alss ein ankleger tegen D. Adolfüm sisteren. Helft dan bq 
desen het synodus voor goet gefunden, dat die D. deputati met hem 
Adolfo wolden an die E. E. heren hofftmannen gaen, dat sine sake 
mochte verfordert worden. 

14. Ad art. 6 sess. 5 van die combinatie van Marsum, an D. Johannem 
LiVXTENimi gedaen, wordt het classis van dem Dam tho reden gestelt, 
warumb het classis na luith der resolutie dess vorigen synodi die com- 
binatie niet hebben gecasseert. Hijrup het classis haere verantwoordinge 
gedaen, dat het classis haer devoir naer luith der vorigen acten gedaen 
heft, dat sie nomlick D. Laxtenium niet ad examen admitteert, veel 
weiniger pro membro classis hebben accepteert, ehr ende bevoer he die 
combinatie hadde goi*esigneert. Dit gedaen sqnde, heft het classis hem 
admitteert ende pro membro classis accepteert. Darop hebben die van 
Marsum eine nije beropinge an hem weder uthgebracht 

Dat dusse selvige beropinge bethher noch iss getolereert, heft het 
classis disse oorsaken ingebracht: ten eersten dat die kercke musste 
bedient worden, ion anderen dat die siekentröster in den Dam Jan 
WiLCKES, die tot einen prediger tot Solwert is heropen ende na disse 
combinatie trachtode, niet konde thogelaten worden, dewile het classis 
hem den siekentroester inhabel ende unduchtig noch ter tijdt tot disse 
bedieninge achtede. 

Het synodus dith verstaen hebbende injungeert den classi Dammonensi 



1) „Hoenricx" YY en ZZ hebben „IIoendrLx". 
-) „darop'' YY heeft „daarop hie". 



365 

alssnoch ernstlick haer tho reguleren na die vorige resolutie ende die 
nije beropinge, so an Laxteniüh gedaen, casseren. 

15. Die saken Jan Wilckes siekentroester in den Dam selvest belangende, 
diewelcke tot einen prediger van die E. E. heren collatoren tot Sohveert 
beropen iss, ende up disse beropinge ter benoemder plaetze, noch niet 
geexamineert synde, ohne consent dess classis geprediget ende die sacra- 
menta geadministreert , konde hie niet van voorbenoemden classe tot den 
examen geadmitteert worden, ehr ende bevoer hie schultbekenninge gedaen 
liadde, welckes na luith classis protocol, darin sine actie wijthlöpig be- 
schreven iss, opentlick gedaen ende umb vergifFenisse gebeden, darop 
het classis ein examen met hem angefangen. 

Dith het synodus also verstaen ende op alle saken gelettet, so veror- 
dineret het synodus , dat twe van den deputatis synodi haer in den Dam 
verfögen solen umb dit examen bij tho wonen ende met den classe in 
der saken doen naer behoer. 

Sessio 4 antemeridiana 23 Jun\). 

1. Fusis precibus iss die sake van den siekentröster Jan Wilckes in 
den Dam wederom vorgenomen tho revideren , ende na naerdor deliberatie 
beschieten, dat vorbenoemde persene tegen ankumpstigen Frijdag, welcko 
werd sijn den 25 Junq , sal geciteret worden , darop ein citatie an hem 
verfehrdiget. 

2. Iss men voortgefahren int lesen der acta synodalia dess verledenen 
jahrs. 

Ende gekomen ad art. 4 sess. 6 int stucke van appelleren a classis 
sententia ad synodum, res. synodus, also die sake thot summige tijden 
niet konen beth up naestkumpstigen synodum uthgestelt worden, sal die 
requirant sick addresseren ad deputatos synodi. 

3. Ad art. 5 sess. G, also bij die E. E. h. keine resolutie genomen iss, 
dat D. deputati synodi dem examen solen bijwohnen, die daer geschehen 
a professoribus theologiae in academia öroningana, res. synodus, dat D. 
deputati synodi alssnoch sullen anholden om copiam van dusse resolutie 
a D. professoribus tho erlangen. 

4. Ad art. 6 sess. 6, dat Enum mit einen egen prediger sal versehen 
worden, darop heft het classis van Loppersum bericht gedaen, dat die 
van Enum doende bint om einen prediger tho beropen, alss noemlick 
Wesselum Sögelman, nu thor tydt schoelmeister tot AVirdum. Ende also 
he dem classi ten erstenmael eine unformelicke beropeninge heft getöhnet, 
iss ehm van classe injungeret op naeste classicale vergaderinge eine 
ordentlicke beropinge tho thonen. 



3GG 

Darop het classis van synodo werd vermaenet ende injungeret, dat sie 
willen achtinge geven ende anholden, dat het ordentlick ende spödelick 
sovoel mögeliek moge verrichtet worden. 

5. Ad art. 7 sess. 6, dat die collatoren der kereken niemand thot 
oinen prediger wolden heropen, voer ende alehr sie güde testimonia a 
classe oder D. professoribus gesehen hebben, hiervan relateren D. deputati 
synodi, dat sie dit punct den E. E. heren hebben geremonstreert ende 
darop ein favorabel apostill erlanget, dat haer E. E. up het allerfl^tigste 
darop achtinge willen nehmen. 

6. Ad art. 9 sess. 6, dat den Wederdöperen int Oldampt gene ver- 
gaderinge moge thogelaten worden , res. syn. dat D. deputati hierom by die 
E. E. borgemeisteren ende raht sollen anholden umb tho verboden worden. 

7. Ad art 10 sess. 6, also eine resolutie bij die E. E. warflFsherren 
iss genomen over het punct van die heemlicke copulatie der Wederdöperss? 
ende den deputatis iss belastet hiervan copiam tho lichten, res. D. depu- 
tati , dat sie hierin rait flythe hebben gearbeidet by D. secretarium Julsixo , 
maer noch niet entfangen. 

Belastet derenthalven synodus, dat folgende deputati dit sullen ver- 
fehrdigen. 

8. Ad art. 1 sess. 7 l) belangende die handelung D. Antoxh Strom- 
BERon, iss afgehandelt. 

9. Ad art. 1 sess. 8, dat einen prediger noch die E. heren collatoren 
behoeren liaere stemme tho kopen ende verkopen , item art. 2 sess. 8 vant 
contract, dat summige collatoren kerckvoegden mit hoeren pastoren, den 
sie annemen, maken, item art. 4 sess. 8 van die profanatie dess sabbaths, 
item aii;. 4 sess. 8 van alle imordeninge, so up den sabbath geschehen, 
item art. 12 sess. 8 van inhibitie umb die papisten boeken tho verkopen , 
van disse puncten relateren D. deputati , dat sie dieselvige in haere remon- 
strantie den E. E. heren Gedeputeerden hebben overgegeven , ende damp 
hefft D. HiLLENius die overgegevene remonstrantie dem synodo vorgelesen. 

Ende also hierup noch gene apostil van den E. E. heren iss gefolget 
umbt vertreck der deputatorum ad synodum nationalem, so wordt van 
synodo belastet, dat die folgende deputati disse ende andere mehr, so 
haer in disse acten worden gerecommendeert , avermaels den E. E. heren 
over tho leveren ende an tho holden, dat haere E. E. wolle gelieven die 
saken tho maintineren ende soovele moegelick die abusen remedieren. 



1) „7" ontbreekt bij YY. 



307 

10. Ad art. 5 sess 8 ende G art. ejusdem sess., dat niemandt sick 
eenige beropeninge oder dienst sal anveerden ende int ministerinm treden 
ohne consent dess classis, res. synodus, dat het sal bliven b\j die vorige 
resohitie. 

11. Van het predigen in die classicaele vergaderinge oder hoere dis- 
putationes werd differeert, beth men entfanget die kerckenordnung dess 
synodi nationalis. 

12. Van die ungedoepte personen tho copuleren, item het judicium van 
die doepe , so geschehen van den ummelopenden papen , hiervan werd ock 
verwachtet die resolutie dess synodi nationalis met die kerckenoi'dnung. 

13. Het synodus belastet noch haeren deputatis , dat sie solen anholden 
bij den E. E. magistraet, dat die reliquiae papistarum gantzlick mogen afge- 
schaffet worden, alss die altaeren tho Siddeburen, Nuijs ende Calepende 
ende het sacramenthuijsien thot Unstwedde met noch andere, waer sie 
moegen gefunden worden. Item imgelijcken solen D. deputati anholden, dat 
die danssschoelen beide in stadt ende ümlanden moegen afgeschaffet worden. 

Sess. 5 pomeridiana 23 Junij. 

1. Praeraissis precibus iss D. praeses voortgefaeren int lesen van die 
vorige acten ende gekomen ad art. G sess. 9, darin den D. deputatis 
synodi belastet wass mit D. D. Ravenspergero te spreken, dat die 
studiosi theologiae, ende sonderling die haer exerceren in concionando, 
haer wolden matigen int habyt haerer kledern. 

Resp. D. deputati, dat sie van disse sake mit dem heren professoren 
gesproken hebben, ende sovoel moeglick dat darin sal geremedieret worden. 

2. Ad art. 7 sess. 9 van het wedderdruckent des Heidelbergischen 
Catechismi mit die Nederlandische Confessie res. synodus, dat die sal 
uthgestelt worden ende berusten up het werck, dat het synodus nat. 
hierin gedaen heft. 

Hiermit sind geendiget die vorige acten dess synodi Dammonensis. 

3. Sindt die acta dess eersten praeparatoriae synodi van verleden 
heriïst vorgenomen tho revideren ende van D. praeside gelesen, maer 
darin iss niets nothwendiges um tho noteren vorgefallen. 

4. Iss men getreden tot revisie der acten dess laesten synodi praepa- 
ratoriae. Ende ock van D. praeside vorgelesen, iss demgelycken niets 
nothwendiges [vörgevallen] i) um in dese acten te insereren , maer ver- 
wachten up die puncten het relaess van den D. deputatis synodi nationalis. 



1) „[vörgevallen]" aangevuld uit YY. 



368 

Sess. 6 antemeridiana 24 Jun^. 

1. Finita precatione iss D. Johannes Wolfiüs, pastor tho Leens, np 
sijn begerend ingefordert Ende audiëntie vergündt heft hie dem synode 
eine schrift overgegeven, darin hie van dem E. E. juncker Juliüs Meckema 
ende die gemeente tho Hoerhusen begeret wordt, dat hie ein jahr lang 
Hoerhusen met bedienen wolde. Hefft darop begeret, dat die combinatie 
hem mochte vam synode geaccorderet worden. Daerup heft het synodus 
het classis van Eennim verstaen, wat van haer in die sake gedaen iss. 

Und also het synodus verstaen heift, dat het classis up alles heft 
gelettet ende niet goetgef unden , dat die combinatie stichtlick kan D. 
WoLFio concedieret worden, res. synodus, dat sie het laeten berusten bij 
die sententie dess classis van Eenrum. Word derenthalven D. Wolfio 
belastet und injungeret van die combinatie afstandt tho doen. 

2. Hefft Martinus Kerckman ein request dem synode ingelanget, be- 
dagende sinen soberen standt ende begei-et van dem ehrw. synode ein 
subsidium. Dith het synodus behertigende heft em 7 carolsgulden verehret. 

3. Sind die gravamina, so dem synode sind overgegeven, vorgenomen 
ende geventileert 

4. 1 Gravamen, dat die profanatie dess sabbaths insonderheit under 
den gottesdienst als door lotterijen, pachterijen, gökelqen etc, die ge- 
spöret worden tho geschieden, mogen afgeschaffet worden. 

Res. synodus, also dese puncten van den D. deputatis synodi in haere 
i'emonstrantie van den E. E. heren sindt geremonstreert, so resol. synodus, 
dat ein jeder prediger, dar hie hierin abusen Undet, sal geholden sijn 
dith den deputatis synodi over tho geven, die solen geholden sijn dith 
den E. E. heren Gedeputeerden vor tho dragen. 

5. 2 Gravamen, dat die conventiculen van allerleij secten. Papisten, 
Mennisten etc. mogen afgeschaffet worden ende van den redgeren niet 
gemainteret tho worden. 

Res. Dit word D. deputatis noch belastet hierover bij die E. E. heren 
ferner an tho liolden. 

6. 3 Gravamen, oft geen middel kende verschaffet worden , dat sulcke 
redgeren (met beleit nochtanss der E. E. hovelingen) konden gestelt 
worden, die selvest geen vianden en waren van die religie maer ten 
minsten diesel ve thogedaen. 

Res. synodus. Dit punct werd uthgestelt, beth die acta synodi nat. sind 
van die hoge overhelt gearresteert. 

7. 4 Gravamen, dat die uthgeschreven mandaten van bededagen an 



3G9 

tho stellen, unordnung der vastelaven tho verbedên etc. tot meerder 
contentement so der predigern alss der gemeenten, die sie vorgelesen 
behoren tlio worden, henforder mochten gedrucket ende einen ider pre- 
diger ende dat by tijdes een exemplaer daervan gelaten worden. 

Res. synodus. Wordt den deputatis synodi belastet bij tij des bij den 
E. E. heren Gedeputeerden an tho holden, dat die mandaten frohe ge- 
noech ende gedrucket ommegesandt mogen worden na gedaener thosage, 
van den E. E. herrn an den deputatis synodi gedaen. 

8. 5 Gra vamen, dat doch mit flijte moge angeholden worden, dat 
den olden predigern, die olderdomshalven nicht stichtlick dem predigtampte 
mehr bedienen konen, mit ein behoerlick underholdt versehen worden. 

Res. synodus, dat die classes solen geholden sijn speciale exemplen 
den deputatis synodi over tho geven. Dieselvige solen haer beste doen 
hierover bij den E. E. heren an tho holden. 

Hierop heft het classis van Suithorm den olden pasteer Johannem 
Elingium vorgestelt volgende der kerckenordnung art. 

9. 6 Gra vamen, wat vor ein censura sal worden [geholden]!) over 
die predigers , die ungedoepte und ungeproclameerde personen uth andei'e 
ordern herlopende copuleren. 

Res. synodus. Also in desen punct gepecceret iss tot Groningen, sind 
hierup van synodo gefordert die boeckholder van die matrimbhiale saken 
met die beide oosters umb reden tho geven, warum sulcker personen 
naemen2) sind overgeven den predigern umb tho copuleren. 

10. Sind die testimonia examinis gelesen van die predigers, die dit 
jahr ad ministerium sind thogelaten, alss ü. Rodolfi Ovinou, pastor in 
WarlTum, D. Arnoldi Hoübingii, pastor tot Wirdum, ende sqn a «ynodo 
geapprobeert. 

Bij dusscn worden D. deputati belastet tho letten up die testimonia 

« 

D. AuTopAEi, prediger in Delffzijl. Dessgelijcken 4 personen: Henricus 
Siso tho Winschoot, Wesselüs Dorgelo tho Oestwolt, Johannes Fabricius 
tot Unstwedde, und Johanxf^ Pir/ENius, p. in Saexum. 

Sess. 7 pomeridiana 24 Junii. 

1. Na gedaen gebede heft D. praeses ummegefraget , oft ock jemand 

under den broederen dem synodo hadde etwas vor tho stellen. Darup 

liebben enige classes uth den üralanden geantwoordet , dolerende over 

D. Hexricum Rodolfi, prediger in Groningen, dat hie up den Sondag, 



1) „[geholden]" aangevuld nit YY. 

2) „sulcker personen naemen" naar YY. Onze cod. heeft „sulcke personen naem". 
Actn Hijn. pi'ocinc. VII. 21 



370 

Misericordias Domini genoempt, welcker wass die 11 Aprilis, die dassen 
ende predigers in den Umlanden opentlick in sine predige tot groete 
seandale solde gelaederet hebben. Begeren darop, dat hie mag tho rede 
gestelt worden. Iss darop ten eerstemael geeiteert tegen 4 nhir in synodo 
tho compareren, maer iss niet gecompareert. Iss darop ten andermael 
geeiteert tegen 9 nhir dess andem dages tho compareren. 

2. HefFt die E. E. Dode van Amsweer ein boeckschen per dn. prae- 
sidera dem synodo overgeven, welckes titul iss: Klagende request, prae- 
sen teert an die tafel der anwesende h. Staten uith den Omlanden. 

Ditselvige boeck iss den heren broedern dess classis Loppersiimanae 
overantwoordet om te doerlesen ende darvan den inholt dem synodo 
tho refereren. 

3. Sind erschenen D. D. deputati ad synodum nationalem Dordracenam, 
alss D. CoRNEUüs HiLLENiTJS, D. Georgiüs Placius, D. Wolfgangus Agri- 
coLA, D. WiQBOLDUs HoMEiu, met hacre olderlingen alss die E. licentiatus 
Egbertts Halbes, die E. E. juncker Johan Rüfleer. Ende heft D. Hillenius 
in dem name siner medegedeputeerden in goeder ordnung ende int korte 
refereret ende gerepeteret die vorneemste stucken ende puncten , alss het 
sick int verhandelent dess synodi thogedragen heft, sowel bij den 
Remonstranten als van der kercken sijde, ende vorneemlick die liefl^cke 
broderlicke eendrachticheit inter orthodoxos so ecclesiastike alss politike 
int besonder under haer int gemeen under malcander, door welckes alle 
vorfallende saken in die lehre van beide so iiithheemsche alss inlandische 
thosamen ende die puncten, so die eutaxia ecclesiae angaen, van die 
inlandische besonder met alle eendrachticheit ende broderlyke lievede 
afgehandelt ende tot een loflick ende gewunschet einde volnbracht ende 
iiithgeföret, darvor die Heer ewigliok sij gelovet, welckes het synodus 
tegenwoordig met goeden benögen heft angehöret. 

Sess. 8 antemeridiana 25 Junij. 

1. Praemissis precibus, also D. HENmcus Rodolfi up die andere citatie, 
an hem van synodo gedaen, niet erschenen iss, iss ten derdenmael ge- 
citeert om 3 uhiren na dem middag tho compareren. 

2. Sind up bovengemelte citatie die bockholder Johan Hamminge over 
die matrimoniale saken met die beide oosters gecompareret , ende befun- 
den, dat 2 paer volcks sind gecopuleert ahne einige vorgaende proclamatie 
ter plaetze, daer sie wonachtig sind, het eene paer up het Sandt, het 
ander tot Wyrum wonachtig, die doch ock na Godes woord ende der 
kerckenordnung niet konen gecopulei-et worden. 

Synodus verordnet, dat vorgemelte Hahminge sal geholden sijn die 



371 

instnictie van deser ordnung dem synodo aut deputatis te vertonen. Het 
synodus aut deputati diiss doorgesehen hebbende, sullen daerin doen 
naer behoer. Ende also dem synodo noch niet vertoent, sind geholden 
die D. deputati hierin tho versehen. 

3. Hebben die oosters gedoleert, dat ook uith die stadt vertrecken 
sekere personen, die hier sind geproclameert ende gene attestatie van 
haere proclamatie gefordert om dem prediger ter plaetze te vertonen. 

Ordineert het synodus, dat die broedem beide in Stadt ende ümlanden 
in desen haer conform solen verholden geen personen tho copuleren, sie 
hebben dan thovom van die plaetze, daer sie wonen oder thuess horen, 
sekere attestatie van haere proclamatie vertoent 

4. Iss ock up dess synodi citatie erschenen Johan Wilckes, sieken- 
troester in den Dam , ende iss hem vorgestelt sijn unformlicke procedeur 
tot den predigampte, alss die in den 15 art. sess. 3 iss verhaelet, ende 
darop sine verantwoordinge angehöret. Erstlick bekent hie opentlick 
hierin sehr gepecceret tho hebben, ende datselve ten deele siner swack- 
heithalven ende ten deele, dat hie al tho sehr gestoont hadde up sine 
beropinge ende door raht ende ansprekent sommiger personen. Darop van 
hem gefordert die personen naemhaftig tho maken, so heft hie under 
allen D. Kltnckhamerum, p. tot Jams weer, genomineert 

Dit het synodus verstaen ende up allen wel gelettet, res., dat hie Jan 
Wilckes hier opentlick vor het synodus ende daernae ock vor die gemeente 
in den Dam sal schultbekennung und afbiddunge doen ende den also 
hem classi Dammonensi gantzlick submitteren. Ditselve hem vorgestelt 
sijnde heft mit sonderlinge leedwesen sine schuit bekent ende dem 
synodo umb vergiffenisse gebeden, ende belovet dessgelycken ock sulcke 
confessie vor die gemeente in den Dam tho praesteren ende sick dem 
classi gantz subjicieren ende hiernamaels vorsichtiger tho handelen. Darop 
het synodus uilh mitlijden ende gratie legen sijn persoen hem sine feile 
vergeven ende, wowol hie ein scherpere censeur verdienet, alss dat hie 
wol gantzlicken hadde behöret gerejicieret te worden , so leth het synodus 
dennoch berusten by die sententie, in den vorigen 15 art. sess. 3 vervatet. 

5. Bij diissen belastet het synodus dem classi Dammonensi, dat sie 
D. KuNCKHAMERUM ovcr vorbonoemde oorsake solen tho rede stellen ende 
darna doen naer behoren. 

Sess. 9 pomeridiana. 
1. Fusis ad Deum precib. heft D. praeses vorgestelt, oft ock ein per- 
soen, die sub censura steit, mag ad examen thogelaten worden. 

Hes. synodus, quod non. Sal derenthalven dese regel van allen classen 

24* 



372 

gcobserreret worden, dat niemand iinder e^nseur staende mag tot den 
examen geadmitteert worden. Darover het classis Dam monensis hiertegen 
gepecceert hebbende iss gecensureret worden. 

2. Heft D. HiLLENiiJS die sententie over die V puncten, so up den 
synodo nat. tot Dordrecht iss gepronuncieiet worden, item die kercken- 
ordnung up hetselve synodus gecorrigeert , dem synodo vorgelesen. 

Also nu mit diesen die D. deputati haer rapport dem synodo hebben 
gedaen , beide van lasten dess synodi nat. ende ock provincialis , heft het 
synodus haer bedancket voer haeren getrouwen flijthe ende arbeit, die 
sie tot der ehre Godes ende erbouwinge siner kercken hebben angewendet. 

3. Iss up vorscheiden citatien gecpmpareert D. Henricüs Rodolfi, 
ende hem vorgestelt uith last dess synodi van D. assessore, woe dat 
verscheiden dassen in erfaringe sind gekomen , alss solde hie die dassen 
in den Omlanden opentlick van den predigstoel den 11 Aprilis hujus 
anni gelaedeert hebben, indem dat sie die examina nicht lichtig solde 
volfören, darher dan voel huijrlingen in der kercken tot den dienst 
quamen. Daerup tho reden gestelt sijnde, heft hie sick verclaret. 

Synodus sine verantwoordinge wel ingenomen ende up alles flitig und 
rijpelick gelettet hebbende, befindet ende ordineert dennoch, dat hie hem 
door sine vorgebrachte reden niet kan excuseren, maer veelmehr dat 
solckes van hem iss geschiedt tot kleinachtinge der dassen, ock tegenss 
die gewoenlicke ende gebruicklicke orden der kercke. Res. derhalven het 
synodus, dat hie hier vor het synodus schultbekenninge sal doen ende 
anloven hem henferner vor so unstiglicke und unbesunnen woorden te 
wachten. 

Dit hem van D. assessore vorgestelt sijnde, vermenende dat hie hem 
hierna solde gereguleret hebben ende wederom met dem synodo gere- 
conciliert tho worden, so heft liie hem nochtans boven vermöden der 
synodale censeur niet underwerpen willen , maer iss met hevigen gemoete 
vandaer gescheiden. Daerup liet synodus veroersaket iss die E. E. heren 
borgemcisters daerover tho consuleren. Sind derenthalven van synodo 
verordineert D. AramEAs Ptraetmaxnus , assessor, D. Wigboldus Homeri, 

D. Bartholomaeus Billerbeke om an die E. E. borgemeisters tho gaen, 
met haer van disse sake tho delibereren ende haer advyss tho horen. 

Sess. 10 antemeri diana 26 Junij. 
1. Finita precatione hebben D. assessor met bovengenoemde personen 
sampt dem secretarie D. Henrico Schonenborch na haere last bij die E. 

E. heren borgemeistern ende raeth, die sie vergadert funden, gegaen 
ende der E. E. heren advyss ingebrocht, dat die E. E. heren • borgemèis- 



37H 

teren ende raeth [haer] i) laten welgef allen , wat het synodus in disse 
sake gedecreteert hefft. 

2. Iss D. Henricüs Rodolfi uitli last van den erb. raht avermaels 
erschenen ende hem die bovenvermelte sententie vorgeholden. Darop heft 
D. Hejntrïcub vam synode begeret, wat hio in disse sake tho voele gedaen 
heft't, dat het synodus hem datselve wolde vergeven, ende angelovet 
henferner vorsichtiger tho handelen ende verclaeret, dat hie up niemand 
van den tegenwoordigen broeders etwass heft tho praetenderen. 

3. Entlick sind in deputatos synodi erwelilet: D. Christophouüs Uch- 

TEMANNÜS, D. GEOROnJS PlACIUS, D. AjS'DREAS StRAETMANNÜS , D. JOHANNES 
LOLINOIUS. 

4. Also die E. E. heren bovengenoempt dem synodo hebben getrou- 
welick met raht ende daet bijgewoenet, sind die E. E. heren van D. 
praeside hochlick bedanckt voer haere goede faveur, dem synodo bewesen. 

5. Iss censura morum over die anwesene broeders geholden ende niet 
censurabels vorgefallen, ende van D. praeside bedancket haeres tiytes 
ende vermaent ferner in aller gottessfruchtigheit voort tho fahren. 

Ende iss also met die dancksegginge tho öott het synodus in goeder 
f rede ende enicheit beschloeten den 26 Juny anno 1619. 
Berniiardus Tueodor. Nordanus, p. t. synodi praeses. 
Andreas Straetmannus , p. t. assessor. 
Samu>:l Smaltzitjs, p. t. synodi scriba. 
HuBERTüs Brücherüs, ecclesiae Harens. et Noortlar. p. 
Egbertus Halbes, ecclesiae Groning. senior. 
HiDDO Lamberti Groothusius, in Farmsum pastor. 
Reünehus WoLKius, pastor in Weiwaert manu prop. 
Berxhardüs d'Indema, ecclesiastes in die beide Harcksteden m. propria. 
Henricus HouBiNGitJs, v. d. m. in Zands. 
Lambertus Henhicides, ecclesiastes in Post et Wittewienim. 
Walraven 2), servns J. C. in ecclesia W. Emdana, p. propria. 
WoLFOANGus Agkicola , p. iu Bodum. 
JoHANNEs Alberti, p. iu Noortwolda. 
B^vRTHOLOMAEUs BiLLERBEKE , p. iu Warffhuscn. 
Petrus Crustcs, v. d. m. in Saxumhusen. 
Adolfus Stückerüs, V. d. m. in Wetzingen. 
JoHANNES LüBBFJiTi, pastor iu Orypskercke. 



1) [haer]" aangevuld uit YY. 

2) „Walraven" YY heeft „\V. Walraven". 



874 

Marcüs Marsman, v. d. m. in Wynim. 
WiGBOLDTJS Homerus, pastor in Midwolda. 
Rembertus Georgu, pastor ecclesiae Medanae testor. 
Bernhardus Goldswerden, pastor in Blij ham ra. prop. 

Dese acta synodalia sind van unss underg. deputatis synodi 
mit dem originali gecollationeerl und darmit geljjcklüdende 
befunden. 
Actum Groningen den 19 Ang. 1619. 

Christophorus Uchtemannus, prediger in Groningen. 
Andreas Straetman, p. in Suitwolda. 
Jo. LoEUNoros, p. in Noortbroeck 1). 



Acta synodi provincialis , van dm eedlen eernvesten 
heren Gedeputeerden der stadt Groningen ende Om- 
melandepi uutligeschreveti^ ende in Appingadam gehol- 
den op den 19^^^ Junij unnde volgende dagen anno 
1620. 

Sessio prima pomeridiana 19 Junij. 
Sindt op desenn synodo uiith den respective classibus eerscheenen nhac- 
volgende personenn: 

ex classe Groningana: 
D. CoRNEuus HiLLENiüs, p. in Groningen, 
D. Christophorus Uchtemannus, p. in Groning. , 

der eerendtfeste imnd hoochgeleerde Egbertus Halbes , licentiatus unndo 
amptman dess gerichtes, senior; 

ex classe Dammonensi: 
D. JoHANNES Laxtenius scnior, p. tot Holwqrda, 
D. HiDDO Lamberti, p. toe Farmsnm, 
D. Antonius Strombergius , p. toe Scharraer; 

ex classe Loppersumana : 
D. Henricus Houbingius, p. opt Sandt, 
D. Joachimus Sorius, p. thoe Loppersum, 
D. Lambertus Henricides, p. ten Post en Wittewirum; 

ex classe Middelsturaana : 
D. Andreas Straetm^vn, p. in Suidwolde, 

1) Hierop laten YY en ZZ volgen „finis". 



D. Wilhelmus Joannk, p. toe Hnisinga, 
D. RuDOLPHüs OviNüius, p. toe Warifiim; 

ex classe Eenerumana: 
D. JoiiANNES ScHMALTZJus, p. tot Tinallinga, 
D. Adolphüs Stükerüs, p. tot Wetzinga, 
D. JusTiNüs Havenberoiijs , p. tot Saüwert; 

ex classe Snithorrumana : 
D. Samuel Schilvltziüs , p. toe Suidthorriim , 
D. JoHANNES ScnoNENBORCH , p. in Aedewort, 
D. JoHANNES Haselbekius, p. in Tolbert ende Midwolde; 

ex classe Oldamptina: 
D. Gerharüus Assueri, p. thoe Suidbroek, 
D. Bernhardus Goldsweerden, p. thoe Bleijham, 
D. Henrïcüs a Freden, p. in Scheembda. 

Hefft D. Andreas Straetmannus , assessor dess verledenn jaeres synodi , 
in absentia D. praesidis desen synodum mit dem gebede angevangen. 

Sindt daerop die credentzbreve der classium oeverandtwoerdet , gelesen 
ende geexaminieret wordenn, oifte daerinne oick eennige swaricheit 
mochte weesenn. 

Unde iss bevonden, dat eenige classes, alse te weeten Middelstumana 
ennde Eenerumana, geenne genoechsame ratificatie der dingen, die in 
synodo affgehandelet wordenn, haeren credentien hadden inverlivet, daer- 
omme sie dan voermaenet sindt wordenn tot anderen tyden beter daerop 
te letten. 

Wat die personen anlanget, die op desen synodum sint gecommittieret 
ende eerschenen, so iss vooreerst eennige consideratie gevallen oever die 
persene Antonu Strombergii , oevermitz he onlangea sub censura gestanden. 
Doch diewile die fratres classis Dammonensis verklaerenn, dat hie die 
tijdt oever, de hie bij haer in haerem classe iss gewest, sick wel ende 
stichtelick hebbe gedraegen, is he thoegelaeten worden. 

Voortz is schwaricheit geraovieret oever die personen Adolphi Sttjkeri, 
allse weleker ahm vorledenen sommer groete ergernisse begaen hadde 
dorch prophanation des sabbaths, item Justini Havenberou, weleker 
dorch sin onordentlick levent groete ergernisse solde geeven. Daerop dan 
D. JoHANNES Schmaltziüs, wclckcr neffens hem uut dem classe Eenerumana 
wass gecommittiert, verstanden, wat classis in solcken saeken mochte 
gedaen hebben. Unnde diewijele diesulvige verklaeret in classe niet prae- 
sent gewest te sijnn , allsse vann siilcken saekenn is gehandelet worden , 
so iss goetgeachtet haere classicale boeck te visitieren. Ende daermit die 
synodus daerdoer niet te lange opgeholdenn wordt, helft men dree per- 



37G 

sonen, alse tho weten D. Corxeltuji Hillkxiüm, D. Wilhelmum JoHANias 
unnde Johannem Schonenberg genouiinieret, welcker neifens D. Johannem 
SciiMALTziuM dat classicale boeck doersien , ende wat dienaengaende daarvan 
geschreeven an teekenen ende op negester versammelinge dem synodo 
bekant maken solden, die sake so lannge differerende. 

Iss men daerop veerner getreden tot election praesidis, assessoris ende 
scribae deses synodi. 

Ennde sint mit raeeslen stemmen naevolgende personen eligeret: in 
praesidem D. Andreas Straetm annus , in assessorem ü. Christophorus 
UcHTEMANNus, ende in scribam Johannes Schokenborch. 

Iss vann D. praeside voergestellet worden, wie van denn broederenn 
am kompstigenn Woensdage alhijer die predige solde doen. Alsoe dan 
eenige daertegen gesproken hebben, iss entliken voer goet angesien, dat 
jnen noch in die order, voermaels gemaeket, sal continueren, unnde sal 
classis Suidhorrumana , an welcken die ordningo iss gekoemmen, die 
voersehinge doen , dat jemant uut haeren middel die predige doen moego. 

Iss daerop die vergaederinge gescheiden ende sal proximus conventus 
mogen te acht ühren geholdenn wordenn. 

Sessio secunda antimeridiana 20 Jun|j. 

1. Fusis precibus iss ahnvenckelick proponeret, diewijle deputati sy- 
nodi in vieitatione classium bevonden, dat eenige predigern suiraachtich 
solden wesen in die bedienunge dess h. aventmaels, offte oeck noedich, 
dat eenige dersolvigen solden ad synodum geciteert worden. Undc iss 
voer goet angesiehen, dat men D. Berniiardu»! Joachimi unnde Petrum 
Bernhardi, pastoren respective toe Hevenskes unnde Opwierda uut dem 
classe Dammonensi , tegons morgen te 8 uliren tot den fine solde citeren , 
item D. Adolphum Empenium, pastorera toe Oldensyehl uut dem classe 
Middelstumana , unde D. Adolphum vann Besten uut dem classe Eeneru- 
mana tegen Donderdaege. 

2. Sint op begeeren des synodi in die voergaederinge eerscheenen die 
ghecommitteerden van denn E. E. heeren Gedeputeerden omme diesen 
svnodo bv to woenen, alse toe weeten die E. E. Rudolff Wicherinoe 
unde Bocco Awema. 

3. Iss weder voergenoeraen die saecke Adolphi Stükeri unnde Justini 
Havenbergii. Unnde hebben die daertoe gecommittierede broederen relation 
gedaenn, woedat sie dat classicale boeck doergesiehenn hebbenn unnde 
angaende die saeke Adolphi Stükeri niets geteekendt gevonden. Angacnde 
overst JüSTiNUM Havenbergium iss anders niet genoteret, alsedat hie 



:i77 

suimachtich in syn bedieninge ware, dieselve bij wilen versnimmende , 
daeroever hie dan van dera classe to reden gestellet unde gecensureret , 
sünsten niet meer daérinne vindende. 

4. Iss D. Adolpuüs Stukeiius ingevordert ende hem bekandt gemaeket 
die 8waricheit, oever sine persene gevallen. Daerop he de sake verbalet 
ende bekandt gemaket mit bekenninge siner schuit ende demoedige 
affbiddinge dersulvigen, waerop dan die saeke in deliberatie genoemmen 
ende groet ende swaer geaestimeret, also dat hem oick daeromme beheerde 
sessie in dese vergaederinge geweigert te worden , gelijck oick die classis 
sick swaerlicken daérinne verloipen , eenssdeels dat sie sulcke saecke niet 
in acht genomen , sünder in haere classicale boeck mit stilleswigen voerby- 
geghaen, anderdielss dat sie soedanige personen tot dese vergaederinge 
hebben gesonden. Daeromme dan entliken nhae lange deliberatie goetge- 
vonden, dat men uut dem classe Eenerumana sal verwittigen omme 
tegens morgen middagh alhijr in sijnodo te erschienen den praesidem 
und scribam classis unnde neifens dien dom. Bernhardüm SAGrrrARiUM, 
pastorem toe Eenenim, omme mit diensülvigen van diese schwaricheiden 
te handelen ende daernae daérinne te doen nae behoeren. 

5. Die saeke Jüstixi belangende iss hie oick ingevordert ende hem 
bekantgemaeket die schwaricheit oever hem vallende, waerop he tom 
deele sine excuse gedhaen, meerendeels averst alles ontkennet hefft. 
Doch die saeke is differeret, beth dat die voorgemelde personen uut 
dem classe Eenerumana soellenn aengekoemen sijn omme alssdan voort 
diesel ve aff te handelen ende daérinne tho disponieren, nha dat sie be- 
vonden sal wordenn geschapen te sijnn. 

Sessio tertia pomeridiana 20 Jun|j. 

1. Nhae gedaenem gebede hefft men aengefangen die acta des voer- 
leden jaeres synodi te resumeren. 

Unnde iss voereerst voorgefallcnn die saecke, dat pundtgroet voer die 
nhablivende weedmven der verstorven pastoren belangende, alwahr dan 
deputati synodi seer claegachtigh sint oever die traecheit veler prcdigeren 
in het contribueren derselver penningen. Unde is dienangaende voer 
goet angesiehen, dat tegen anstaenden Bartholomaei sowel de restanten 
van die voergh. jaeren allse die anderen haere penningen opbrengen soelenn 
in handen D. UcuTEMiVXNi, deputati synodi, mit dissem bcdinge dat indien 
jemant sulckes tegen voergess. tydt niet en dede, dessulvigen nhaemo 
solde expungeret worden , unde solde diesülvige nha luidt der opgerichte- 
den articulen van het beneficium versteecken wesenn. Unnde sal onder- 
tusschen jeeder classis daerhenn arbeiden , dat goede order by haer moego 
gestellet worden, daermit die penningen in tides opgebracht werdenn. 



378 

2. Veemer iss voergevaHen die saeke vann den duivelbanner in den 
Dam. Daervan hefft classis Dammonensis dem synodo bekantgemaket, 
dat sie meinen den enigen fundament unde bewijess te hebbenn omme 
hem sine feiten te oeverbrengen , welckes sie dan oick toe geleegener 
tijdt mit dem allereersten an den competentenn richter wolden laten 
gelangen. Unde hebben in specie gementioneret van einen gesellen van 
Norden, van welcken he den duivel solde gowilt hebben uitdriven, item 
van groete untucht, soe hie mit ein maegedeken van elfT offte twalff 
jahren hadde bedreeven. 

3. Iss hierbij per occasionem gemoveret die groeuwelicke bloetschande 
vann Jan Cuess tho Opwierda, die he mit syner steefdochter iss bedri- 
vendende. Unde daermit doch sülcke grouwelen vuth dem lande gewehret 
mochten werden, soellen disse saekenn vann den deputatis synodi denn 
E. E. heren bekantgemaecket wordenn. Unnde hebbenn oick die ahnwe- 
sendc heerenn beloevet mit allem eernst nhae voermoigen daerinne te 
remedieren. 

4. Anghaende artic. 9 sess. 2, dat doch impedieret moego werden, 
dat geene studenten uuth diesser provincie in der Jesuiten scholen ge- 
sonden worden, offtwell deputati synodi hyerinne haer devoir gedhaenn, 
soe soellen nochtanss die kümpstige vordan daerumme by denn E. E. 
heeren aenholden , daermit die heilsaeme placcaeten , hyerbevoeren daervan 
gemaecket unnde gepublicieret, renoveret unde executeret moegen werden, 
unde tot dien fine eenige exempelen hyervan hare E. E. bekantmaken. 

5. Artic. 10 sess. 2 belangende, so wordt nochmailes den deputatis 
synodi belastet in tides by denn E. E. heeren an te holdenn, dat die 
vastelaventlopers ende bieren doer haere E. E. placcaten verhindert 
mochten werdenn. 

G. Belangende artic. 11 sess. 2 van die schandelicke misbruiken in 
denn h. ehestandt, dat diesulvige afgeschaffet moegen werden, soe soellen 
noch upt kumstige deputati synodi daerumme wyders by denn E. E. 
heerenn anstaenn, ende daerthoe eenige enorme exempelen daervan den- 
selvenn bekanntmaecken. 

7. Artic. 12 sess. 2 van remotien der doetslageren vuth deeser provincie, 
iss ten deele geremedieret. Sal averst noch veerner daeromtoe bij denn 
E. E. warffesheeren , voersocht worden, dat die constitutien, in placcaten 
hyervan • gemaecket unde publicieret , oick behoerlick executeert werden. 

8. Die saeoke Aoolpui van Bestenn , daervan artic. 13 sess. 2 gedacht 



379 

wordt, wordt differeert tot sijner ahnkompst, alss hie orame in synodo 
te compareren iss geciteret wordenn. 

9. Anghaende die combinatie vann Warfum ende Solwert, artic. 14 
sess. 2 gementioneret, wort ad notam genoemen omme tot sqner tijdt, 
wanneer die saecke vann Jann Wilckenns, hoedemaecker in den Dam, 
met welcker sie eennigermaten annex is , sall aifgedaenn worden , daerinno 
wijders behoerlick te disponeren. 

10. Wat averst die saecke van Jan Wilckens deit belangen, daervan 
in volgenden artic. 15 unnde 1 sess. 4 gehandelet werdt, so iss he nae 
luit der resolution dess synodi, allsse classis Dammonensis iss gevisitiert 
wordenn, in praesentia deputatorum synodi in examine ter proeve gestellet 
worden. Heflft averst niet genoechsaem koennen andtwoerden, doch ge- 
lyckewol up veelvoldige intercession bij provisie ein jahr lang contimieret 
ommo alse ein proponente sunder titel pastoris ende eennige administratio 
der sacramenten sick te moegen exerceren ende alsdan de novo exami- 
nieret te wordenn. Waerbij synodus idt laetet voerbliven, mit diesser 
conditie dat die saecke nae expiratie van die vergunnede tijdt alsdann 
absolutelicken sall affgedaenn worden, ontweeder tot anneminge (indien 
hie duchtigh) oifte tot repudiatie (synde niet), sunder dat synodus opt 
kumpstige meerder daermede sal bemoeijet wordenn. 

11. Belangende voortz art. 2 sess. 4 vann die provocatie a senten tia 
classis iss aifgehandelt , daerbij idt synodus dann laetet verbliven. 

12. Angliaende artic. 3 sess. 4, alse thoe weetenn die examina pro- 
fessonim theologiae, hebben deputati synodi relateert, dat sodanige nu 
einn tydtlang heer niet gescheet synn, oeck vermoetlick in kumpstigen 
niet geschien weerden, daerorame dan niet noedich solde wesen wyder 
daerinne te doenn. 

13. Artic. 4 sess. 4, dat Enum mit einem eigenen prediger versiehen 
mochte werden, iss sülcx geschiet 

14. Artic. 5 sess. 4, belangende dat niemandt vann denn collatoren tot 
denn predigampte mochte beroepen werden, bevoer dat he testimonia 
sijner bequaemheit oft'te vann D. D. professoribus offte van dem classe 
voertoenet, is sülckx oick afgedhaen. 

15. Ad artic. 6 sess. 4 vann die voergaederinge der Wederdoeperenn 
int Oldampt te verhinderenn , sülckes iss einne algemeine claige dess 
gantzenn ministerii, waerbij dann oick seer gedoleert ende geremonstreert 
wordt, dat bij dese gelegentheit van tiden die Arminianismus daeronder 



schuilen ènde in diesenh landen insluipen mochte, dat daerommo wol in 
acht genoeraen wordenn ende doer den deputatis synodi angeholdenn, 
dat daerinne geremedieret raoige worden. 

16. Angaende art. 7 sess. 4 vann die resolutien der warifsheeren oever 
die heiinmelicke copulation der Wedderdoeperen , hebben deputati synodi 
dieselve noch niet koenen bekoemen. Soelen veemers daeroïnme anholden. 

17. Wat belanget ai'tic. 9 sess. 4 vann het koepen ende verkoepenn der 
stemmen der collatoren, item vann denn contracten, die sümmige coÜa- 
toren ende kerckvoegedeh maken mit haeren pastoren, die sie heropen, 
woe oick vann die prophanation des sabbaths ende alle onordeninge, so 
op denn sabbathen geschiehen, van inhibitie om der Papisten boeken 
niet te verkoipen ende wat dien aenkleevet, solckes is wederomme opt 
nije vann den deputatis synodi denn Ê. E. heren geremonstreret , ende 
wordt daerop eine heilsame resolutie verwachtet. 

18. Articulus lO, dat niemandt sick eennige beroepinge offte dienst sal 
anvaerden sunder consent dess classis , sulckes sal wel observeret wordenn. 

19. Angaende artic. 11 vann het predigen unnde disputeren in die 
classicale voergaederingen , artic. 12 vann ongedoopede personen niet to 
copuleren, item het. judicium van die doepe, so vann denn vagabunden 
ende ommeloependen paepenn in desen landen i) wordt gedaenn, welcke 
puncten sint differeret wordenn, totdat men die resolution synodi natio- 
nalis Dordracenae daervan mochte voerstaenn hebbenn , so iss D. Hillenius 
daerop gevraeget, wat diennangaende in dem nationali synode ware be- 
schlotenn, welcker dann heefft relateert, dat sulckes bij denn resolution 
in voerigen synodis nationalibus daerover genoemen ware verbleven, 
welcke resolutien dan alhijr sint insereert wordenn. 

Vann het predigen in classibus. 

In synodo Dordracena anno 1578, artic. 30. 

Ein jegelick der dienaeren sal bij geboerte ein korte predicatie doen, 
van de welcke die andere ordelen, ende tgeene tott verbeeteringe behoefft , 
vermaenen sullen. 

In synodo Middelburgensi anno 1581, artic. 30; item Hagiensi anno 
1586, artic. 38. 

Die dienaer, die het in die voergaende classe opgelecht wass, sal ein 
korte predicatie vut Godes woert dhoenn, van diewelcke die ander ordelen, 
ende soe daer wat inne gebreecket, anwijesen sullen. 



1) „in desi'n lauden" ontbi*ei.*kt in YY. 



381 

Vann denn copulationibus ongedoopeder pèrsonenn. 

In synodo Hagiensi anno 1586 in quaest. partic. quaest. 9. 

Offt men eenn gedoopte persene met een ongedoopte sai moegen trowen. 
Antw. dat sulckes niet geraden en iss, diewyele die ongedoopte door ver- 
Averpinge dess doops niet en kan gereekent worden int verbondt Godes te 
zijn, ende oook sulck trouwen voer die gemeente onderworpen is groete 
lasteringe. 

Judidum vann die doepe der vagabunden ende ommel openden 
papen in desen landen. 

In synodo Middelburgensi anno 1581 in quaest. partic. 9 quaest. 73. 

Wat men vann die doep der vagabundsehen papen lioudenn sall. 

Antw. Indienn sie macht hebben omme te doepen volgende de regi'ilen 
der Roomscher kerken, so sal die doepe bij haer bedient (hoewel se 
vuth haer plaetsen verdreeven sijn) niet weederhalet worden, maer die 
doepe van monnicken ende diergelycken , die geene macht hebben om te 
doepen volgende derselver regulen, sal van geener weerden gehouden 
worden. 

20. Angaende artic. 13 sess. 4 van die altaren, sacramentzhuisen 
unnde andere reliquien papatus, so noch in eenigen kercken gevonden 
worden, iss relation gedaen, dat diesolvige ten deele aifgeschaifet sint, 
ten deele noch soellen alfgeschaffet worden, wo dan insonderheit classi 
int Oldampt belastet is wordenn by den E. E. heeren drosten vann 
Wedde ende Westerwoldingerlandt an te holdenn, dat dat sacramentshuiss 
tho Onstwedde moege destrueret wordenn. 

21. Unnde angaende die affschaffinge der dantzschoellen artic. eodem 
soelen nochmaels deputati synodi daerop anholden, unnde soelen daer- 
nevens de predigeren unnde consistorien daemhae trachtenn, dat behoerlicke 
censui-a moege geholden worden oever die ledematen der gemeinten , da 
sick daerinne koemen te verloepen, nae inlioldt der synodale resolutie 
synodi secundae Dordracenae anno 1578 in quaest. partic. quaest. 43, 
welcke allso luidet. 

Wat men doen sal, dien henlieden tot openbaerre dantzen begeeven. 

Andtw. Overmitz die dantzingen gemeinlick eine lichtverdicheit , die 
den christen niet en betaempt, medebrengen ende aenlockingen i) dess 
vleeschliken lustes sijnn, ende daerbeneven denn godealigen ergerlick 
insonderheit in tijdt van gemeene noden, soe sullen sie gestraffet worden, 
die hem daertoe begeven, ende soe sie hartnackelick voortvhaerenn nha 



1) „aenlockingen", verbeterd naar de acta Dordr. zelf. Onze cod. en ZZ hebben 
„autei'kiugcn" YY heeft „aenBtreckingen". 



382 

verscheiden vermaningen, van de gemeenschap des aventmhailes afFge- 
holden worden, 

22. Wat art 1 sess. 5 iss angaende, dat deputati synodi mit denn 
D. D. professoribus theologiae soldenn spreeken, daermit die studiosi 
theologiae, welcke sick in concionando exerceren, haer wrat mochten 
matigen in liaer habijt der kledinge, is sülckes van den deputatis synodi 
gedaen ende oick daerinne geremedieret 

23. Ad art 2 sess. 5 vann het wederdruckent Catechismi Heidelber- 
gensis ende Confessionis Belgicae , refereret D. Hilleniüs daerinne versien 
to synn van synodo nationali, ende dat die Confessio Bélgica aireede 
wass gepurgeret a mendis typographids , die daerinne waren, ende ge- 
drucket Die Catechismus mit die anhangennde liturgia waere oick al 
revideret ende sulde eerster gelegentheit wel gedrflcket worden. 

24. Ad artic. 3 sess. 6 vann die verhinderingen der corabinatien vann 
iloorhusen mit Leenss, hcfft D. Joiiaiïnes Scuhaltzius refereret, dat D. 
JoHANNES WoLPHius daer\"an wass afFgetreden, doch daerbeneven gedoleret, 
dat onderdess die kerkendienst thoe Hoorhuisen bleeff vaceerende woe 
oeck meede thoe Veerhuisen ende Suerdijck, dat doch mit eemst daer- 
inne mochte versien worden. Hebben die ahnwesende heeren praesen teert 
ende op sick genoemmen prima occasione tho huiss gekoemen zynde ahn 
den coUatoren ende kerckvoigeden der vacerenden plaetzen te schriven, 
dat sie inwendich ses weeken sick mit bequaeme predigeron soellen ver- 
siehen, offte ahnders dat men hem eenige stellen soU: men solde man 
op een klein memoriecedeltien hacr die vacerende kercken bckantmaeken. 
Daerby dan veerner vann classe Suidhornimana oick gedacht is van die 
vacerende plaetze tho Calepende. 

25. Endtlickenn hefft D. praeses proponiert, diewijle geene gravamina 
noch ingebracht waeren, offte niet goet waere, dat eenige personen ge- 
nomineret worden, welcke die gravamina classium innemen, diesel ve 
doersien ende behoerlicke order i) stellenn mochten tot minder moijte des 
synodi. Unde sint daerthoe genomineret worden die E. R h. amptman 
Egbertus Halbes, D. Joachimüs Sorius unde D. Samüel Schmaltzius. 

26. Diewijle morgen geprediget sal worden, iss voer goet geachtet, 
datt men voortz nhae gedaenne predicatie sick in die voergaederinge weed- 
deromme sal laeten vinden. 

Sessio quarta antemeridiana 21 Junij a concione. 
1. Iss op gedaene citatie in synodo eerscheenen D. Bernhardus Joachimi, 



ï) „behoerlicke order" YY hoeft „in behoorlicke forma". 



383 

pastoer tho Hevensches, endo iss hem voorgeholden die schwaricheit, tegens 
hem gementioneret, toe weeten eenige onordentlickheit in sijn leevent 
ende traecheit in bedeeninge des h. aventmaels. Daerop he voerklaeret, 
dat he an voerledenn Paschen dat avontmael des Heeren hebbe geholden 
mit anwinninge van eenige personen, soe toevoeren newerle gecommnni- 
ceret, ende oeck oever veer weeken wederomme holden worde. Oock 
vermeenet ende hoepet he sick also te dragen, dat geenne ergemisse 
dorch hem mochte gegeeven worden. Daerop he dan eemstlick van dem 
synodo voermhaenet is sick in alle fromicheit ende stichtinge te holden, 
daermit geene dachten over hem mochten koemen. 

2. Item iss oeck eerscheenen Petrus BEfumARoi , pastor toe Opwierda , 
denwelcken oeck voergeholden syne traechheit in bedieninge des h. avent- 
mhails. Daerop hie sick verclaert, dat sulckes ahnn sijnen flijth ende i ver 
niet hebbe gemangelet sunder an sijnen toehoerderen, welcke he niet 
konde daerhen bewegen. Hadde nochtans voor ongeveer twee jahren een- 
mhael dat avontmael des Heren geholden mit ongeveer vijeff offte sess 
personen , so he hadde angewonnen. Nhaemaels hadde he sulckes wal voer 
sick genoemen, doch was alletijedt doer den geringen tall der communi- 
canten opgeholden worden. Welcke excusatie allso sie niet wel kan gelden, 
80 is he daeromme eemstlick gestraffet worden ende vermanet in posterum 
meerder iver ende flijth in dese saeke te gebruiken. 

3. Iss hierbij per occasionem gehandelet van seekere ordeninge in die 
bedieninge des h. aventmails te holdenn. Unnde angesiehen in synodis 
nationalibus Dordracena secunda ende Hagiensi artic. 63 beschieten is, 
dat men geen aventmahl des Heeren behoeret te holdenn an die plaetzen , 
daer geen forma van kerkelike regeringe is oifte geenn olderlingen ende 
dyakenn, so iss daeromme geresolviert , dat voerall daeniae behoeret van 
den predigeren getrachtet te wordenn, dat daer sulckes die gelegentheit 
mitt sick bringet, alletijdt soedaenige forma van kerkelike regeringe mach 
angestellet worden. Daer averst die gelegentheit sulckes niet mit sick 
bringet, dat daer de twee oifte dree naest an malckander geseten predi- 
gern sick vereenigen solden omme alsoe doer dien die forma vann kercke- 
licke regeringe te repraesenteren , daermit alsoe mit gemeinen advijjs die 
ledemaeten der kercken angenoemen ende geregeert moegen worden. Soellen 
oeck alle classes flitigh daerop letten, dat die broederenn onder haer 
sortierende flitich niett alleene in predigen , sunder oick in bedieninge des 
h. aventmalss haer ampt verrichten omme also in visitatione classium 
den deputatis synodi goeden bericht daervan te doenn. 

Sessio quinta pomeridiana 21 Jun\}. 
1. Post preces hebbenn die fratres classis Loppersumanae proponiert, 



384 

hoedat D. JÖhannes Vincentius einne vocatlon bekoemmen tot Lossdórp,' 
ende dat sie wegen seekere oersakenn eenige swaricheit makedon den- 
selven vulkoemelick te accepteren. 

Welcke oersaken synodus voerstaen hebbende meenet, dat classis Lop- 
persumana wel ende voersichtichlik daerinne gehandelet hebbe, ende 
remitteret die saeke wederomme ad classem omme veerners daerinne te 
doen, soealse sie stichtelick werden bevinden. 

2. Iss oick veerner eerscheenen een man. van Scharmer , Claess Janss 
genoemet, denwelcken syne f rouwe voer ongeveer twee jahren wass ont- 
lopen , niet wetende waer dieselve moege syn gebleeven , begerende raedt 
woe he sick hierinne soelle holden. 

Synodus hefft hem geraeden, dat he sick an de politische overicheyt 
ter plaetzenn sal vervoegen, opdat naè eisch der rechten mach mit flijth 
hen ende weeder bij den vrunden nhaegevorschet worden , waer die 
vrouwe sick moige verholdenn ende dat sie door ein proclama, ter plaetzenn 
daer het behoeret, inge vordert worde omrae desen angaende alssdann by 
den richter te doenn, gelyck nae rechten sal bevonden worden te behoerenn. 

3. Voortz iss men getreden tot die gravamina dess voerleedenen synodi , 
ende angaende gravamen 1 vann die profanation des sabbaths, so iss sulckes 
denn E. E. heerenn geremonstreert. Wordt oock noch seer daeroever ge- 
doleret, daeromme noedich, dat deputati synodi vernaers daeromme by 
die E. E. heeren anholdenn umme soevele moegelick sulcke profanatièn 
wech te nemen. 

4. Gravamen secundum belangende die conventiculen van allerleij 
sectenn, dat die muchten affgeschaffet worden, iss daervan toevoeren in 
dissenn actis eenigermaten gehandelt. Wordt oick noch upt kompstige 
daeromme ahn to holdenn denn deputatis synodi belastet. 

5. Angaende dat gravamen 4, dat die mandaten van denn bededaegenn 
etc. mochten gedrucket ende tijdtlik vroe oevergesonden wordenn, so 
Avordt noch seer geklaeget daeroever, dat sulckes niet en geschiet. In- 
snnderheit claget classis int Oldampt, dat vann den laestvoerloden bede- 
dach denn broederen daersulvest niet beveral die weete sij gedaenn , dat 
oick in ganntz Westerwoldingerlandt diesulve niet sij angedienet oflFtc 
geholden worden. Wordt daeromme deputatis synodi belastet hyeroever 
nochmael eernstlick an te holden, woe dann insonderheit die predigern 
der stadt Gronningen denn E. E. heerenn borgemei stèren ende raedt die^e 
suimachticheit , onlanges int Oldampt ende Westerwoldingerlandt geboeret, 
soelen bekandt maekenn, opdat in sulcken wichtigenn saekenn niet so 
negligonter moege gehandelet wordenn. 



3S5 

6. Wat belangen deit dat punct van den olden predigem, diewelcke 
wegenn olderdhoem ende andere toevallicheit hoerenn dienst niet behoerlick 
koenen verrichten , dat dieselve mit noetdrofftigh onderholt mochtenn ver- 
sorget wordenn , wordt noedich geachtet daeromme by denn E. E. heeren 
Statenn deeser provincie op einnen gemeinen landtdach an te holden, dat 
dieselvige, gelik in anderen provinciën ende insonderheit Frieslandt ge- 
schiet, daerinne versiehen wollen, nae inholdt mede der nijelicks gerevi- 
deerder kerkennordeninge artic. 13. Sindt oick specialia exempla soedaniger 
personenn ingebracht, allsse Johannes ELmoius, pastor tot Nijekercken, 
ende Macarius Lunsemawitüs , pastor toe Westerdij x home. 

7. Belangende die onordeninge van het copuleren ongeproclameerder 
personen, die van haere woonplaetzen an anderen oordenn daeromme 
loopen, soe nehmmen die predigeren thoe Qronningen op sick daerinne 
solcke order tho stellen , dat by liaer daerinne geene inconvenienten soelen 
geboeren , woe dann oick die anderen predigeren samptlick daerinne goede 
order ende opsicht te holden vermaenet worden. 

8. Sindt veemer in dem synodo gelesenn wordenn de testimonia exa- 
minum dergeener, die nijelicken tot het ministerium sint promoveret 
worden, alse toe weetenn: 

vann classe Oldamptina: 

D. Hexrici Cisonis, welcker mit testimoniis academiae et ecclesiae 
Groningensis voersiehenn inn het predigambt thoe Winschoeten iss gestellet; 

D. Wesseu BoRGELoii), wclckcr langetydt schoelemeister tho Bellinge- 
wolde gewest, unnde mit testimoniis der kercken daersulvest voersiehen 
tho Oestwoldt is ad ministerium promovieret; 

D. JouAXNis Fabricui , dess pastoris soene tho Onstwedde , oeck mit goe- 
denn getnichenissen instrueret unnde in sij nes vaders plaitze promovieret; 

D. GiSEBERTi KuOTNGii, mit testimoniis der kerckenn ende voegeden 
dess fraterhüses tot Gronningen versiehenn, unde in die Beertha thom 
predigher bestellet; 

vann classe Loppersumana : 

D. Lamberti Alberti 2) et Georgh Lioistae Groningensium , mit goeden 
getnichenissen instrueret unnde toe Bemm unnde Westerembden pro- 
movieret ; 

D. Valentiki Cabeij, vann dem classe int Oldampt recommendieret 
unnde thoe Loppersum promovieret; 



1) „Borgeloi" in alle codd. De naam is „Dorgelo" volgens de predikantenlijst 
van Bruchenis. 

2) „Alberti" YY hwft „Abeli". 

Acta syn, provinc. VIL 25 



38G 

D. Wesseli Soegelmanni, soe tho Wirdum schoelmeister gewesenn 
imnde tho Enum im predigambte iss bestellet; 

vann classe Middelstumana : 

D. WicHERi Edema ende Lamberti Valesh Groningensium , tho Wes- 
terwqdtwert unde Onderwerum gestellet; 

vann classe Eenerumana: 

D. JoHANNis ViNCENTH, mit getuichenlssenn D. Poliandri unnde SibrandiI) 
LuBBERTi, item einness predigerss thoe Doerdrecht Danielis a Vihea2) voer- 
siehenn, vann classe examinieret ende toe Siierdijck3) bestellet, nhaemaels 
averst thoe Loessdorp onder dera classe Loppereumana tott einnen prediger 
beroepenn. 

Welcke testimonia dann alle samptlick van dem synodo sint approbieret 
wordenn. 

9. üiewijle oick bekent wordt, dat in dem cksse vann Oldampt sub 
examine tegenwoordigh iss einner, Hermannus HncRONYMi a Vienna ge- 
heetenn, wordenn die broederenn dess classis daersulvest eemstlick 
voermhaenet op sine persene wel te lettenn, daerrait he ondüchtich be- 
vonden wordende niet moege admittieret worden. 

Sessio sexta antemeridiana 22 Junij. 

1. Sindt op gedhaenne citation ex classe Eenerumana in synodo eer- 
scheenen D. Allardüs a Besten, Gerhardus Stenius unnde Bernhardüs 
SAorrTARrus, dewelcken sint angedienet wordenn die schwaricheiden , over 
die personen Adolphi Stukeri unnde Justini Havenbergii gevallen , daerop 
sie haere relation ende excusation gedhaenn. 

Welcke vorstaen hebbende vermeent synodus, dat classis inn dieso 
saeko haer devoir niet hebbe gedhaenn, dat oeck haere excusen, daer- 
meede sie sick willen behelpen, haer niett koennen helpenn, daeroever 
sie dan scharpelick censureret ende vermahnet sint wordenn henveerner 
meerder iver in het censureren der culpabeler personen te gebruicken, 
ende oock getrouwelicker dicselvige an te telkenen , woe oock mede voer- 
sichtiger in het committeren dcrgeenner, de ad synodum gesonden wor- 
den, te handelen, daermit soedaenige personen moegen gecommitterct 
wordenn, de sunder verdacht ener opspraeck sindt. 

2. Yoortz D. Stukerum belangende iss vann dem synodo geresolvieret , 
angesiehen sunsten geene fautcnn vann hem sint gehoeret, sunder dat 



1) „SibraiuU" naar YY. Onze oocl. en ZZ Jiobl)en „Sibranti". 

2) „Vinea" YY heeft „Vienna". 

3) „Siicrdijck" ZZ heeft „Suderdijck". 



387 

he beide voer ende nae dien tijdt sick wel ende stichtelick hebbe ge- 
draegen, dat hem die swaericheit sijnes valles van dem synodo voorge- 
holdenn ende op syne schuldtbekenninge ende affbiddinge dersulvigen 
sessio gegunnet sal worden, mitz dat he vastelick beloeve mitt denn 
eersten in sijnc geineinte van die hilliginge des sabbathdages te leerenn, 
ende sijne toehoerderen daerthoe te vennanen mit anmeldinge, dat idt 
hem oeck leedt sy, dat he voermhaels sick daerinne hebbe voerlopen. 

Welckcs alles dann D. Stukerüs gedhaenn ende meede vermeldet, dat 
]iie all voert nae sijnen val soedaenige vermaninge an syne gemeente 
gedhaen hebbe. 

3. Anghaende D. Jüstinum, diewyle he die swaericheidenn oever 
sijne persone moveret ontkennet, sal men sick daerop veemer infor- 
meren, ende sall he oeck solange sick moeten diesser vergaederinge 
entholdenn. 

Soellen tot dien ende eenn depntatus synodi wth der stadt ende een 
prediger wt dem classe Eenerumana, welcke tot sick nemen soelen denn 
prediger toe Gronningen, onder welckes kluift sick sijne saekenn hebben 
toegedraegen , mit denn eerstenn daerop inquireren omme alssdan veemer 
te doen nae behoeren. 

4. Iss oick op gedaenne citatie erscheenen Adolphus Empenius, den- 
welcken voergeholden is worden , dat hie traech waere in die administratie 
dess h. aventmalss. Daerop he bekennet, dat idt nu wel een jaer geledenn 
sij, dat he des Heeren aevcndtmael niet hebbe geholden, biddende dat 
men hem sulckes voergeeven wolde ende beloevende sick beeter in sijnen 
denst te quiten. Doch hefFt geene genoechsaeme reden sijner traecheit 
koennen inbrengen. 

In betrachtinge dan dat oick andere swaricheiden oever hem vallen 
van ongeregeld theit sijnes leevendes, soe hefFt synodus hem eemstlik 
censurieret ende dem classi injungcret goede opsicht op hem to hebben, 
dat he sick flitich in sinem denst ende stichtich in sinem wandel holde, 
offte so he sick quam te verlopen, so sal classis geautorizeert wesen 
omme nhae gelegendtheit sijner fauten te procederen tot afTsettinge van 
sinen denst nae ordeninge der kercken. 

5. Insgelicken iss erscheenen D. Adolphus van Besten, denwelckenn 
oeck voergeholdenn is, dat he ein geniime tijdt dat aventmael des Heeren 
niet hebbe geholden. Hefft daerop sine excuse gedhaenn , woe dat he wth 
belastinge synodi in pleit stae mitt denn E. E. juncker Albekda, ende 
daeromme oeck vermanet van eenigen fratribus classis sick daervan te 

onthelden. Hadden averst onderdess die ledemaeten sijner gemeente mit 

25* 



388 

den benaeberden predigern ende gemeinten communiceret Meenet synodus 
dannoch, dat D. Adolphus der saeken niet genoechgedhaen hebbe, dan 
ofTte he wel voer den politischen richter in pleit stonde, wanneer geene 
andere oersaken vorhanden, hadde he dannoch aleffenwel koenen ende 
behoerenn dat aventmael des Heren toe holden ofFte te bestellen, dat 
jemant vann sijnen nabuiren in sijne plaetze ende gemeinte sulckes voer- 
richtede. Welckes hem dan voergeholden ende daerthoe hemi) eernstlick 
is vennaent worden. 

Sessio septima pomeri diana 22 Junij. 

1 . Iss dom. JusTixus Havenbergits erscheenen unde hefFt eennigermaten 
bekennet, dat he ahm voerleedenen winter doer occasion van advocaten 
ende anderenn , mit welcken he te doende hadde , well somtij des ein 
mengel wijness gedronckenn, waerinne soe he sick verloepen, begeret 
lie, dat men sulckes niet ten hoegesten weegenn sunder hem voorgeven 
ende toe goede holden wolle. Welcke bekantenisse , alsoe sie niet sufficiant 
en is bevonden, soe laetet idt synodus bliven by der voerige resolutie. 

Doch diewijle he daernae absolutelicken bekennet hefft sick dyckwijlsa 
grofflickenn ende swaerlicken verloepen n te hebben tot ergemisse vann 
voelen, biddende omme vergiffenisse ende beloevende henfeemers sick 
froemelick- ende stichtelick te draegen, iss die synodus vann ander ge- 
voelen gewordenn ende wil voer desen die executie vann die voergaende 
resolutie naelaeten, unnde iss he scherpelick oever sine voerige excessen 
gecensureert , mit vermaeninge dat he sich hen veemer stichtelick ende 
sunder opspraeke holde ende draege, daerop dan classis goede achtinge 
sal hebben. Ende bij soeveerre he in het toekumpstige quame to verlopen, 
sal men mit hem voortvahren nhae luidt van die voerige resolutie ende 
het olde mit het 2) nije affdhoenn. Doch sal he voer diesen gelijckewell 
geene sessie in diesse voergaederinge moegen hebbenn. 

2. D. Adolphus van Besten hefft dem synodo voorgestelt, hoe dat 
[liie]3) vüth belastingo dess synodi in pleit was geraden mitt dem E. E. 
jüncker Alberda, streckende hem tot groete onkostinge. Voersocht daer- 
omme assistentie orame dieselvige te moegen vuthvoeren. 

Synodus andtwoordet geene andere assistentie hem te koennen doenn 
alse , bijaldien he sulckes versoecken mochte , intercessie by den politischen 
richter tot beter expeditie syner saeken. Dess sall classis flitichlich op 
hem letten, dat he stichtelick syiien denst verwalte. 



1) „hom" YY heeft „hie". 

2) „het" YY heeft „hem". 

8) „[iiiej" aangevuld uit YY. 



389 

Hyerna is men geb-eden tot die gravamina , van denn classibus ingebracht. 

Gravamina classis Dammonensis. 

3. Anghaende gravaraen 1 classis Dammonensis, rait welcken oever- 
eenkümpt gravamen 5 classis Suidhomimanae , datt niemandt voergunnet 
mochte wordenn te predigen, he sij dan ten minsten praeparatorie exa- 
minieret, noch oeck sulckes sunder consent classis ende pastoris loei to 
dhoenn, sülckes iss in voerigen synodis afFgedaenn, woe dan nae te sien 
is ende angewesen wordt art. 10 sess. 4 anno 1619 ende art. 15 in die 
nyess gerevideerde kerckenordeninge. 

4. Wat averst anlanget dat particuliere exemplum, soe vann classe 
Suidhorrumana verhaelet wordt toe Ferwert geschiet te sijnn , siet synodus 
voor goet an, dat twee predigern vnth nhaemme dess synodi den juncker 
daerselvest anspreecken ende hem die schwaricheidenn ende inconvenien- 
ten, soe daerüth worden rysenn, remonstreren omme inkumpstigen van 
soedaenne proceduren te supersederen , ofFte indien sulck voersoeck fruch- 
teloess mochte wesenn, denn deputatis synodi tselvige an toe deenen, 
daermit diesulvige mit denn E. E. heeren Gedeputeerden spreken moegen , 
woe hijerinne te remedieren. Daertoe sint nominiert D. Samüel Schmaltziüs 

Unde JOHANNES SCHONENBORGH. 

5. Gravamen 2 vann het recommenderen der persoenen tot den kercken- 
dienst bij denn h. collatoren, ofFte niet raedtsam, dat sulckes niet vann 
particuleren personen sunder van denn classibus gedaen muchte worden, 
iss nae te sien in actis synodi anni 1617, alwaer daervan gehandelet iss 
wordenn. Kan oick ahn diessen oerden niet wel practiseret worden. 

6. Gravamen 3 vann onthilliginge dess sabbaths iss toe voerenn affge- 
dhaen art. 17 sess. 3. 

7. Grav. 4 vann den loeijen stareken bedelerenn te wehrenn, daerinno 
hebbenn die E. E. heerenn Gedeputeerden haer devoir gedaen, weerden 
oek wijder mit eernst doenn. Hijrbij averst iss gementioneret , offte niet 
raedsam waere, dat tot dien fine die werckhuisen der stadt mochten 
provincial gemaeket worden, waernha dan die predigern thoe Groningen 
voornemen soelen, wat der E. E. heeren der stadt meeninge hijrinne sij. 

8. Grav. 5, mit welcken oick oevereenkompt gravamen 6 classis Mid- 
delstumanae , vann den conventiculen vann allerleye secten te weeren , 
daerinne iss oeck toevoeren geresol veert art. 15 sess. 3 unde art. 4 sess. 5. 

9. Gravamen 6 vann het heimelicke doepen der vagabundische papen 
in dissen landen, soelenn die exempla daervan den deputatis synodi be- 



390 

kandtgemaket worden om me mitt den E. E. heeren te communiceren, 
unnde woe densulvigen toe weeren te delibereren. 

10. Grav. 7 vann die ungclycke vutdeellinge der almoesen ahn den 
caspelen der Ummelanden, soellen diegeenne, soe hijerinne toe doleren 
liebben, sick bij den E. E. heeren gecommitteerden der Ommelanden 
imde denn h. syndicum Gockinga moeten vervoegenn. 

11. Gravamen 8, mit welcken accordiert gravamen 4 classis Suidt- 
homimanae, vann het onordentlick toesamen loepen voeler personen in den 
h. eehestant sunder voerlieergaende proclamatien ende copulatien, nnde 
woe demsulvjgen thoo weeren , sal sulckes by den competenten richteren 
moeten versocht wordenn. Ende soe diesel vige haer devoir hyerinne niet 
en doen , sal men daeroever an denn E. E. heeren hoevetmannenn klagen , 
dat diesulvige die suimaehtige richtern daerthoe constringeren mochten. 

12. Grav. 9, dat die weeduwen der pastoren mit een jaerlickes snb- 
sidium vann de provincie versorget mochtenn wordenn. 

Res. Diewqle geene algemeene ordeninge voerdesen daerinne iss go- 
maeket, dat dan eine jedere weeduwe voer sick mit assistentie dess 
classis by denn E. E. heren Statenn omme subsidium te erlangen sal 
moeten anholden. Unnde iss hyerbij per occasionem gedacht, ofFte niet 
raedtsaem ende practicabel, dat oock in den Ommelanden an bequaemer 
plaetze een weeshuiss verordinieret mochte worden , welckes dan deputati 
synodi soellen versoekenn. 

13. Gravamen 10, dat ehelicke personen onderwijlen vann einander 
loepenn ende sick sfilvest scheidenn, sal jegelick classis, consistorium 
ende prediger sijnn beste daerinne bij sine respective overicheit doen , 
datt daerinne behoerlick voersiehen moege wordenn. 

Gravamina classis Middelstumanae. 

14. Gravamen 1, dat die acta synodalia mit den spoedigsten nhae 
geholdenem synodo verveerdiget ende den classibus toegestellet moegen 
worden , willen scriba ende deputati synodi daerhen arbeidenn , dat ocvor 
een maent ongeveer nha geholdencn synodo die acta voerfecrdiget moegen 
wesenn , unde moegen alssdan classes vann den deputatis synodi diesulvige 
vorderen. 

15. Grav. 2 van den copulatien nijer eehelüiden, die in privaten be- 
huesingen mochten geschiehen, is in voerigen synodis resolvieret, dat 
sülckes niet behoere te geschieden, daerbij idt dan oick noch blivet. 
Unnde so eenige predigern sick liijerteegen mochten verloipen, soelen 
diesulvige van den classibus daeroever toe reden gestellet unde gecensu- 
reret worden. 



391 

16. Gra vamen 3 vann de private doepe, die in denn huiseren mochte 
geschieden, iss daervan in der nu njjelicker gerevidierter kerckenorde- 
nunghe art. 16 also resolveret: Hett verbündt Godes sal an den kinderen 
der christenen rait den doop , so haest alss men die bedieninge desselven 
hebben kan, besegelt wordenn ende dat in die oepenbaerre versammelinge , 
wanneher Godess woort geprediget wordt. Doch ter plaetzen daer niet 
soeveele predicatien gedaen worden, sal menn einen seekeren dach der 
weeken verordenen omme den doep extra ordinem te bedienen, so nooh- 
tanss [dat] i) datselve sonder predicatie niet en geschiede. 

17. Alsoe hierbij movieret iss die swaricheit, whoe men sick holdenn 
sal, wanneer een oldt persone, in kranckheit offte doedessnoeden gesteldt , 
tott voersegelinge des voerbundes Godes ende siner verseeckeringe die 
doepe begeeret, offte men niet solde moegen densul ven in private behue- 
singe, daer nochtans eine vcrgaederinge versaramelt is, doepen. 

Res. Angesiehen in synodo nationali resolveret is, dat men geene be- 
dieninge der sacramenten buiten die vergaederinge der kercken sal holden, 
soe kann diesse synodus daerin niet determineren. Sal daeromme voer 
ein gravamen ad synodum nationalem remitteret wordenn. 

18. Gravamen 4 vann den Papisten , die sick eersten heimelicken vann 
denn papen offte inn haeren conventiculen hebbenn laeten copuleren, 
daernae in facie ecclesiae koemmen omme vann onss gecopuleeret te 
worden, wordt geantwordet, dat men datsulve behoere te dhoenn, dan 
sulcke voerheergaende occulta copulatie voer geene copulatie te achtenn. 

19. Grav. 5, dat men omme eine algemeine eheordeninge moege aen- 
holden, achtet synodus lioochnoedich. 

Sessie octava antemeri diana 23 Juny. 

1. Fusis precibus iss menn voortgevahren die gravamina classium te 
doersien. 

Unnde belangende grav. 7 , dat het avondtmael dess Heeren oeverall in 
denn Ommelanden op eine tijdt moege bedienet worden , sulckes kan van 
weegenn voerscheiden ongelegen theid en niet well gepractiseeret worden. 

2. Grav. 8 vann denn schoelmestern unnde kosteren, die tenn dantzo 
spelen , mit densul ven sal men procederen nae die acta synodi dess jaeres 
IGU, art. 11 sess. 8. 

3. Gravamen 9 vann schoelmeistem unde kostern, die sick in pleit- 
saekenn laeten gebrucken, soelen diesulvige oock daeromme gestraffet 
worden nae eisch van saeken. 



1) ,,[datj" aangevuld uit YY. 



392 

4. Gravaraen 10 vann het dantzen der ledematen der gemeinte iss 
affgedaen in desem synode sess. 3 art. 21. 

5. Grav. 11 vann affschaffinge der excessiven brüilofftenn , kindel- 
beeren, wtingen etc. iss voermaels voersocht, ende sal men voortz daer- 
omme anholdenn. 

6. örav. 12 van den mandaten der bededagen gedrucket intides oever 
te senden sint nae te sien die acta deses synodi sess. 5 art. 5. 

Gravaraina classis Suithorrumanae. 

7. Gravaroen 1, dat men moege aenholden omme ein stipendium pro 
emeritis concionatoribus , iss aff^edaenn sess. 5 art. 6. 

8. Gravamen 2 vann het copuleren ongedopeder personen iss aifge- 
dhaen sess. 3 art. 19. 

9. Gravamen 3, dat die schoelemeisters den kcrckendienst verwalten 
ende ledematen sqn der kerken, iss niet meer alse billich. 

10. Wat anlanget dat ein schoelmeister op den Ham ende Franssum 
moege gestellet werdenn, sal sulches an den heeren gecommitteerden 
van die cloostergoedem alsse collatoren van denn deputatis synodi ver- 
socht worden. 

11. Die onordeninge, die op Hemmelvaertzdach tho Sibaldebuiren ge- 
pleget wordt angaende, beloeven die heeren, van den deputatis synodi 
versocht sijnde, haer beste te doen om deselve te verhinderen. 

12. Dat die duivelbannersche mitt nhamen Engel , so hen unnde heer 
in denn lande ommeheerlopt ende insonderheit opt nije lanndt ende daer- 
omtrent sick verholdt , vüth dem lande moge geweeret wordenn , wollenn 
die E. E. heerenn soevoele moegelick die voersehinge doenn. 

13. Veerner soe hefft D. Uchtemannus wth nhaeme deputatorum synodi 
die reekeninge gedhaenn vann der weeduwen penningen, wat ontfangen, 
vfitgegeven ende belecht is, nhae inholdt vann dat boeck, daerthoe ver- 
ordineert. 

14. Hefft oock D. JoHiVNNES Ulckenius, geweesene pastor tho Sidde- 
buiren, ein request dem synodo laeten oeverandtwoerden , daerinne hie 
groetelicx beklaeget sinen swaeren val, daeromme hie van sinen dienst is 
gedeportieret , versoeckende dat hem weeder mochte toegelaten worden 
orame bij gelegentheit tot denn predighampte gepromoveret te worden. 

Synodus hefft wel mitliden mit liem, dan diewijele sijne daet oeveral 
hijr bekandt ende in varscher memorie is, kann voer diesen niet goet 



393 

achtenn sulcke sine petition te accorderen , sunder sal he voernoch gedult 
moeten diaegen. 

15. Naemaelss hefft D. Uchtemajwtjs, assessor synodi, in absentia 
D. praesidis ommegevraeget , offte oock jeniant noch wat hadde te pro- 
poneren. 

Daerop D. Hilleotus dem synodo voerhaelet de resolutien synodi 
nationalis aengaende rationem catechizandi ex sess. 14 ende 17. welcke 
daerinne bestaet: 

1. dat een jeegelick prediger sonder eenich onderscheit ende exceptie 
geholden sal sijn alle Sondaegen nae den middach den Catechisraum te 
predigenn ende daerinne sick der kortheit ende klaerheit te bevlitigen, 
ende ad captum niet alleene der volwassenenn sonder oeck der joeget te 
accommoderen ; 

2. dat he oick eenige private vergaederinge bewijlenn holde, in 
welckenn he de jongen ankoemenden christenen in die fundamenten der 
lehre onderwyse. 

3. Unde daermit sülckes dess te bequamer geschieden moige, sal van 
die magistraet versocht worden, dat sie tot dien fine wolden alle on- 
ordeninge vann arbeiden, spelenn, doedenbegraven ende diergelycko 
dingen, op Sondaegen gepleget, voerbieden; 

4. woe oock die combinatien soevoele moegelick affschafFen; 

5. ein mandaet an den predigem ende toehoerderenn omme den 
Catechisraum te predigen ende te hoeren publiceren. 

6. Dat oick deputati synodi in visitationibus flitich daerop lettenn, 
offte sulcke order oeck geholdenn ende nhaegekoemen worde. 

16. Vann denn schoelmeisteren sint oick in synodo nationali volgennde 
conditien requiriert: 

1. datt sie sijnn ledemaeten der öereformeerder kercken; 

2. datt sie hebbenn goede getuichenissen vann suiverheit in lehre 
ende levent; 

3. dat sie wel geoefFent syn in der lehre des Catechismi omme dio 
bequaemelick der joeget te moegen lehren; 

4. datt sie denn Catechisraum ende Nederlandische Confessie mit haere 
handen onderschriven , ende daernhae haere anbevohlene joeget te willen 
onderwijsen beloven. 

5. Daemha oeck classes arbeiden ende die schoelmeisters , onder haer 
sortierende, voer sick ontbiedenn ende daerthoe vermaenen ende holdenn 
soellenn. 

17. Wat oock anlanget die manniere, woe die schoelmeisteren die 



304 

kinderen in dem Catechismo institueren soelenn, daervann sint volgende 
conditiones gemaecket: 

1. dat sie tot twee onderscheidene daegen inn der weeke denn Cate- 
chismum haeren kinderen loeren; 

2. dat sie niett alleenne daemha trachten, dat die kinderen denn 
Catechismuni van buiten lehrenn, sundcm dat sie denselven oeck voer- 
staen moegen. 

3. ünde daermit sulckes trouwelicken geschiede, soelenn die pastores 
geliolden wesen neffens einen olderling ende oock vuth de magistraet 
jemandt, so idt die gelegentheit vorderen mochte, die schoeien te visi- 
tieren, die joeget te examinieren ende alsoe te acueren in de kennisse 
christlicker lehre ende godtsalicheit. 

4. Woe oock die magistraet voersocht sal wordenn alle papistische 
catechismos ende andere diergelycke boecken vut te munsteren ende, 
dat dieselve niet mochten verkofft worden, te weeren. 

18. Vann denn candidatis theologiae is oeck seeckere instructie ge- 
maecket sess. 18, daernae de classes sick moegen regulei*en. 

19. Anghaende die typographos iss oick goede ordeninge gestellet ses. 
12, unnde hebbenn oick die heerenn Statenn Generael einn placcaet 
daervan laeten drucken ende wtgeeven. 

20. Daermit averst vann desen allen ende wat in synodo nationali 
moer mach verhandelt wesenn , die classes goede kennisse hebben moegen , 
solide noedich wesenn, dat elcke classis voer sick einn exemplar der 
acten mochte hebben. Unnde solen deputati synodi by denn heeren ge- 
committierden der cloostergoederen voersoekenn, dat haer believen wolde 
einen jegelickem classi ende den deputatis synodi mit ein soedaenich 
exemplar te voereeren. 

21. In die nijess gerevideerde kerckenordeninge iss oock goetgevonden , 
dat neffens die generale visitatie classium elcke classis haere kercken 
behoere te visiteren nhae ahnwisinge art. 44. 

22. Anghaende die onderlinge correspondentie der kerckenn ende 
synoden deeser Voereen ichdenn Provinciën moet sulckes staenn tot naerder 
versoeck van andere kercken, daer dann deputati synodi mit denn E. E. 
heeren vorders van die saeke moegen delibereren. 

Scssio nona pomeridiana 23 Junij. 
1. Post preces iss swaericheit moveret, dat die gmvamina niet sint 
alm die classes oevergesonden. 

Daerop geresolveret , dat henveerner die classes daerop letten soelen, 



395 

dat sie haere gravamina ten minsten sess .weken voer dem synodo an 
denn oordt, daer synodus sall geholdenn wordenn, oeversenden, opdat 
sie vanndaer denn respective classibus toegeschieket moegen worden 
om me daervan tydtlick te delibereren. Soe oeck oennige classes geeno 
gravamina hebbenn, soellenn sie gelickfalls sulckes tijdtlick te weten 
doen, daermeede die anderen doer haere stilleschwigent niet moegen 
opgeholdenn wordenn. 

2. Sal oeck elcke classis ein synodale boeck hebbenn, in welckem die 
acta synodorum provincialium vergaedert ende in den classibus bewaert 
worden. 

3. Sint deputati synodi opgestaenn , opdat in haere absentie vernoemen 
mochte worden, wat synodus vann haere acten ordelet. Ende hebbenn 
die broederen samptlick verklaeret, dat sie niet anders vemiemen, also 
dat sie haer devoir gedaen, doen haer oeck voer haeren flijth ende moeijte 
bedancken. 

4. Iss men daerop getreden tot die electie deputatorum synodi. Unde 
sint neffens D. Uchtemannum ende Straetmanntjm geeligeret mit meesten 
stemmen D. Henricüs HouBmoius ende D. Henricus a Freden. 

5. Iss veerner censura morum vann denn ahnwesenden fratribus ge- 
holdenn ende sonderlinge niet bevonden straffensweerdigh , alse alleeno 
dat gedoleeret is worden , hoe die saeken , in synodo voorgefallen , solden 
divulgeret worden. Daeroever dan die samptliche ahnwesende broederen 
eernstlick vermaent sint worden , dat sie in kurapstiger tijdt voersichtiger 
liandelen ende doch de saken in synodo voorvallende buiten denselven 
niet divulgeren wolden , daer mit geene jalusije erwecket ende argernissen 
moegen angerichtet wordenn. 

6. Hijerop dann so iss entlickenn die synodus mit dancksegginge tho 
Godt geeindiget. Unnde die ahnwesende heerenn , so deeser vergaederingo 
bijgewoenet hebbenn, sindt haeres trouwes ende flijtes bedancket, mit 
versoeck dat sie doch die affgehandelde saken sick woldenn laeten an- 
bevohlen sijn, ende nae haeren besten vermoigen tott Godes eeren endo 
stichtinge der kerckenn helpenn effectueren ende bevorderen. 

7. Die ahnwesende broederen hebben oeck samptlick tot meerder ves- 
tenisse diese acten mit eigenen handen ondergeschreeven. 

Andreas Straetmannus , synodi praeses. 

CmasToriioRus Uchtemannüs, ecclesiastes Groninganus, praesidis assessor. 
JoiiANNES ScHONENBORCH , ecclcsiastes in Adewert, synodi scriba. 
CoRNELius HiLLENius, scrvus Jcsu Christi in ecclesia Groningana, 



. 396 

JoHANNES Laxtenius, Qiinister ecclesiae in Holwijerda classis Dammonensis. 

HiDDo Lamberti Groothusius, in Fermsum pastor. 

Antonius Strombergius , pastor in Scharmer. 

Henricüs Houbingius, V. d. ra. in Zandis. 

JoACHiMus ZoRius, prcdigcr zu Loppersum. 

Lambertüs Hewricides, Groning., predig. tenn Post ende Witte weerura. 

WiLHELMrs JoHANNis, pastor in Husingen. 

RoDOLPiius Ovmo, ecclesiae Warffumanae pastor. 

Johannes Schmaltzics, pastor inn Tinallingha. 

Adolphus Stukerüs, V. d. in Wetzingen adrainister. 

Samtjel Schmaltziüs, pastor in Suidtliorrura. 

JoHANNES Haselbekiüs, pastor inn Tolbert ende Midwolde. 

Gerhardus Assiterides, pastor thoe Snidbroeck. 

Bernhardits Goltsweebden , pastor in Blijhamb. 

Henricüs a Freden, servus Jesu Christi in Scheembda m. pr. 

Diese aota synodalia sint vann onnss ondergeschreven 
depulatis gecollationeret unnde mit dem originali accorde- 
rende erfunden. 

Act Groningae am 11 July anno 1620. 
Christophorus Uchtemannus, prediger in Groningen. 
Henricüs Houbinoius, pastor upt Zant 
Andreas Straetman, deputatus synodi. 
Henricüs a Freden, pastor Scheemdanus l). 



1) Hierop volgt in YY „Actonim Bynodaliuiu anni 1620 finis". 



EEGISTER VAN PERSONEN. 



A. 

Abelij Leo, pred. te Loppersum, zie L. A. ab Equart. 

Abeli, Sicco, (Sixtus A.) predikant te Ezinge, 41, 56, 100. 

Abels, Popke, kerkvoogd te Wirdum, 324, 345—348. 

Acronius, Joannes, predikant te Groningen, 41, 46, 51, 54, 56 — 58, 60, 
68, 71, 81, 83, 93, 94, 98, 105, 107, 109, 110, 114, 118, 120, 
124—126, 129, 130, 139, 141, 146, 147, 151, 152, 158, 164, 180, 
186—191, 196. 

Adolphi, Begnerus, pred. te Westerwytwerd, zie R. A. Empenius. 

Adriani, Kempo, secretaris te Godlinze, 115. 

Adriani, Sihrandti^, predikant te Losdorp, 1, 3, 12, 28, 29. 

Adrianus, (Hadrianus) predikant te Godlinze, 1, 3. 

Aemüius, Egherius, predikant te Leiden, 126. 

Aefrarius, Egbertus, pred. te Groningen, zie E. Sickens. 

Aetiusj Amoldtis, predikant te Uskwerd, 53, 57, 75, 82. 

Aggens, Johannes, ouderling te Holwierde, 82, 98, 99, 125, 140. 

Agnaeus, Bemardus Theodorici, pred. te Groningen, zie B. Theodorici. 

Agricola, Wulfgangus, predikant te Garsthuizen, 12, 19, 34, 40, 83, 89, 
98—100, Losdorp, 105-108, 116, 121, 124, 125, 140, 141, 145, 
152, 164, 165, 181, 182, Bedum, 198, 199, 211—214, 219, 221, 
231, 237, 246, 271, 272, 289, 290, 306, 307, 312, 315, 317, 319, 
336, 338, 350, 351, 360—362, 370, 373. 

Ailketis, Wyeri, (W. Ailken) ouderling te Winschoten, 291, 306. 

Albarda, jonker Beynt, te 't Zand, lid der Staten van Groningen, 353, 359. 

Alberda, jonker Regnerus, (Reiner Albarda) te Groningen, 141, 152, 232, 246. 

Alberda, jonker Beint, te Spijk, 28, 41, 51, 65, 199, 212, 253—255, 258, 
259, 262—265, 288, 300, 323, 332, 364, 387, 388. 

AUm'ti, Gerardus, predikant te Zeerijp, 2. 

Alberii, Johannes, predikant te Noordwolde, 213, 231, 361, 373. 

Alberti, Lafnbertus, (L. Abeli) proponent, predikant te Bierum, 385. 



39S 

Alberti, Laureniius^ schoolmeester te Westerlee, 316. 

Alberis^ Herman^ inwoner van Bedum, 176. 

Aldegonde, Mamix van SL, zie op Marnix. 

Allari^ Andrea^, (A. Alhart, Allert, Allardi) predikant te Eenrum, 1, 12, 

17, 41, 51, 54, 56, 65, 83, 98, 121—123, 130, 131, 136. 
Alma, Eilardus, ouderling in cl. Groningen, 12. 
Alphonsins, Henricu^, predikant te Visvliet, 31 — 33. 
Ahtorfius, dr., candidaat onder cl. Zuidhorn, 293, 320. 
Amelingius, zie op A. Jansen. 
Amswecr, Doede van, (D. v. Hamsweer) lid der Staten van Groningen, 

2, 5, 12, 13, 20, 23, 30, 34, 37, 39, 41, 56, 60, 65, 66, 104, 149, 

152, 155, 161, 197, 219, 244, 262, 278, 283, 284, 324, 329, 349, 370. 
Andrcae, Bemardus, predikant te Ezinge, 183, 198, 199, 204, 212, 221, 

232, 245—247, 253, 254, 259, 264, 270, 338, 341, 347, 348, 350, 

352, 359, 360. 
Angelocrator , Daniel, beroepen te Appingedam, 149. 
Antonides, Ilcnrmts, professor te Franoker, 23. 
Antonius, pred. te Groningen, zie A. Thomae. 
Antonius, pred. te Rottum, zie A. Strombergius. 
Antonius, N., pred. te Kolham, zie A. Schultetus. 
Apeke, meister, koster te Appingedam, 199. 
Aris, Allert j inwoner van Wirdnm, 324. 
Arnheinis Melchior, predikant te Blijdenstein, 75. 
Arnoldi, Evcrardus, predikant te Hornhuizen, 89, 102, 110. 
Arnoldi, Johanncs, predikant in de Ommelanden, 7. 
Arnoldi lihenanus, Ilennannus, pred. te Middelstum, zie H. A. Ti'eccius. 
Amoldus, pred. te Groningen, zie A. M. Uthusiiis. 
Amoldtis, pred. te Winsum, zie A. Reinbachius. 

Artopaeus, Joanncs, examinandus, prediker te Winsum, 2, 3, 6, Wei- 
werd, 116, 117, 137. 
Artopaeus, Budolfus, predikant te Appingedam, 1, 3, 12, Delfzql, 369. 
Assueri, (iabncl, (G. Assuerius) voorm. Karthuizer, 189, examinandus, 

predikant te Breede, 293. 
Assueri, Gerardus, (G. Assuerides) predikant te Zuidbroek, 213, 231, 

232, 246, 375, 396. 
Assiteri, Henricii^, (H. Aswerus) predikant te Emmen, 41, 50, Beerta, 

100, 106. 
AUena, Hkronymus, predikant te Baflo, 1, 12, 19, 21, 23, 25. 
Ausoriiiis, Johanncs, predikant te Kantons, 28, 30. 
Auwevia, jonker Bocco, (B. Awema, Auma) lid der Staten van Groningen, 

182, 180, 212, 215, 247, 340, 376. 



399 



B. 



Balthasar^ Melchior^ schoolmeester te Oterdum, 154, 167, examinandus, 

215, predikant te Tolbert, 235, 251. 
Banius, Henriciis^ predikant te Helium, 213, 231, 319, 336. 
Bamda^ Wükm^ raadsheer te Groningen, 107, 165, 167, 232, 359. 
Bariels^ Johan, inwoner van Bedum, 176. 
Bartholdi^ Johannes, koster te Farmsum, 199. 

Bartfiolomaei , Johannes^ predikant te Onderdendam (Onderwierura), 7, 25. 
Batenborger^ inwoner van Oosterwytwerd, 209. 

Baiting^ Roelof^ (R. Battinga) raadsheer te Groningen, 56, 107, 182, 186. 
Bauwens^ Onno^ raadsheer te Groningen, 353. 
Becius^ Johannes^ predikant te Dordrecht, 230. 
Berger^ Joannes, prediker te Visvliet, 18. 

Bernardi^ Petrus^ examinandus, predikant te Opwierde, 251, 274, 376, 383. 
Bertlyng^ Johannes, secretaris van Appingedara, 345. 
Berum, jonker Jiemmcri van^ inwoner van Holwierde, 93, 153, 161, 164. 
Besten , Adolphus van^ (A. Besten) predikant te Hornhuizen, 81, 122, 

Wehe, 132, 146, 153—155, 163, 165, 183, 198, 213, 231, 247, 

270, 288, 294, 300, 323, 332, 333, 364, 376, 387, 388. 
Besten^ Alardtis van^ predikant te Pietersburen , 153, 154, 163, 164,319, 

336, 386. 
Besten j Hermannus van^ predikant te Warf huizen, 12, 19, 21, 31, 41, 

51, 55, 56, 98, 100, 106, 107, 124. 
Bilandt^ Ishrandus^ predikant in cl. Eenrum, 16. 
Billerbeke^ Barikolomeus ^ predikant te Warfhuizen, 183, 198, 199, 211, 

212, 232, 246, 247, 249, 255, 270, 291, 306, 361, 362, 372, 373. 
Boeckholtj Gerardus, predikant te Beerta, 213, 231. 
Bogardus, Johannes^ predikant te Haarlem, 230. 

Bogerman sr,^ Joannes^ predikant to Appingedam, 12, 19, 20,23,25,26. 
Bokelniannus^ Uenricus^ predikant te Sauwerd, 1, 7, 8, Ruinen , 50, 74, 75. 
Bokelmannus, Patroclus ^ predikant te Visvliet, 2, 4, examinandus, 7,8, 18. 
Bommelius^ Evei'ardns^ onwettig prediker in de prov. Groningen, 7, 8. 
Borgelo^ Wesselus^ pred. te Oostwold, zie W. Dorgelo. 
Borgesius, Joachimus^ (J. Burgesius) predikant te Westerwy twerd , 291, 

300, 306, 319, 336, 338—340, 352, 359, 360. 
Borghei y Hermannus^ (H. Borgelius) predikant te Zuidbroek, 9, 57, 82. 
Breda ^ Anton^ van^ ouderling te Appingedam, 329. 
Bredewech^ Hermannus^ predikant te Schoonebeek, 57, 82. 
Broersma^ Pabe^ (F. Broorsema) lid der Staten van Groningen, 47, 205, 271. 
Broersma^ Taco, ouderling in cl. Middelstum, 12, 51. 



4U0 

Bruchenis, Hubertus^ predikant te Haren, 338, 351, 360, 373. 

Bniensy Johannes, schoolmeester te Oldendorp, 168, Eritzuui, 205. 

Brunsma, dr. Meüo^ lid der Staten van Groningen, 130. 

Bulow, Jodocus, prediker te Vierhuizen, 335. 

Bultenius, Ulricus, (üdalricus B.) predikant te Haren, 153, 165, 181, 182, 

198, 213, 214, 231. 
Bunger, llenricus^ schoolmeester te Oldehove, 195. 
BuyiicenuH^ Hermannus, predikant te Leens, 83, 99, 113. 
Buteriy Homerus, (Henricus B.) candidaat in cl. Oldambt, 293. 
Buting, (Buiting) bediende van de synode, 211. 
Byleveldt, Johan van, (niet Jochem B.) ouderling te Appingedam, 28, 41, 

51, 56, 65, 100, 106. 

C. 

Cabelus, Valentinus, proponent, predikant te Loppersum, 385. 

('afHjrius, Ererardus Joannis, predikant te Meppel , 57,75, 76, 82,83, 99. 

Capelle, Marlimis, schoolmeester te Farmsum, 208, 235. 

Chrisloffer, leproos te Appingedam, 299, 313. 

Chriütophori , Hennannus, predikant te Aduard, 2, 7, 8, afgezet, 17, 

Westerlee, 23, afgezet, 206, 234, onwettig te Jukwerd, 235, 245, 

250, 273, 277, 294, 308, 320, 321. 
Chnstophori, Joannes, predikant te Jukwerd, 2, 7, 8. 
Christaphori , Joannes, predikant te Ulrum, 2. 
Chrisiophori, JSicolaus, boekbinder te Groningen, 76. 
Cies, Joannes, inwoner van Meedhuizen, zie J. Zijes. 
Cies.s, Jan, (J. Cijess) inwoner van Opwierde, 378, misschien dezelfde 

als J. Zijes. 
Cisonis, Henncus, pred. to Winschoten, zie H. Siso. 
Claesx, Hilck^, schoolmeester te Noordbroek, 142. 
Clandt, jonker Edsart, lid der Staten van Groningen, 353. 
Clandt, jonker Eilcke, (Ailcke C.) lid der Staten van Groningen, 125, 141. 
Clandt, jonker Oerdi, (Gerrit C.) hoofdling te Scharmer, 196, 217, 245, 

258, 203—265. 
Clandt, jonker Johan, lid der Staten van Groningen, 82. 
Clant, Joannes, predikant te Bedum, 1. 
Clant, Nicolaus , predikant te Uithuizen, 1, 65, 98. 
Clettingius, Joannes, predikant te Garmerwolde, 2, 7, 8, afgezet, 17. 
Clinckhamerus , Tfieodorus, pred. to Tjamsweer, zie Th. Klinkhamer. 
Cnipensw, Tido Danidls , pred. te Baflo, zie T. Danielis. 
Coerd, inwoner van Bedum, 177. 
Cohnius, Stephanus, pred. te Bourtango, zie S. Kohnius. 



401 

Conradi\ Bernardus^ examinandus, predikant te Leermens, 293. 
Gonradi^ Joannes^ examinandus, predikant te Westernieland , 2, 3, 7, 8, 

17, Sauwerd, 100, Eenrum, 129, 143, 154, 158, 160, 163, 185, 

213, 231. 
Corenpoert^ LudolphiLs^ pred. te Meeden, zie L. Korenpoert. 
Comelesj inwoner van Grgpskerk, 314. 
Comeliij Petrus^ lid der Staten van Groningen, 2. 
Gomelii^ Pe/rws, predikant te Enkhuizen, 107. 
Comelisj Frerick, inwoner van Marum, 321, 324. 
Orevelius, Henricus, (H. Crevelt, Creveldius), predikant te Middelbert, 

82, 99, 100, 104, 106, 247, 270, 271, 289. 
Orusius^ Petrus^ predikant te Saaxumhuizen , 221, 272, 281, 289, 291, 

306, 338, 340, 352, 360, 361, 373. 
Ouiper^ Puawdy te Ezinge, zie P. Kuper. 
Guperus ^ Johannes Sigefridus, predikant te Grijpskerk, 153, 165, 166, 

179, 197. 

D. 

Danidis^ Bernardus^ pred. te Wetzinge, zie B. D. Eylshemius. 
Danidis Gnipefisis, lido^ (ook T. D. van Dam) predikant te Baflo, 31, 

33, 41, 51, 56, 57, 82, 89, 125, 134, 140, 141, 144, 166, 182. 
Defoldianusj WicheruSj afgezet prediker in de prov. Groningen, 3. 
Dericks^ JaUy geschrift van den Doopsgezinde, 268. 
Deteri^ Henncits^ examinandus, predikant in het Oldambt, 9. 
Doensy Ilarmen^ kerkvoogd te Pietersburen , 159, 163. 
Doesborch , üdo van , onwettig prediker te Beerta , 46, 47, Finsterwolde, 235. 
Doncker, Hermannusj (H. Dunckerus) gewezen predikant te üskwerd, 

135, Wirdum, 324, 346. 
Dorgeloj Wesselus^ (niet Borgelo) voorm. schoolmeester te Bellingwolde , 

predikant te Oostwold (Oldambt), 369, 385. 
Dreckius , Hermannus , pred. te Middelstum , zie H. Treccius. 
Drews, Jolian cfe, lid der Staten van Groningen, 340. 
Dujes, Hermannus j schoolmeester in Fredewold, 4. 
DuXj Gonradus^ inwoner der provincie Groningen, 18. 

E. 

Ebele, schipper te Wirdum, 299, 313. 

Edema, Wicherusj proponent, predikant te Westerwijtwerd , 386. 

Eeck^ Hinrick^ inwoner van Groningen, 208, 215. 

Acta syn. provinc, VIL 26 



402 

Egberti^ Johannes^ predikant te Oostwold, 31, 33, Leermens, 100, 106, 

141, 152, 199, 212, 213, 231, 247, 270. 
Egberius^ pred. te Uiiwierde, zie E. Mengerinck. 
Eggens^ EggeriJc, lid der Staten van Groningen, 57, 100. 
Ehmens^ Duirt, ouderling te Appingedam, 329. 
Ekel, Theodm-us, predikant te Wirdum, 28, 30, 34, 40. 
Ekens ^ secretaris van Fredewold, 55. 
Elema^ Seerp, ouderling in cl. Eennim, 100, 106. 
Elingiusj Johannesj verdreven uit Bredemoor, 24, predikant te Nijkerk 

c. a., 369, 385. 
Eltkensy Eppe, kerkvoogd te Meeden, 272, 289. 
Eltyesy Bemme, kerkvoogd te Eexta, 199. 
Enimen, Joannes, prior van het klooster ter Apel, 92. 
Emmius^ Ubho^ rector te Groningen, 21. 
Ernpenius^ Adolphus^ (A. Hempenius) predikant te Oldezyl, 301, 302, 

326, 376, 387. 
Empeniusj Begnerus Adolphiy predikant te Westerwytwerd, 1, 12, 19, 

27, 28, 30, 166, 176, 181. 
Engel ^ duivelbanster in de prov. Groningen, 392. 
Engelbertus^ laatste pastoor te Rottum, 98. 
Engels^ Wyert, man van Wibbe Jacops, 26. 
Enno^ graaf van Oostfriesland, 262, 278, 345. 
Entens, Jacoh^ drost te Wedde, 86. 
Equart^ Leo Abdi ab^ predikant te Loppersura, 1, 3, 12, 19 — 21, 23, 25, 

27, 29, 41, 51, 54, 56, 60, 61, 65, 71, 82, 83, 89, 98, 99, overle- 
den, 185, 267, 280. 
Everhardi, Cornelius^ ouderling in cl. Middelstum, 41. 
Eylers, Johan^ inwoner van Farmsum, 25. 
Eylshemius, Bemardus Danielis^ (B. D. Edelshemius) predikant te Wet- 

zinge, 34, 40, 55, Scheemda, 142, 152. 
Eysens^ Teunis^ inwoner van Holwierde, 283. 
Eysingha, Edo^ inwoner van Holwierde, 93. 

F. 

Fabricius sr. , Johannes^ predikant te Onstwedde, 369. 

Fabricius jr., JoJiannes, proponent, predikant te Onstwedde, 385. 

Fabricius y Maithius^ examinandus, predikant te Onstwedde, 274. 

Faille^ Bemardus la^ predikant te 's Gravenhage, 41, 49. 

Falck, Tfieodoricus y (Th. Falconius) onwettig prediker te Bourtange , 23, 24, 

Falckiusj Everardu^^ pred. te Oldehove, zie E. Valckius, 



40H 

Feilo^ Fredericus^ pred. te Groningen, zie F. Ruardi. 

Feitonis, Johannes^ predikant te ten Boer, 114. 

Folckeri, Theodorus, (Th. Yolckeri) predikant te Schildwolde, 182, 199, 

212, 271, 289. 
Fratum^ Jolmn^ kerkvoogd te Leens, 159. 
Freden, Henricus d, predikant te Scheemda, 30 noot 1, 247, 272, 289, 

375, 395, 396. 
F'eiHcx^ Pieter, inwoner van Onderdendam, 299, 313. 
Fridei-ici^ AntoniuSy (A. Fridericus, A. F. Leerius) predikant te (Jarrels- 

weer, 324, 346, 349. 
Friderici^ Ileinsiu^, predikant te Opende, 320. 
Friderici, Johannes, predikant te Onstwedde, 348. 
Froma, Engelbertus, (E. From) ouderling in cl. Groningen, 98. 
Froma^ Jacob de, ouderling in cl. Aduard, 22. 
F'oma^ jonkvr. van^ coUatrice van Wirdum, 324, 346. 

G. 

Oayckema, jonker, 168. 

Gayckemaj jonker AWeri, (AUert G.) coUator van Oldehove, 47, 79, 107. 

Oelliusj Sixiinus^ predikant in de provincie Groningen, 215. 

Georgii, Gerardus, predikant te Westerbork, 84, 85. 

Georgii, Bembertus, predikant te Meeden, 232, 246, 247, 270, 361, 374. 

Georgii, Wibrandus^ predikant te Warfum, 1, 12, 30, 33, 47, 51, 65,98, 

100, 106, 125, 127, 139—141, 143, 151, 152, 158. 
Gerardiy Bemhardus^ candidaat, 282. 

Gerardi, Wilhelmus, proponent, predikant te Üithuizermeeden , 274. 
Gerbrants, Woller, schoolmeester te Borgsweer, 316. 
Gerrits, Siger, inwoner van Zuidhom, 213, 218. 
Giseberts, Wybe, inwoner van Appingedam, 184, 199, 208. 
Gockinga, jonker dr. Scato, lid der Staten van Groningen, 9, 353, 354, 

358, 390. 
GoUsweerden, Bemardus, predikant te Blijham, 247, 252, 270, 361, 374, 

375, 396. 
GoUxius, Caspar, (C. Goldius) predikant in Oostfriesland, beroepen te 

Godlinze, 143, 146, 166, 174, 185—187. 

Gomarus, Franciscus, professor te Groningen, 339, 340, 353.' 

Grafia, Joannes Merwyck de, pred. te Holwierde, zie J. Merwijck. 

Grevinchoven , Gaspar, predikant te Rotterdam, 57, 83. 

Grevinck, Edxard, vader van een theol. stud., 127. 

Groethusanus , Hiddo Lamberli, pred. te Farmsum, zie H. Lamberti. 

20* 



404 

Qruys , burgemeester van Appingedam , 346 — 348. 
Onajss^ jonker Roelof^ lid der Staten van Groningen, 82. 
Oulielmi^ Albertus, pred. te üithuizermeeden , zie A. Wilhelmi. 

H. 

JIculrianus, pred. te Godlinze, zie Adrianus. 

Hajanü^ Johannesy schoolmeester in Reiderland, 207. 

Ilalhes, j. u. licent. Egbertus, ouderling te Groningen, 125, 141, 144, 152, 

165, 181, 182, 198, 199, 211, 271, 289, 290, 306, 318, 340, 350, 

352, 360, 370, 373, 374, 382. 
Hamminge^ Johan, boekhouder der huwelijken, 370. 
Hammonius^ AWertus, (A. Hammo) predikant te Siddeburen, 30, 33, 

Bierum, 115, 116. 
Hamsweer^ Doede van^ lid der Staten van Groningen, zie D. v. Arasweer. 
Hanling^ Lefferhis^ examinandus, beroepen te Leens, 253 — 255, 262 — 265, 

predikant te Spijk, 274. 
Harmens ^ Gert, ouderling te Appingedam, 329. 
Haselbeekius , Johannes, (J. Hasenbekius) examinandus, predikant te Tol- 

bert, 274, 318, 375, 396. 
Havenbergius ^ Justinus, predikant te Onstwedde, 213, 232, 245, 246, 

Sauwerd , 272, 289, 375—377, 386 - 388. 
Haijesx, Popho^ ouderling in cl. Oldambt, 83, 98. 
Heines, Heine, collator te Saaxum, 205. 
Helprich, Popco, ouderling in cl. Aduard, 57. 
Helt, Sebastianus, predikant in de prov. Utrecht, 17. 
Hempenitis, Adolphus, pred. te Oldenzyl, zie A. Enipenius. 
Hempenius, Regnertts, pred. te Wester wijt werd, zie R. Empenius. 
Hemse, Rudolphus, predikant te Spijk, 2. 
Henriet j JoJiannes, predikant te Woltersum, 137. 
Henricij Volckenis, predikant in Humsterland, 138. 
Henricides, Lambertus, (L. Henrici, Groninganus) predikant te Wittewie- 

rum en ten Post, 125, 126, 140, 153, 164, 182, 198, 213, 231, 

282, 291, 298, 306, 319, 336, 361, 373, 374, 396. 
Henricus, koster te Siddeburen, 206. 
Herens, Upeke, ouderling in cl. Oldambt, 21. 
Heringha, jonker Eppo, collator van Zuidwolde, 93. 
Hermanni, Sebastianus, predikant te Meeden, 21, 27, 31, 33, 57, 58, 

Eexta, 65, 71, 82, 142, 144, 145, 151, 152, 164. 
Hcrmannus , predikant te ülrum , 8. 
Herwagius, Borcfiard, schoolmeester te Noord wolde, 101. 



405 

Hertvagius^ Johannes^ predikant te Termunten, 76. 

Hiddingius^ Qerardus^ (G. Hedingius) examinandus, predikant te Stits- 
werd, 2, 7, 8, 34, 40, 75, 77, 78. 

Ilillenius, Cwnelius, predikant te Groningen, 212, 213, 215, 219, 221, 
229, 231, 232, 245, 246, 252—254, 256, 263, 264, 290, 291, 305— 
307, 312, 315, 317—319, 321, 324, 329, 335, 336, 338, 339, 350— 
352, 360, 362, 366, 370, 372, 374, 376, 380, 382, 393, 395. 

Hoendricx, Sweer, (S. Henderickx), inwoner van Wehe, 323, 324, 364. 

llomertis, Wigboldus, (W. Homeri) predikant te Midwolda (Oldambt) , 21, 
41, 51, 54, 56, 57, 81, 98, 108, 124, 153, 183, 197, 198, 291, 300, 
300, 307, 319, 336, 338, 352, 359—361, 370^ 372, 374. 

Uommius^ Festus^ predikant te Leiden, 229, 230. 

Hoomburch^ Johannes, (J. Homeburgh) examinandus, later predikant te 
Sebaldeburen , 293, 295, 320. 

Iloamkens^ Qerdt^ (G. Hörenkens, Hoenikens) lid der Staten van Gro- 
ningen, 34, 41, 213, 231, 290, 307, 362. 

Hoomkens, Lamhert ^ (L. Hörentiens) raadsheer te Groningen, 20 — 22, 
41, 51, 54, 56, 100, 104, 106, 125, 128, 138, 141, 152, 198, 201, 
211, 212, 215. 

HoomkefiSj Ludovicus^ (L. Hoerenkens) ouderling te Groningen, 12, 65. 

Houbingius^ Amoldus, (A. Hubingius) predikant te Wirdum, 345—349, 
358, 359, 369. 

Iloubingius ^ Henricus^ (H. Hobingius) predikant te 't Zandt, 21, 41, 51, 
56-58, 61, 65, 98, 120, 125, 127, 130, 131, 140, 182, 198, 361, 
373, 374, 395, 396. 

Hovelj Johan Qerriisx^ een libertijn of vrijgeest, 275. 

Huissman^ J., rentmeester van Groningen, 268. 

Hulshusch^ Daniël^ vroeger schoolmeester, predikant te Oostwold, 236, 251. 

Husingius^ Alberltis^ examinandus, 250, 251, 273, predikant te Zande- 
weer, 274. 

I. 

Jlberiy Fredericus^ schoolmeester te Oostum, 185, 187, 189, 192. 
Ilberi^ Hayo, predikant te Garnwerd, 142, 144, 152, 166. 
Indemaj Bemardus de, predikant te Harkstede, 321, 324, 325, 361, 373. 
Isselmuidenj Ernst van, lid der Staten van Groningen, 107, 176, 178, 
290, 300. 

J. 

Jac^b, zijlvester te Thesinge, 287. 
Jacobs, Ecert, lidmaat te Bedum, 176. 



40G 

Jacops, Wibbe, van haar man gescheidene vrouw, 26. 

Janiculi, Jacohus^ predikant te Saaxura, 205, 210, 215, 225, 237, 255, 

Noorddijk, 275. 
Jansen^ Ameling, misschien inwoner van Dockum, 16, 47. 
Jansen. Drewes^ inwoner van Warf huizen, 163. 
Jansx, Claes, Doopsgezind schoolmeester te Maarslag, 233, 249. 
Jansx^ GJaes^ inwoner van Scharmer, 384. 
Jansx^ Lubbert^ ouderling in cl. Aduard, 65. 
Jansx, Peter ^ ouderling in cl. Zuidhorn, 100, 106. 
Jantjen, weduwe te Huizinge, 299. 

Jarghes^ Koppen^ rentmeester van Groningen, 188, 319, 336. 
Jensema, jonker Allard^ coUator van Oldehove, 47, 79. 
Jensema, jonker HiddOj lid der Staten van Groningen, 165, 167, 198, 

201, 208. 
Jensema^ jonker Bemdt^ lid der Staten van Groningen, 353. 
Joachimij Beinardus^ predikant te Heveskes, 376, 382. 
Joannis, Everardus^ pred. te Meppel, zie E. J. Campius. 
Johannis^ Oerardus, predikant te Noordhorn, 199, 212, 213, 216, 231, 

272, 291, 306, 319, 325, 329, 336. 
Johannis^ Henricus^ predikant te Woltersum, 118, 144, 155, 173, 174, 

267, 280. 
Johannisj JoJiannes^ (J. Jansz) examinandus, predikant te Wagenborgen, 

9, 41, 51, 56, 153, 165, 183, 185, 198—200, 211—213. 
Jofiannis^ Nicolaus, predikant te Grijpskerk, 47. 
Johannis, Wilhelmus, predikant te Kropswolde, 41, 56. Vermoedeliijk 

dezelfde als de volgende. 
Johannis , Wilhelmus , (ook W. J. Beckeringh) predikant te Huizinge , 1 53, 

165, 199, 212, 247, 270, 291, 306, 375, 376, 396. 
Johannis, Wilhelmus, examinandus, predikant te Nuis, 274. 
Joris, David, geschriften van, 44. 
Julsing, J,, secretaris van Groningen, 35, 47, 366. 

K. 

Kempo, wever te Visvliet, 299, 313. 

Kerkman, Mariinus. verarmd predikant, 368. 

Klinckhajner , Theodorus, (T. Clinckhamerus) predikant te Tjamsweer, 1, 
13, 19, 20, 27—29, 41, 51, 50, 57, GO, 81, 98, 104, 107, 116, 120, 
124, 125, 132, 140, 141, 144, 152, 229, 290, 306, 371. 

Knyphusanus , Nicolaus Petri, pred. te Vis vliet, zie N. Petri. 

Kohnius, Stephanus, (S. Cohnius) predikant te Bourtange, 318,320,330, 
338, 352, 360, 362. 



407 

Karenpoeri^ Ludolphits^ predikant te Uithuizerraeeden, 2. 
Kosterus ^ Franciscus^ geschrift van den Jesuiet, 272. 
Krabbe^ Oerryt, lid der Staten van Groningen, 100. 
Ktmingius^ Gishertus^ proponent, predikant te Beerta, 385. 
Kuper^ Marien^ afgezet prediker in prov. Groningen, 6, 47. 
Kuper, Pauwei j (P. Cuiper) inwoner van Ezinge, 204, 214. 

L. 

La^nhertiy Hiddo, (H. L. Groethusanus) predikant te Farmsum, 65, 110, 

141, 146, 152, 153, 164, 177, 198, 199, 211, 247, 270, 361, 373, 

374, 396. 
Jjampadius^ Jlf., predikant en professor te Bremen, 281. 
Langen^ Lucas van^ (L. Langius) predikant te Diever, 83, 99. 
Laxtenius sr., Joannes^ (J. Laxten, Lachtenius) predikant te Siddeburen, 

2, 9, 29, Holwierde, 82, 99, 100, 106, 153, 164, 165, 181, 232, 

246, 271, 289, 324, 374, 396. 
Laxtenius jr. , Joannes , predikant te Uitwierde , 321, 324, 325, 331, 364, 365. 
Lewe^ Eghert^ (Ecbart L.) collator van Vierhuizen, 40. 
Lewensy Hendrick, (H. Lewertt) ouderling in cl. Aduard, 41, 51. 
Lewens, jonker Johan, collator van Ulrum, 91. 
Ligista, Oeorgius, proponent, predikant te Westereraden, 385. 
Lingen^ Johan van^ inwoner van Marsiim, 321, 324. 
Lohius, Ludovicus^ voorm. priester, prediker in het Oldambt, 9. 
Lolingius, Oerardus^ examinandus, predikant te Wagenborgen, 236, 251. 
Lolingius sr., Johannes, (J. Loelingius) predikant te Noordbroek, 82, 83, 

99, 100, 105, 106, 119, 124, 142, 143, 145, 155, 165, 180, 181, 

183, 198, 221, 319, 335, 336, 338, 350, 352, 360, 373, 374. 
Lolles^ Krijn ^ schoenmaker te Baflo, 121, 122. 
Lomeyerus^ Albertus, predikant te Stedum, 21, 27, 65, 98, Aduard, 107, 

108, 113, 121, 124, 125, 128, 139, 140, 147, 151, 177. 
Lomeyerus , Oodefridus , predikant te Uskwerd , 160, 181, 271, 289, 319, 336. 
Louwcns^ Hindrickj inwoner van Zuidhom, 213, 218. 
Lubberti, Johannes, predikant te Grijpskerk, 247, 270, 272, 289, 338, 

352, 353, 361, 373. 
Lubbertus, Sibrandus^ professor te Franeker, 5, 235, 386. 
Lucanus^ Petrus^ onwettig predikant te Bedura, 146, 155, 161, 176 — 

178, afgezet, 190, 191, 195, 196. 
Ludoviei, Eilardus ^ (E. Lodovicus) predikant te Garmerwolde, 30, 34, 

57, 81. 
Luithicns^ Frederick^ schrijver der Staten van Groningen, 312. 



408 

Lunsemannus^ MacarktSj predikant te Westerdqkshom , 385. 
ÏMynchuisen^ Dooke, (D. Luninckhiiisen) oaderling te Appingedam, 329. 
LydiuSj Balthasar, predikant te Dordrecht, 142. 
Lydiusy MartinuSy professor te Franeker, 5, 8, 9, 236. 



Maneel, (Manniel) jonkvrouwen, collatrices van Oodlinze, 115. 

Maneelj jonkvr. Catharina, collatrice van Godlinze, 146. 

Manninga^ Emereniiana, weduwe van Senoy, 38. 

Mamix van St, Aldegonde, Philips^ geschriften van, 33, 222, 237, 252, 

274, 294. 
Marsman j (Stadensis) Mareusj examinandus, 208, 210, 215, predikant te 

Wierum, 235, 319, 336, 361, 374. 
Martinessey jonker WtUetn van^ collator van Mensingeweer, 146. 
Martini^ Amoldus, pred. te Groningen, zie A. M. üthusius. 
Martinus^ onwettig prediker in Hoogkerk, 2, misschien dezelfde als 

Marten Kuper. 
Mariinus^ Johannes^ predikant te Groningen, 30, noot 
Mattkei^ Alberius, schoolmeester te Wei werd, 84, 91, 109. 
Meckema^ jonker Julius van, lid der Staten van Groningen, 353, 368. 
Meckema, jonker Phüippus van, lid der Staten van Groningen, 12, 30, 78, 79. 
Medanu^, Alhertus, pred. te üithuizermeeden , zie A. Wilhelmi. 
Meinardij Henricus, onwettig prediker te Nyeveen (Dr.), 72, Tolbert, 

183, 185—188, den Ham, 199, 207, 225, 229, 237, 265. 
Meinardi, Petrus, examinandus, predikant te Finsterwolde , 293. 
MeiniXy Luerdus, examinandus, 215, 228, predikant te Lutjegast, 235, 238. 
Mengerinck, Egherlus, voorm. priester, predikant te Uitwierde, 2,9, 137, 

250, gestorven, 324. 
Mensing, Johannes, (J. Mentzingius) predikant te Onstwedde, 12, 19, 

41, 51, 57, 100. 
Mepsche, jonker de, redger te Loppersum, 286. 
Mepsche, jonker Johan de, lid der Staten van Groningen, 353. 
Mepsche , jonker Rudolf de , collator van Uskwerd , 25, 238. 
Meranus, Johannes, prediker te Kolderveen, 73. 

Merwyck de Grafin , Joannes , voorm. priester , predikant te Holwierde , 2, 9. 
Meyer, Hermannus, examinandus, predikant te ter Apel, 274. 
Meyer, Joamies , predikant te Noorddij k, 2. 

Meijer, Martimis, (M. Meyerus) schoolmeester te Farmsum, 218, predi- 
kant te Westerbroek, 234, 290, 306, 319, 336. 
Meijnardi, Wiardus, secretaris der Staten van Groningen, 307, 353. 



409 

Molanus^ Joannes^ (J. ter Muien) predikant te Tinalliuge , 2, 12, 34, 40, 83, 99. 
Mullencs, Hennanntts^ voorm. priester, predikant te Farmsum, 2, 9. 
Mylius^ Petrus^ afgezet prediker in de prov. Groningen, 6. 

N. 

K^ Joannes, predikant te Woltersum, 2. 

Nansum^ jonker Wüke iho^ ouderiing in cl. Appingedam, 57, 81. 

Nassau^ Willem Lodewijk graaf van, 5, 8 — 14, 16, 19, 21, 31, 33, 35, 

37, 38, 42, 44, 46, 50, 52, 53, 58, 66, 73, 74, 94, 97, 101, 100, 

109, 124, 128, 138, 141, 148, 152, 164, 165, 172, 180—182, 191, 

193, 202, 209, 237, 239, 252, 267, 318. 
Neitx, Samuel, (S. Neytz) predikant te Zuidbroek, 125, 128, 134, 136, 

140, 153, 166, 181. 
Mcasius^ Frans ^ zoon van Joh. te Middelstum, 175. 
Nicasius, Hessel, predikant te ülrum, 125, 140, 166, 182, 199, 212, 232, 246. 
NicasiuSy Johannes^ predikant te Middelstum, 1, 7, 12, 19—21, 23, 27, 

30, 32, 33, 41, 51, 54, 56, 65, 83, 98—100, 106, 107, 117, 118, 

120—122, 124, 126, 139, 141, 144, 145, 151, 152, 166, 175, 226, 

Bourtange, 272, 289, 291, 306. 
Nkolai, Anioniibs^ examinandus, afgewezen, 18. 

Nordanus^ Bernardus Theodorici^ pred. te Groningen, zie B. Theodorici. 
Northoom^ Johan^ burgemeester van Groningen, 352. 

O. 

Ockens, Abbe, wever te Aduard, 216. 
Olchers^ Jolian^ ouderling in cl. Appingedam, 20. 
Oranje^ Maurits prins van, 37. 
Oltens, Sinoca^ Oostfriesch schoolmeester, 221. 

Ovingius^ Rudolfus^ (R. Oving) proponent, predikant te Warfum, 369, 
375, 396. 

P. 

Pantxer^ jonker Sicke^ collator van Vierhuizen, 39, 40. 
Papenbergj Johannes^ schoolmeester te Scheemda, 200. 
Pauel^ linnen wever te Marum, 299, 313. 
Peters^ Oale^ ouderling in cl. Middelstum, 21. 
Peters y Harcke^ inwoner van Marsum, 321. 
Peters^ Johan^ lidmaat te Bedum, 178. 
Peters, Johan, ouderling te Bedum, 178. 



410 

Peters^ Tiarcke^ inwoner van Uskwerd, 227. 

Peters^ Willem, inwoner van Marsum, 321. 

Petri, Henricus, predikant te Haren, 2, Beilen, 49. 

Petri Knyphusaniis , Nicolans, predikant te Visvliet, 125, 142, 152, 166, 
183, 198, 247, 270, 293. 

Petri, Theodoricm, predikant te Oldehove, 47, 79 — 81, Zuidwolde, 93, 
100, lOG, 136, 155, 161. 

Philaeus, Simon Johannis, predikant te Helium, 1, Slochteren, 12, 
Haren, 20, 23, 26, Delmuden, 42—46, 48. 

Phüippti^ in de Sleutel, inwoner van Groningen, 299. 

Piccardl, Gualterus, predikant te Loppei-sum, 30, noot 1. 

Piscator, Joannes, te Herborn, 95, 96, 139. 

Pitxenius, Johannes, predikant te Saaxum, 369. 

Placius, Oeorgius, predikant te Appingedam, 165, 181—183, 197, 198, 
206, 212, 213, 219, 225, 229, 231, 232, 246, 247, 270, 281, 289— 
291, 295, 300, 301, 305, 306, 319, 335-339, 350—352, 360, 370. 

Plaggemeyer , inwoner van Midwolde, 299, 313. 

Polyander, Johannes, professor te Leiden, 386. 

Pomeranu^, Jacohtis Lambertus, voorm. Duitsch predikant, 281, school- 
meester te Zandeweer 283. 

Pomeranus, Joach. Saspe, rector te Appingedam, zie J. Saspe. 

Popkens, Tammo, ouderling te Loppersum, 83, 98, 99. 

Post, Johan Eengers ten, lid der Gron. Staten, zie op Rengers. 

Praetoriu^, Abel, predikant te Zandeweer, 141, 154. 

R. 

Pavefisperger , dr. Hermannus, professor te Groningen, 293, 302, 303, 
326, 335, 367. 

Padeus, Johannes, boekdrukker, 239. 

Pegneri, Adolphus, predikant te Bedum, 113. 

Reiribachius , Amoldus^ (A. Rembachius, Wintzeraius) predikant te Be- 
dum, 16, Winsum, 98, 134, 141, 144, 152, 153, 165. 

Pcfieman, Carolus, examinandus, predikant te Krewerd, 251, 274. 

Reneman, Cornelius, (C. Rheneman) predikant te Krewerd, 2, 199, 212, 
213, 231. 

Reneman, Hermannus, predikant in cl. Loppersum, 25. 

Rengers^ Edxard, lid der Staten van Groningen, 232. 

Rengers, Jofian, ouderling te Helium, 141, 152. 

Rengers ten Post, jonker Johan, lid der Staten van Groningen, 13, 20, 
22, 47, 



411 

Bengers, Eembt^ lid der Staten van Groningen, 362. 

Rennechenis^ Hermannus^ voormalig professor te Leiden, 43. 

Bensen^ Conradus van, redger te Delfzijl, 30, 245, 273, 320. 

Eeifncrs, Johan, inwoner van Krewerd, 283. 

Beythfeldt, Nicolau^, ouderling in cl. Middelstum, 12. 

Rhenanus, Hermannvs Aitioldi, pred. te Middelstum, zie H. A. Treccius. 

Rhodius, Wesseliis^ (W. Rhoden, Rodius) predikant te Oldezijl, 1, 30, 
33, Kantens, 98, 107, 108, 124, 153, 165, 213, 231, 232, 246, 
291, 306. 

lüngelius, Joannes, predikant in Bourtange, 125, 135, 136, gestorven , 206. 

Ripperda , jonker Balthasar , collator van Tjamswecr , 120, 132, 133, 234, 250. 

Ripperda, jonker Carolus Victor, collator van Juk werd, 273, 320. 

Ripperda, jonker Joachim, collator van Farmsum, 25, 29, 91, 109 — 111, 
110, 117, 241. 

Ripperda toe Farmsum, jonker Johan, collator van Meedhuizen, 85. 

Rüskens, redger te Middelstum, 265. 

Ritskens, Willem, inwoner van Doezum, 300, 314. 

Rodolphi Stadensis, Henriacs, proponent, 191, predikïint te Groningen, 
369, 370, 372, 373. 

Roggius, Johannes, predikant te Hoorn, 83. 

Roland, Leiinus, predikant te Kolham, 135. 

Romher ts, Jacob, ouderling te Delfzijl, 12. 

Romke, inwoner van Grijpskerk, 299, 314. 

Roverius, Eilardus, predikant te Bierum, 320. 

Ruurdi, Fredericiis Feito, (Feito Riords, F. R. Sijrura) predikant te Gro- 
ningen, 1, 4, 12, 18. 

Riiffelaer, jonker Johan, (J. Ruyffelaert, Rulleer) ouderling te Stedum, 
338, 350, 352, 360, 370. 

S. 

Sadckr, Michael, geschrift van, 239. 

Sagittarius, Bcmardus, examinandus, predikant te Andel, 235, Eenrum, 

282, 292, 297, 319, 336, 338, 347, 348, 352, 360, 377, 386. 
Sant, Assuerus, redger te Eenrum, 121. 
Saspe Pomeranus, Joachimus, rector te Appingedam, 28. 
Scepelüius, mag. Petnis, predikant te Wedde, 16, 104, 175, 199, 206, 

212, 252. 
Schaffer, Nicolaus, ouderling in cl. Middelstum, 12. 
SchcUlebiter , inwoner van do Waarden, 314. 
Scheppervs, Theodonis, predikant te Ranum, 114. 



412 

Schipper, Philippua^ schoolmeester te Scharmer, 213, 216. 

Schmallxius^ Johannes^ (J. Smaltzius) predikant te Tinallinge, 141, 152, 
218, 232, 246, 247, 270, 271, 289, 319, 336, 338, 352, 360, 375, 
376, 382, 396. 

Sehnwlixma^ Samtiel, (S. Smaltzius) predikant te Wetzinge, 166, 181, 
199, 212, 213, 231, 245, 246, 252, Zuidhom, 361, 373, 375, 382, 
389, 396. 

Schonenborch ^ Henricus^ secretaris van Groningen, 372. 

Schonenborch ^ Johannes^ (J. Schonenberg, Schönenbergius) predikant te 
Aduard, 170, 183, 198, 213, 216, 231, 232, 246, 272, 289, 291, 
306, 307, 312, 315, 317--319, 335, 336, 351, 375, 376, 389, 395. 

Schranckenmuller ^ Johannes, (J. Schranckenmollerus) predikant te Schar- 
mer, 213, 216, 232, 241, 246, 247. 

Schrantz^ Bartolomeus, onwettig prediker in de provincie Groningen, 171. 

Schroderus^ Johannes, predikant te Beilen, 75, 76, 83, 99, Westeremden , 
107, 124, 143, 153, 164—166, 180, 181, Hoogkerk, 212, 213, 231, 
232, 246. 

SchuÜeius, Anionius^ voorm. schoolmeester, predikant te Kolham, 300. 

Sebastiani, Hermanmis^ predikant te Garmerwolde, 235, 247. 

Sebens, Luwert^ ouderling in cl. Oldambt, 12. 

Senoy^ weduwe Emerentiana van, zie E. Manninga. 

Seumngius, Tobias, (T. Susingius) predikant te Delfzijl, 68, 86, 107, 118, 
121, 124, 125, 128, 140, 221, 247, 260. 

Sibrandi, Adrianus, predikant te Godlinze, 115. 

Sibrandus, predikant te Garsthuizen, overleden, 350, misschien dezelfde 
als S. Adriani. 

SibranduSj pred. te Losdorp, zie S. Adriani. 

Sickema, j. u. doet. Sibrandus, secretaris van Hasselt, 26. 

Sickens, Egbertus, (ook E. S. Aèrarius) predikant te Groningen, 1. 4, 5, 
9, Zandeweer, 57. 

Sickenge, jonker Johan, coUator van üithuizermeeden , 113, 161. 

Sielniannus ^ Tkomas^ pred. incl. Eenrum, 1 2, dezelfde als T. Stalmannus. 

Sigers, Siger^ 146, lid der Staten van Groningen, 353. 

Simons^ Johan, twee Jesuieten van denzelfden naam in de prov. Gronin- 
gen, 287. 

Siso , Hcnricus , (H. Cisonis) proponent , predikant te Winschoten , 369, 385. 

Sluwer t^ inwoner van de Waarden, 314. 

Slurp ^ Lubbert, (L. Slow) duivelbanner te Wirdummertil, 286. 

Sögelman, Wessel, (W. Soogelmannus) schoolmeester te Wirdum, 365, 
predikant te Eenum, 380. 

Speenhoven, Johannes, (J. Spinhovius) predikant te Utrecht, 206. 



413 

Sprengerus^ Joannes, predikant te Hiiizinge, 1, Noordbroek. 12, 19, 23, 
Appingedam, 30, 33, 41, 51, 54, 56—58, 65, 78, 79, 81, 82, 98— 
100, 105-108, 115, 117, 118, 121, 124, 137, Opwierde, 164. 

Stadefisis^ Marcus, proponent, zie M. Marsman. 

Stad, Egbertus, predikant te Stedum, 30, 32, 33, 100, 106, 107, 124. 

Stalitis, HenrictiSy examinandus, predikant te ten Boer, 320. 

Stalmannus, Thomas, (T. Stelmannus, Sielraannus) predikant te (Jarnwerd, 
1, 12, 19, 22, 34, 40, 57, 82, 83, 98. 

Starkenborch , jonker Albert van, heerschap te Wetsinge, 55, 334, 351. 

Starkenhorch , jonker Johan Tjaerda van, lid der Staten van Groningen, 
9, 11. 

Stechmannus , Hermannus, predikant te Groningen, 60, 98, 105, 121, 125, 
140, 155, 189. 

Steenwyck, jonker Johan van, zie J. de Vos van St 

Stellingwerf, Nicolaus van, onwettig prediker te Meeden, 47, 105. 

Stenius, Oerardus, predikant te Baflo, 290—292, 306, 386. 

Stephani, Wilhelmus, hof prediker te Brandenburg, 190, 191. 

Stoverius Breraensis, Jofiannes, predikant te Bierum, 173, 232, 246, 
291, 306. 

Straetman, Andreas, (A. Strateman, Stratemannus) predikant te Saaxum- 
huizen, 21, 27, 30, 31, 33, 57, 58, 65, 107, 108, 121, 122, 125, 
132, 146, 151, Zuidwolde, 180, 182, 189, 197, 198, 218, 247,249, 
255, 259, 263, 270, 338, 340, 351, 352, 359-361, 372—376, 395, 396. 

Strat&tnan, Joachiimis, predikant in cl. Eenrum, 28, 29. 

Stroinbergius , Antonius , (A. Strömberg) predikant te Rottum , 41, 46, 56, 
83, 99, 125, 140, 155, 166, 179, 181, 182, 198, 271, 280, 289, 305, 
315, 327, 328, 366, 374, 375, 396. 

Stronibergius , Henricus , gedicht van, 118. 

Stuckerm, Adolfus, predikant te Wetzinge, 361, 373, 375—377, 386, 
387, 396. 

Suillarensis , Henricus, examinandus, predikant in de prov. Groningen, 7, 8. 

Suioris, Rodolphus, predikant te Meeden, overleden, 105. 

Swarte, Henricus, examinandus, predikant in het Oldambt, 9. 

Sywerdes, Thryne, inwoonster van Holwierde, 283. 

T. 

Tamminga, jonker Onno, (ünno T.) collator van Bellingeweer , 115, 134, 

144, 155, 169. 
Takens, Snet, ouderling in cl. Groningen, 82, 99. 
Taxites, Micha'èl, (M. Toxites) predikant in cl. Zuidhorn, 19, 28, 29. 



414 

Terwoldt^ Henriais, koster te Siddeburen , 199. 

Theodori, Titm, (T. Theodorici) predikant te Slochteren, 165, 181, 247, 

270, 338, 352, 3G0. 
Theodorici Nordanus, Bemardus, (ook B. T. Agnaeus) predikant te üs- 

kwerd, 1, Groningen, 30, 31, 51, 55, 57, 65, 82, 99, 105, 120, 

121, 125, 128, 140, 145, 151—153, 164—166, 181, 197, 211, 253, 

264, 339, 359—361, 373. 
Theodoricfts ^ Oostfriesch predikant, 254. 
Theophili Hermannus^ (H. Theophilus) predikant te Hoogkerk, 28, 30, 

34, 40, 83, 98—100, 106—108, 123—126, 139, 140, 153, 105, 

166, 181, overleden, 185. 
Thomae^ Antmiius^ predikant te Groningen, 1, 9. 
Thomae^ Daniel ^ predikant te Zeerijp, 34, 40, 57, 73, 74, 81, 117. 
Tiarda^ E., lid der Staten van Groningen, 312. 

Tikkirigius, Alexander^ prediker, schoolmeester te Kloosterburen, 17, 25. 
Tjallingii^ Dominicus^ (D. Tinallingius) predikant te Vierhuizen, 2, 28, 

30, 34, 40, 57, 65, 82, 121, 125, 134, 144. 
IVeccius^ Arnoldti^ Herma?ini^ (A. H. Treckius) cand. theol. te Middel- 

stum, 334, 335. 
TVeccius, Hennannvs Arnoldi, (H. Dreckius, H. A. Rhenanus) predikant 

te Middelstnm, 190, 195, 196, 226, 232, 237, 247, 255, 265, 270, 

282, 298, 305, 347, 348. 

U. 

Uhhena^ jonker Willem^ lid der Staten van Groningen, 311, 320, 326. 

Ubhius^ rector te Groningen, zie ü. Emmius. 

Uchtman , Chrisiophorus , (C. üchteraannus) predikant te Groningen , 182, 
183, 198, 199, 211, 212, 247, 270—272, 289, 291, 294—296, 305, 
351, 359, 373, 374, 376, 377, 392, 393, 395, 396. 

Uchtman, Johannes, (J. Uchtemannus) examinandus, 215. 

Ulkenius, Jofiannes, predikant te Siddeburen, 251, 290, 306, afgezet, 392. 

Uth den Bogart, Johannes^ zie J. Wtenbogaert. 

Ulhusiv^, Ar noldus Martini, predikant te Groningen, 1, 5, 9, 12, 19, 
20, 27, 65, 76, 98, 100, 106, 107, 113, 124, 164. 

V. 

Valcke, Herman, ouderling in cl. Zuidhorn, 34. 
Valcke, Joost, lid der Staten van Groningen, 320. 

Valckius, Everardus, (E. Valck, Falckius, niet Gerardus V.) examinan- 
dus, predikant te 01de en Nijehove, 235, 291, 306, 338,352,360. 



415 

Valesius^ Johannes^ pred. te Bovenkarspel , zie J. Wallesius. 

Valesiiis, Lambertus, (L. Woelesius) predikant te Onderdendam , 386. 

Vallensis, Uübrandns^ predikant te Zalk, 259. 

Vetia^ Gerryt de, (G. de Veen) proviandmeester te Delfzyl, 182, 197, 198. 

Verlagius^ Heino, predikant in cl. Oldampt, 65. 

Vinckelius^ Jesred^ predikant te Orootegast, 41, 51, 54, 56 — 58, 82, Lop- 

persum, 118, 137, 165, 181, 182, 198, 271, 289, 306. 
Verruiius^ Gerlaciis^ rentmeester van Groningen, 176, 178, 296, 322, 

346, 348, 358, 363. 
Vienna, Hermannns Eieronymi d, examinandus in cl. Oldambt, 386. 
Vinceniius^ Johamies^ proponent, predikant te Losdorp, 384, 386. 
Vinea, Daniel a, predikant te Dordrecht, 386. 
Vüns^ Johannes^ predikant te Qarsthuizen, 350, 351. 
Volcken^ Tlieodorus^ pred. te Schild welde , zie T. Folckeri. 
Vos van Steenwyk^ jonker Johan cfo, collator van Emmen, 74. 
Vreden, Henricus d, pred. te Scheemda, zie H. a Freden. 

W. 

Walles^ius, Joannes^ (J. Valesius) predikant te Bovenkarspel, 41, 51, 57, 

126, 135, 142. 
Walpaerit^ Dooke^ inwoner van Noorddijk, 321. 
Walraven^ Wilhelrmis^ predikant te Noorddijk, 199, 211, Westerembden, 

232, 246, 247, 270-272, 289, 319, 336, 338, 341, 346, 350, 352, 

360, 361, 373. 
Wattens^ Ritxe, schoolmeester te Zuidhom, 213, 218, 236, 251. 
Waixe^ Lifthen, inwoner van de Waarden, 314. 
WeemJwff, Oerardm, predikant te Winschoten, 2, 65, 83, 98, 99, 125, 

130, 134, 146. 
Weert, (Wierdt) timmerman te Appingedam, 299. 
WeertSy Peter, (P. Wierdtz) inwoner van Appingedam, 299. 
Wemenis, Joachimus, (J. Warnerus) predikant te Groningen, 1, 7, 19, 

21, 30, 31, 33, 71, 76, 98, 108, 127. 
Westerwold, Lucas, (L. Westerwoldensis) predikant te Eppenhuizen, 2, 

34, 40, 76. 
Wichering, Johan, lid der Staten van Groningen, 247. 
Wichering, Riidolphis, (Roelof Wicheringe) raadsheer te Groningen, 153, 

157, 164, 247, 270, 271, 353, 376. 
Widmarus, Lticas, (L. Widemarius) predikant te Oterdum, 90, 116, 

Zeerijp, 199, 212, 247, 267, 270, 271, 280, 289, 298. 
Wilckcs, Jan, ziekentrooster te Appingedam, 364, 365, 371, 379. 



416 

Wilech^ Anionius^ examinandus, predikant te Scharmer, 29B, 295. 
Wühelmi, Albertus^ (A. Gulielmi, A. Medanus) predikant te üithuizer- 

meeden, 21, 27, 34, 40, 57, 58, 82, 83, 99, 107, 109, 110, 113, 

115, 116, 121, 124, 125, 127, 130, 140, 153, 161, 164, 182, 184, 

198, 199, 212, 232, 246. 
Wilhdmi, Oerardua^ predikant in cl. Middelstum, 28, 29. 
Wilhelmij Gerardus^ predikant te Zoutkamp, 2. 
WillemsXj Aart^ inwoner van de Waarden, 314. 
Winshemius^ dr. Andreas^ inwoner van Leens, 262, 264, raadsheer te 

Groningen, 353, 356, 358. 
Wintxemius^ Arnoldu^s^ pred. te Winsum, zie A. Reinbachius. 
Wippingius^ lioberius^ predikant te Aduard, 22, 23, 27, 31, 33, 51, 55, 

05, 83, 89, 98, Zuidhom, 107, 109, 110, 115, 121, 122, 124, 141, 

142, 152, 153, 164, 199, 212, 213, 218. 
WirichiuSj Johannes^ predikant te Tolbert, 55, 79, Zuidlaren, 83, 99. 
Wolfiius^ Johannes, (J. Wulfius) proponent , 131, 132, predikant te Leens, 

368, 382. 
Wolfius^ Regjienis^ (Reinerus Wulfius) conrector te Appingedam, 225, 

predikant te Solwerd, 234, 271, 289, Weiwerd, 319, 336, 338, 

352, 360, 361, 373. 
Wolsten ^ Frederiais de, predikant te Leermens, 2. 
Worms^ Hermannus, fiscaal in Gn-ningen, 105. 
Wtenbogaert, Joannes, de hof prediker, 32, 37, 49. 

Wulfgangus N., predikant te Delfzijl, 2, misschien dezelfde als W. Agricola. 
Wvlfius, Zachariasj (Z. Wolf) onwettig prediker te Emmen, 74. 
Wyffetinge, Johan, burgemeester van Groningen, 352. 
Wynkenius, Johannes, examinandus, predikant te Borgsweer, 236, 251. 

Y. 

IJselmuden , Ernst van , lid der Staten van Groningen , zie E. v. Isselmuden. 

Z. 

Zoor, Joachinms, (J. Zoer, Sorius) predikant te Anlo, 41, 50, 57, 76, 82, 
Loppersum, 141, 152, 153, 164, 213, 215, 221, 231,232,246,319, 
325, 329, 336, 338, 352, 360, 374, 382, 396. 

Zuitlaraeus . Henricus , predikant te Adorp , 183 , 198, zie H. Suitlarensis. 

Zyes, Johannes, inwoner van Meedhuizen, 299, 313, zie ook op Jan Cies. 



REGISTER VAN PLAATSNAMEN. 



Adorp, 183. 

Aduard, 2, 17, 22, 23, 27, 28, 29, 30, 31, 33, 41, 51, 57, 65, 82, 83, 86, 
98, 104, 107, 108, 121, 124, 125, 128, 135, 139, 140, 142, 144, 
151,' 153, 166, 170, 171, 183, 199, 216, 231, 246, 272, 289, 291, 
306, 318, 319, 336, 375, 395. 

Altona, 208. 

Amsterdam, 18, 120, 126. 

Andel (den), 66, 160, 218, 235, 282. 

Anloo, 41, 57, 82. 

Appingedara, 1, 2, 3, 11, 12, 19, 20, 23, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 32, 33, 
34, 38, 39, 40, 41, 51, 52, 56, 57, 60, 65, 76, 77, 78, 82, 84, 86, 
88, 94, 96, 98, 100, 103, 105, 106, 107, 108, 116, 119, 125, 132, 
134, 136, 137, 140, 141, 144, 146, 149, 151, 153, 157, 165, 167, 
170, 174, 180, 181, 182, 184, 194, 197, 198, 199, 204, 206, 207, 
208, 212, 213, 215, 217, 222, 223, 225, 227, 228, 231, 232, 234, 
235, 236, 241, 244, 245, 246, 247, 249, 251, 256, 261, 265, 266, 
270, 271, 272, 273, 274, 275, 277, 278, 279, 281, 283, 286, 289, 
290, 291, 293, 295, 296, 297, 298, 299, 306, 311, 313, 318, 319, 
322, 325, 329, 332, 336, 337, 338, 345, 351, 361, 362, 363, 364, 
365, 367, 371, 372, 374, 375, 376, 378, 379, 389, 396. 

Bafloo, 1, 3, 12, 16, 19, 21, 23, 27, 30, 31, 33, 38, 56, 66, 82, 87, 89, 
105, 107, 110, 113, 121, 122, 123, 125, 129, 140, 141, 160, 166, 
182, 218, 290, 291, 306. 

Bedum, 1, 16, 98, 110, 113, 131, 146, 155, 166, 176, 177, 178, 190, 198, 
199, 210, 211, 212, 231, 271, 272, 286, 289, 306, 315, 317, 319, 
336, 338, 351, 361, 373. 

Beerta, 46, 47, lOü, 231, 385. 

Beilen, 44, 45, 49, 75, 99. 

Bellingeweer, 66, 115, 144, 160. 

Bellingwolde , 134, 205, 385. 

Aeta syn, provinc. VIL 27 



418 

Bierum, 103, 115, 173, 215, 246, 291, 306, 320, 385. 

Blijdenstein , zie Ruinerwold. 

Blijham, 209, 225, 247, 270, 361, 374, 375, 396. 

Borgsweer, 103, 236, 251, 316. 

Bourtange, 125, 206, 272, 289, 291, 318, 319, 320, 336, 338, 352, 360. 

Bovencarspel , 41, 57, 126, 142. 

Brandenburg, 190, 191, 196. 

Bredermoer (Oost-Friesl.) , 24. 

Breede, 65, 87, 233, 293. 

Bremen, 215, 281, 283. 

Calepende, zie Opende. 

Critzum, 205. 

Dauphiné, 95. 

Delft, 33, 229, 359. 

Delfzijl, 2, 12, 68, 86, lOV, 124, 125, 137, 140, 197, 245, 247, 260, 369. 

Delmuden, zie Qenemuiden. 

Deventer, 171. 

Diever, 99. 

Doezum, 300, 314. 

Dokkum, 48. 

Dordrecht, 142, 241, 304, 339, 359, 362, 370, 372, 380, 381, 383, 386. 

Drente, 5, 19, 41, 43, 44, 45, 46, 48, 49, 51, 57, 70, 71, 72, 73, 75, 76, 
77, 82, 84, 94, 97, 99, 101, 109, 130. 

Duitschland, 95. 

Dijkshom, 195, 201, 385. 

Eelde, 119. 

Eelswerd (bij Rottum), 125. 

Eenrum, 1, 12, 16, 18, 19, 27, 28, 29, 30, 34, 35, 39, 40, 41, 42, 51, 
52, 54, 56, 57, 58, 65, 75, 82, 83, 86, 89, 98, 100, 102, 108, 114, 
121, 122, 129, 130, 131, 141, 143, 144, 146, 152, 153, 154, 160, 
166, 183, 185, 199, 213, 221, 223, 228, 231, 232, 233, 235, 241, 
243, 247, 248, 250, 251, 253, 255, 257, 258, 260, 263, 268, 271, 
273, 282, 288, 291, 294, 297, 300, 319, 324, 332, 334, 335, 336, 
338, 344, 351, 352,' 3^0, 361, 368, 375, 376, 377, 386, 387. 

Eenum, 233, 248, 286, 287, 303, 310, 311, 326, 365, 379, 386. 

Eexta, 82, 142, 145, 151, 152, 164, 199. 

Einden, 74, 143, 168, 171, 174, 186, 236, 253, 254, 262, 263, 265, 278, 
285, 333. 

Emmen, 41, 74, 82, 83. 

Engeland, 95. 

Enkhuizen, 108. 



419 

Eppenhuizen, 2, 40, 76, 177, 195, 201. 

Ezinge, 5G, 100, 112, 160, 171, 183, 199, 204, 212, 214, 232, 245, 246, 
247, 270, 338, 352. 

Farmsum, 2, 25, 29, 32, 76, 103, 110, 111, 113, 117, 118, 141, 146, 153, 
164, 168, 177, 198, 199, 208, 211, 218, 241, 247, 270, 276, 361, 
373, 374, 396. 

Feerwerd, 112, 160, 389. 

Finsterwolde , 236, 293. 

Fivelingo, 362. 

Franeker, 5, 188, 206, 235, 299, 313. 

Frankrijk, 94, 95, 96, 97. 

Fransum, 112, 199, 392. 

Friesland, 5, 48, 72, 76, 137, 148, 188, 206, 268, 280, 297, 313, 333, 
336, 385. 

Friesland (Oost-), 171, 176, 221, 254, 261, 262, 278, 345. 

Gap (Frankrijk), 95. 

Qarmerwolde, 2, 33, 81, 235, 247. 

Garnwerd, 1, 17, 22, 40, 82, 142, 152, 160, 166. 

Garrelsweer, 233, 248, 324, 326, 346, 349. 

Garshuizen, 34, 40, 99, 342, 350, 351. 

Geneniuiden (Delmuden?), 45. 

Godünze, 1, 3, 115, 128, 135, 143, 146, 174, 186, 187. 

Gerecht (het), 104, 247, 271, 277, 317. 

's Gravenhage, 32, 39, 41, 62,68,88,91,175,230,304,343, 380,381,383. 

Groningen, 1, 4, 5, 9, 11, 12, 19, 20, 21, 23, 24, 27, 30, 31, 33, 34, 38, 
39, 40, 41, 44, 46, 47, 48, 50, 51, 52, 55, 56, 57, 58, 61, 65, 67, 
68, 70, 72, 73, 75, 76, 77, 78, 79, 81, 82, 86, 92, 98, 99, 100, 
103, 105, 106, 107, 108, 109, 114, 119, 120, 121, 123, 124, 125, 
126, 129, 139, 140, 141, 143, 144, 145, 146, 151, 152, 153, 155, 
157, 158, 159, 162, 164, 165, 168, 170, 171, 173, 177, 180, 182, 
186, 187, 188, 189, 190, 194, 197, 198, 199, 201, 206, 208, 209, 
211, 212, 213, 215, 220, 221, 222, 223, 224, 226, 227, 228, 231, 
232, 234, 238, 239, 241, 242, 243, 244, 245, 246, 247, 253, 255, 
257, 258, 259, 260, 268, 270, 271, 272, 274, 275, 277, 278, 279, 
280, 282, 289, 290, 291, 297, 299, 302, 306, 307, 312, 315, 316, 
317, 319, 321, 322, 326, 327, 330, 335, 336, 337, 338, 339, 346, 
351, 352, 359, 360, 362, 365, 367, 369, 371, 373, 374, 384, 385, 
386, 387, 389, 395, 396. 

Grootegast, 56, 82. 

Grijpskerk, 47, 111, 132, 153, 165, 166, 179, 247, 270, 272, 299, 313, 

314, 338, 352, 353, 361, 373. 

27' 



420 

Giüik, 190, 191. 

Hage (Oost-Friesl.) , 261. 

Ham, 68, 88, 180, 199, 392. 

Haren , 2, 20, 153, 165, 181, 182, 195, 1T)8, 201, 213, 231, 338, 351, 360, 373. 

Harkstede, 196, 215, 217, 321, 324, 361, 373. 

Hasselt, 25, 26. 

Helium, 1, 152, 213, 231, 319, 336. 

Heveskes, 376, 383. 

Holland, 33, 42, 76, 84, 89, 95, 97, 98, 124, 126, 148, 151, 189, 190, 

231, 335, 364. 
Holland (Noord-), 41, 45, 51, 57, 59, 68, 77, 83, 107, 126, 135, 140, 142, 

148, 153, 164, 166. 
Holland (Zuid-), 32, 41, 45, 57, 59, 68, 77, 83, 91, 120, 126, 140, 142, 

148, 151, 153, 166. 
Holstein, 179. 
Holwierde, 2, 49, 93, 99, 100, 103, 106, 153, 164, 165, 181, 246, 271, 

276, 283, 289, 309, 324, 374, 396. 
Hoogkerk, 2, 34, 99, 100, 106, 107, 108, 123, 125, 140, 185, 212, 

231, 246. 
Hoorn, 83. 

Hornhuizen, 81, 89, 102, 110, 155, 350, 368, 382. 
Huizinge, 1, 153, 165, 199, 212, 247, 270, 291, 299, 306, 375, 396. 
Humsterland, 135, 138. 
Hunsingo, 362. 
Itzehoe, 177. 
Joure, 188. 

Juk werd, 2, 234, 235, 245, 250, 273, 308, 320. 
Kantens, 76, 107, 124, 153, 231, 246, 291, 306. 
Klooster ter Apel, 33, 36, 53, 92, 274. 
Kloosterburen, 22, 25, 28, 132. 
Kolderveen, 73. 

Kolham, 119, 135, 185, 194, 202, 204, 223, 300. 
KoUum, 47, 137, 314. 

Krewerd, 2, 76, 199, 212, 213, 231, 251, 274, 283. 
Kropswolde, 56, 135. 
Lagemeden, 309. 
Lange wold, 311. 
Lanum (Oost-Friesl.) , 254. 

Leegkerk, 34, 99, 100, 107,108,124,125,153,166,181,185,212,231,246. 
Leens, 77, 99, 159, 160, 161, 253, 254, 258, 259, 262, 264, 274, 299, 

313, 368, 382. 



421 

Leermens, 2, 100, 106, 127, UI, 199, 212, 231, 233, 247, 248, 270, 282, 
286, 293. 

Leeuwarden, 225, 229. 

Leiden, 126, 148, 190, 229. 

Loppersum, 1, 2, 3, 12, 19, 20, 21, 23, 25, 27, 28, 29, 30, 33, 34, 39, 
40, 41, 51, 54, 56, 57, 61, 65, 73, 83, 86, 98, 99, 100, 103, 104, 
106, 107, 108, 112, 116, 117, 118, 121, 125, 131, 140, 141, 144, 
152, 153, 164, 165, 167, 170, 173, 174, 181, 182, 185, 187, 199, 
213, 215, 224, 226, 228, 231, 232, 235, 236, 237, 238, 241, 243, 
244, 246, 247, 248, 257, 266, 271, 274, 276, 279, 282, 286, 287, 
289, 291, 293, 296, 298, 300, 303, 306, 310, 311, 315, 319, 320, 
326, 331, 336, 338, 342, 346, 349, 350, 352, 360, 361, 365, 370, 
374, 383, 384, 385, 386, 396. 

Losdoi;p, 1, 3, 100, 106, 107, 108, 124, 125, 140, 141, 145, 152, 164, 
165, 181, 185, 186, 187, 384, 386. 

Lutjegast, 193, 235. 

Maarhuizen, 160. 

Maarslag, 223, 233, 246, 249. 

Mariënhave (Oost-Friesl.) , 261, 278. 

Marne (de), 35. 

Marsum, 204, 215, 234, 311, 321, 324, 325, 331, 364. 

Marum, 299, 313. 

Meeden, 2, 21, 33, 40, 47, 99, 105, 124, 125, 140, 153, 161, 164, 182, 
184, 198, 199, 212, 246, 247, 270, 272, 361, 374. 

Meedhiüzen, 60, 85, 101, 110, 299, 313. 

Menkeweer, 195, 201, 227. 

Mensingeweer , 114, 132, 146, 155, 160. 

Meppel, 45, 57, 73, 75, 82, 83. 

Middelbert, 100, 101, 104, 106, 270. 

Middelburg, 215, 333, 344, 380, 381. 

Middelstum, 1, 3, 12, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 23, 27, 28, 29, 30, 33, 34, 
37, 39, 40, 41, 43, 49, 51, 56, 57, 65, 72, 76, 77, 79, 82, 83, 86, 
89, 98, 99, 100, 102, 106, 107, 108, 112, 116, 120, 121, 122, 125, 
126, 140, 141, 144, 145, 152, 153, 166, 175, 176, 182, 190, 191, 
195, 196, 199, 213, 215, 216, 223, 226, 232, 237, 241, 242, 247, 
250, 251, 257, 260, 265, 270, 271, 273, 274, 276, 282, 291, 298, 
296, 298, 301, 304, 305, 315, 319, 326, 327, 328, 332, 334, 338, 
339, 344, 361, 374, 376, 386, 389, 390. 

Midwolde (Oldambt), 21, 56, 154 183, 197, 198, 291, 306, 319, 336, 
338, 352, 360, 361, 374. 

Midwolde (gem. Leek), 299, 313, 375, 396. 



422 

Munster, 207, 344, 347. 

Neermoer (Oost-FriesL) , 174. 

Niehove, 13r), 235, 291, 306, 338, 352, 3G0. 

Niekerk (gem. Oldekerk), 2, 385. 

Niekerk (gem. Ulnim), 91, 160, 249. 

Noordbroek, 100, 106, 119, 124, 142, 145, 166, 180, 181, 183, 198, 215, 
225, 237, 319, 336, 338, 352, 360, 374. 

Noorddijk, 2, 199, 211, 275, 321. 

Noordhom, 111, 132, 199, 212, 216, 231, 272, 291, 306, 319, 336. 

Noordlaren, 201, 373. 

Noordwolde, 67, 92, 97, 101, 231, 361, 373. 

Norden, 378. 

Nuis, 274, 367. 

Nyeveen, 72. 

Obergum, 28, 160, 288. 

Oldambt, 4, 9, 12, 19, 21, 23, 27, 30, 31, 33, 34, 35, 40, 41, 46, 47 
51, 54, 57, 65, 76, 82, 83, 86, 92, 98, 99, 100, 102, 103, 104 
105, 108, 109, 119, 121, 124, 125, 1.36, 140, 142, 144, 145, 151 
153, 166, 180, 183, 191, 199, 200, 207, 213, 221, 225, 226, 232 
235, 236, 243, 244, 245, 247, 252, 256, 258, 268, 272, 273, 274 
277, 280, 291, 293, 297, 304, 315, 316, 317, 318, 319, 320, 327 
333, 338, 345, 359, 361, 366, 375, 379, 381, 384, 385, 386. 

Oldehove, 47, 48, 79, 80, 81, 195, 235, 291, 306, 338, 352, 360. 

Oldekerk, 17, 111, 155. 

Oldeklooster, 103. 

Oldendorp (Oost-Friesl.) , 168. 

Oldenzijl, 1, 33, 112, 203, 240, 256, 3(H, 326, 376. 

Oldesumergast (Oost-Fnesl.) , 146. 

Ommelanden, 105, 109, 124, 130, 131, 132, 136, 138, 144, 145, 162, 
169, 172, 191, 192, 224, 239, 242, 255, 256, 257, 269, 282, 285, 
311, 312, 313, 315, 316, 332, 359, 367, 369, 370, 372, 390. 

Onderdendam (Onderwierum) , 25, 299, 313, 386. 

Onstwedde, 56, 100, 136, 245, 246, 274, 348, 367, 369, 381, 385. 

Oosterlee, 24. 

Oostemieland , 112. 

Oosterwierum , 154. 

Oosterwij t werd, 166, 209, 233, 248. 

Oostum, 160, 1JS5, 187. 

Oostwolde (Oldambt), 33, 236, 251, 369, 385. 

Opende (Calcpende), 320, 367, 382. 

Opwierde, 60, 85, 132, 164, 251, 274, 311, 376, 378, 383. 



423 

Oterdiim, 67, 90, 103, 110, 134, 144, 154, 167, 169, 194, 200. 

Oudezijl, zie Oldenzijl. 

Overqsel, 259. 

Pfaltz (de), 171. 

Pietersburen , 153, 159, 160, 161, 163, 164, 319, 336. 

Ranum, 11.3, 160. 

Reiderland, 205, 207. 

Renen (Munster), 347. 

Rochelle (Ia), 95. 

Roermond, 189. 

Rolde, 82, 83. 

Rotterdam, 57, 83. 

Rottum, 41, 56, 92, 98, 99, 102, 125, 140, 166, 181, 182, 185, 195, 198, 

200, 227, 243, 257, 271, 277, 280, 305, 315, 327, 328. 
Ruinen, 75. 

Ruinerwold (of Blijdenstein), 75. 
Saaxum, 135, 160, 171, 188, 205, 210, 225, 311, 369. 
Saaxumhuizen , 21, 107, 124, 146, 160, 185, 187, 192, 272, 289, 291, 

306, 338, 352, 360, 361, 373. 
Sauwerd, 1, 100, 272, 375. 
Scharmer, 103, 104, 213, 216, 217, 232, 244, 246, 247, 258, 263, 264, 

265, 293, 295, 374, 384, 396. 
Scheemda, 142, 152, 200, 247, 272, 375, 396. 
Schildwolde, 182, 199, 212, 271, 289. 
Schoonebeek , 57, 82. 
Schotland, 95. 

Sebaldeburen , 111, 311, 392. 
SeUingo, 134, 136. 

Siddeburen, 2, 26, 33, 134, 144, 190, 206, 235, 251, 290, 306,333,367,392. 
Slochteren, 26, 165, 181, 247, 270, 338, 352, 360. 
Solwerd, 204, 215, 234, 271, 289, 311, 325, 364, 365, 379. 
Spijk, 2, 112, 155, 274, 288, 300, 323, 332. 
Stedura, 21, 33, 100, 106, 107, 124, 338. 
Steinfurt, 190. 
Stitswerd, 2, 40, 75, 77. 

Ten Boer, 22, 28, 114, 226, 227, 287, .300, 320. 
Ten Post, 164, 198, 231, 291, 306, 336, 373, 374, 396. 
Termunten, 76, 154. 

Thesinge, 25, 53, 68, 224, 287, 300, 360. 
Tinallingen, 2, 40, 103, 141, 152, 155, 227, 246, 247, 270, 271, 319, 

336, 338, 352, 360, 375, .396. 



424 

Tjamsweer, 1, 3, 20, 27, 56, 81, 104, 120, 125, 132, 140, 141, 290, 

306, 371. 

Tolbert, 55, 79, 150, 183, 187, 188, 235, 274, 318, 375, 396. 

Toomwerd, 65, 86. 

Uithuizen, 1, 68, 155. 

Uithuizermeeden, 21, 77, 90, 97, 107, 113, 182, 210, 274. 

Uitwierde, 2, 134, 137, 223, 250, 311, 324, 325. 

Ulrum, 2, 8, 91, 125, 140, 160, 166, 182, 199, 212, 246, 249. 

Uskwerd, 1, 25, 75, 82, 103, 134, 135, 149, 166, 181, 227, 258, 271, 

319, 336. 
Utrecht, 17, 206. 

Vierhuizen, 2, 28, 39, 40, 67, 82, 125, 155, 160, 273, 335, 382. 
Visvliet, 2, 18, 33, 67, 125, 142, 152, 166, 183, 247, 270, 299, 313. 
Vlagtwedde, 136, 209. 
Vliedorp, 91, 160, 249. 

Vredewold, 4, 55, 111, 160, 171, 233, 248, 273, 313. 
Wagenborgen, 56, 15.3, 165, 183, 185, 199, 200, 211, 212, 213, 236,251. 
Warfum, 1, 33, 36, 47, 53, 65, 87, 100, 102, 106, 125, 141, 143, 151 

158, 369, 375, 379, 396. 
Warfhuizen, 21, 56, 100, 106, 107, 124, 155, 163, 183, 198, 199, 211, 

212, 246, 247, 270, 291, 306, 361, 373. 
Wedde, 19, 53, 103, 104, 175, 199, 206, 209, 212, 225, 252, 381. 
Wehe, 132, 153, 165, 183, 198, 231, 247, 270, 288, 294, 323. 
Weiwerd, 84, 86, 91, 101, 109, 110, 116, 117, 137, 319, 336, 338, 352, 

360, 361, 373. 
Westerbork, 84. 

Westerbroek, 234, 290, 306, 319, 336. 
Westerdij kshom, zie Dijkshorn. 
Westeremden, 28, 107, 124, 143, 153, 104, 165, 166, 180, 181, 246,247, 

270, 271, 272, 289, 319, 336, 338, 352, 360, 361, 373, 385. 
WesterkwarUer (of Overdiep), 19, 20, 27, 55, 111, 132, 161, 195, 299, 

307, 313. 
Westerland, 97. 
Westerlee, 24, 200, 273, 316, 
Westeraieland , 2, 146, 160. 

Westerwolde, 53, 86, 134, 136, 180, 207, 209, 226, 381, 384. 
Westerwijtwerd, 1, 27, 60, 166, 181, 291, 306, 319, 336, 338, 339, 352, 

360, 3RG. 
Wetsinge, 40, 55, 68, 02, 166, 181, 199, 212, 231, 245, 334, 361, 373, 

375, 396. 
Wierum, 235, 319, 336, 361, 370, 374. 



425 

Winschoten, 2, 99, 125, 291, 306, 369, 385. 

Winsum, 3, 38, 134, 141, 144, 153, 155, 160, 165, 169, 288. 

Wirdum, 30, 40, 227, 280, 299, 313, 324, 326, 345, 346, 347, 348, 349, 

358, 359, 365, 369, 386. 
Wittewierum, 22, 28, 33, 36, 125, 140, 153, 164, 182, 231, 282, 291, 

298, 306, 319, 336, 361, 373, 374, 396. 
Woldendorp, 89, 114. 

Woltersura, 2, 29, 118, 137, 144, 155, 168, 173, 267, 280. 
Wijtwerd, 33(?), 36, 53, 66, 75, 76, 87, 102, 109, 114, 135. 
Zalk, 259. 

Zandeweer, 103, 141, 154, 250, 274, 283. 
Zandt ('t), 21, 56, 125, 131, 182, 359, 361, 370, 373, 374, 396. 
Zeeryp, 2, 40, 81, 117, 199, 212, 227, 236. 247, 267, 270, 271, 298, 

310, 326. 
Zoutkamp, 2. 

Zuidbroek, 82, 125, 140, 166, 181, 228, 231, 246, 375, 396. 
Zuidhorn, 19, 30, 34, 40, 50, 100, 107, 122, 141, 142, 152, 153, 164, 

183, 188, 193, 197, 199, 204, 213, 215, 218, 221, 228, 232, 233, 

235, 236, 243, 247, 251, 258, 268, 272, 274, 277, 280, 291, 293, 

295, 297, 307, 311, 318, 319, 320, 333, 338, 345, 361, 369, 375, 

376, 382, 389, 390, 392, 396. 
Zuidlaren, 99. 
Zuidwolde (Gr.), 60, 93, 100, 106, 136, 155, 161, 180, 182, 197, 198, 

247, 270, 338, 352, 360, 361, 374. 
Zuurdijk, 160, 249, 382, 386. 
Zwitserland, 95. 



REGISTER VAN ZAKEN. 



A. 

Ahten, 133. 

Academie^ te Leiden, 148, 190; — suspecte, 190, 221; — te Steinfurt, 
190; — te Franeker, 206; — academische testimonia, 227, 235, 
237; — te Groningen, 274, 326, 327; — Jezuitische academiën, 
285, 309, 322, 363, 378; — curatoren, 302, 303, 310; — acade- 
mische examens , 302 , 303 , 309, 326 ; — dwalingen uitgaande van 
de, 304. 

Advocate?i, 59, 134, 207, 324, 388. 

Altaren, 11, 86, 333, 367, 381. 

Armen, 16, 52, UI, 116, 117, 139, 149, 156, 169, 196, 237; — armen- 
ordening, 15, 23, 29, 37, 42; — bedelaars, 15, 37, 67, 285, 298, 
323, 389; — armengoederen, 37, 93; — armengelden, 53, 134, 
136, 197; — subsidie aan diakenen ten behoeve der, 224; — ieder 
kerspel onderhoude zijn eigen, 225; — ongelijke bedeeling der, 390. 

Armvoogden, 43. 

Avondmaal, bij beurten in verschillende dorpen, 6; — aansporing tot het 
houden van het, 63, 64, 67, 87; — ceremoniën bij het, 64, 87, 
276; — iemand afhouden van 't, 67, 139, 382; — misbruiken by het, 
68; — formulier, 87; — nalatigheid in het bedienen van het, 128, 
376, 383, 387; — naar de instelling van Christus te bedienen, 
145; — op Paschen en Pinksteren, 162, 171, 173, 174; — of 
doodslagers mogen worden toegelaten tot het, 163; — hoe vaak 
te bedienen, 202; — in eene andere gemeente te genieten, 203, 
214; — wijze van bedienen van het, 383; — wanneer te bedie- 
nen, 891. 

B. 

Bnyijnen, 18, 53, 156. 

Ikgravenls, 13, 37, 43, 113, 150, 226, .393. 



427 

Bibliotheek te Groningen, 209. 

Doeken^ van David Jorisz,, 44, 159; — lasterschriften van Simox Philaeus 
e. a. , 48 ; — een boek van Joh. Acronius , 84 , 93 ; — Henr. Strom- 
BERGiiJs: Carmen de quadripartito anno etc, 118; — een geschrift 
van Alb. Lomeijerus tegen de Mennonieten, 128, 140; — Weg- 
bereider up die verbetering van die Nederiandissche bibel (door 
W. Baudartius), 139; — Bijbel van Piscator, 139; — abc- boeken 
„darinne die korten tein gebaden sthaen", 3 58; — liet „Wunder- 
boeck" (van David Jorisz.), 159; — van Dodo van Amsweer, 219, 
283, 325, 329, 349, 370; — Catechismus van Aldeqonde, 237, 252, 
274. 294; — een geschrift van Michaél Sadeler, 239; — boeken 
van Jan Dericks, 268; — Annotatiën FRANcisa Kosteri over het 
N. Test. , 272 ; — Theses pro et contra van de Gereformeerden en 
Arminianen, 321 ; — Dodo van Amsweer , Klagende request enz. , 370. 

BoeJcencen^uur ^ het dnikken en verkoopen van verkeerde boeken tegen te 
gaan, l5, 44, 59, 84, 243, 257, 268, 310, 330, 366, 380, 394; — 
visiteeren van geschriften, 128, 151, 211, 219, 224, 302; — ket- 
tersche boeken niet te dulden, 158; — veriof tot drukken vereischt, 
239; — Menniste boeken, 243, 322; — professoren te Groningen 
in zake, 330; — Papistische boeken, 332, 366, 380. 

Bruiloften, 343, 392. 

Bijbel j vertaling van den, 33, 139; — N. Test. in de scholen te gebrui- 
ken, 64; — van Piscator, 139. 



Candtdaten, 26G, 279, 282, 297, 298, 303, 304, 309, 326, 394. 

Catechismus van Aldegonde, 237, 252, 274, 294; — papistische, 394. 

Catecimmus (Heidelbergsche) ^ 341: — vertaling van den, 33, 43, 44; — 
overal te leeren, 43, 44, 64; — predikatiën uit den, 62, 202, 210, 
222, 393 ; — in de scholen te leeren , 64, 158, 222, 393 ; — revisie 
van den, 120, 127, 142; — iedere classis zal een exemplaar heb- 
ben van den, 142, 220; — onderteekening van den, 142, 219, 220, 
229, 236, 292, 393 ; — iedere gemeente zal een exemplaar hebben 
van den, 154; — voorlezing van den, 222; — instemming met 
den, 230; — texten aan den kant van den, 335; — herdruk van 
den, 367, 382. 

Catechizeeren , 222, 393, 394. 

Classes, vergadering der, 3. 6, 19, 24, 45, 135, 139, 149, 315, 329, 332, 
338; — onkosten der, 3, 10, 15, 24, 38, 47, 54, 103, 136, 149, 
151, 156, 169, 193, 207, 228, 351; — moderamen, 6; — tijd en 



428 

plaats, 15: — classicaal boek (acta), 32, 36, 42, 51, 133, 137, 139, 
145, 163, 206, 338, 375, 376, 377; — toezicht over de, 32, 59, 
70, 120, 144, 147, 155, 169; — gehoorzaamheid aan de, 53; — niet 
klappen uit de class. vergaderingen, 54; — depatati classis, 58, 
243, 318; — haar plicht niet doende, 59; — predikatiën in de 
class. vergadering, 62, 216, 331, 367, 380; — zwarigheden in de, 
71; — een „zwakke" classis, 75; — een classis bestraft, 79, 122, 
134, 151, 228, 235, 266, 349, 377, 386; — classicale quota, 112. 
123; — gift der, 118; — Ned. Geloofsbel. en Heid. Catech. in 
de, 142; — tot oefening van tucht vermaand, 164, 178, 386; — 
nieuwe classis, 180; — exercitia disputationum , 216, 285, 331, 
367, 380; — zwagerschap enz. tusschen leden der, 258, 278, 
296; — stemmen in de, 259; — theol. professoren in de verga- 
ringen der, 338; — toezicht hebbende («ver de schoolmeesters, 393. 

Collatwen, 13, 16, 28, 31, 32, 36, 40, 47, 78, 80, 84, 91, 93, 94, 101, 
102, 104, UI, 112, 115, 127, 129, 130, 143, 147, 150, 155, 157, 
159, 162, 163, 166, 178, 184, 186, 187, 188, 192, 205, 228, 238, 
239, 243, 249, 250, 253, 255, 257, 267, 273, 274, 281, 283, 284, 
287, 297, 303, 304, 309, 310, 311, 320, 324, 326, 329, 330, 345, 
346, 348, 349, 351, 358, 365, 366, 379, 380, 382, 389, 392. 

Collecte, 113, 275, 321, 362. 

Conrector, 225. 

Con-cspondentic , 59, 394; — met Z.-HolL, 32, 39, 41, 42, 57, 71, 83, 
120, 126, 142, 151, 153; — met N.-HolL, 57, 83, 107, 126, 135, 
142, 153, 164, 359; — overzending der acta syn., 68, 89, 140; — 
met Frankrijk, 94; — met Drente, 101, 109. 



Danscfi, 10, 64, 75, 77, 134, 194, 200, 269, 304, 310, 317, 334, 343, 357, 
307, 381, 391, 392. 

Dansscholen, 367, 381. 

Diakenen, 26, 62, 383; — aan te stellen, 6; — rechten der, 53, 93; — 
onderzoek naar 't gedrag enz. van , 63 ; — verkiezing van , 63 ; — 
klachten over, 111, 117, 118; — afzetting van, 117, 118; — die 
te veel armen hebben, 224; — die geen lidmaat der gemeente 
zijn, 226, 208; — onwillige, 226; — die verachters der reb'gie 
zijn, 268. 

Jfisripline, trappen van, 45; — te oefenen, 64, 287; — censuur over 
hen, die de censuur niet executeeren, 155, 156; — schuldbelij- 
denis voor de gemeente, 197; — wijze van procedeeren by de, 
298, i\02; — censuur over dansere, 334. 



429 

Doodslagers, 24, 163, 288, 299, 300, 312, 313, 314, 323, 364, 378. 

Doop^ kinderdoop te bevorderen, 10; — waar en wanneer te bedienen, 
13, 43, 67, 203 ; — uitstellen van den , 38, 88 ; — ceremoniën bij 
den, 64; — niet zonder predikatie te bedienen, 88; — minder 
eerbiedig bediend, 103; — huisdoop, 128, 143, 154, 167, 391; — 
kinderdoop bevolen, 132, 203, 344; — naar de instelling van 
Christus te bedienen, 145; — verachting van den kinderdoop, 
150; — noodzaken tot den, 162; — van kinderen van in concu- 
binaat levenden, 172; — van kinderen der Mennonieten, 203, 
267; — van bejaarden, 203, 218; — nalaten van den kinderdoop, 
266, 279, 296 ; — door priesters , 333, 344, 367, 380, 381 ; — door 
monniken, 333, 381; — der Mennonieten, 343; — personen, die 
niet weten of zij gedoopt zijn , 344 ; — boete voor hen , die hunne 
kinderen niet laten doopen, 344. 

Dronkenschap, 8, 10, 17, 46, 64, 73, 75, 76, 77, 80, 109, 115, 116, 118, 
122, 123, 128, 137, 138, 139, 163, 164, 173, 181, 269, 334, 388. 

Duivelbanners , 173, 227, 241, 256, 261, 275, 286,295,322,363,378,392. 

F. 

Feestdagen, 37, 162, 171, 242, 317, 343. 
Fraierhuis te Groningen, 113, 242, 257, 276, 296. 



Oanxetrekken , 16. 

Gasthuis, 299. 

OasthuÜToogden , 97, 192. 

Geloofsbelijdenis, der Qeref. kerk van Frankrijk, 95, 97. 

Geloofsbelydenis (Nederlandsche) , 341; — aan de kerken in Frankrijk te 
zenden, 96; — revisie van de, 120, 127, 142; — iedere classis 
zal een exemplaar hebben van de, 142, 220; — onderteekening 
van de , 142, 219, 220, 229, 236, 252, 274, 292, 294, 393 ; — iedere 
gemeente zal een exemplaar hebben van de, 154; — instemming 
met de, 230; — texten aan den kant van de, 335; — herdruk 
van de, 367, 382; — in de scholen te leeren, 393. 

Gemeente, stichting van gemeenten, 29, 63; — vacante gemeenten, 29, 
111, 112, 132, 150, 172, 249. 284, 382; — combinatie van gemeen- 
ten, 31, 36, 38, 50, 60, 65, 66, 75, 85, 86, 87, 101, 103, 110, 112, 
114, 132, 135, 146, 148, 160, 171, 196, 201, 204, 214, 215, 224, 
233, 248, 249, 286, 287, 300, 311, 325, 326, 364, 368, 379, 382, 
393; — visitatie der gemeenten, 51, 61, 62, 70, 79, 86, 87, 98, 



430 

101. 109, 222. 248. 2(;7. 275. 280: — waar geen kerkeraad is. 
G2 : — hiiisbezriek , 08. 242 : — ziekenbezoek , 63 : — arme gemeen- 
ten. 135. 249; — l»edroefde toestand eener, ISO: — slecht l)e- 
diende, 185; — schuldbelijdenis vcmh de, 197. 
Goederen, praebenden, 4, 14, 22, 35, 36, 53, 64, 127, 135, 184, 210. 224, 
227, 237, 238, 255, 344; — vicarie-, 4, 22, 28, 35, 53, 64. 67, 77, 
99. 104, 112, 113, 115, 120, 132, 151, 172, 180, 194, 196. 2(X», 
224, 227, 237, 252, 274, 279. 280, 344, 346, 362; — kerke-, 4. 
10, 11, 14, 22, 28, 31, 35, 38, 39, 54, 64, 66, 77, 115, 134, 136, 

192, 200, 210, 252, 284, 316, 321, 343, 357, 362; — leenen, 11. 
15, 28. 29, 136, 146, 192, 200; — proostdyen, 14, 22, 25, 29, 31, 
35, 52, 58, 83, 101, 108, 109, 111, 112, 113, 133, 134, 149, 161, 
171, 194, 197, 200, 201, 258, 263, 283, 349; — pastorie-, 15, 22, 
38, 52, 67, 77, 132, 146, 166, 172, 192, 193, 194, 196, 200, 209, 
213, 224, 237, 249, 252, 284, 287, 330, 362; — kosterij, 17, 49, 
52, 362; — commissarissen der, 35; — armen-, 37, 93; — kloos- 
ter-, 52, 102, 105, 106, 170, 195, 200, 227, 243, 252, 258, 296, 
300, 322, 346, 350, 392, 394; — rekening der, 67, 134, 136, 
163; — geestelijke, 67, 92, 102, 105, 156, 162, 184, 237, 252, 
267, 274, 278, 279, 280, 294, 297, 343, 349, 357; — politieke, 
77 ; — register van, 224, 237, 267, 274, 295, 362; — calenden, 362. 

GHetmannen, 103, 288, 311, 314. 

H. 

Hanesmijten^ 16. 

Heidens^ 21. 

Heilige dagen ^ 109, 112. 

Hemelvaartsdag^ 311, 392. 

Herbergen, 29, 173, 183. 

Hoofdmannen, 38, 102, 163, 228, 253, 254, 259, 202, 263, 264, 260, 278, 

281, 283. 288, 300, 323, 347, 348, 364, 390. 
Huwelijk, profanatie van het, 4; — waar en wanneer te sluiten, 13, 53, 

136, 137, 102. 204, 288; — misbruiken enz., 13, 77, 85, 111, 133, 

193, 200, 279, 285, 280, 298, 312, 323, 357, 363, 378 ; — afkondi- 
gingen, 15, 50, 53, 01, 77, 85, 113, 136, 143, 150, 162, 214, 227, 
200, 266, 288, 297, 310, 309, 370, 371, 385, 390; — casus matri- 
raoniales, 18, 85, 209, 215, 223, 209, 285, 299 ; — huwelyks-orde- 
ning, 18, 85, 104, 112, 133, 144, 155, 102, 168, 193, 227, 266, 
279, 285, 286, 296, 33U, 343, 357, 391 ; — echtscheiding, 26, 134, 
299, 323; — van ongedoopten, 38, 53, 77, 85, 112, 150, 102, 171, 
203, 218, 207, 208, 280, 297, 333, 336, 345, 367, 369, 380, 381, 



431 

392; — concubinaat, 38, 85, 172, 21G, 266, 278, 299, 313, 390; — 
onwettig gesloten, 38: — rechters in huwelijks-zaken, 50, 85; — 
onordelykheden bij de sluiting van 't, 50, 92, 102, 180, 193, 203, 
281, 323; — der Mennonieten, 58, 113, 150, 162, 171, 223, 227, 
261, 267, 278, 279, 288, 305, 310, 327, 345, 366,-380; — cere- 
moniën bij het, 64; — verboden graden, 85, 265, 269, 299, 313; — 
overspel, 117, 143, 299, 313, 323; — buitenlands gesloten, 171, 
261, 278, 345; — bij Lutherschen, 171; — bij Papisten, 171, 344, 
391; — testimonium copulationis , 177; — moedwillige verlating, 
184, 199, 208, 216, 283, 299, 313, 384, 390; — van een voorma- 
ligen monnik , 189 ; — op kerkhoven gesloten , 223 ; — zonder con- 
sent der ouders, 260; — verboden omgang vóór het, 265; — 
hoererij, 300; — bloedschande , 313, 323, 378; — overtrouwen bij 
priesters, 344; — boekhouder van de matrimoniale zaken, 369, 
370; — in private huizen gesloten, 390; — eerst gesloten in de con- 
venticulen der Papisten, daarna nog eens in de Geref. kerk, 391. 

I. 

Idioten, 98, 304. 



Jezuiten, 158, 164, 184, 272, 285, 287, 298, 309, 322, 363, 378. 

Joden, 204, 223. 

Jus gladii, 78. 

Jm patronatus, 49, 93, 97. 

K. 

Kaatsen, 1.33, 154. 

Kerkenordeniny , onderteekening der, 3, 5, 8, 9, 64, 159; — van de over- 
heid, 3, 5; — bezwaren tegen de, 13; — te onderhouden, 23, 
134, 144, 151 ; — een exemplaar er van zal zijn in de vergadering 
van den kerkeraad, 64; — in de synode te lezen, 172; — appro- 
batie van de, 202, 214; — op nieuw te drukken, 229, 238; — 
der nationale synode, 343, 355, 356, 362, 367, 372, 394. 

Kerkeraad, 62; — gemeenten zonder, 62; — vergaderingen van den, 63, 
64; — kerkenboek (acta), 64; — een exemplaar van de kerken- 
ordening zal zijn in den, 64; — in zake predikantsberoeping , 
149; — Ned. Geloof sbel. en Heid. Catechismus in den, 154. 

Kerkgebouwen, 10, 16, 22, 28, 37, 40, 53, 67, 89, 91, 134, 144, 154, 161, 
163, 167, 109, 105, 227, 243, 257, 277. 



432 

Kerkhoven, 10, 13, 16, 37, 133, 154, 157, 223. 

Kerkvoogden, 4, 10, 14, 17, 22, 26, 28, 37, 39, 40, 49, 60, 65, 85, 89, 97, 
114, 136, 142, 159, 161, 162, 163, 166, 170, 172, 175, 192, 193, 
209, 226, 244, 249, 258, 267, 268, 277, 287, 324, 330, 344, 366, 
380, 382. 

Kermissen, 87, 102, 109, 311. 

Kindeüneren , 392. 

Klokluiden enz., 13, 180, 195, 201, 226, 227. 

Kloosters, 18, 92, 133, 287. 

Kosters, 4, 14, 24, 27, 44, 49, 58, 59, 60, 77, 85, 86, 90, 97, 101, 104, 
134, 138, 144, 155, 158, 159, 160, 168, 170, 177, 178, 192, 194, 
195, 200, 201, 206, 209, 228, 243, 258, 278, 296, 322, 369, 371, 391. 

KroegJiouders , 27, 44, 256. 



Lasteraars, 4; — van predikanten, 54; — van de Geref. religie, 98. 

Leedbieren, 24, 28, 242, 257, 295, 330, 343, 357. 

Leei', waken voor de zuiverheid der, 43, 222, 272, 354, 356; — der 
Mennonieten, 58, 133, 224, 241, 242, 268, 280; — onderzoeknaar 
de, 62, 63; — onzuiverheid in de, 95, 204, 219; — op de nat 
syn. te handelen over de, 120; — dwalingen te Leiden enz. in 
de, 148, 190, 304; — bij de examina te letten op de, 221; — 
strijdige punten der, 221, 341; — verdediging der, 221. 

Legerdienst, 68, 89. 

Libertijn, 275. 

Liturgie, 382. 

Loteryen, 228, 331, 368. 

Lutherschen, 46, 70, 171, 345. 

Lijkpredikatiën , 13, 43, 54, 113, 150, 157, 202, 228. 

M. 

Meiavondspelen , 38, 102, 113, 203, 281. 

Melaatsdien , 299, 313. 

Mennonieten, 108, 157; — toenemen der, 4; — vergaderingen der, 10, 
14, 29, 31, 36, 43, 58, 83, 114, 158, 161, 164, 170, 191, 204, 226, 
233, 241, 268, 276, 295, 304, 309, 316, 327, 343, 357, 366, 368, 
379, 384, 389: — Menniste schoolmeesters, 15, 36, 97, 223, 233, 
249; — in zake armenzorg, 16, 53; — op pastorie- en schoollanden 
huizen van, 52, 193, 200, 213, 227, 242, 257, 276, 296; -- huwe- 



433 

Ujken der, 58, 113, 150, 162, 171, 223, 227, 261, 267, 278, 279, 
288, 305, 310, 327, 345, 366, 380; — echtscheiding bij de, 58; — 
leer der, 58, 133, 224, 241, 242, 268, 280; — strijd met, 64; — 
onordelijkheden der, 65, 101, 111, 133, 150; — „schrecklicke exem- 
pelen" bij de, 83; — geschrift tegen de, 128; — ontheiliging van 
den Sabbat door, 149, 193; — verachting van den kinderdoop, 
150; — placcaat tegen de, 158, 170, 173, 241, 256; — geen erger- 
nis te geven aan, 174, 266, 337; — afvalligen tot de, 197; — 
gedwongen hunne kinderen te laten doopen, 203, 267; — boekon 
van, 243, 268, 280, 322; — doop der, 343; — Arminiaansche 
gevoelens onder de, 379. 
Monniken, 18, 156, 189, 333, 347, 381. 

O. 

Ontvangers, 38, 58, 134, 160. 

Organisten, 27. 

Orgels, 6. 

Ouderlingen , 26, 62, 86, 104, 383 ; — aan te stellen , 6 ; — in de synode , 
35, 41, 42, 58, 140, 359 ; — predikanten in plaats van , 41, 42 ; — 
bij de visitatie der gemeenten , 62 ; — onderzoek naar 't gedrag 
enz. der, 63; — verkiezing van, 63; — de classicale vergaderin- 
gen bijwonende, 328, 329; — ter nat. synode, 359. 

Overheid, kerkenordening der, 3, 5; — in zake de synode, 4, 5, 124; — 
verzoeken aan de, 10, 15, 16, 19, 21, 22, 23, 24, 32, 33, 34, 36, 
37, 38, 39, 40, 42, 44, 49, 54, 57, 58, 59, 60, 65, 67, 68, 71, 77, 
81, 83, 84, 85, 86, 89, 91, 92, 97, 98, 99, 102, 103, 104, 109, 111, 
112, 113, 114, 119, 123, 124, 132, 133, 134, 135, 139, 148, 149, 
156, 158, 159, 160, 167, 168, 169, 170, 171, 175, 180, 184, 191, 
192, 194, 195, 196, 200, 201, 202, 203, 204, 205, 207, 209, -221, 
223, 224, 225, 226, 227, 228, 233, 237, 241, 242, 243, 244, 245, 
248, 252, 259, 261, 263, 266, 268, 269, 273, 277, 278, 279, 281, 
284, 285, 288, 294, 205, 296, 303, 304, 307, 312, 316, 322, 323, 
327, 330, 332, 334, 344, 345, 347, 351, 357, 363, 366, 367, 369, 
372, 378, 380, 381, 384, 385, 389, 390, 391, 393; — in zake af- 
zetting van predikanten, 17, 159; — in zake combinatie van ge- 
meenten, 31; — in zake verplaatsing van predikanten, 32; — in 
zake predikantsberoeping enz., 78, 92, 93, 105, 149, 174, 186; — 
vermaning aan de predikanten door de, 181, 211; — audiëntie bij 
de, 184; — klagende over predikanten, 264, 265; — „sogammen 
unde voormunderen der kercken und kerckenguderen", 284; — 

Acta syn. prwine. VIL 28 



434 

Viezwaren tegen synodale resohitiên bij de, 353; — predikanten 
zich niet te bemoeien met zaken der, 355: — toezicht over de 
scholen door de, 394. 



P. 



Papvfteri, superstitiên der, 1, 344; — papistische kosters, 4, 155, 16S- 
192; — ceremoniën der, 10, 19; — papistische schoolmeesters, 15, 
30, 97, 155, 1G8; — strijd met, 64; — vergaderingen der, 1.5S, 
159, 101, 104, 170, 191, 204, 241, 285, 298, 309, 343, 357, 368, 
384, 389, 391; — placcaat tegen de, 170; — huwel^ken bg, 171, 
344, 391; — geen ergernis te geven aan, 174; — afvalligen tot 
de. 197; — lijkpredikatiën over, 202; — verbreiding van de dwa- 
lingen der, 224; — Papistische boeken, 332, 366, 380; — overblqf- 
selen van het Pausdom, 333, 367, 381; — papistische catechis- 
mussen, 394. 

Paschen, 159, 102, 171, 173, 203, 383. 

IHnksteren, 102, 171, 203. 

Praeceptoren, 304, 327. 

JWxliJcanterij voorheen priesters enz., 2, 3, 9, 14, 70, 189; — examen, 
2, 3, 4, O, 7, 9, 14, 17, 18, 66, 68, 71, 72, 73, 74, 75, 76, 90, 94, 
110, 128, 145, 147, 189, 191, 192, 206, 208, 209, 210, 215, 221, 
225, 228, 236, 243, 250, 251, 252, 253, 254, 262, 264, 273, 274, 
293, 303, 325, 326, 364, 365, 369, 371, 372, 379, 385, 386, 389; — 
afzetting van, 2, 3, 6, 8, 17, 23, 32, 66, 79, 80, 102, 121, 122, 
138, 170, 174, 183, 188, 190, 235, 250, 263, 392; — suspensie 
van, 3, 7, 8, 16, 73, 75, 77, 80, 97, 113, 116, 117, 118, 137, 138, 
155, 179, 195, 207, 283, 301, 305; — twist enz. van en met, 3, 
44, 48, 55, 80, 81, 89, 122, 123, 166, 176, 213, 216, 217, 218, 
225, 229, 245, 258, 264, 265, 346; — beroeping van, 3, 10, 13, 
00, 01, 00, 70, 78, 93, 104, 128, 129, 130, 143, 140, 148, 150, 160, 
174, 180, 205, 284, 821, 324, 325, 320, 347, 348, 349, 350, 356, 
358, 366, 307, 384; — woningen der, 4, 10, 39, 53, 130, 209, 
220; — beschuldigingen enz. tegen, 4, 8, 17, 32, 44, 63, 74, 80, 
110, 115, 110, 117, 118, 121, 122, 137, 142, 108, 173, 170, 178, 
179, 187, 235, 247, 255, 205, 275, 288, 300, 323, 327, 332, 334, 
3S3; — ondertoekening der kerkenordening door, .5, O, 8, 9, 159; — 
ood der, 5, O, 8, 9; — die hunne gemeenten verlaten, 5, 174; — 
gehoorzaamheid verschuldigd aan de overheid, 5; — onbekwaam 
tot den dienst, O, 47, 77, 110, 128, 192; — een predikant weer 
kuiper geworden , O ; — schoolmeester geworden , 7, 17 ; — emeriti , 



4S5 

7, 77, 97, 114, 115, 134, 243, 258, 277, 3G9, 385, 392; -- dron- 
kenschap van, 8, 46, 73, 75, 76, 77, 80, 115, 116, 118, 122, 123, 
128, 137, 138, 173, 181; — schuldbekentenis door, 8, 18, 26, 75, 
122, 123, 129, 138, 196, 206, 327, 372, 373, 377, 387 ; — attesta- 
tiën aan, 8, 26, 32, 70, 73, 81, 84, 104, 150, 170, 173, 175, 177, 
190, 197, 320, 362; — onderhoud der, 10, 11, 16, 24, 25, 29, 47, 
49, 52, 53, 60, 75, 77, 84, 89, 91, 98, 103, 104, 113, 120, 132, 
134, 135, 136, 144, 146, 149, 154, 155, 169, 172, 175, 180, 193, 

195, 201, 202, 209, 224, 225, 226, 248, 252, 280, 287, 311, 326, 
346, 347, 348; — weduwen en weezen der, 11, 66, 87, 97, 102, 
103, 104, 105, 109, 112, 113, 133, 136, 138, 163, 172, 185, 206, 
218, 240, 256, 258, 275, 295, 321, 350, 363, 377, 390, 392; — 
censuur enz. over, 14, 44, 52, 59, 76, 81, 118, 122, 147, 181, 222, 
260, 369; — belastingen op te brengen, 16, 49, 77, 91, 134; — 
ingedrongen in den dienst, 17, 72, 74, 129, 147, 185, 188, 253, 
264, 282, 293, 300, 308, 309, 331, 335, 345, 380; — gehoorzaam- 
heid weigerende aan classis of synode, 18, 76, 84, 86, 102, 161, 
207, 243, 294, 308, 320; — aan te steUen, 19, 28, 29, 33, 36, 49, 
53, 66, 68, 91, 92, 112, 114, 150, 161, 167, 171, 178, 185, 188, 

196, 201, 202, 209, 224, 232, 234, 248, 273, 286, 287, 303, 310, 
311, 326, 365, 379, 382; — niet aangenomen, 23, 146, 192, 210, 
234; — gerehabiliteerd, 23, 73, 75, 301; — verdreven, 24; — 
armoede van, 24, 129, 135, 156, 169, 175, 368; — verplaatsing 
van, 25, 29, 32, 48, 55, 81, 93, 97, 131, 161, 175, 259, 328; — 
dimissie aan, 25, 26, 32, 79, 84; — proef predikatie van een predi- 
kant, 29, 129, 254, 263, 265; — geen schatbeurders , 33, 42, 58; — 
in processen, 38, 54, 137, 179, 294, 300, 323, 332, 364, 388; — 
in plaats van ouderlingen, 41, 42; — geldelijke boete opgelegd 
aan, 45, 196; — voorheen Luthersch, 46, 70; — zullen de op- 
brengsten der kosterij -goederen niet genieten , 49 ; — dienst doende 
in een andere classis, 53; — belasterde enz., 54, 163, 369, 370, 
372; — zullen geen bijbaantjes hebben, 59; — de jongen zullen 
de ouden eeren , 62 ; — onderzoek naar leer en leven der , 62, 63, 
75, 145, 290; — zullen het avondmaal bijwonen, 63; — leger- 
predikanten, 68, 89; — reconciliatie, 72, 138, 174, 225, 229, 273, 
277, 301, 327, 349, 358, 359; — dansen door, 75, 77; — boek- 
binder, die predikant wil worden, 76; — koeien van een. predi- 
kant, 79; — bij provisie toegelaten, 89, 346, 349, 379; — onge- 
studeerde, 98, 304; — voogdij schappen door, 98; — investituurgeld 
geëischt van , 103 ; — kranke , 105 ; — tot studeeren aangespoord , 
110, 144; — kindergeld voor, 112, 200; — treurige toestanden in 



436 

Drente onder de , 130 ; — beslag gelegd op meubelen van , 130 ; — 
een plaatsing verzoekende, 131, 189; — vechtende, 137; — on- 
wettige handeling van, 147 ; — vragen aan aanstaande, 147, 148: — 
bij provisie toegelaten, 150, 157; — waarschuwing tegen, 171, 
190, 275; — door de classis te handhaven, 172; — schandelijk 
leven, 173, 178, 180, 206, 308, 375, 383, 387, 388; — afstand 
doende van den dienst, 175, 254, 265; — infonnatién naar, 177; — 
schulden hebbende, 186; — gebannen, 206, 245, 273, 277; — 
adjunct-, 210, 280, 288; — onderteekening van Confessie en Cate- 
chismus door, 219, 229; — bevestiging, 239, 255, 275, 295; — 
kinderen van, 242, 257, 267, 280, 332; — zwagerschap van, 260, 
278, 296; — zullen het dansen tegengaan, 334, 381; — door 
priesters benadeeld, 347, 348; — zich niet te bemoeien met zaken 
(Ier overheid , 355 ; — vroeger ziekentrooster , 364, 365, 37 1 ; — 
voor huurlingen uitgemaakt, 372; — een sabbatschendend predi- 
kant, 375, 387; — nalatig in de bediening van het avondmaal, 
376, 383, 387; — nalatig in den dienst, 377. 

J^'eilikaiiën ., slecht bezocht, 6; — gezang bij de, 13; — in de synode, 27, 
51, 71, 167, 186, 254, 272, 281, 319, 339, 361, 376, 382; — proef-, 
29, 129, 191, 254, 263, 265; — rondloopen enz. op de kerkhoven 
tijdens de, 37; — geen gelden innen vóór of tijdens de, 38; — 
in de week, 62; — in de classicale vergadering, 62, 216, 331, 
367, 380; — uit den Catechismus, 62, 216, 222, 393; — examen- 
preek, 70; — verhindering der, 87, 180, 193, 203, 228, 299, 308, 
317, 323; — gebeden vóór en na de, 88; — over het lijden des 
Heeren, 102; — arbeiden tijdens de, 133; — tweemaal prediken , 
162, 171, 240; — door een onbevoegd persoon, 334. 

Priesters, predikant geworden, 2, 3, 9, 14, 70; — lasteringen der, 4, 
98; — eed van getrouw^heid door, 10; — te bannen, 10, 14; — 
af te zetten, 19; — die het evangelie tegenstaan, 31; — geen 
redgers, 50; — een prior, 92; — priester te Appingedara, 119, 
194, 204, 223; — de mis nog bedienende, 287; — doop door, 
333, 344, 367, 380, 381; — vagabondeerende , 333, 344, 380,381, 
389; — huwelijken gesloten door, 344; — herdoop door, 344; — 
een predikant benadeelende , 347, 348. 

Procureurs . 59. 

Po fessoren. in de synode, 5, 339, 340, 362; - te Franeker, 5, 206, 
235; — testimonia van, 227, 235, 238, 309, 326, 366, 379; — te 
Bremen, 281; — examen door, 302, 303, 326, 379; — boeken 
van, 303; — onderteekenen de formula unionis, 304, 327; — te 
Groningen, 326, 330; — in zake boekencensuur, 330; — in de 



437 

classicale vergaderingen, 339; — toezicht op studenten door, 

367, 382. 
Proosten, 31, 35, 42, 52, 133. 
Proponent, 379. 
Psalmen, vertaling van de, 33; — in de scholen te leeren, 64. 



Bechtspraak, 29. 

Rectoren, 28, 227. 

Redgers, 61, 64, 86, 103, 143, 159, 203, 241, 261, 265, 266, 273, 276, 
279, 281, 283, 286, 299, 308, 311, 313, 314, 320, 344, 368. 

Reductie van Groningen en Ommelanden, 329. 

Remonstranten, 370; — dwalingen der Arminianen, 190, 379; — confe- 
rentie met de, 229; — gevoelen gevraagd der, 230; — vijf arti- 
kelen der, 230, 252, 274, 294, 321, 341, 353, 354, 356, 372; — 
weerlegging van de, 236; — Arminiaansche gevoelens onder de 
Mennisten, 379. 

Rentmeester, 268, 296, 322, 346, 358, 363. 

S. 

Sabbat, 23; — ontheiliging van den, 10, 16, 29, 36, 44, 67, 87, 102, 
109, 111, 112, 133, 143, 149, 154, 173, 193, 242, 257, 261, 269, 
276, 278, 286, 295, 299, 308, 317, 323, 330, 331, 345, 366, 368, 
375, 380, 384, 387, 389, 393. 

SacramerUshuixen , 86, 381. 



— welke boeken 

— Heid. Catech. 

— Catechismus 

— der Jezuiten , 



Scholen, reformatie der, 11; — op te richten, 15, 161 
te gebruiken in de, 64; — te onderhouden, 161 
in de scholen, 222; — schooltoezicht, 222, 394 
van Aldegonde in de, 237, 294; — triviale, 237 
298; — latijnsche, 304, 327. 

Schoolmeesters, onbekwame, 4, 59, 316; — zullen geen bijbellezing hou- 
den, 4; — vroeger predikant, 7, 17, 283; — eed der, 11, 14; — 
aanstellen van, 15, 61, 311, 392; — Menniste, 15, 36, 97, 223, 
233, 249; — Papistische, 15, 36, 97, 155, 168; — afzetting van, 
15, 49, 59, 91, 97, 109, 110, 116, 139, 142; — klachten van, 17; — 
onderhoud der, 24, 25, 52, 92, 102, 103, 195, 200, 201, 210, 240, 
245, 258, 278, 296, 316, 322, 363; — die predikant wiUen worden, 
25, 185, 187, 205, 208, 215, 218, 236, 300, 365; — verplaatsing 
van, 25, 217; — geen schatbeurders , 36, 44, 58, 160; — geen 



43S 

kroeghouders, 44; — moeten leden der kerk zijn, 49, 60, 85, 90, 
92, 97, 134, 154, 159, 170, 218, 392, 393; — onkundig in de leer . 
59 ; — v^anden der zuivere leer , 59 : — toezicht over de , 59, 60, 
G4, 72, 84; — zullen de kerkenordening onderteekenen, 04; — 
moeten „gude fundamenta der religiën" hebben, 84; — in twist 
levende, 84, 213, 216, 217, 218; — attestatiên aan, 101, 245, 363, 
393; — bijbaantjes, 104, 391; — ongebonden leven, 138, 139, 
144; — beboet, 139; — welke boeken te gebruiken, 158; — ge- 
vluchte, 167; — een schooldienst vragende, 168, 200, 207, 221; — 
jaarlijks tweemaal voor de classis te verschijnen, 178; — mogen 
niet bij danspaiüjen spelen, 194, 391; — zullen den Catecliismus 
onderwijzen, 222, 393, 394; — onwettig aangesteld, 228, 249, 
258; — behoefte aan een schoolmeester, 321; — onderteekenen 
der formula unionis door, 327; — kerkedienst doende, 392; — 
toezicht door de classes over de, 393. 

Sekten^ 111. 

Simonie, 185, 187, 281, 297, 329, 330, 366, 380. 

Spelen, 109, 154, 200, 391, 393. 

Studenten, 113; — uit de kerkegoederen studeerende, 11, 53,61, 86, 127, 
184, 227, 279; — hun aantal te vermeerderen, 148, 156; — arme, 
156, 169; ^ zonen van predikanten, 184; — toezicht op, 190; — 
proef predikatie van, 191; — examen van, 206, 326; — alumni, 
221, 237, 238, 255, 363; — inspector over de, 280; — op Jezuï- 
tische academiën, 285, 309, 322, 363, 378; — te Groningen, 335; — 
zich oefenende in 't prediken, 335, 367, 382; — kleeding der, 335, 
367, 382. 

Sipwde, afvaardiging ter, 1, 5, 12, 20, 28, 30, 34, 41, 42, 49, 57, 100, 
125, 139, 141, 153, 154, 165, 169, 182, 184, 199, 213, 232, 247, 

271, 290, 318, 338, 360, 374, 375; — commissarissen-politiek, 2, 
5, 12, 20, 57, 84, 101, 108, 141, 164, 167, 168, 173, 186, 201, 
214, 215, 271, 290, 318, 320, 339, 340, 352, 362; — gravamina, 
4, 19, 35, 39, 43, 49, 52, 61, 66, 68, 72, 87, 102, 108, 120, 126, 
128, 135, 139, 151, 153, 157, 166, 170, 172, 199, 214, 223, 225, 

272, 354, 355, 356, 357, 382, 394, 395; — tijd en plaats, 4, .5, 
11, 16, 20, 21, 22, 34, 39, 50, 55, 68, 157, 170, 244, 339,376; — 
professoren in de, 5, 339, 340, 362; — moderamen, 5, 12; — 
synodaal boek (acta), 13, 30, 51, 68, 88, 123, 245, 353, 390, 395; — 
besluiten der, 13, 16, 55, 1.34, 144, 353, 356; — nationale, 18, 68, 
88, 119, 120, 126, 134, 135, 139, 141, 189, 241, 329, 340, 341, 
343, 349, 350, 353, 354, 355, 356, 357, 358, 359, 364, 367, 370, 
380, 394; - deputaten der, 19, 33, ^13, 65, 70, 71, 87, 126, 137, 



439 

142, 145, 153, 158, 164, 1G7, 170, 174, 180, 194, 209, 211, 214, 
223, 224, 228, 234, 235, 250, 267, 269, 279, 300, 302, 315, 326, 
334, 351, 362, 365, 395; — afwezige leden der, 20, 27, 34, 40, 
61, 119, 127, 135, 140, 145, 157, 293, 320, 353; — geldelijke 
ondersteuning verleend door de, 23, 24, 43, 205, 368; — predi- 
katiên in de, 27, 51, 71, 167, 186, 254, 263, 265, 272, 281, 319, 
339, 361, 376, 382; — stemmen in de, 31; — ouderlingen in de , 
35, 41, 42, 58, 140; — onkosten der, 40, 54, 58, 71, 99, 102, 103, 
108, 112, 123, 126, 151, 157, 158, 170,183,228,315,350,351; — 
logies voor de leden der, 42, 51, 126, 183; — niet klappen uit 
de, 54, 395; — synodale maaltijd, 55, 58; — korter en minder 
kostbaar te doen zijn, 72; — vertrek uit de, 119, 208; — behan- 
deling van zaken, 128, 139; — geen twee broeders lid der, 
154; — tijdig komen in de, 170, 293, 320; — kerkenordening te 
lezen in de, 172; — archief der, 209, 224; — buitengewone, 
337, 350, 352; — particularia , 350, 357. 

V. 

Vaslenavotid , 16, 38, 102, 113, 227, 269, 280, 297, 311, 317, 322, 363, 

369, 378. 
Vast- m bed^dagen, 16, 36, 44, 109, 239, 255, 275, 295, 308, 317, 368, 

384, 392. 
Vechter ij, 46, 137. 
Visüat(yren, 62, 63, 64, 65, 79, 87, 139, 144, 155, 164, 194, 222, 226, 

267, 297, 307. 
Volmackten, 324, 345, 346, 347, 348. 
Vorsiianen^ 341. 
Vrydag ((toede), 88. 

W. 

Waarzeggers enz., 68, 88, 119, 149, 156, 173, 180, 194, 204, 223, 227. 

Warschop])en ^ 61, 92. 

Weeshuis, 390. 

Wrrkhmxrn, 389. 

Woeker, 204. 

Wtjwaler, 68. 

Z. 
Ziekentrooster, 364, 365, 371. 



CORRIGENDA. 



Op hl. 140 reg. 2 v. o. staat: Nicasus, moet zijn: NicAsros. 
» » 271 » 1 V. b. » onsen welgeborenen genadigen , moet zijn: 

den welgeborenen, onsen genadigen. 
» » 272 » 17 V. o. » [doen], moet zijn: verwahren. 
» » 273 moet bij noot 1 gevoegd worden: Duplicaat-acte heeft ^ex 
classe Enerumana" en daarboven geschreven »Middel8tumana". 
» » 274 reg. 9 v. o. staat: [mentie], moet zijn: rede. 
» » 275 » 4 V. b. » [soeckt], moet zijn: versochte. 
» » 279 onderste reg. » die studenten op eenige propende stude- 
rende mogen , moet z^n : der studenten 
op eenige prebende studerende nahmen 
mogen. 
» [probatis antea] , moet zqn : probati autoris. 
» onsen genedigen und wolgeboomen, moet 
zijn: den wolgeborenen, unsen genedigen. 
» CiBs, moet zqn: Cies. 
» vlytich end wel, moet zijn: wel vlytich. 
» » 303 » 17 v. o. » niet [een], moet zijn: niemant. 

» [sullen], moet zqn: dat 

» C. HOERNKENS, mOCt ZQU : G. HOERNEENS. 



285 reg. 


2 V. 


b. 


290 » 


1 V. 


b. 


299 » 


4 V. 


b. 


301 » 


13 V. 


b. 


303 » 


17 V. 


0. 


» » 


3 V. 


0. 


307 V 


IG V. 


0. 



INHOUD. 



Voorbericht pag. v — xii 

Handelingen der provinciale synode te: 

Groningen 14—17 Juli 1595, XX (YY, ZZ) pag. 1 

Groningen 11—14 Mei 1596 » 5 

Groningen 4 — 14 April 1597 » 11 

Appingedam 25—28 April 1598 » 20 

Loppersum 16 April e. v. 1599 » 27 

Middelstum 23, 24 Juni 1600 » 30 

Eenrura 21—23 April 1601 » 34 

Groningen 31 Mei — 5 Juni, 14 — 17 Juni 1602 » 41 

Groningen 2—12 Mei 1603 » 56 

Appingedam 8—14 Mei 1604 » 82 

Groningen 6 Mei e. v. 1605 » lUO 

Groningen 6—10, 13, 14 Mei 1606 .106 

Groningen 4—11 Mei 1607 ^ 124 

Appingedam 25—29 April 1608 v 141 

Groningen 8—11 Mei 1609 > 152 

Appingedam 8—12 Mei 1610 > 165 

Groningen 20—25 Mei 1611 :> 182 

Appingedam 4—8 Mei 1012 198 

Groningen 3—8 Mei 1613 - 212 

Appingedam 16—20 Mei 1614 232 

Groningen 8—13 Mei 1615 246 

Appingedam 13—16 Mei 1616 271 



442 

Groningen 6—9 Mei 1617 pag. 290 

Commissie voor de visitatoren der classis Zuidhorn, XX*. . » 307 

Remonstrantien aan de Staten met de apostillen » 307 

Rapport der deputaten over eenige disorders » 312 

Verzoek der deputaten om vergoeding van kosten etc. . . . » 315 

Remonstrantie der deputaten aan de overheid van Groningen. » 316 

Appingedam 4—8 Mei 1618 » 318 

Missive der deputaten aan de synode van Friesland XX* . . » 336 

Groningen (extraord.) 7 — 10 September 1618 » 337 

Groningen (extraord.) 23 — 25 September 1618 » 352 

Groningen 21—26 Juni 1619 » 360 

Appingedam 19—23 Juni 1620 » 374 

Register van personen » 397 

» » plaatsnamen » 416 

» » zaken » 426 

Corrigenda » 440 



APP-SOlO l iO 
JUN011903 



stp^^-iaaa- 



1 




3 2044 020 693 370 




*f^*utW-^ i^ft- ^ S%'^ ■ **»J*»* «^diafc 



-• * I»- g 



éj^ 



ii 



-*